148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 December 1940.
Aan de orde is van de Uitgaven
Volgno. 474. Kosten voor musea of openbare biblio
theken f 3.320.
De heer Molenaar zegt, dat hij een gesprek heeft
gehad met een geacht ingezetene dezer stad, die hem
vroeg, hoe het stond met het Pier Pandermuseum. Van
dezen hoorde hij, dat er een legaat van Pier Pander
daarvoor was. De dame, die er het vruchtgebruik van
had, is een paar jaar geleden gestorven. Zijn er ook
plannen in de toekomst een Pier Pandermuseum te
bouwen in de nabijheid van de Oldehove Spr. geeft
dit B. en W. in ernstige overweging.
De Voorzitter antwoordt, dat bekend is, dat de beeld
houwer Pier Pander werken aan de gemeente nage
laten heeft en een legaat, waarvan het vruchtgebruik
werd genoten door de dame, die hem de laatste jaren
van zijn leven verzorgde. De executeur-testamentair,
architect De Koo uit Rotterdam, die de geheele nalaten
schap in handen heeft, zou zich met den bouw van een
museum belasten. Met dezen staan B. en W. in corres
pondentie en hij komt er hier ook wel eens over praten.
Het legaat was niet zoo groot, zoodat er een bescheiden
museum van gebouwd kan worden. In dat museum,
waarvoor de heer De Koo een ontwerp heeft gemaakt,
zullen gipsmodellen en een enkel marmerstuk groot
werk is er haast niet bij moeten worden opge
steld. Indertijd is daarvan een kleine expositie geweest
in de Ambachtsschool, op welker zolder een en ander
was opgeborgen; thans is het op den zolder van een
der gemeentegebouwen.
De heer Molenaar noemde de nabijheid van dc Olde
hove als plaats voor het museum. Men heeft de situatie
daar indertijd bekeken. Het mooiste zou zijn, meent spr.,
dat het Pier Pandertempeltje en het museum bij elkaar
kwamen geen weg er tusschen afgesloten van den
openbaren weg, wat ook voor de exploitatie het beste
zou zijn. Den eenen keer meende de heer De Koo, dat
het museum in den hoek van de Oldehove moest komen,
een anderen keer achter het tempeltje en dan weer voor
de witte huisjes. Allerlei plaatsen zijn overwogen, maar
men is eigenlijk nooit verder gekomen en zoo is de
stand van zaken thans nog. De heer De Koo heeft de
zeggenschap over de architectuur enz., B. en W. over
de plaats, waar het museum staan moet. Zou de heer
De Koo echter zeggen ik heb er het geld voor en men
is het eens over plaats en model, dan heeft de gemeente
het te aanvaarden.
De heer Molenaar dankt voor de inlichtingen.
Volgnos. 474493 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 494. Kosten, verbonden aan een cursus tot
opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen f 1.274.50.
Mevr. Van DijkSmit hoorde, dat deze post niet
goedgekeurd is. De cursus is nu al voor den tweeden
keer door particulieren gehouden en spr. acht het niet
noodig dezen van gemeentewege te handhaven.
Volgno. 494 wordt onveranderd vastgesteld. Mevr.
Van DijkSmit wil geacht worden te hebben tegen
gestemd.
Volgno. 495. Belooning van doctoren, enz.
f 14.483.
De heer Posthuma herinnert er aan, dat bij de vorige
begrooting een hooger bedrag dan anders was uitge
trokken voor den geneeskundigen dienst. Later kreeg
de Raad een uitgebreid voorstel i.z. reorganisatie van
dien dienst, waarvoor hij groote belangstelling had.
Zelfs was er een besloten samenkomst van den Raad
met dr. Geerlings, waarin deze verschillende vragen
heeft beantwoord. Van alle vragen en antwoorden zou
een schriftelijk rapport komen. In de Secties kreeg spr.
ten antwoord, dat B. en W. dit rapport zooveel moge
lijk zouden bespoedigen. De samenkomst met dr. Geer
lings is nu al ongeveer een half jaar geleden en spr.
vraagt dan ook met grooten ernst, of de beantwoording
nu eindelijk eens komt. Of zijn er bijzondere redenen voor
het uitblijven daarvan Deze reorganisatie toch is van
het grootste belang. De Raad is meegaande geweest en
heeft blijk gegeven van goeden wil. Als er belangrijke
redenen zijn voor het uitblijven, mag men die wel weten.
En, als het op moeilijkheden vastzit, welke weggenomen
kunnen worden, laten B. en W. en Raad zulks dan
doen, opdat het doel kan worden bereikt.
De heer Feddema (weth.) zeide reeds in een vorige
vergadering, dat deze zaak stagneerde door ziekte van
dr. Geerlings en door de distributiemaatregelen, waar
door deze geen tijd vond het omvangrijke rapport naar
behooren te beantwoorden. Hij heeft spr. toegezegd,
toen deze onlangs met hem erover sprak, zooveel mo
gelijk spoed te zullen betrachten. Het betreft hier werk
van een deskundige, dat B. en W. onmogelijk kunnen
overnemen. Spr. kan wel verzekeren en zal er zelf op
aandringen, dat het zoo spoedig mogelijk komt. Hij ziet
om verschillende redenen het groote belang van reor
ganisatie in.
De heer Posthuma dankt den wethouder, maar hij
begrijpt niet, welke taak dr. Geerlings bij de distributie
maatregelen heeft. Zijn die zoo belangrijk, dat dit aller
belangrijkste werk, dat toch zijn eigenlijke werk is, erbij
ten achter gesteld moet worden? Kan hij dan geen hulp
krijgen voor het distributiewerk? Anders kan men wel
op dit rapport blijven wachten.
De VoorzitterU moet niet onderschatten wat dr.
Geerlings bij de distributie te doen heeft. B. en W.
hebben reeds voor de ochtenduren iemand aangesteld
voor de administratie.
Volgnos. 495511 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 512. Kosten van werkverschaffing aan
werkloozen door of vanwege het Rijk of de Gemeente
ondernomenf 73.000.
De heer Van der Meulen zegt, dat op de opmerking
in de Secties, dat reeds thans naar geschikte werkver
schaffingsobjecten dient te worden gezocht en deze nu
behooren te worden voorbereid, enz.", B. en W. ant
woorden, dat zij ook in dit opzicht diligent zijn. ..Werk
verschaffingsobject" is een verouderd begrip; tegen
woordig is het ..werkverruiming". Is de diligentie van
B. en W. reeds zoo groot, dat zij, behalve de vandaag
genoemde, ook nog andere werkobjecten onder oogen
hebben gezien, om ze. indien noodig. straks ter hand
te kunnen nemen
De heer J. de Boer (weth.) noemde vandaag verschil
lende posten, die reeds op den Kapitaaldienst voorko
men voor werkverruiming in den zin van Werkfonds-
werken, zooals t.z.t. verbetering van den Groninger-
straatweg, verbreeding van de Harlingervaart en het
graven van havens.
De heer Geerts wees in de Secties op de landaanwin
ning aan de Wadden als werkobject voor de Leeuwar
der werkloozen. De Staat zal deze zaak in het groot
aanpakken. Er is reeds contact gezocht met verschil
lende belanghebbende instanties. Daarbij zullen heel
wat arbeiders noodig zijn.
De heer J. de Boer (weth.) zegt, dat, als het mogelijk
is Leeuwarder werkloozen daarbij te plaatsen, B. en W.
dit gaarne willen aanmoedigen.
Volgnos. 512 575 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 576. Onvoorziene uitgaven f 36.700.wordt
aangehouden tot na de behandeling der Inkomsten.
Aan de orde zijn de Inkomsten.
Volgnos. 1182 worden onveranderd vastgesteld.
Hoofdstuk XIII, 1. Electriciteitbedrijf.
De heer Posthuma vraagt, of het niet beter is al de
posten, waarvan men niet veel afweet, evenals de
43.000.winstuitkeering van het Electriciteitbedrijf.
in den post „Onvoorzien" onder te brengen. Spr. vraagt
echter geen stemming.
Volgnos. 183 197 worden onveranderd vastgesteld.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 December 1940. 149
Aan de orde is wederom van de Uitgaven
Volgno. 576. Onvoorziene uitgaven f 36.700.
welke post in overeenstemming met de bij Nota van
Wijziging voorgestelde en verder door den Raad in de
begrootingen aangebrachte wijzigingen wordt vastge
steld. waarna de begrooting van den Gewonen dienst
met alg. stemmen wordt aangenomen.
Kapitaaldienst.
De volgnos. van de Inkomsten en Uitgaven worden
onveranderd vastgesteld, waarna de begrooting van
den Kap.dienst, zoomede de geheele begrooting, met
alg. stemmen wordt aangenomen.
Aan de orde zijn de voorstellen, genoemd in den
Aanbiedingsbrief (bijl. no. 117), sub ad.
Sub a. Met alg. stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van B. en W.
Sub b.
Mevr. Van DijkSmit zegt. dat zij, zooals bekend,
altijd tegen de Straatbelasting is geweest. Misschien is
er, nu de belastingen gereorganiseerd worden, een kans.
dat B. en W. hun invloed kunnen laten gelden, om de
Straatbelasting te laten vervangen door eene andere,
b.v. verhooging van de Inkomstenbelasting, waaraan
alle belastingplichtigen bijdragen.
De Voorzitter gelooft niet. dat daarop veel kans is.
want de verordening i.z. de Loonbelasting is al gereed.
Iets anders zou zijn om in plaats van de Straatbel, de
opcenten Grondbel. b.v. van 100 op 120 te brengen.
De post i.z. de Straatbel, staat echter al op de door den
Raad aangenomen begrooting. Er thans nog over spre
ken is dus mosterd na den maaltijd. Men weet echter
niet, hoe het met de belastingen zal komen, noch welk
deel de gemeente van de opbrengst der Loonbelasting
krijgt. Ook weet men niets i.z. de Gemeentefondsbel.
Deze zal wel verdwijnen, maar toch moesten de opcen
ten daarvan op deze begrooting geraamd worden, al zal
de Gemeentebegrooting door de verandering in de be
lastingen eenige wijziging ondergaan.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van B. en W., sub b.
Sub c-d. Met alg. stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van B. en W., sub
c-d, wat sub d betreft, zooals dit nader is
gewijzigd in bijl. no. 136.
Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd om
de begrootingscijfers in overeenstemming te brengen
met de genomen besluiten.
Aan de orde is thans Punt 26.
De heer Feitsma rapporteert namens de Commissie,
belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief
van den heer D. G. de Vries, en bestaande uit de heeren
Feitsma, Balk en Hooiring, dat de Commissie den ge
loofsbrief en de daarbij overgelegde stukken heeft ge
zien en in orde bevonden, weshalve zij den Raad ad
viseert den heer D. G. de Vries als lid van den Raad
toe te laten.
Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
Aan de orde is wederom Punt 19 (bijl. no. 128).
Den Voorzitter is uit de discussies gebleken, dat er
twee zaken doorelkaar worden gehaald, n.l. deelname
aan de N.V. Persgas, waardoor de auto's van de Gem.-
Reiniging op persgas kunnen rijden en de vrees, dat de
levering aan de normale gasverbruikers daardoor min
der zal worden.
Op den voorgrond staat, dat, gezien de geheele con
stellatie op het oogenblik en ook met het oog op de
kosten, het inrichten der auto's voor persgas de voor
keur verdient boven paardentractie om de Reiniging in
stand te houden. Daarnaast is de gedachte van B. en
W., dat, indien het gas voor persgas onttrokken wordt
aan de Gasfabriek, men niet weet, of onder bepaalde
omstandigheden, welke men nu niet kan beoordeelen
en waarvan niemand kan zeggen of ze zich al dan
niet zullen voordoen, er gas genoeg overblijft. De mo
gelijkheid bestaat dus, dat de gemeente het persgas niet
kan leveren en zich zelf als aandeelhoudster van de
N.V. Persgas in de wielen rijdt. Dan heeft de gemeente
geld gestoken in een zaak, die geen grondstof kan
krijgen. B. en W. zijn tot de conclusie gekomen om de
zaak te splitsen en den Raad te vragen hiermede ac-
coord te gaan. Indien er voldoende redenen zijn om aan
te nemen, dat de N.V. Persgas aan haar verplichtingen
tegenover de deelnemers kan voldoen, dan ware aan
de combinatie deel te nemen. Daarin ligt opgesloten,
dat. als de Raad dit aanneemt. B. en W. machtiging
hebben om, als de N.V. deze verzekering niet kan
geven, het Raadsbesluit niet uit te voeren. Hoe de N.V.
aan gas wil komen, is een kwestie, welke B. en W.
hierbij verder niet aangaat. Het gaat er slechts om, dat
de N.V. verzekert, steeds geperst gas te zullen leveren.
Het is niet de bedoeling, dat de N.V. rente geeft of
winst maakt; het gaat er slechts om, dat de auto's van
de Gem.Reiniging kunnen rijden.
Daarnaast staat de kwestie, dat de gemeente eigena
resse van de Gasfabriek is. B. en W. zouden deze ver
zekering willen geven: indien door omstandigheden,
welke zij nu niet kunnen voorzien, de mogelijkheid zou
bestaan, dat zij niet kunnen voldoen aan de vraag naar
gas om te persen, tenzij ten koste van de normale ver
bruikers, zij niet aan de N.V. Persgas zullen leveren.
Het tegenovergestelde is echter ook mogelijk. Op het
oogenblik. dat naar het oordeel van B. en W. die
leverantie op grond van bepaalde vergelijkbare omstan
digheden absoluut gewaarborgd is, kan men zeggen
laten wij gas aan de N.V. Persgas verkoopen. dan kun
nen de auto's van de Gem.Reiniging en van andere
vitale bedrijven hier ter stede rijden. Er zijn dus om
standigheden aan te wijzen echter vage en waarop
men niet geheel kan vertrouwen waardoor men zou
zeggen, aan de N.V. te kunnen leveren; aan den anderen
kant zijn er factoren, die er huiverig voor maken, dat
te zeggen.
De Raad besluite daarom B. en W. te machtigen deel
te nemen in de N.V. Persgas en daarnaast om dat niet
te doen, als de Directeur van de Gasfabriek zou zeggen,
dat de levering aan de N.V. bezwaar zou opleveren
voor de gewone afnemers. Het College zal in dit opzicht
steeds overleg plegen met den Directeur der Lichtbe-
drijven.
Dit is de conclusie van het onderhoud, dat B. en W.
hedenavond met den Directeur hebben gehad.
De heer IJtsma gelooft, dat de oplossing nu is ge
vonden. Terecht zeide de Voorzitter, dat twee zaken
doorelkaar zijn gehaald. Inderdaad moet het zoo gesteld
worden, als de Voorzitter deed, n.l. dat de N.V. niet
een instelling om winst is, doch een middel om, in com
binatie met anderen, te probeeren de autotractie van de
Reiniging in stand te houden en daarnaast om de levens
middelenvoorziening tegemoet te komen. Spr.'s bezwaar
was juist, dat de leveranciers van grondstoffen èn de
gewone afnemers in moeilijkheden zouden geraken.
B. en W. zeggen nu echter toe, dat dit, menschelijker-
wijze gesproken, voorkomen zal kunnen worden, waar
door spr. met deze oplossing genoegen kan nemen.
De heer Praamsma volgde met groot genoegen de
uiteenzetting van den Voorzitter. Aan een der voor
naamste bezwaren, n.l., dat de normale gasvoorziening
van de burgerij voortgang zal hebben, is inderdaad tot
op zekere hoogte tegemoetgekomen. In elk geval heeft
men nu de positieve verzekering, dat B. en W„ in con
tact met den Dir. der Lichtbedrijven, zich op de hoogte
zullen houden, of dit inderdaad kan. De normale leve
rantie zal gaan voor de leverantie aan de N.V. Persgas.
Spr. heeft er echter niet geheel vrede mee, dat de Voor
zitter met geen enkel woord repte van de andere moge
lijkheid, n.l. de paardentractie. Zooals spr. vandaag in