98 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 5 Juni 1940. dadig heeft behoeven in te grijpen, waartoe hij het vaste voornemen had. Vele van deze zaken en de militaire kwesties heeft spr. te voren besproken met den Heer Commissaris der Koningin, wiens kalmte en steun spr. met groote dank baarheid heeft aanvaard. Later kwamen er nog andere regelingen, o.a. voor benzine en wat al niet, bij. Er zullen inderdaad wel eens onjuiste beslissingen genomen zijn en onbillijkheden hebben plaats gehad, maar uit den grond gestampte regelingen, waarvoor niet de minste richtlijnen bestaan, geven allicht daartoe aanleiding. Hierbij kwam de in alle opzichten overstelpende drukte van 10 Mei af, zoowel intern als met de Duitsche autoriteiten, totdat in het laatst van de week daarop de verbindingen met centraal Nederland steeds beter werden en spr. zich nu weer aan de voor het geheele land geldende regelen kon houden. Die zoo uiteenloopende en overstelpende drukte is door het gemeentepersoneel op uitstekende wijze ver werkt in de eerste plaats door dat ter Secretarie in al zijn geledingen en dat dikwijls voor vraagstukken werd gesteld, waarmede het te voren nog nooit te doen had gehad. Verder denkt spr. ook vooral aan de politie en aan andere diensten aan allen, wie dan ook, brengt hij gaarne zijn dank geen moeite was te veel en allen hebben er toe bijgedragen, dat alles zoo vlot, als het kon. is verloopen. Hij wil hier dan ook niet verzwijgen, dat een der hoogste militaire autoriteiten, die hier zeer veel regelde en met wien spr. eens een particulier onderhoud had, niet verheelde, dat hij van de gemeente-administratie hier en in den omtrek een zeer goeden indruk had gekregen. Zoo is men dan langzamerhand teruggekeerd tot een toestand van rust, maar aan den anderen kant moet toch niet vergeten worden, dat niet alleen voor ons, maar voor ons geheele land nog een buitengewone toe stand heerscht en dat ook, ofschoon het Ned. volk geen oorlog meer voert, het volk, dat thans eveneens binnen onze landsgrenzen vertoeft, den boog, tegenover anderen dan ons, nog gespannen houdt en dus zijn handelingen daarop moet richten. Inderdaad moeten de inwoners dezer gemeente zoo spoedig mogelijk tot een toestand van rust en werk zaamheid trachten te komen die rust wordt echter niet bevorderd door het verder vertellen van allerlei praatjes en verhalen, waarvan steeds achteraf blijkt, dat zij zelfs niet een schijn van bevestiging krijgen. Als ieder nu voorloopig maar eens uitsluitend en alleen en dan ook nog niet overdreven vertelde, wat hij zelf met eigen oogen heeft gezien en niet wat een ander hem, al is het uit nog zoo n goede bron, oververtelt, dan be hoefde de eene helft van het menschdom niet weer door allerlei wilde, onware verhalen van de andere, in on gerustheid over familie en vrienden te verkeeren. Wij leven nog in oorlogstijd, de dagbladvoorlichting kan nu eenmaal niet zoo uitgebreid zijn als in vredestijd en door allerlei sensatieverhalen maakt men het zich zelf en anderen moeilijk. Spr. eindigt, met den wensch, dat men zich in de omstandigheden, zooals deze er nu eenmaal zijn en waaraan op dit oogenblik niets te veranderen is, zoo goed mogelijk zal houden en dat ieder zijn gewonen arbeid op de gewone wijze zal presteeren, voor zoover dit mogelijk is, omdat daardoor juist zoo spoedig mogelijk het normale leven, ook voor anderen, zal terug- keeren. Men is nog niet aan het eind van dezen Europeeschen oorlog niemand weet hoe de stad Leeuwarden er nog eens weer, oeconomisch of gewelddadig, in betrokken zou kunnen worden. Laat ieder ook dan zijn kalmte bewaren en doen wat zijn plicht is tegenover zich zelf en tegenover anderen het Gemeentebestuur geeft de verzekering, dat het te allen tijde alles zooveel mogelijk in goede banen zal trachten te leiden. Spr. spreekt dan ook van deze plaats, naar hij denkt namens alle Raadsleden, als hij de bevolking vraagt, totdat er een definitieve oplossing is, zich, ondanks ondervonden of nog te ondervinden teleurstellingen, te blijven betoonen, zooals zij tot nu toe gedaan heeft, zonder overdrijving, welke ook, doch waardig, werk zaam, kalm en ordelijk. De heer Botke (weth.) dankt, als oudste lid (in leef tijd) van den Raad, den Voorzitter voor zijn uiteen zetting van hetgeen zich in den laatsten tijd heeft voor gedaan en zijn zienswijze daaromtrent, en meent in dezen namens alle Raadsleden en de groote massa der gemeentenaren te spreken. Spr. heeft hetgeen ten Stadhuize heeft plaats gehad van nabij mee beleefd, en hij heeft zich verwonderd over de kalmte en rust, waarmede de Burgemeester de moeilijke dingen onder oogen zag. Met groote energie heeft deze de zaken aangepakt, om ze tot een goede oplossing te brengen en spr. meent, dat hem zulks, voor zoover in het raam der omstandigheden mogelijk, ook is gelukt. Als men trachtte hem te spreken te krijgen, dan was het steeds de Burgemeester is in vergadering, of naar den Feld- of Ortskommandant. Steeds was hij doende de belangen der gemeente in verband met den toestand te behartigen en spr. heeft zich wel eens af gevraagd Kan de Burgemeester dit volhouden Maar hij heeft getoond een groot uithoudingsvermogen te bezitten. Spr. meent, dat men hem veel dank is ver schuldigd voor wat hij heeft gedaan. Hij heeft getoond een magistraat van groote allure te zijn. Spr. zou te kort schieten als hij niet ook den Secre taris de rechterhand van den Burgemeester noemde. Deze heeft vele besprekingen mede gevoerd hij was de ziel van menige conferentie. Groote waar deering heeft spr. voor de kalmte en rust, waarmede ook de Secretaris de zaken heeft behandeld en tevens bewondering voor het uithoudingsvermogen, dat ook hij heeft getoond te bezitten. Ook heeft spr., uit den aard van zijn functie, in de afgeloopen dagen veel met de ambtenaren ten Stadhuize moeten omgaan, die heel wat werkzaamheden hebben verricht, waar zij vreemd tegenover stonden. Spr. heeft den indruk, dat zij allen hun beste krachten hebben gegeven om de dingen in goede banen te leiden. Hij gelooft dan ook namens den Raad en welhaast de ge heele bevolking van Leeuwarden te spreken, als hij den Burgemeester, den Secretaris en de ambtenaren dankt voor wat zij allen in dezen moeilijken tijd voor de ge meente en de gemeentenaren hebben gedaan. (Applaus). Punt 1. Wordt medegedeeld a. dankbetuiging van Hunne Kon. Hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard voor de gelukwen- schen, Hun ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana aangeboden; b. dat Ged. Staten 1. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 30 Januari 1940 tot verkoop van terrein in en bij het Ba- gijneklooster en van 24 April 1940 tot verpachting van landerijen nabij den Lekkumerweg en den Ouden Lek- kumerdijk, verhuring van een gedeelte van den Ouden Lekkumerdijk en van terrein van het Openb. Slachthuis; 2. hebben verdaagd de beslissing op het Raads besluit van 3 April 1940 tot vaststelling van rooilijnen aan den Groningerstraatweg; 3. hebben vastgesteld de begrootingen van de ge meente en hare bedrijven met de daarin gebrachte wijzigingen, over den dienst 1938; c. schrijven van B. Goedemoed, houdende bericht van aanneming der benoeming tot onderwijzer aan ge meenteschool no. 5; d. verzoek van de Friesche Schildersver., den Frie- schen Bond van Chr. Schilderspatroons en den R.K. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 5 Juni 1940. 99 Schilderspatroonsbond afd. Friesland, om bij het van gemeentewege doen verrichten van schilder- en behang- werk de particuliere bedrijven in te schakelen; e. schrijven van den Generaal, Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, geleidende een ontwerp-Ver- ordening tot hulp aan den Militairen Geneeskundigen Dienst. Voor kennisgeving aangenomen. verzoek van de vereeniging „Medicorum Vincu lum", houdende verzoek om bij de voorgestelde reor ganisatie van den geneesk. dienst geen bezuiniging te zoeken door beperking van specialistenhulp. Te behandelen bij punt 11 der agenda. g. schrijven van den Voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van leden van den Ge meenteraad, geleidende een afschrift van de besluiten van dat bureau, waarbij de heeren H. Fennema en J. de Bruin zijn benoemd verklaard tot lid van den Raad, resp. in de vacatures P. Postma en M. van Kollem. Voor kennisgeving aangenomen. Punten 25 (bijl. nos. 54, 58, 61 en 53). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 6 (bijl. no. 55). De heer Van der Schoot dacht bij lezing wordt het ook een sport, steeds verlaging te vragen Nu wordt deze huur weer verlaagd tot 50..Dit terrein wordt voor sportbeoefening gebruikt en spr. meent, dat, als de gemeente de huur niet lager stelt, de verhuring niet zou overgaan. Het spijt hem, dat B. en W. op de ge boden 50.zijn ingegaan en de gemeente a.h.w. de sport betaalt, die daar wordt beoefend. De Voorzitter antwoordt, dat de huur altijd 50.— is geweest, slechts één jaar 60. en nu belangheb bende verzocht haar weer op 50.te stellen, meenden B. en W. daarmede genoegen te kunnen nemen. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 7 (bijl. no. 57) wordt, op voorstel van den Voor zitter. namens B. en W., aangehouden tot een volgende vergadering. Punten 8 en 9 (bijl. nos. 60 en 62). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de voor stellen van B. en W. Punt 10 (bijl. no. 63). De heer Praamsma is ook van meening, dat ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden dit werk, dat reeds 7 jaar in voorbereiding is, voortgezet moet worden. Het werk is opgedragen aan de Mij. Wegenbouw te Utrecht voor 115.400. Is dat boven of beneden de raming Spr. vraagt dit, omdat dit van invloed kan zijn op zijn verdere houding. Volgens het rapport zouden de meerdere kosten door bet niet verstrekken van benzine voor het vervoer van zand. enz. 15.000.bedragen; dat de hoogoven slakken uit Duitschland in plaats van uit België moeten komen en in Harlingen overgeslagen moeten worden, zal 2800.extra kosten, voorts zullen enkele kleine dingen iets meer kosten. Tot zoover is alles duidelijk, maar dan komt men zonder eenige nadere motiveering in eens op 25.000.waarbij nog komen de verhoogde kosten van toezicht en de alg. kosten, zoodat in totaal 28.000.verhoogd crediet wordt gevraagd, wat spr. aan den hoogen kant vindt. Het rapport zegt, dat de oorlogsclausule op dit werk toepasselijk is, welke inhoudt, dat een deel der extra- kosten voor rekening van den aannemer komt, doch dat bedrag heeft men er niet afgetrokken. Hebben B. en W. dit verhoogde crediet zoo royaal genomen als veilig heidsmaatregel De heer J. de Boer (weth.) zegt, dat inderdaad de credietverhooging globaal geschat is. Het is thans niet nauwkeurig na te gaan, hoeveel de meerdere kosten zullen bedragen, al kan spr. wel een paar cijfers noemen. Er moet b.v. voor dit werk 6000 m3 zand worden aan gevoerd. Dat kost, doordat het nu niet per auto vervoerd kan worden, 1.per m3, of in totaal 6000. meer. Verder zal ook het grondvervoer met paard en wagen moeten gebeuren, dus ook dit vergt meer uitgaven. Wel iswaar had men, als het werk in 1933 zou zijn uitge voerd, deze meerdere kosten ook grootendeels gehad, want destijds werd van autotractie nog niet zooveel gebruik gemaakt. Omtrent de asfalteering weet men thans niets. Asfalt is een bijproduct van petroleum, komende uit Mexico of Roemenië, en is thans niet te krijgen. Wel wordt er op andere wijze asfalt in Duitschland gewonnen, maar of men dat kan krijgen, is ook de vraag. Tegen den tijd, dat met asfalteering moet worden begonnen, zal waar schijnlijk wel weer asfalt verkrijgbaar zijn. Voorzoover men kon berekenen, moest de crediet verhooging op 25.000.worden aangehouden, plus de alg. kosten. De aannemer wilde dit jaar met het werk klaar komen, maar dan had hij den wind wel in de zeilen moeten hebben. Doordat het asfalteeren niet in alle tijden van het jaar kan gebeuren, moest het werk voor October afgeloopen zijn. Het duurt thans echter wel 2 jaar en daardoor worden de kosten veel hooger, hoeveel kunnen B. en W. en ook de Dir. van G.W. niet nauw keurig opgeven. Het blijft een schatting. Het is natuurlijk mogelijk, dat de benzine tijdens de uitvoering van het werk weer vrij komtdan - is het crediet tot het genoemde bedrag niet noodig. Maar zooals de zaken er thans voorstaan, is het noodig, dat B. en W. het crediet beschikbaar hebben. De aannemingssom, 115.400.klopte vrij goed met de raming, was tenminste niet hooger. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 11 (bijl. no. 56). Mevr. BusscherSjerp merkt op, dat voor een leek wat de Raadsleden in dezen toch allen zijn zelfs in normale omstandigheden 4 weken wel wat kort zou zijn om het rapport i.z. de reorganisatie van den Ge neesk. dienst te bestudeeren, voor het geven van een eenigszins gefundeerd oordeel. Het is noodig zich hier en daar door een bevoegde te laten voorlichten. Spr. wil wel bekennen, dat het haar in den afgeloopen tijd aan gelegenheid en lust ontbroken heeft om dit voorstel grondig te bestudeeren en zij denkt, dat het allen is gegaan als haar, daar bijna iedereen zeer in zorg verkeerde over familieleden e.a. Maar afgezien daarvan nog, is het gewenscht, dat men op het oogenblik, nu men t.a.v. den Geneesk. Dienst vooruit moet zien en men niet weet. hoe de toestand zich zal ontwikkelen, de behandeling van het rapport uitstelt tot de tijds omstandigheden zich zóó zullen hebben gewijzigd, dat men weet wat voor de toekomst noodig is. Spr. kan zich echter voorstellen, dat zich in dien tusschentijd allerlei plotseling uitbrekende ziekten en groote ongelukken kunnen voordoen. Daarom zou zij B. en W. in staat willen stellen, die voorzieningen tijdelijke natuur lijk welke in het belang der volksgezondheid streng noodzakelijk zullen zijn, te treffen. Zij doet daartoe het volgende voorstel „Ondergeteekende stelt voor de reorganisatie van den Geneeskundigen Dienst uit te stellen en B. en W. te machtigen eventueel die tijdelijke voorzieningen te treffen, welke zij in het belang der volksgezondheid dringend noodzakelijk achten.". De heer Van der Meulen laat in het midden, of de bezwaren van mevr. Busscher tegen aanneming van dit voorstel op dit oogenblik geheel juist zijn, doch hij c.s. achten ze wel voor een belangrijk deel juist, zoodat zij in normale tijden niet tot behandeling of aanneming van dit voorstel op dit oogenblik hadden kunnen mede werken. Wij leven echter, aldus spr., in oorlogstijd en weten niet, of het binnenkort nog mogelijk zal zijn de reorganisatie door te voeren en elk uitstel kan afstel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 2