Vergadering van Woensdag 18 September 1940. 114 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 Augustus 1940. op 10 in plaats van 11 uur zien gesteld. Hij weet niet, of het in verband met art. 220 G.W. mogelijk is dit voor te stellen; zoo ja, dan zouden zij dit gaarne doen, zoo niet, dan geven zij den Burgemeester in over weging het sluitingsuur te vervroegen tot 10, nog liever 9 uur. In ieder geval dankt spr. den Burgemeester, dat deze reeds heeft ingegrepen, wat zeer noodig was. De Voorzitter zegt, dat op grond van art. 220 G.W. alleen de Burgemeester in dezen iets kan wijzigen. Inderdaad heeft de Comm. der provincie Friesland aangedrongen op sluiting om 10 uur; toen was het onderhavige besluit reeds genomen, al was het nog niet door den Raad bekrachtigd. Spr. heeft echter ook met de belangen der automaathouders rekening willen hou den en daarom wilde hij het eerst met sluiting om 11 uur probeeren. Men begrijpt, dat de duisternis veel meer aanleiding tot ongeregeldheden bij de automaten geeft. Deze maat regel is niet getroffen om ordeverstoring in den gewo nen zin, maar er is lawaai, gedrang en geschreeuw en er komen ook dingen voor, die spr. hier moeilijk kan vertellen. Hij zegt toe. dat, mocht zulks voortduren en sluiting om 11 uur niet afdoende blijken, dan te zullen voorstellen sluiting om 10 uur te bekrachtigen. De heer Wiersma dankt den Voorzitter voor zijn toezegging, die spr. doet veronderstellen, dat dit voor schrift geen wet van Meden en Perzen is en dat ver dergaande maatregelen van de omstandigheden zullen afhangen. Spr. c.s. willen daarom niet een voorstel in dienen aangenomen, dat zulks mogelijk ware in afwachting van de verdere ontwikkeling dezer zaak. Met alg. stemmen wordt het voorstel van den Bur gemeester bekrachtigd. Punt 13. De heer Feitsma rapporteert namens de Commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van den heer M. H. Geerts, en bestaande uit de heeren Feitsma, Balk en Hooiring, dat de Comm. den geloofs brief en de daarbij overgelegde stukken heeft gezien en in orde bevonden, weshalve zij den Raad adviseert den heer Geerts als lid van den Raad toe te laten. Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 18 September 1940. 115 Tegenwoordig 24 leden. Afwezig de Burgemeester en de heeren Bueving, Buiël, Meek, Van der Schoot en Turksma. Voorzitter de heer G. Botke, wethouder. Te behandelen punten 1Beëediging van het nieuw inkomende lid, den heer M. H. Geerts. 2. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van 3 en 24 April en 5 en 26 Juni 1940. 3. Mededeelingen en rapporten. 4. Verdeeling van den Raad in sectiën. 5. Benoeming van drie leden der commissie voor het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1939. 6. Alsvoren van drie Raadsleden tot leden der com missie, bedoeld bij artikel 6, 2e lid, der verordening regelende het Georganiseerd Overleg. 7. Alsvoren van een gedelegeerde der gemeente in het bestuur der Leeuwarder Industrie- en Huishoud school. vacature mevr. C. M. BusscherSjerp (bijlage no. 93). 8. Alsvoren van leerkrachten in de geschiedenis en de Duitsche taal en letterkunde aan de Gem. Hoogere Burgerschool A en in de Fransche taal en letterkunde aan genoemde school en de Middelbare School en Hoogere Burgerschool voor Meisjes (bijlage no. 92). 9. Wijziging van de begrootingen van de Gemeente, de Gemeentewerken en de Gemeentereiniging, alle dienst 1940. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van het verslag betreffende de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1939 toegestane be drag voor het in art. 36 der Leerplichtwet omschreven doel is besteed. 11Alsvoren tot het aangaan van een nieuwe over eenkomst met de provincie Friesland betreffende de levering van electrischen stroom aan de gemeente (bijlage no. 90). 12. Alsvoren tot wijziging van het plan van uit breiding der gemeente in de omgeving van de Wil- helminabaan (bijlage no. 91). Punt 1. De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten hebben bericht, geen bezwaar te hebben tegen toelating van den heer M. H. Geerts als lid van den Raad. De heer Geerts, door den Secretaris binnengeleid, wordt door den Voorzitter beëedigd en legt daartoe, in handen van dezen, de bij art. 45 der Gemeentewet voorgeschreven eeden af. De Voorzitter feliciteert den heer Geerts met zijn benoeming. Het is onder zeer bijzondere omstandig heden, dat deze zijn lidmaatschap aanvaardt, maar toch moge het hem bevrediging schenken. Er is hier altijd een aangename samenwerking en spr. hoopt, dat ook de heer Geerts daartoe mag medewerken. Punt 2. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 3. Wordt medegedeeld a. dat Ged. Staten 1. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 7 Augustus 1940 tot wijziging van de begrootingen van de Gem. Gasfabriek en het Gem. Electriciteitbedrijf, dienst 1940, en tot verpachting van bouwland aan den de Ruyterweg 2. de ontvangst hebben bericht van een afschrift van het Raadsbesluit van 28 Augustus 1940 tot wijzi ging van de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden b. schrijven van mevr. S. H. W. de GrootKuilart, houdende mededeeling, dat zij de benoeming tot lid van de Commissie van Beheer over het Stads Ziekenhuis aanneemt. Voor kennisgeving aangenomen. c. verzoek van de Ver. van leeraren en onderwijzers in de lich. opvoeding in Nederland om medewerking ten einde de lichamelijke opvoeding op de scholen voor openb., bijz. en buitengewoon 1. o. in te voeren over eenkomstig een door haar aangenomen resolutie. Wordt voorgesteld het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. De heer Rom Colthoff zag op dit stuk bovendien aan- geteekend het heeft de aandacht van B. en W. Als die in gunstigen zin is op te vatten, doet het spr. ge noegen. Hij meent, dat B. en W. het op prijs zullen stellen, dat ook uit den Raad stemmen van adhaesie aan dit adres opgaan. Zonder op de détails van de resolutie in te gaan, verklaart spr. zich er gaarne voor. De heer H. de Boer sluit zich hierbij aan, opdat ook uit den Raad blijke, dat het dezen genoegen doet, dat deze zaak de volle aandacht van het College heeft. De Voorzitter zegt, dat men weet, hoe B. en W. zich destijds steeds hebben verzet tegen opheffing van dit onderwijs en zoo mogelijk zullen zij er zeker toe mede werken, dat dit nuttige instituut weer ingesteld wordt. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen. d. schrijven van de afd. Friesland van den Ned. Bond van Varkenshandelaren en van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Friesland, houdende ver zoek het voorstel van B. en W. tot wijziging van het Uitbreidingsplan der gemeente in de omgeving van de Wilhelminabaan niet aan te nemen. Te behandelen bij punt 12 der agenda. Punt 4. De verdeeling geschiedt als volgt eerste sectiede heeren Molenaar, Rom Colthoff, Posthuma, De Walle, Hooiring, Buiël, Feitsma en Koopal tweede sectie de heeren Van der Meulen, Wiersma, Geerts, Dijkstra, Algera, Praamsma, Meek en IJtsma derde sectie de heeren De Bruin, Van der Schoot, Westra, Fennema, Van DijkSmit, H. de Boer, Van Eyck van Heslinga en Balk. Volgens art. 60 Regl. v. Orde is weth. Botke voor zitter van de eerste sectie. Bij loting worden aangewezen tot voorzitter van de tweede sectie weth. Feddema, tot voorzitter van de derde sectie weth. De Boer, terwijl weth. Turksma mede zitting zal nemen in de eerste sectie. Punt 5. De heeren Algera en De Walle vormen het stembureau. Benoemd worden de heer De Bruin met 21 stemmen (de heeren Rom Colthoff en Molenaar ieder 1 stem en 1 bilj. van on waarde); de heer De Walle met 21 stemmen (de heeren Wiersma en Posthuma ieder 1 stem en 1 bilj. van on waarde); en de heer Praamsma met 23 stemmen (de heer Feitsma 1 stem). Punt 6. Benoemd worden de heeren Van der Meulen en Wiersma met alg. stemmen en de heer Balk met 23 stemmen (de heer Westra 1 stem). Punt 7 (bijl. no. 93). Uitgebracht worden op: den heer Meek 11, den heer Posthuma 6, mevr. Van DijkSmit 4 stemmen en de heeren De Walle, Feitsma en Geerts ieder 1 stem. Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan, waarbij worden uitgebracht op den heer Meek 13, den heer Posthuma 9 stemmen, en mevr. Van DijkSmit en den heer Rom Colthoff ieder 1 stem, zoodat de heer Meek is benoemd. Punt 8 (bijl. no. 92). De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt a. leeraar in de geschiedenis A. Meester te Leeuwarden b. leerares in de Duitsche taal en letterkunde mej. W. J. Vergouwe te Drachten; c. leerares in de Fransche taal en letterkunde mej. I. J. Hogewind te Naarden. Benoemd worden de aanbevolenen met alg. stemmen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 1