Vergadering van Woensdag 11 Augustas 1948. b. dat Ged. Staten: Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 11 Augustus 1948. 81 Aanwezig: 25 leden. Afwezig: de heren De Jong, Van Rooijen, Schootstra, V. d. Veen, De Vries, Wiersma, Witteveen en J. K. Dijkstra. (2 vacatures). Voorzitter: de heer M. H. Geerts, 1.-burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van eervol ontslag aan H. Harmsma als onderwijzer aan gemeenteschool no. 5 (bijlage no. 121 3. Alsvoren tot het verlenen van eervol ontslag aan K. Vlieg als onderwijzer aan gemeenteschool no. 4 (bijlage no. 122). 4. Alsvoren tot overplaatsing van Th. Kuiper als onderwijzer van gemeenteschool no. 25 naar gemeente school no. 23 (bijlage no. 126). 5. Alsvoren tot overneming van stoepen aan de Tuinen, de Grote Hoogstraat en het Noordvliet (bij lage no. 119). 6. Alsvoren tot overneming van een plekje grond aan de Groningerstraatweg (bijlage no. 120). 7. Alsvoren tot overneming van grond aan de Sne- kertrekweg van de N.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden (bijlage no. 116). 8. Alsvoren tot ruiling van grond aan de vml. Weerklank met de N.V. Koopmans' Meelfabrieken (bijlage no. 124). 9. Alsvoren tot verhuring van schiphuisterrein aan het Vliet aan J. K. Roeda (bijlage no. 117). 10. Alsvoren tot verhuring van tuingrond aan de De Ruijterweg aan de Staat der Nederlanden (bijlage no. 118). 11. Alsvoren om te bepalen, dat een herziening van het plan van uitbreiding, geldend voor het aan deze gemeente overgegane gebied van Leeuwarderadeel. in voorbereiding is (bijlage no. 123). 12. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegro ting, dienst 1948. 13. Alsvoren tot oninvorderbaarverklaring van aan slagen in diverse belastingen. 14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van het Centraal Drankweer Comité Leeuwarden tot het instellen van een tapverbod gedu rende de a.s. feestdagen (bijlage no. 125). 15. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van de raad mevrouw A. Uythof Miedema en de heer B. Hartstra. De Voorzitter verzoekt de raadsleden zich van hun zetels te verheffen. Hierna spreekt hij als volgt: Enige dagen na de vorige raadsvergadering is ons medelid Dr. Heerma van Voss van ons heengegaan. Iet Gemeentebestuur was vertegenwoordigd bij de ïitvaartplechtigheid en heeft daar dank gebracht voor lies wat de overledene gedaan heeft voor de stad eeuwarden en voor het Gemeentebestuur van Leeu warden in het bijzonder. Ik gevoel er echter behoefte an om ook van deze plaats Dr. Heerma van Voss te 1 erdenken en speciaal datgene te memoreren wat hij als raadslid heeft gedaan. Heerma van Voss heeft niet lang zitting gehad in de raad. Voor de oorlog was hij, Noor zover mij bekend, politiek dakloos. Na de oorlog voelde hij echter, dat de daadwerkelijke steun en be langstelling van ieder weldenkend mens nodig waren voor het goed functioneren van het bestuur van land en gemeente. Niettegenstaande zijn overstelpend vele werkzaamheden heeft hij zich beschikbaar gesteld om de gemeente te dienen als lid van de raad, eerst van de noodraad, later ook van deze raad. Hij heeft de raad gediend met zijn adviezen op cultureel gebied en als lid van de financiële commissie en hij heeft hier ge toond een deskundig en warmvoelend raadslid te zijn. De omgang met zijn mederaadsleden is van hartelijke aard geweest, steeds was hij voorkomend en wellevend, ook wanneer de inzichten in de in behandeling zijnde kwesties lijnrecht tegenover elkaar stonden. Voor deze betoonde werkkracht en voor de hartelijke omgang zijn wij de overledene dank verschuldigd. Ik wil eindigen met de hoogste lof die ik ken: ,,Met Heerma van Voss is een goed mens heengegaan." De heer Posthuma is het als oudst aanwezig raadslid in dienstjaren een voorrecht hier namens alle raads fracties te mogen uitspreken, dat ook de leden van de raad het plotseling heengaan van dr. Heerma van Voss ernstig betreuren. Hij was, aldus spr., een prettig col lega, die zich heel spoedig in de zaken inwerkte en die. waar hij kon. ons allen met raad en voorlichting wilde helpen. Wij zullen hem als lid van de raad stellig niet spoedig vergeten. Punt 1. De Voorzitter deelt mede: a. dat het raadsbesluit van 2 Juli 1947, zoals dat is gewijzigd bij dat van 10 December 1947, tot wijzi ging van de verordening tot heffing van slachthuis rechten, en dat van 28 Januari 1948 tot vaststelling van een verordening betreffende de classificatie van de gemeente voor de heffing der personele belasting de Koninklijke goedkeuring hebben verkregen; 1. de ontvangst hebben bericht van een afschrift van het raadsbesluit van 30 Juni 1948 tot wijziging van de algemene politieverordening; 2. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten van 9 Juni 1948 tot verkoop van bouwterrein aan de De Merode- en Woudmansstraat, tot uitgifte in erfpacht van bouwterrein aan de Pasteurweg, tot kosteloze overdracht en verkoop van bouwterrein ten Oosten van de Schrans en tot aankoop van weiland bij de Snekertrekweg en van 30 Juni 1948 tot aankoop van de percelen Oldehoofsterkerkhof 52 en Oostersingel 10, tot verhuring van schiphuisterrein aan het Vliet en tot verpachting van de buffetten en het koffiehuis in de Prinsentuin; c. dat zijn ingekomen: 1een rapport omtrent de opneming van boeken en kas van de Gemeentereiniging. Voor kennisgeving aangenomen. 2. schrijven van A. Fahner, alhier, mede namens 12 andere groente- en fruithandelaren, houdende ver zoek het uitstallen van groenten en fruit op de stoepen weder toe te laten of het verbod te doen gelden voor de gehele stad, waarbij tevens de straathandel wordt verboden. Onder mededeling, dat B. en W. ingevolge de hun in art. 32 der Verordening op de Marktpolitie gegeven bevoegdheid bepaalde straten hebben aangewezen, waar het verboden is op stoepen uitstallingen te hebben en dat het instellen van een ventverbod in deze ge meente reeds enige tijd in voorbereiding is, wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer Schalkwijk wil n.a.v. deze mededeling vragen, of er al iets bekend is omtrent het ventverbod, dat t.z.t. aan de raad zal worden aangeboden. Bij het aannemen van de verordening op de markt politie is de wenselijkheid uitgesproken, dat een hierop aansluitend ventverbod spoedig zou worden vastge steld. Thans zijn er t.a.v. deze materie in de gemeente twee ongelijkheden te constateren. De Voorzitter zegt, dat een ventverbod natuurlijk nogal diep ingrijpt in de bevoegdheid van verschillende particuliere personen. Bepaalde groepen van mensen zal het venten verboden worden, daar het verbod im mers de bedoeling heeft, dat het aantal venters niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1948 | | pagina 1