«tit I 52 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 Mei 1948. kels, die het uitzicht voor het verkeer van de Hollan- derdijk naar de stad ten zeerste belemmeren. De tenten staan wel op particulier terrein, maar mogen die er zo maar neergezet worden? De vistent neemt bovendien nog een deel van het daar toch al niet brede trottoir in beslag, omdat de kooplustigen vaak hun fietsen bij zich hebben. Daardoor moeten de voetgangers soms van de rijweg gebruik maken. Is het mogelijk, vraagt spr., daar enige verbetering in aan te brengen? De heer De Vries uit zijn teleurstelling over het feit, dat het ruim een jaar moest duren, voordat met een voorlopige verbetering, die toch betrekkelijk weinig materiaal vergt, kon worden begonnen. Spr. is geen technicus en kan als zodanig geen oordeel vellen, maar deze termijn lijkt hem toch te lang. De heer Rijpma onderschrijft volkomen hetgeen over de toestand bij de Hollanderdijk is gezegd. Spr. vraagt, of ook in overweging is genomen, of gedurende mis schien een kwartiertje tijds op spitsuren een agent ge plaatst kan worden, om het verkeer bij de overweg te regelen. Thans zou spr. nog de aandacht willen vestigen op iets, dat hij in de sectievergadering niet ter sprake kon brengen, omdat hij er pas naderhand op attent werd gemaakt, n.l. de verkeerssituatie in de Schrans bij de Huizumerlaan. Om 12 uur ongeveer is het oversteken daar, vooral voor de schooljeugd, levensgevaarlijk. Kinderen vragen daar vaak aan ouderen hen over de weg te brengen. Spr. vraagt, of het, in verband met de verbetering van de Schrans en de Verlengde Schrans, ook mogelijk is stoplichten bij de Huizumerlaan te plaatsen. De heer Witteveen (weth.) had wel verwacht, dat men op de kwestie van de overweg zou terugkomen. Spr. kent de heer Schootstra en weet, dat deze niet graag oude koeien uit de sloot haalt. Het is voor de raadsleden vervelend, dat zij steeds op deze zaak terug moeten komen, maar voor B. en W. is het nog ver velender, dat zij deze verbetering niet kunnen reali seren. Vooral, omdat zij bij de behandeling der vorige begroting eigenlijk min of meer een illusie hebben ge wekt. Het gehele jaar heeft de spoorwegovergang ech ter in het brandpunt der belangstelling gestaan, zowel van B. en W. als van Gem.werken. Er zijn ettelijke telefoontjes, talrijke conferenties en veel corresponden tie met de Spoorwegen, van de laagste tot de hoogste instanties, nodig geweest. Het motief van de Spoor wegen was steeds, dat een bepaald onderdeel voor de overweg, de z.g. stoel, uit het buitenland moest worden aangevoerd. Men heeft deze echter nog nergens toe gepast. De Spoorwegen staan voor meer dergelijke gevallen in ons land. De heer Schootstra heeft gevraagd: zijn wij afhan kelijk van de Spoorwegen? Spr. is, met de gedachte, dat hier doorgewerkt moest worden, met de Directeur der Gem.werken naar Utrecht gegaan, waar zij met de hoogste functionarissen der Spoorwegen een onder houd hadden. Men heeft hun daar toegezegd de zaak te zullen onderzoeken. Het is geen onwil van de maat schappij, maar onmacht. Thans is spr. medegedeeld, dat de .stoelen" in aantocht zijn en men heeft hem ver zekerd, dat de overweg te Leeuwarden als een der eerste zal worden aangepakt. Wat de heer Schootstra voorstelt: om van gemeentewege al met verbeteringen te beginnen, desnoods los van de Spoorwegen, zou wel gebeurd zijn, als dit mogelijk was geweest. Dit bestaat echter niet: de locomotieven en treinen moeten daar immers passeren! Spr. is echter thans weer vol goede moed, dat voor deze kwestie een bevredigende oplossing gevonden zal worden. Afdoende zal deze nog niet zijn, het zal alleen enige verbetering geven. De zaak heeft in ieder geval de volle aandacht van B. en W. Als spr. werkelijk gezegd heeft, dat verbetering vóór de begrotingsbe handeling zou plaats hebben, zoals de heer Kamstra beweerde, dan heeft hij niet deze begroting bedoeld. De heer Kamstra heeft vanmiddag gezien, dat men bij de overweg is begonnen met graafwerkzaamheden De Voorzitter zal de beide verkeerskwesties, door de heer Rijpma aangeroerd, met de Commissaris van Politie bespreken. De verkeersregeling bij de Huizu merlaan wacht op de verbetering van de Verlengde Schrans. Spr. heeft een en ander genoteerd en dit zal ook verder de aandacht van B. en W. hebben. Volgnos. 292 t/m 301 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 302. Tunnelplan Schrans memorie. De heer De Vries komt terug op de in de sectie gestelde vraag, of het tunnelplan inmiddels in een verder stadium van voorbereiding gekomen is. Hierop antwoorden B. en W„ dat, aangezien de Spoorwegen vooralsnog niet bereid zijn de spoorbaan te verhogen het niet mogelijk is geweest het plan in een verder stadium van voorbereiding te brengen. Aan de kwestie van de overweg zitten twee kanten Ten eerste moet een voorlopige regeling worden ge troffen en in de toekomst moet er een definitieve oplos sing komen. Bij het tunnelplan, misschien wordt het ook een viaduct, gaat het om een definitieve oplossing. Spr vraagt nu, of B. en W. geregeld druk op de Spoor wegen willen uitoefenen, opdat in de betrekkelijk nabije toekomst aan dit plan uitvoering kan worden gegeven Zoals het thans gaat, lijkt het wel een wissel op de eeuwigheid. De overweg blijft bestaan en daarmee eer groot verkeersobstakel. Spr. wil graag de toezegginc van B. en W., dat zij aandrang op de Spoorwegen blijven uitoefenen. De heer Witteveen (weth.) heeft vergeten de hee Slaterus te antwoorden op zijn vraag over de vistent Dit behoort trouwens ook tot de competentie van de wethouder van Financiën. Wat nu het tunnelplan betreft, dit is inderdaad eer kwestie van overleg met de Spoorwegen. Deze moetei bereid zijn mede te werken. Er is een onderhoud ge weest met de directeur. Deze heeft te kennen gegeven dat er voorlopig niet aan gedacht kan worden. Men behoeft dan ook geen illusies te koesteren, dat de moge lijkheid bestaat op korte termijn tot uitvoering te komen Spr. moet dus volstaan met te zeggen, dat ook dit gevai de volle aandacht van B. en W. heeft. Dit tunnelplan is een belangrijk object en heeft zeer veel facetten. Het behoeft dus grondige bestudering. Er liggen bepaalde schetsplannen, welke goed zijn overwogen, maar die thans niet voor verwezenlijkin vatbaar zijn. Binnen het raam van deze tijd en bij de ongeneigdheid van de Spoorwegen tot meewerken i geen spoedige oplossing in het vooruitzicht te stellen. De dienst Weg en Werken bij de Spoorwegen is al zeer zwaar belast en andere dingen, die wel op korte termijn te verwezenlijken zijn, worden eerst aangepak Spr. herhaalt, dat de kwestie de volle aandacht van het college heeft en spreekt de hoop uit, dat binnen afzienbare tijd enige vorderingen kunnen worden gemaakt. De Voorzitter waarschuwt niet al te veel illusies e koesteren. De Spoorwegen hebben bij deze zaak niet veel belang en de moeilijkheden zijn vele. Voor het omhoogbrengen van de spoorlijn ligt het station op te dichte afstand van de overweg en wanneer er een tunnel komt, dan ligt de stadsgracht weer te dicht bij. Van druk op de Spoorwegen is zeer weinig te verwachten. Op de lange duur zal het door de gemeente zelf klaar gemaakt moeten worden. Andere objecten zullen in de eerste jaren voor moeten gaan. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 Mei 1948. 53 De heer De Vries is tevreden, als hij van B. en W. de overtuiging krijgt en van de wethouder heeft hij die gekregen dat zij het met spr. eens zijn, dat er een verbetering móet komen. Spr. zou niet graag een termijn willen stellen, maar hij hoopt toch, dat het geen wissel op de eeuwigheid wordt en men er zich niet van afmaakt. De Voorzitter: Dat zal de gemeente in elk geval niet doen. Volgnos. 302 t/m 417 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 418. jaarwedden van ambtenaren 149.187.—. De heer Bos heeft in de sectievergadering een vraag gesteld i.z. de nevenbetrekkingen, die door enkele amb- enaren van Gem.werken worden vervuld. Hij heeft •an B. en W. ten antwoord gekregen, dat de taxatie an landbouwgronden geschiedt door een tweetal tech nische hoofdambtenaren in vrije tijd, maar dat maat- egelen zijn genomen, om hieraan zo spoedig mogelijk en eind te maken. In de bovenste alinea van blz. 6 der M.v.A. echter worden ook nog drie ambtenaren lenoemd, die nevenbetrekkingen bekleden. Doet men nu ook pogingen om dezen hiervan te verlossen? De dienst van Gem.werken is zo bezet, heeft alle mensen en alle tijd zo nodig, dat het dus wel van belang is, dat de ambtenaren geen nevenbetrekkingen vervullen, lovendien meent spr., dat het Ambtenarenreglement een artikel bevat, dat ambtenaren en werklieden ver biedt voor derden werk te doen. Hij zou gaarne ver nemen, of ook aan deze nevenbetrekkingen een einde al worden gemaakt. De heer Witteveen (weth.) antwoordt de heer Bos, lat wat de eerstgenoemde drie functionarissen betreft, r één les geeft, n.l. bij het Technisch Avond-Onderwijs nn aan de Ambachtsschool. Dat is de heer Loopstra. Vóór hem was het een technisch ambtenaar, die in provinciale dienst is overgegaan. Als de gemeente dit liet zou toestaan, zou dit ten nadele zijn van deze cur- us voor avondnijverheidsonderwijs. Het is thans nog veer moeilijk leerkrachten voor dit onderwijs te vinden. De lessen, die de betrokken ambtenaar geeft, bepalen ich tot enkele uren in de week. Wat de opzichter van de plantsoenen als adviseur oor de plantsoentjes der Intercomm. Waterleiding Geb. Leeuwarden doet, is zeer miniem; het betreft hier i igenlijk een historisch geval. En het zou al te ver gaan en dergelijk bedrijf deze dienst te weigeren. Ook de 1 uitengemeenten vragen wel eens advies van de tuin- rchitect. Leeuwarden is als hoofdstad de enige stad in i e provincie, die een tuindeskundige heeft, en het be- oort tot de standing van de hoofdstad om ook deze diensten niet te weigeren. Dat de directeur der Gemeentewerken tevens hoofd van het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken is, is een enigszins vervelende kwestie, waarin de gemeente weinig zeggenschap heeft. Indertijd is dit van hoger hand opgelegd. B. en W. zijn druk bezig hieraan een einde te maken. Binnen zeer afzienbare tijd zal deze combinatie tot het verleden behoren. Volgnos. 418 t/m 441 worden onveranderd vastge steld. Nadat de inkomsten van de gewone dienst en de uitgaven en inkomsten van de kapitaaldienst onver anderd zijn vastgesteld, wordt de gehele ontwerp begroting z.h.st. aangenomen. De ontwerp-begrotingen van het ELECTRICITEIT- EDRIJF en die van het GRONDBEDRIJF worden, nadat de volgnos. van baten en lasten, kapitaalsinkom- s:en en -uitgaven onveranderd zijn vastgesteld, z.h.st. aangenomen. Aan de orde is de ontwerp-begroting GEMEEN TELIJK WONINGBEDRIJF. De volgnos. 1 t/m Sa van de gewone dienst (baten) worden onveranderd vastgesteld, evenals de volgnos. 13 t/m 17 lasten Volgno. 18. Salarissen13.777,—. Mevr. Vondeling-Van 't Hof heeft bij dit volgnummer tevergeefs uitgezien naar een post, uitgetrokken voor een woninginspectrice. Juist in deze tijd, nu de gemeente zo veel woningen bouwt en t.a.v. de bewoning het z.g. opschuifsysteem toepast, lijkt haar aanstelling van een zodanige ambtenares zeer gewenst. Zij denkt aan die mensen, die uit de Weerklank verdwijnen naar de Houtbuurten en aan hen, die vandaar naar de „nieuwe Weerklank" gaan. Men houdt daarbij zijn hart vast voor het welzijn van de betrokken woningen. Op de gemeentebegroting ziet spr. een post uitgetrokken voor een sociaal werkster. Met deze ambtenares zou een woninginspectrice goed kunnen samenwerken. De kwestie klemt nog te meer, daar er voorheen reeds een dergelijke voorziening is geweest. Spr. denkt aan Volks herstel en in dat verband aan juffrouw Touwen en haar „voogdessen". Door het uitsterven van de Weerklank is haar werk daar overbodig geworden en stopgezet. Spr. zou er nogmaals op aan willen dringen, dat er zo gauw mogelijk een woninginspectrice aangesteld zal worden. Als de huizen eenmaal bewoond zijn, kan een maand uitstel al te veel zijn. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat deze functie al meermalen een punt van bespreking heeft uitgemaakt. B. en W. zitten met de moeilijkheid, dat er geen post op de begroting voor bestaat. Er zal dus een nieuwe functie gecreëerd moeten worden. Er is thans iemand, die voor inspectrice doorgaat, maar haar productiviteit is zeer miniem en zij zal waarschijnlijk niet zo lang meer aanblijven. Dan hebben B. en W. dus de gelegen heid op die post een nieuwe woninginspectrice aan te stellen. Zij zien de belangrijkheid daar inderdaad wel van in, doch de mogelijkheid zo n ambtenares te be noemen, heeft hun tot nog toe ontbroken. Mevr. VondelingVan 't Hof vraagt, hoe de tegen woordige ambtenares dan genoemd wordt. Is zij klerk of huurophaalster? Een woninginspectrice komt niet op de begroting voor. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat zij als 2e klerk staat vermeld. Volgnos. 18 t/m 27a worden onveranderd vastge steld. Nadat ook de volgnos. der kapitaalsinkomsten en -uitgaven onveranderd zijn vastgesteld, wordt de ge hele ontwerp-begroting z.h.st. aangenomen. Aan de orde is de ontwerp-begroting van de GE MEENTE GASFABRIEKEN. De heer Schootstra wil gaarne de gelegenheid be nutten om zijn dank te betuigen voor het overzicht i.z. de kostprijsberekening van het product der fabriek aan het Hoeksterend en dat van de fabriek in Huizum. En inderdaad blijkt, zoals spr. ook reeds uit de andere stukken meende te moeten opmaken, dat de gasfabriek in Huizum belangrijk billijker werkt dan die op het Hoeksterend. Het verschil is dusdanig, dat het gas hier ongeveer 60 per m3 duurder komt dan in Huizum. Hoewel spr. er van overtuigd is, dat B. en W. en be drijfsleiding voldoende aandacht voor dit punt hebben, vraagt hij zich toch af: Hoe komt dit zo? Kan het verschil ontstaan zijn door een te zuinig beheer in vroeger tijd? Laat dit schip-op-het-strand dan een baken-in-zee zijn voor het huidige gemeentebestuur,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1948 | | pagina 8