Vergadering van Woensdag 7 Augustus 1940. 108 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Juli 1940. eens over denken. Thans is hetzelfde model van vorige jaren gevolgd en daarom werd het bedrag van de jaar wedde van den Directeur nog oningevuld gelaten. De heer Praamsma is dankbaar voor dit antwoord. Een absoluut zuiver beeld gelooft hij niet te hebben gevraagd. Het is hem ook wel bekend, dat zulks tot de onmogelijkheden behoort. Wel vraagt spr. een zoo zuiver mogelijk beeld. Hij heeft dan ook gezegd, dat de gemeente er niet meer of minder van wordt. Om een zoo zuiver mogelijk beeld te krijgen, behoeft men b.v. niet een deken door te snijden om de kosten voor pa viljoen en ziekenhuis te scheiden, maar spr. gelooft, dat het toch heel eenvoudig en inderdaad billijk is een deel der jaarwedde van den Geneesheer-Directeur op de rekening van het Stads-Ziekenhuis te doen drukken. De Voorzitter: Dit kan het beste bij de volgende be grooting behandeld worden. Dan zou een deel op het ziekenhuis en een deel op de gemeentebegrooting moeten drukken. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 74). De Voorzitter stelt, namens B. en W„ voor, het getal 100 in het voorstel te veranderen in 105. Spr. is nooit tot het maximum gegaan, maar het is mogelijk, dat hij iets hooger moet gaan en dan kan hij dat doen. De heer Wiersma zegt, dat, volgens de stukken, er een afspraak is gemaakt tusschen den Commissaris der Koningin en den Burgemeester, dat het politiecorps dezer gemeente uitgebreid zal worden met 4 hoofdagen ten. 12 agenten en 3 veldwachters ten behoeve van de veldwachtersreserve. In het voorstel is sprake van 15 agenten; zijn de 3 veldwachters daarin opgenomen? De Comm. v. Pol. dringt er op aan, in plaats van 3 veld wachters 3 agenten te nemen, omdat veldwachters een ietwat andere uniform dragen en niet onder zijn bevelen staan. Is dit zóó steekhoudend, dat daarom afgeweken wordt van de afspraak tusschen den Commissaris der Koningin en den Burgemeester? Spr. meent van niet. De brief van den Commissaris der Koningin vermeldt ook, dat i.z. de financieele regeling der veldwachters nader zal worden overlegd. Het zou b.v. billijk zijn. dat de provincie de salarissen, kleeding, enz. van dit per soneel betaalde. Kunnen B. en W. hierover nadere mededeelingen doen? Deze opmerkingen, meer van informatorischen aard, zijn voor spr. c.s. geen beletsel vóór het voorstel te zijn. ook niet, nu het maximum in 105 is gewijzigd. Mevrouw Van DijkSmit verwondert het ook, dat dit voorstel afwijkt van de afspraak met den Commis saris der Koningin. Als men een afspraak maakt, moet men er zich aan houden. Is er misschien bij de stukken een brief weggelaten of is deze afwijking met den Com missaris der Koningin besproken en gemotiveerd Voorts meent spr., dat de cijfers niet precies kloppen: 82 16 98, zoodat er 2 agenten „zoek" zijn, en den sergeant-majoor kan zij ook niet terecht brengen. De Voorzitter antwoordt, dat de kwestie agenten of veldwachters, er weinig toe doet. Men kan gerust in de verordening „agenten" zetten en als dezen dienst doen als veldwachters, is het spr. best. Het eenige is. dat veldwachters door den Commissaris der Koningin worden aangesteld en agenten door spreker. Wat de afspraak betreft, de brief van den Commis saris der Koningin is de bevestiging van een bespreking met verscheidene burgemeesters, want deze kwestie geldt ook andere gemeenten en in onderling overleg is de verdeeling van het aantal manschappen, dat Fries land moest nemen, zoo gemaakt. Toen is er steeds over veldwachters gesproken, omdat de bedoeling is. dat 3 personen in geval van vacature, ziekte, verlof e.d. in gemeenten in de provincie dienst zullen doen, en omdat daar veldwachters zijn, is er over veldwachters gespro ken. Spr.'s bedoeling is, ze als agenten in het gewone corps op te nemen en als zij in andere gemeenten ge detacheerd zijn. doen zij daar dienst als veldwachter. De uniformen van de veldwachters zijn tegenwoordig ongeveer aangepast bij de uniform der Leeuwarder politie; het eenige verschil is de pet. Een agent kan dus hier en elders dienst doen. Wordt hij in een andere gemeente gedetacheerd, dan betaalt die gemeente zijn salaris; komt hij weer bij het „moedercorps" terug, dan wordt hij hier betaald. Of het systeem prettig is of niet, doet er weinig toe; het is in ieder geval zoo opgezet. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het bij monde van den Voorzitter gewijzigde voorstel van B. en W. Punt 13. De heer Feitsma rapporteert namens de Commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van den heer M. Bueving, en bestaande uit de heeren Feitsma, Balk en Hooiring, dat de Commissie den ge loofsbrief en de daarbij overgelegde stukken heeft ge zien en in orde bevonden, weshalve zij den Raad advi seert den heer Bueving als lid van den Raad toe te laten. Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 7 Augustus 1940. 109 Tegenwoordig 26 leden. Afwezig mevr. Busscher Sjerp en de heeren Bueving en Molenaar. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der Raadsvergade ringen van 13 en 21 Maart 1940. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel aan de lagere avondhandelsschool (bijlage no. 76). 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van tuingrond ten Westen van den De Ruy- terweg aan K. Mollema (bijlage no. 79). 5. Alsvoren tot het wederom gedurende 10 jaren verkenen van een jaarlijksche bijdrage aan de N.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen te Arnhem, ten behoeve van de uitbreiding van haar laboratoria (bijlage no. 78). 6. Alsvoren tot aanschaffing van een boekhoud machine ten behoeve van de Gem. Lichtbedrijven en, in verband daarmede, tot wijziging van de begrootingen dier bedrijven, dienst 1940 (bijlage no. 75). 7. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor verbetering van het gebouw Raadhuisplein no. 30 en, in verband daarmede, tot wijziging van de begrootingen der gemeente en der Gemeentewerken, dienst 1940 (bijlage no. 77). 8. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op bezwaarschriften tegen aanslagen in het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein over het vergunningsjaar 1940/'41. Punt 1. De Voorzitter deelt mede, dat in de notulen van de vergadering van 13 Maart 1940. blz. 73, le kolom, 22sten regel van boven in plaats van „niet bewoonbaar" moet worden gelezen „niet onbe woonbaar". Deze notulen worden, aldus gewijzigd, vastgesteld en die van de vergadering van 21 Maart 1940 onveranderd vastgesteld. Punt 2. Wordt medegedeeld a. dat Gedeputeerde Staten 1. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 17 Juli 1940 tot aankoop van de woningen Noordvliet nos. 77 en 79 en Kapelsteeg no. 22; 2. hebben verdaagd de beslissing op de Raadsbe sluiten van 10 Januari 1940 tot vaststelling van uitbrei dingsplannen ten Zuiden van den Harlingerstraatweg en ten N.O. van de Robert Kochstraat; 3. voor kennisgeving hebben aangenomen de mede- deeling van de toelating als Raadslid van den heer M. Bueving; b. dat de Rijkscommissaris voor het bezettte Neder- landsche gebied heeft bepaald, dat leden der gemeente raden, behoorende tot de Communistische Partij Neder land en de Rev. Soc. Arbeiderspartij zich terstond moeten onthouden van deelneming aan eenige werk zaamheid als zoodanig; c. rapporten omtrent kasopneming van de Gemeente- Reiniging en het Openbaar Slachthuis. Voor kennisgeving aangenomen. d. schrijven van mevr. C. M. BusscherSjerp, hou dende mededeeling, dat zij wegens vertrek bedankt als lid van den Gemeenteraad. De Voorzitter dankt, mede namens den Raad, mevr. BusscherSjerp voor alles, wat zij als Raadslid voor de gemeente heeft gedaan. Voor kennisgeving aangenomen. e. schrijven van mevr. C. M. Busscher—Sjerp, hou dende verzoek haar te ontslaan als vertegenwoordiger der gemeente in het Bestuur der Leeuw. Ind. en Huis houdschool. Het gevraagde ontslag wordt eervol verleend. f. verslag omtrent den Markt- en Havendienst over 1939. Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage. g. schrijven van de Friesche Schildersvereeniging, den Frieschen Bond van Chr. Schilderpatroons en den R.K. Schildersbond, afd. Friesland, houdende opnieuw het verzoek om, waar mogelijk, het voor de gemeente te verrichten schilder- en behangwerk door de bestaan de schildersondernemingen te laten uitvoeren. Wordt voorgesteld ter afdoening in handen van B. en W. te stellen. De heer Praamsma merkt op, dat dit adres blijk geeft van weinig medeleven met den Raad. Immers, dan zouden adressanten weten, dat dit onderwerp daar steeds naar voren is gekomen, niet n.a.v. dergelijke adressen, maar bij de uitvoering van voorkomende wer ken en bij de begrootingsbehandeling, en dan op deug delijker gronden dan in het adres aangegeven. B. en W. hebben steeds verzekerd, dat zij 's Raads wensch zouden inwilligen en dat zij dit inderdaad hebben gedaan, bleek nog onlangs bij het verhoogde crediet voor het verven van het Openb. Slachthuis door een particulieren schil der. B. en W. schakelen, waar mogelijk, de particuliere bedrijven in. Het argument van het adres, de werkloos heid, is, naar spr. meent, onjuist. Immers, door altijd de particulieren in te schakelen, zouden de vaste schilders der gemeente ontslagen moeten worden, een verschui ving van werkloosheid dus. Spr. c.s. hebben steeds uit principe voorgestaan, dat het gebruik maken van par ticuliere bedrijven regel en van de Overheidsbedrijven aanvulling moet zijn. Op grond van het een en ander is het goed, dat de ingezetenen weten, dat dergelijke adressen niet aan den Raad behoeven te worden gezonden. De heer Meek: Wat zullen B. en W. adressanten antwoorden De Voorzitter: Dat de Raad het voorstel van B. en W„ om het adres ter afdoening in hun handen te stellen, heeft aangenomen. Het schrijven wordt ter afdoening in handen van B. en W. gesteld. h. verzoek van de Kruideniersvereeniging „Leeu warden en Omstreken" om bij verordening het sluitings uur van kruidenierszaken nader te willen regelen. Wordt in handen van B. en W. om praeadvies gesteld. i. Voorts doet de Voorzitter lecture van een verzoek van J. van der Geest e.a., bewoners van perceelen aan de Barent Fockesstraat, houdende klachten omtrent mis standen, aanwezig op het aan K. Mollema te verhuren terrein ten Westen van den De Ruyterweg. Te behandelen bij punt 4 der agenda. Punt 3 (bijl. no. 76). De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt I. voor directeur M. Steunebrink; II. voor a. leeraren in Nederlandsch J. G. Groothoff en R. van der Noord; b. leeraren in Duitsch C. Vermeer en H. Smedes: c. leeraar in Duitsch en Boekhouden J. Leffertstra; d. leeraren in Engelsch M. Steunebrink en P. Brommer; e. leeraar in Stenografie en Machineschrijven J. M. A. E. Röben; f. leeraren in Boekhouden, Handelsrekenen en Handelsrecht H. Valkema en J. H. de Jager; g. leeraar in Boekhouden en Handelsrekenen S. Postuma, allen thans reeds tijdelijk als zoodanig werkzaam. De heeren Van der Meulen en Van der Schoot vor men het stembureau.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 1