80 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 2 Juli 1947.
Behalve woorden van waardering wil spr. ook een
enkel critisch woord laten horen. Deed hij dit niet, dan
zou het niet goed zijn. De critiek geldt niet zo zeer het
college en zijn plannen, maar slaat op de abnormale
omstandigheden, waarin deze plannen moeten worden
uitgevoerd. De gemeente is immers aan handen en
voeten gebonden. Misschien is dit wat te veel gezegd,
maar Den Haag spreekt toch een duchtig woordje mee
en de gemeente is niet vrij.
De woningen blijken 10.000,per stuk te moeten
kosten, dat is wel ietwat duur. Wanneer echter voor
een bepaald doel een hoog bedrag betaald moet wor
den, dan moet niet alleen worden gelet op het uit te
geven bedrag, maar ook op de doelmatigheid van die
uitgave. Hier moeten we dan ook het grote nut, dat
deze nieuwe woningen voor een deel van de Leeuwar
der bevolking zullen afwerpen, in aanmerking nemen.
Wat de inhoud der woningen betreft: ook spr. meent,
dat ze inderdaad niet groot zijn. Maar ook hierbij
moeten de abnormale omstandigheden in aanmerking
worden genomen.
Spr. heeft enig bezwaar tegen het plaatsen van de
woningen aan de Tijnjedijk. Ze komen dan n.l. te staan
in de nabijheid van de vuilnisbelt van Leeuwarden en
wanneer de wind uit het Oosten waait, komen er geen
aangename geuren overdrijven. Ook hier dringt echter
weer de nood. De Tijnjedijk is aangelegd en bestraat
en dus kan er op voordelige wijze worden gebouwd.
Bovendien ligt hij nogal buiten de stad, zodat er ook
wel weer frisse lucht is. Misschien wordt hierdoor en
door andere factoren het grote nadeel van de nabijheid
van de vuilnisopslagplaats opgeheven.
Een groot bezwaar heeft spr. tegen de zeer korte
termijn, die de raad gesteld is om een beslissing te
nemen. Dit is niet een verwijt aan het college, maar
spr. wil deze gelegenheid aangrijpen om er op aan te
dringen, dat de machine draaiende blijft en op tijd ge
smeerd wordt, dat Gemeentewerken doorgaat met
plannen maken, bouwrijp maken van grond, enz., zodat,
wanneer van rijkswege meer gelegenheid tot woning
bouw wordt geboden, de plannen gereed liggen. De
raad kan dan behoorlijk overwegen, alvorens zijn goed
keuring er aan te hechten.
De heer Schalkwijk sluit zich gaarne aan bij de
woorden van de heer Visser wat de grootte van de
woningen betreft. Het stemt natuurlijk tot grote dank
baarheid, dat er weer zoveel woningen worden bijge
bouwd, maar toch zouden ook spr. c.s. de beschikbare
woonruimte gaarne groter zien, mede in verband met
de grootte der gezinnen. Er moeten toch niet alleen
kleine gezinnen, maar ook grote in worden onderge
bracht.
Verder vraagt spr. welke bedoeling heeft voorge
zeten bij het bestuur van de woningstichting „Leeu-
warden-Leeuwarderadeel" om de aanbesteding onders
hands te doen. Dit lijkt hem niet juist. Was bij vorige
woningbouwplannen niet besproken de bouw zoveel
mogelijk openbaar aan te besteden? En nu wordt in dit
voorstel uitdrukkelijk onderhandse aanbesteding ge
noemd. Misschien zou de bouw bij openbare aanbe
steding ook iets goedkoper zijn. Spr. meent, dat over
het algemeen de tot nu toe gebouwde woningen goed
koper waren dan de onderwerpelijke. De woningen,
genoemd bij punt 19, zijn ongeveer 8 a 900,goed
koper en dat is een nogal flink bedrag.
De heer Stobbe sluit zich namens zijn fractie aan bij
het eerste deel van het betoog van de heer Beeksma.
Ook zij spreekt gaarne haar dankbaarheid uit voor het
geen door B. en W. is gedaan en stelt dat, evenals de
heer Beeksma, die vermoedelijk ook namens zijn fractie
sprak, op hoge prijs.
Spr. zou naar aanleiding van punt 18 nog enkele op
merkingen willen maken. De wijze, waarop de bouw
van woningen aan de Tijnjedijk is voorbereid, ontmoet
ook bij hem bedenkingen. Dit riekt z.i. een weinig naar
dictatuur. Er staat in bijl. 79: ,,In overleg met en dank
zij de voortvarende bemoeiingen van de Provinciale
Directie der Volkshuisvesting heeft de Centrale Directie
van de Volkshuisvesting bereids machtiging verleend
de bouw reeds nu te gunnen aan de meergenoemde
aannemer voor de prijs van 146.000,Dit is iets
wat men in de raad nooit gekend heeft en waar de
heer Beeksma ook reeds op heeft gewezen. Spr. meent
dan ook, dat de wijze, waarop deze zaak is getracteerd
niet overeenkomstig de traditie is. Voorts maakt hij
bezwaar tegen de huurprijs, hier gesteld op 6,per
week. Het maakt nog altijd een punt van overweging
uit bij de hogere autoriteiten, of tot huurverhoging kan
worden overgegaan en op het ogenblik is de toestand
h.i. nog zo, dat daarvan nog geen sprake kan zijn, zelfs
niet van een huurverhoging van de bestaande huren
met 10 Spr. heeft een artikel voor zich van Ir. Van
Beusekom en de heer Van der Meer, ook welbekend.
Dezen spreken ook als hun oordeel uit, dat een huur
verhoging van 10 hoe ook economisch gewenst,
sociaal niet verantwoord en niet toelaatbaar is. Aan
nemende, dat de gemiddelde huur in Leeuwarden 4,
bedraagt en daar 10 bijvoegende, komt spr. op een
huurprijs van 4,50. Het is hem natuurlijk niet onbe
kend, dat nieuw te bouwen woningen hier in de stad
5,per week moeten opbrengen, maar als de prijs
nogmaals wordt verhoogd met 1,per week, ontmoet
dat bij hem zeer ernstig bezwaar. Daarvoor zou hij
verschillende argumenten kunnen aanvoeren, maar dat
ziet hij als het intrappen van een open deur. Hij mag
toch zeker veronderstellen, dat iedereen wel weet hoe
de toestand op het ogenblik is, vooral onder de arbei
dende stand. Het lijkt hem een hopeloze zaak, als ar
beiders straks voor deze woningen een huurprijs van
6,— moeten betalen. Het treft nog te meer, waar b.v.
in de voorwaarden staat, dat de gemeente zich te allen
tijde het recht wil voorbehouden, een deel van deze
woningen op te eisen om daarin diegenen onder te
brengen, die uit onbewoonbaar verklaarde woningen
zijn verwijderd. Het spreekt wel van zelf, dat dit niet
de groep is, die geacht kan worden tot de financieel
sterken te behoren. Inzonderheid voor deze groep lijkt
het hem absoluut onmogelijk 6,huur te betalen.
Spr. wil de moeilijkheden niet onderschatten. Hij
weet zeer goed, dat de tegenwoordige financiering van
de nieuwbouw het Nederlandse volk ontzettend zware
lasten oplegt, maar spr. is de stellige mening toege
daan, dat de arbeidende stand geen lasten opgelegd
moeten worden, die voor die stand niet te dragen zullen
blijken te zijn.
De Voorzitter dankt namens het college van B. en
W. voor de woorden van waardering, die van ver
schillende kanten voor deze voorstellen zijn uitgespro
ken, maar zou daaraan willen toevoegen, dat B. en W.
die waardering voor het overgrote deel willen door
geven aan de wethouder van O.W. en de dienst van
Gemeentewerken, omdat die, zoals ook reeds is opge
merkt, verreweg het grootste aandeel in de voorbe
reiding van deze voorstellen hebben gehad. Spr. kan
daar nog aan toevoegen, hoewel dat eigenlijk na punt
20 aan de orde komt, dat B. en W. boven de aantallen
woningen, bij deze 3 punten genoemd, de raad straks
nog machtiging willen vragen voor de bouw van een
40-tal woningen door de woningbouwvereniging
.Beter Wonen" of door de gemeente.
Een algemeen punt, dat spr. van zijn kant nog zou
willen bespreken, is de critiek, die geoefend is op de
gang van zaken bij deze voorstellen. Hij heeft reeds
eerder in 's raads midden mogen zeggen, dat die critiek
feitelijk juist is, maar zich niet tegen B. en W. richt.
Dezen zijn toch bijna op dezelfde wijze als de raad
gebonden aan de voorschriften, die in deze bestaan en
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 2 Juli 1947.
81
aan de termijnen, die ter zake door de dienst van
Wederopbouw worden gesteld. De gang van zaken,
speciaal bij deze nieuwe aantallen woningen, is deze
geweest, dat aanvankelijk voor 1947 aan de gemeente
werd toegewezen de bouw van 100 woningen 10
woningen voor industrie: dat B. en W. later bleek,
buiten dat aantal nóg een aantal woningen te kunnen
bouwen en dat hun ten slotte nog maar enkele weken
geleden gebleken is, dat naast die twee aanvankelijk
toegewezen hoeveelheden nog de mogelijkheid bestond
met deze voorstellen bij de raad te komen. Zoals spr.
zeide: slechts enkele weken geleden, en daarbij werd
bepaald, dat de plannen vóór 1 Juli volledig moesten
zijn ingediend! En dat niet alleen: zelfs de aanbesteding
moest vóór 1 Juli hebben plaats gehad! Spreekt men
op de wijze als verschillende raadsleden over de gang
van zaken hier hebben gedaan, dan is daar dus inder
daad veel waars in, maar dan ligt dat hieraan, dat deze
zaak landelijk is geregeld met de Centrale Directie van
de Volkshuisvesting. De gedachte, om in het vervolg
anders te handelen, is natuurlijk voor B. en W. ook
buitengewoon aanlokkelijk. Ook voor hen is het niet
erg prettig onder hoge druk te moeten werken en te
laten werken, speciaal de dienst, die deze plannen moet
uitwerken. Worden B. en W. echter weer voor het
feit gesteld, binnen de uiterst korte termijn van enkele
weken plotseling plannen te moeten indienen, dan kan
het niet anders dan dat zij weer op dezelfde geforceerde
wijze met die zaak bij de raad komen. Zij vinden het
echter beter het op deze wijze dan het in het geheel
niet te doen en zich de kansen te laten ontglippen. Wat
spr. zeide verklaart ook ten dele de werkwijze van de
woningstichting „Leeuwarden—Leeuwarderadeel", die
eveneens verplicht was zich te oriënteren omtrent
de vraag, of deze woningen door een aannemer konden
worden gebouwd. Hier zal waarschijnlijk ook geen tijd
zijn geweest voor publieke aanbesteding, afgezien van
de vraag, of publieke aanbesteding tegenwoordig in
derdaad wel aan te bevelen is. De gemeente Leeu
warden heeft in dat opzicht zeer slechte ervaringen
opgedaan en spr. kan wel mededelen, dat ook B. en W.
van plan zijn de woningen die de gemeente zelf zal
bouwen, niet publiek aan te besteden, maar in overleg
met de aannemer en de dienst van Gem.werken een
prijs vast te stellen, die naar de mening van het college
aanvaardbaar is. Misschien gevoelt de wethouder nog
behoefte dit nader toe te lichten, spr. meent echter dui
delijk genoeg te zijn geweest.
Ook de heer Stobbe heeft nog een algemeen punt
aangeroerd, n.l. de huurprijs van de woningen, te bou
wen door de woningstichting „Leeuwarden-Leeuwar-
deradeel". Nu geeft de exploitatierekening, die de raad
overgelegd is, slechts een zeer voorlopige opzet te zien,
waaraan men uiteindelijk niet gebonden is. De nieuwste
regeling is deze, dat Den Haag de huurprijs vaststelt,
althans deze uiteindelijk goedkeurt, waarbij men als uit
gangspunt neemt de voor deze huizen normaal geachte
bouwkosten. Men reduceert daartoe de tegenwoordige
bouwkosten tot wat deze in 1940, dus vlak voor de
oorlog, geweest zouden zijn. Het genoemde bedrag van
6,hangt dus wel zeer in de lucht.
De behandeling der meer technische punten meent
spr. aan de wethouder van O.W. te moeten overlaten.
De heer Witteveen (weth.) zegt, dat de Voorzitter
het hem al bijzonder gemakkelijk gemaakt heeft en hij
aan diens beantwoording niet veel heeft toe te voegen.
Hij wil beginnen met zijn erkentelijkheid uit te spreken
voor de waardering, die speciaal aan hem is gedele
geerd en die hij graag weer wil doorgeven aan Gem.
werken, welke dienst uiteindelijk het werk heeft moeten
verrichten.
Spr. wil op enkele opmerkingen uit de raad nog even
ingaan.
Wat de grootte der huizen betreft, waarover de heer
Visser sprak, ook B. en W. zouden ze zeer gaarne op
een dusdanig sociaal peil zien gebracht, dat ze welhaast
de volmaaktheid benaderen. Aan zulke eisen voldoen
deze woningen nog niet, maar waar hier evenveel be
hoefte is aan kleine als aan grotere huizen, kan men
natuurlijk in het raam van deze tijd het best aan wo
ningen als de onderhavige beginnen. Er is zelfs wel
eens gevraagd of B. en W. misschien nog plannen
hebben voor het bouwen van nog kleinere woningen
voor echtparen. Spr. gelooft echter, dat het onderwer
pelijke type inderdaad het kleinste is, dat de gemeente
zal bouwen. Toch kunnen er zeer zeker nog behoorlijke
gezinnen in worden gehuisvest, gezinnen met 3 a 4,
desnoods met 5 kinderen. De afmetingen zijn nog be
hoorlijk, al zullen de woningen van de betrokken wo
ningbouwverenigingen misschien iets groter zijn. Spr. wil
er echter op wijzen, dat in een minimum van tijd met
het beschikbare materiaal en de beschikbare arbeids
krachten zoveel mogelijk woningen gebouwd moesten
worden. Er worden ook nog steeds overtollige gedeel
ten van woningen gevorderd en zolang deze toestand
nog bestaat, kunnen B. en W. zich niet permitteren
grotere woningen te bouwen. Zij hopen, als t.z.t.
we! ruimere woningen gezet kunnen worden, de grotere
gezinnen daarheen over te hevelen.
Spr. geeft de heer Beeksma toe, dat het inderdaad
niet fraai is aan de „zak" op de Tijnjedijk de nieuwe
woningen te bouwen. B. en W. hebben dit ook bekeken
en als Leeuwarderadeel daar aan het begin en aan het
eind niet reeds woningen had gebouwd, waren daar
ook nu waarschijnlijk geen nieuwe gekomen. Bovendien
is dit terrein al jaren lang voor woningbouw gereser
veerd. Om deze redenen was het moeilijk dit plan thans
af te wimpelen.
Mèt de heer Beeksma hopen ook B. en W. van harte,
dat zij op de ingeslagen weg door kunnen gaan. Het
eerste halfjaar van 1947 is nu verstreken; hoe het
tweede zal zijn, weet men niet. Het college zal echter
diligent blijven. Het komt aanstonds zeker, ook wat de
bouwterreinen betreft, voor bepaalde problemen te
staan, daar de keuze niet groot is.
De heer Visser heeft met genoegen van de wethouder
gehoord, dat de kans bestaat, dat bij volgende plannen
wat grotere woningen worden gebouwd. Spr. meent
nogmaals er op te moeten wijzen, dat hij het van belang
acht, dat de woningen iets ruimer worden genomen.
De bouwkosten zullen hierdoor wel hoger worden, maar
de stijging is toch niet van die aard, dat er niet over
heen gestapt zou kunnen worden.
Op zijn vraag, of er ook aandacht wordt besteed aan
woningbouw op het platteland, heeft spr. geen ant
woord gekregen.
De heer Beeksma concludeert uit de opmerking van
de Voorzitter over nieuwe plannen, die de raad zullen
worden aangeboden, dat er grote kans bestaat, dat deze
weer onder hoge druk moeten worden gemaakt en in
de raad behandeld. Het was spr.'s bedoeling te ver
zoeken, om, voordat er weer zo n korte termijn begint
te lopen. Gemeentewerken plannen te laten uitwerken
en de raad gelegenheid te geven deze rustig te bekijken,
zodat ze, als ze nodig zijn, direct ter beschikking zijn.
Misschien kan zelfs op deze manier nog iets meer voor
de woningbouw hier ter stede worden bereikt.
De heer Witteveen (weth.) antwoordt de heer Vis
ser, dat Wmdum en de andere plattelandsdorpen niet
worden vergeten. Enige maanden geleden is er een
vergadering geweest met de woningstichting, die het
platteland zal moeten verzorgen, om te vernemen wat
daar leefde, of men daar wil bouwen. Direct heeft de
bouwvereniging zich gemeld. Zodra het bouwvolume
het toelaat, krijgt zij de gelegenheid. In Leeuwarden
namen de verenigingen eerder het initiatief tot bouwen.