116 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 November 1947.
echter twee lichtpunten aangeven. In de eerste plaats
het ook al door de heer Heijstra genoemde feit, dat
bij deze uitvoering een behoorlijk subsidie wordt ont
vangen, hetwelk de gemeente goed kan gebruiken.
Bovendien kunnen bij uitvoering in D.U.W.-verband
overtollige arbeidskrachten, die in het vrije bedrijf niet
tewerkgesteld kunnen worden, aan bod komen. Waar
deze kwestie vooral in Leeuwarden klemt, meent spr.,
dat de uitvoering op de voorgestelde wijze moet ge
schieden. Het loonverschil is slechts 1 cent per uur,
daar is overheen te komen. De kwestie, waar de heer
Heijstra bezwaar tegen maakt, kan nader besproken
worden.
Wat betreft de kleedgelegenheid en de terreinknecht,
sluit spr. zich bij de vorige sprekers aan.
In de raadsbrief leest spr.: ,,Nu de werkzaamheden
op het vliegveld weldra zullen zijn geëindigd, zullen
die arbeiders, die niet voor uitzending naar elders in
aanmerking komen, bij de aanleg van het nieuwe sport
terrein te werk gesteld worden.
Het is toch nooit de gewoonte geweest om mensen
elders te werk te stellen, wanneer er werk in Leeu
warden is?
Ten slotte wil spr. een enkele opmerking maken over
hetgeen de heer Wiersma heeft gezegd t.a.v. de Zon
dagsrust. Spr. kan tot op betrekkelijk grote hoogte diens
standpunt delen en sluit zich aan bij zijn zachte wenk
aan het college.
De heer Beeksma is zeer ingenomen met de aanleg
van sportvelden, dus ook van dit. De plaats staat hem
evenwel niet aan. Bij de behandeling der begroting
heeft spr. gepleit voor een sportveld in het zuiden van
Leeuwarden. Het zou voor dat deel der gemeente, waar
het er toch al zo donker uitziet, een lichtpuntje zijn
geweest.
De heer Beuving verheugt zich over de aanleg van
dit sportveld, maar zijn vreugde wordt bekoeld door
het feit, dat bij dit werk de Ned. Heide Mij. is inge
schakeld. Deze heeft een zeer slechte naam en heeft die
in hoofdzaak te danken aan het feit, dat ze tegen
vrijwel de laagste tarieven liet werken en een uit
buitingssysteem toepaste, dat in strijd was met iedere
opvatting van beloning. Spr. leest in dit voorstel, dat,
nu de werkzaamheden op het vliegveld weldra zullen
zijn geëindigd, die arbeiders, die niet voor uitzending
naar elders in aanmerking komen, bij de aanleg van het
nieuwe sportterrein zullen worden te werk gesteld. Nu
werken op het vliegveld op het ogenblik hoofdzakelijk
diegenen, die door ouderdom, ongeschooldheid of door
hun lichamelijke gesteldheid onvolwaardige arbeids
krachten zijn. Spr. zou B. en W. willen verzoeken t.a.v.
deze mensen de voorwaarde te stellen, dat hun voor
het werk aan het sportterrein het minimum-basisuurloon
gegarandeerd wordt. Het is niet door eigen schuld, dat
zij ongeschoold zijn. Men kan van bakkers of horloge
makers en van hen, die het aantal jaren, dat zij nog
onder de 65 zijn, moeten uitdienen, nu eenmaal niet
verwachten, dat zij volslagen grondwerkers zijn. Voor
spr.'s gevoel geeft ieder zijn krachten naar vermogen
aan het werk en is dus ook gerechtigd het collectief
vastgestelde minimum-uurloon te ontvangen.
De heer Van der Veen wil te kennen geven, dat het
in het algemeen afkeuring verdient, dat werk, dat zou
kunnen worden uitgevoerd door een particuliere aan
nemer, door de Ned. Heide Mij. wordt ter hand ge
nomen. Indien uitvoering door een particuliere aan
nemer bij het onderhavige object niet mogelijk is, zal
spr. er zich bij neerleggen, maar hij zou toch gaarne
daarover worden ingelicht.
De heer Geerts (weth.) zegt, dat de arbeidsvoor
waarden ressorteren onder de portefeuille van Soc.
Zaken, weshalve hij de beantwoording van de desbe
treffende vragen aan zijn collega weth. W. C. Dijkstra
overdraagt.
l.z. de kwestie van de bewaking, waarover de heren
De Groot en Heijstra spraken, merkt spr. op, dat het
onderhavige voorstel betreft de aanleg, niet de exploi
tatie van een sportterrein. Het exploitatie-overzicht is
slechts gegeven om enigszins een idee te krijgen van
de geldelijke gevolgen van deze aanleg. Zodra het
sportterrein gereed komt, wordt op de begroting een
post geplaatst, waarbij precies aangegeven staat, wat
voor bewaking wordt uitgetrokken. Het punt: beloning
van een bewaker, is dus nog niet aan de orde. Spr
kan echter wel de toezegging doen, dat alles nog eens
grondig zal worden nagegaan.
Een andere vraag was, hoe het met de kleedgelegen
heid komt. B. en W. hebben daarvoor een plan laten
opmaken. De bouwkosten voor een eenvoudige kleed
gelegenheid waren daarbij geraamd op 16.000,
Toen hebben B. en W. het plan nog eenvoudiger laten
maken, waardoor de raming tot 12.000,terugliep
Het was dus wel de bedoeling om tegelijk met het
sportterrein ook een kleedgelegenheid te maken. Bij
informatie bleek evenwel, dat Wederopbouw hiervoor
geen materiaal beschikbaar zou stellen. B. en W. hopen
nu, dat een of andere barak, bijv. van het vliegveld,
tijdelijk ingericht kan worden als kleedgelegenheid.
Zodra de omstandigheden het toelaten, zal een defini
tieve gebouwd worden, want een sportveld zonde-
kleedgelegenheid is niet compleet.
De heer Wiersma zou dit sportterrein niet op Zondag
willen verhuren. Dit voorstel, waarvan spr. eigenlijk de
geestelijke vader is, is op dit punt niet door B. en W.
besproken. Nu is het zo, dat het sportveld wordt aan
gelegd mede op aandrang van verschillende voetbal
clubs. Deze clubs zijn aangesloten bij de Kon. Ned.
Voetbal Bond, die zijn wedstrijden op Zondag laat
spelen. Een groot aantal mensen doet op Zondag aan
sport. Voor zover het dan ook van spr.'s beslissing af
hangt, zal dit terrein wèl op Zondag worden bespeeld.
De situatie is ongeveer dezelfde als bij „Cambuur"; de
aangrenzende straat is van dezelfde breedte en er komt
een afscheiding van 3 m groen.
Waarom komt er in Huizum niet een sportveld,
vraagt de heer Beeksma. Het is spr. bekend, dat er in
Huizum inderdaad behoefte aan bestaat. Zoals de raad
echter weet, staat het uitbreidingsplan van Huizum op
losse schroeven. Daardoor weet men nu niet, waar een
sportterrein zou moeten komen. In een definitief uit
breidingsplan voor Huizum zal echter ook het „waar en
hoe" van een sportterrein bekeken worden.
De heer W. C. Dijkstra (weth.) wil, antwoordende
op de vragen van de heer De Groot e.a. betreffende
de bewaking van het sportterrein, de indruk wegnemen,
alsof B. en W. hierbij gedacht zouden hebben aan een
beloning van 20,per week. Spr. wijst er daartoe
even op, dat de betrekkelijke passage in het voorstel
van B. en W. aldus luidt: „In verband met het feit,
dat de verschillende werkzaamheden over het gehele
jaar gerekend te zamen geen volledige dagtaak zullen
vormen, komt ons een beloning van 1000,- per jaar
redelijk voor. Dit houdt in, dat gedurende de ene helft
van het jaar 40,per week verdiend kan worden
en gedurende de andere helft niets. Men komt dan op
een gemiddelde van 20,per week. Hiermede werd
dus niet gezegd, dat B. en W. op een basis van 20,
zijn gaan koersen. Dit ter geruststelling van hen, die
dit aldus hadden opgevat.
Thans wil spr. een samenvattend antwoord geven
aan hen, die vroegen, of dit werk al dan niet in
D.U.W.-verband wordt uitgevoerd. De heer Heijstra
is begonnen met een waarschuwende stem te laten
horen. Hij zei: Laat men oppassen niet terug te keren
tot de toestand van voor de oorlog. Zulks nu kan van
dit college allerminst verwacht worden. Spr. moge ver
wijzen naar het voorstel, waarin staat dat t.a.v. deze
aangelegenheid nog onderhandelingen lopende zijn.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 November 1947.
117
B. en W. weten niet, welke positie daarbij nog te be
reiken is. Spr. wil echter wel de verzekering geven, dat
B. en W. er voor zullen zorg dragen, dat de arbeiders
die bij dit object betrokken zullen worden, geen onver
antwoorde beloning zullen ontvangen.
Het loon, dat bij D.U.W.-uitvoering wordt verdiend
- de heer Vellenga wees er reeds op - verschilt slechts
heel weinig van dat der collectieve contracten. Spr.
heeft de bedragen, voor de D.U.W.-werkzaamheden
in Friesland geldende, opgenomen. Daarbij bleek hem,
dat tegenover een loon van 82 cent per uur in D.U.W.-
verband staat een loon van 83.4 cent in het particuliere
bedrijf (C.A.O.-loon)Dat is dus een gering verschil.
Wel is het juist, dat uitvoering in D.U.W.-verband
bepaalde consequenties kan meebrengen, B. en W.
menen echter, dat deze gevaren door onderhandelingen
tot een minimum kunnen worden teruggebracht en dat
daarom ook t.a.v. dit onderdeel geen ongerustheid be
hoeft te bestaan.
De heer V. d. Veen vroeg, waarom dit werk aan de
Ned. Heide Mij. en niet aan particulieren wordt opge
dragen, ïn de stukken had hij kunnen lezen, dat het
de voorkeur verdient (als althans het belang der ar
beiders niet al te zeer wordt geschaad), het werk in
D.U.W.-verband uit te voeren, omdat het Rijk dan een
zeer aanzienlijk deel van de loonpost restitueert. Het is
een gemeentebelang die weg uit te gaan, met inacht
neming uiteraard van de belangen der betrokken ar
beiders.
Ook is de vraag gesteld, of een onvolwaardige
arbeidskracht inderdaad de bewaking op zich zal kun
nen nemen. Spr. herinnert er aan, dat het woord „on
volwaardige" in het voorstel tussen aanhalingstekens
staat. Hij persoonlijk zou liever zeggen: een minder
valide arbeidskracht. Het is helaas zo, dat de Leeu
warder Werk-Gemeeenschap allerlei minder valide
krachten kan leveren, b.v. mensen, die op medisch
advies in de buitenlucht moeten werken, maar overigens
valide zijn te achten. Het is best mogelijk, dat onder
hen enkelen zijn, die ook kunnen maaien. Dit werk
behoeft niet, zoals gewoonlijk op de landerijen, in een
dag of een halve dag klaar te zijn; het kan over ver
schillende dagen worden verdeeld.
Spr. zou willen eindigen met de heer Vellenga dank
te zeggen voor zijn waarlijk voortreffelijke beantwoor
ding van de opmerkingen van die raadsleden, die van
ongerustheid jegens het D.U.W.-werk blijk gaven.
De Voorzitter zegt, dat een enkel punt, n.l. de op
merking van de heer Kamstra, onbeantwoord is ge
bleven. Hij gelooft, dat bij de heer Kamstra een
misverstand bestaat. Zoals onder het voorstel vermeld
staat, is het op 12 November verzonden. Dat is Woens
dag geweest en voor zover spr. bekend, is het Woens
dagavond in het bezit van de raadsleden gekomen en
de eerste publicatie in de pers was Donderdag. In elk
geval is er bij het college geen enkel streven aanwezig
om het ene persorgaan voor het andere te laten gaan.
Het geval is volkomen regelmatig geweest. De raads
leden ontvingen het Woensdagavond en Donderdag
werd het in de pers gepubliceerd.
Het is misschien goed, dat spr. van zijn kant nog
even terug komt op de door de heer Wiersma geuite
wens i.z. de bevordering van de Zondagsrust. Deze
heeft van de heer Geerts wel gehoord, dat de wet
houder voor zich persoonlijk gesproken heeft en dat
het gebruik van het terrein alleen nog maar voorlopig
in het college is besproken. Wanneer bij nadere be
spreking mocht blijken, dat hier ten opzichte van de
Zondagsrust zekere behoeften van de omwonenden be-
- inderdaad lijkt de situatie niet geheel gelijk
aan die bij het sportpark „Cambuur" dan zal het
een onderwerp van ernstige overweging uitmaken. Naar
spr. s gevoelen wordt het standpunt van de heer
Wiersma door brede groepen van de bevolking niet
gedeeld en de wensen van die groepen dienen eveneens
te worden gerespecteerd. Voor het college is dit ook
reden de kwestie ernstig te bekijken. Waar nog slechts
voorlopige besprekingen hebben plaats gehad, kan spr.
generlei toezegging doen.
De heer Beuving merkt op, dat de wethouder een
ongelukkig woord heeft laten horen aangaande de
kwestie van de lonen bij de D.U.W. en die in het
vrije bedrijf. Spr. is er niet zo gerust op, te meer, zoals
hij in eerste instantie al zei, omdat er over gesproken
wordt arbeiders, die nu op het vliegveld werken, over
te hevelen naar het sportterrein.
Wanneer hier gesproken wordt van 1 cent verschil
in uurloon, dan is spr. zo vrij te verklaren, dat er men
sen op het vliegveld werken, die met 24,per week
naar huis gaan. Spr. heeft al aangetoond, dat zij,
die gedwongen worden tot hun 65ste jaar te werken,
recht hebben op een beloning voor hun, dikwijls moeilijk
werk, die hun in staat stelt hun behoeften zo veel mo
gelijk te dekken.
Spr. had graag van de wethouder de toezegging
gehoord, dat aan het voorstel de voorwaarde zal wor
den verbonden, dat aan ieder, die op het sportterrein
te werk gesteld wordt en zijn krachten geeft aan het
gereedkomen ervan, als minimum het basisuurloon zal
worden uitbetaald.
De heer Kamstra zegt, dat de Voorzitter in zijn ant
woord heeft verondersteld, dat bij spr. een misverstand
zou bestaan. Het is mogelijk, maar hij ziet het niet.
Spr. heeft gevraagd of aan een bepaalde pers een pré
is gegeven. Op 12 November ontvingen de raadsleden
het voorstel en op 13 November stond het in „Het
Vrije Volk Dat klopt, maar er zijn ook andere bladen.
De heer J. K. Dijkstra (weth.): Die hadden het de
zelfde dag.
De heer Kamstra: Pas Maandag. Expeditie deelde
mee, dat de voorstellen niet aan de kranten waren ver
zonden.
De heer W. C. Dijkstra (weth.): De Leeuwarder
Courant had het dezelfde dag.
De heer Kamstra herhaalt, dat vóór Zaterdag geen
stukken aan de kranten waren verzonden. Hoe kon
„Het Vrije Volk het dan hebben? De andere bladen
waren voor Maandag niet in de gelegenheid het stuk
op te nemen. Dat klopt niet, tenzij men zegt, dat „Het
Vrije Volk alleen de pers is en dat is spr. zo vrij nog
even te betwijfelen.
De heer Heijstra meent, dat hij nogmaals waar
schuwen moet tegen uitvoering van werk in D.U.W.-
verband, ook al doet de wethouder de toezegging, dat
door overleg deze aangelegenheid zo geregeld kan wor
den, dat het werk aan dit object als normaal werk be
taald zal worden. Spr. zou niet graag willen, dat het
basis-uurloon gegarandeerd wordt zoals de heer
Beuving wil want zodra het werk wordt uitgevoerd
in D.U.W.-verband, betekent dat, dat van de twee
verschillende uurlonen: D.U.W. 1 en D.U.W. 2, de
arbeiders toch slechts een uurloon van 60 cent (D. U.
W. 2) uitbetaald krijgen, wat een verschil maakt van
24 cent met het uurloon in het vrije bedrijf. Het onder
scheid tussen D.U.W. 1 en D.U.W. 2 houdt verband
met het soort arbeiders, dat men gebruikt en de pres
taties, die dezen leveren. Spr. vreest, dat de arbeiders,
die zullen worden overgeheveld van het vliegveld naar
het sportterrein, slechts het lage loon, dat hij zo juist
noemde, zullen verdienen.
De heer Beuving bedoelde het basis-uurloon van het
vrije bedrijf, niet het D.U.W.-loon 1 of 2.