38 Verslag van de hrndelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Juli 1946. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Juli 1946. 39 aldus: als deze verordening gaat werken, gaat het pu bliek er zich ongetwijfeld op instellen, wat tot gevolg zal hebben, dat het in de stellige verwachting zal leven, dat ook in de genoemde weken de vaste middagsluiting zal gelden. Dat argument is toch ook niet van allen grond ontbloot. Ook spr. meent, dat na aanpassing datgene wat aanvankelijk knellend lijkt, in de practijk genoeg zal meevallen. Hij zou dit graag door B. en W. beantwoord hebben. I.z. de Zaterdagmiddagsluiting is de opmerking ge maakt, dat het sommigen bedrijfsgroepen toch wel moeilijk zal vallen deze sluiting door te voeren, in ver band met het feit, dat op Zaterdagmiddag bepaalde artikelen gekocht worden door gezinsleden, die elkaar daarover moeten raadplegen en daar samen over moe ten beslissen in den betrekkelijken winkel. Spr. kan daar iets voor gevoelen en zou te dezer zake graag eerst het antwoord van B. en W. willen hooren. Er lijkt hem in deze gedachte een element te zitten, waar hij zich, althans direct, niet bepaald tegen zou kunnen verklaren. De heer W. C. Dijkstra meende, dat aan de zijde van rechts toch ook eenig verband zou moeten worden gelegd tusschen den vrijen Zaterdagmiddag en den Zondag. Het is ook mede om deze uitlating, dat spr. het woord heeft gevraagd. Als de heer Dijkstra het zoo stelt, is spr. het roerend met hem eens. Het kan hem bekend zijn, dat in de Christelijke vakbeweging en langzamerhand is dat gelukkig ook in andere kringen van rechts, zelfs ook in den kring van de werk gevers, doorgedrongen een streven heeft bestaan om mettertijd dien Zaterdagmiddag vrij te krijgen, niet om zich in te stellen op allerlei soort sport of naar- buiten-trekken, ter verlenging van den Zondag, maar in verband met de in spr.'s kring principieele opvatting van den Zondag. Niet dat spr. er eenig bezwaar tegen zou maken, dat andersdenkende personen of groepen den Zaterdagmiddag voor sport wenschen te besteden, wij leven gelukkig weer in een vrij Nederland en ieder blijve dus ook in zijn consciëntie vrij. Men waardeere echter daartegenover het standpunt, waarvoor in spr. s kring altijd geijverd is, n.l. het leggen van verband tusschen het doel van den Zondag als dag des Heeren en den vrijen Zaterdagmiddag daaraan voorafgaande. Hij kan den heer Dijkstra dus in dit opzicht gerust stellen. Spr. sluit zich aan bij wat de heer Dijkstra zeide t.a.v. den vrijen middag o.a. voor kruideniersbedrijven. j Hij vermoedt, dat B. en W. deze materie wel van alle kanten hebben bekeken, maar stelt er toch prijs op. hun antwoord te vernemen. Hij voelt wel aan, dat er voor de openstelling op Zaterdagmiddag van kruide- niersbedrijven iets te zeggen is, maar meent, dat B. en W. met de openstelling op Zaterdagmiddag toch niet al te vrijgevig moeten zijn. Het spijt hem te moeten zeggen, dat hij het met mevr. v. Dijk beslist niet eens kan zijn. Want wat zij be weert wijst op het terugverlangen van de ongebrei- j delde vrijheid in het bedrijfsleven. Zij noemt als voor beeld reparatie van een horloge, waarmede men in den winkel niet terecht kan vanwege de winkelsluitings voorschriften. Men kan dit echter ook op Zondag niet en dan redt men er zich toch wel mee. Als er een vrije Zaterdagmiddag komt, redt men zich ook weer. Het staat voor spr. vast, dat het publiek zich gaat wennen aan de nieuwe regeling van openstelling en sluiting. Hiermee wil echter niet gezegd zijn, dat men ook op dezen weg maar weer ongebreideld zijn gang kan gaan. Spr. wilde slechts beweren, dat velerlei bezwaren, aan vankelijk tegen dergelijke regelingen gevoeld, niet meer bestaan, nadat die regelingen eenigen tijd hebben ge werkt. Voorts merkte mevr. v. Dijk op, dat de middenstand het over deze materie in eigen boezem niet eens is. Dat is spr. bekend. In breede kringen van den middenstand is in den loop der laatste jaren en ook reeds voor den oorlog echter wel iets veranderd. Men heeft daar vroe ger, ook tot eigen groote schade, door lange werk tijden en allerlei dingen, die verband hielden met de sociale positie van het personeel, getracht elkaar te beconcurreeren en vliegen af te vangen. Men begint zich thans echter boven dat enghartige en benepen standpunt uit te werken en te begrijpen, dat door krach tige organisatie en verbetering van allerlei sociale levensvoorwaarden het eigen bedrijfsleven gebaat zal zijn. De heer Visser sluit zich gaarne aan bij hen, die! B. en W. hulde brachten voor deze ontwerpen Hi meent echter, dat er voor diegenen der plattelands!» volking, die op Zaterdag hun vrijen middag hebbe i en alleen dan naar Leeuwarden kunnen gaan om zich van confectie te voorzien, wel eenige bezwaren uit voort vloeien. Spr. geeft in overweging op Zaterdagmiddag alle kleedingzaken of alle om de beurt een paar uren open te stellen. De heer Westra (weth.) zegt, dat het allereer op den weg van den Voorzitter ligt namens het colle e de sprekers te beantwoorden. Als spr. dan ook het v. iord vraagt, is het, omdat hij in het gewone leven zeer na bij deze materie betrokken is. Hij heeft met den heer De Vries gemeen, dat hij al sedert zijn jonge jart n er mee te maken heeft gehad. Misschien zouden dus enkele opmerkingen van zijn kant verhelderend kunnen werken. Wat hier voorgesteld wordt, dient men te bes hou wen als een phase in het evolutieproces van deze ma terie. Men denke even terug aan den tijd, nu 40 jaar geleden, toen er precies dezelfde bezwaren om den sluitingstijd van 10 uur 's avonds, en later, tot 9 uur terug te brengen. Dat werd toen ook als buitenge ooi' revolutionnair beschouwd. Toen werd er niet aa i de mogelijkheid van bepalingen als de onderhavig, ge dacht! Maar dat is ook begrijpelijk. Langzamemand wijzigen zich de inzichten. Nu hebben in de oo- ogs- jaren sommige winkeliers het misschien wel wat heel gemakkelijk opgevat. Dezen meenden niets met he pu bliek te maken te hebben: dit mocht dankbaar zijr als het nog enkele uurtjes per dag ergens wat mocht koo- pen; een verkeerde, niet te verdedigen houding Spr. meent echter, dat er thans wel een goede sociale ege- ling zoowel voor het personeel als voor de ondern rners w'ordt nagestreefd. De heer W. C. Dijkstra heeft opgemerkt, da' be paalde winkels nog wel aan de groep, die op Zate - dag- middag gaat sluiten, zouden kunnen worden t, ege- voegd. Dat is best mogelijk. Alle winkels in bep alde' branches staan er echter niet gelijk voor. Er zijn wel licht winkeliers in die branches, die van meenin zijn. dat hun zaken wèl onder de Zaterdagmiddags' iting kunnen vallen. Er is hier een zekere grens getro. ken, Over het algemeen zijn het de levensmiddelenbed ven, die Zaterdagsmiddags geopend blijven en voor die winkels, waar bepaalde waren worden verkocf die men juist voor den Zondag nog graag wil hebbe De Kamer van Koophandel heeft een onderzoek ing< teld, een enquête gehouden onder de bedrijfsorganisat :s en het resultaat daarvan in haar advies aan het gem nte- bestuur neergelegd. Men mag veronderstellen, dat men in de bedrijven zelve het best over deze dingen ka»' oor- deelen, ook over het feit, of verkoop op Zaterda mid dag nog noodig is. Doordat het publiek er hoe nger hoe meer aan ontwend geraakt om op Zaterdagm iddag te koopen, kan t.a.v. die winkels, die dan nog ge pend zijn, zoo langzamerhand een toestand ontstaan, cm de mogelijkheid om op dien middag te sluiten aanto- it cn ook den wensch dienaangaande doet toenemen, >odat ook zij successievelijk bij de groep, die op Zaterdag middag sluit, kunnen worden ondergebracht. De wet gever moet niet al te doortastend optreden en niet over drijven, doch dit alles laten groeien. De heer Jongma heeft zijn amendement op art. 3, sub 2, van ontwerp B niet duidelijk genoeg gemoti veerd. De vraag is deze: Hoe komt de bepaling, dat de slui ting in verband met den vrijen middag niet zal gelden in die weken, waarin bepaalde feestdagen vallen, eigen lijk in dit ontwerp terecht? Antwoord: op historische gronden. De nieuwe verordening en de vroegere veror dening op de winkelsluiting, die verband houdt met de regeling van den vrijen middag voor het personeel krachtens de Arbeidswet de sluiting gedurende één middag per week is immers ingevoerd om het den pa troons te vergemakkelijken hun personeel een middag rij te geven vloeien hier ineen. Het personeel be hoefde in die weken, waarin de in ontwerp B, art. 3, sub 2, genoemde feestdagen vallen, niet nog een an deren middag vrij te hebben en derhalve was het dan ook niet noodig de winkels in die weken een middag te sluiten. Het betrof in de vorige verordening natuur lijk andere dagen dan den Zaterdag. Nu doet het eigen aardig aan, dat, volgens de uitzonderingsbepaling in dit rieuwe ontwerp, dat den vrijen Zaterdagmiddag >rengt, op dien Zaterdagmiddag, die op 31 December alt, de winkels juist geopend zouden moeten zijn. De winkelier is immers uiteraard ook nog geneigd op Oude jaarsavond vroeger dan gewoonlijk te sluiten. Wat den Zaterdag in de week, waarin ook Hemel- aartsdag valt. betreft, vraagt men, of die vrije middag voor den Zondag nu om wille van het feit, dat in die week reeds een heele vrije dag voorkomt, uitvallen moet. tien ziet het als weinig noodzakelijk hier van den regel i! te wijken. Bovendien is dit een Zaterdagmiddag in lei, de mooiste maand van het jaar. Spr. merkt op, dat hij thans niet het woord voert ïame.ns B. en W., doch als lid van de R.K. raadsfractie. (De heer Posthuma: U bestrijdt het voorstel van B. n W.l) Spr. motiveert slechts het amendement, dat iet van hem gekomen is, doch van den heer Jongma, lie het in de fractie heeft verdedigd, doch dit hier in ien raad eigenlijk vergeten heeft. Nu zal men misschien vragen, waarom dit amende- lent wèl de uitzonderingsbepaling voor den Zaterdag wil laten vervallen en niet voor den Maandag en den Woensdag. Afgezien nog van het feit. dat de argumen- ;en voor den vrijen Maandag- en Woensdagmiddag liet zoo sterk klemmen als die voor den vrijen Zater- lagm.ddag. geldt de reden, dat het hier die winkels letreft, die men ook graag op Zaterdagmiddag, dus oor den Zondag, open heeft. De Woensdag voor lemeivaartsdag toch is te beschouwen als de Zaterdag oor den Zondag. De kappers zouden door sluiting op Maandag in een week, waarin reeds een feestdag valt, sogal wat moeilijkheden krijgen met het bedienen van Mn klanten en zouden waarschijnlijk wel vragen om ipzoo'n Maandag door te mogen werken. Valt de vrije Maandagmiddag op 31 December, dan zouden de kap- 'erszaken dus op den middag, voorafgaande aan een Zondag", gesloten zijn, wat ook niet gewenscht is. De heer v. d. Meer vroeg, of het niet beter was de 'leedingwinkels te verhuizen naar de groep der Woens- lagmiddagsluiting, omdat op Zaterdagmiddag zooveel 'ubliek van buiten de stad kleeding koopt. Spr. zelf eeft geen kleedingwinkel, maar weet er wel iets van, '■v. dat niet de Zaterdag-, maar de Woensdagmiddag e koopmiddag is voor menschen van buiten. Het zou us wel heel wonderlijk zijn, als tot Woensdagmiddag- sluiting voor deze groep van winkels werd overgegaan. Voorts is gevraagd, of op Vrijdagmiddag de middag- Muze zou kunnen vervallen. Dat geval ligt weer iets iders. Als de winkeliers het noodzakelijk achten hun :aken in de middagpauze open te houden, kunnen ze at ondanks deze verordening gerust doen. Want in f ontwerp-verordening A is de middagpauze slechts ln9evoerd door middel van de verplichte openstelling der winkels, dus men is niet verplicht om zijn winkel gesloten te hebben van halféén tot halftwee. Spr. kan den raad wel mededeelen, dat men in win kelierskringen over het algemeen de pauze van één uur als schaft nog te kort vond en meende, dat dit IJ/» uur moest zijn. Hij vindt echter, dat de winkeliers met deze regeling maar zeer tevreden moeten zijn, daar deze pauze hun een rustig middagmaal waarborgt. Een win kelier, die zijn winkel drijft zonder personeel, woont in den regel in zijn zaak en heeft in een uur tijds alle ge legenheid zijn middageten te gebruiken. De winkelier, die één bediende heeft, kan met dezen rouleeren. Het personeel moet, volgens wettelijk voorschrift, uur schaft hebben. Heeft hij meer personeel, dan kan dit onderling rouleeren. Met het uur, waarin hij volgens het thans ingediende ontwerp kan sluiten, is de win kelier in elk geval geholpen. Groote zaken hebben wel bezwaren i.z. de rouleering, vooral in den tegenwoordigen tijd; deze kwestie zal echter aanstonds bij algemeenen regel over het geheele land opgelost dienen te worden. De Voorzitter vraagt, of de heer Jongma zijn amen dementen wil indienen. Ze behooren dan, behalve door den heer Jongma, nog door een ander raadslid onder teekend te zijn. De heer Jongma heeft, daar het met het oog op de rijksregeling niet mogelijk is de sluiting één avond per week op 8 uur te stellen, zijn amendement zoodanig gewijzigd, dat twee avonden om 7 uur gesloten wordt. Hij dient, mede namens den heer Kamstra, thans de volgende amendementen in: (I) ..Ondergeteekenden stellen voor: in art. 3 van ontwerp A de derde alinea aldus te lezen: ,,De winkels, bedoeld in art. 2, sub III. moeten voor het publiek geopend zijn op alle Zaterdagen van 9-13 uur; op de Donderdagen en Vrijdagen van 1 April-1 October van 9-12.30 uur en van 13.30-19 uur en op alle overige werkdagen van 9-12.30 uur en van 13.30-18 uur." (II) „Ondergeteekenden stellen voor: in art. 3 van ontwerp B, sub 2, te laten vervallen de woorden ,,of Zaterdagen" en ,,of Zaterdag" en tusschen de woorden „Maandagen" en „Woens dagen" en de woorden „Maandag" en „Woens dag" de komma's te vervangen door het woordje „of"." De Voorzitter, tot beantwoording overgaande, zegt, dat B. en W. uiteraard zeer erkentelijk zijn voor de woorden van dank. door een aantal raadsleden ge sproken. Die raadsleden hebben hem de verdediging van dit voorstel voor een groot deel ook gemakkelijk gemaakt. Zij hebben laten uitkomen, dat het hier in de eerste plaats geldt, niet zooals de heer v. d. Meer min of meer suggereerde, een proefneming op het gebied van het bedrijfsleven, maar een socialen maatregel ter be vordering van den vrijen Zaterdagmiddag, die, naar B. en W. ter oore was gekomen, door steeds grootere groepen der bevolking wordt verlangd, en wel om ver schillende redenen. Toen de wettelijke maatregelen het aan het Gemeentebestuur mogelijk maakten, de invoering van een vrijen Zaterdagmiddag te overwegen, hebben B. en W. de Kamer van Koophandel over deze materie advies gevraagd: haar advies heeft de raad bij de over gelegde stukken kunnen vinden, voorts een adres van de Bedrijfsgroep Detailhandel in Friesland, alsmede een adres van de Bedrijfsunie van samenwerkende organi saties van handels- en kantoorbedienden. Als nu de heer v. d. Meer wil weten, welke bedrijfsorganisaties gevraagd zijn, welke gegevens deze hebben verstrekt en of misschien ook de Vereeniging van Huisvrouwen is gehoord, moet spr. hem een positief antwoord schul dig blijven. Het lag niet op den weg van B. en W. om zich tot de bedrijfsorganisaties te wenden. Dat was de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1946 | | pagina 5