82 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 13 Juli 1949.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 13 Juli 1949.
83
De heren Posthuma en Tiekstra vormen het stem
bureau.
Benoemd wordt de heer Bloembergen, met 26 stem
men (de heer Dunant 5 stemmen).
De heer Hartstra komt ter vergadering.
Punt 4.
De aanbevelingen van de Commissie luiden als volgt:
vacature-P. van der Molen:
1. P. van der Molen, Transvaalstraat 53;
2. A. Kielman, Goudenregenstraat 18;
vacature-J. J. Swart:
1. J. J. Swart, Tjerk Hiddesstraat 25;
2. Th. Lambooy, Lijsterstraat 61;
vacature-E. van Gorkum:
1. E. van Gorkum, Lekkumerweg 45;
2. S. de Zee, Goudenregenstraat 43;
vacature-mej. H. Hamming:
1. mej. H. Hamming, Schoppershofstraat 26:
2. D. de Boer, Emmakade 139;
vacature-W. Kuitert:
1. W. Kuitert, Zuidvliet 118;
2. D. Dekker, Zuidvliet 38.
Benoemd worden de heren V. d. Molen, Swart en
Van Gorkum, mej. Hamming en de heer W. Kuitert,
allen met 20 stemmen (12 stemmen van onwaarde).
Punten 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 (bijl. nos. 103,
110, 111, 101, 95. 106, 107, 108, 93 en 96).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 15 (bijl. no. 102).
De heer Kamstra zegt, dat de gemeente zich in Juli
1947 garant verklaard heeft voor een bedrag van
25.000,ten behoeve van de speeltuinvereniging
,,Jong Leven". Nu kan het voorkomen, dat een be
groting wordt overschreden, maar dat zulks gebeurt
op een zo erge wijze als hier, vindt hij toch al te vér
gaand. In plaats van 25.000,heeft de vereniging
nu nodig 60.000,—. Spr. vindt het noodzakelijk, dat
de raad volledig ingelicht wordt omtrent de redenen,
waarom een dergelijk hoog bedrag nodig is geworden.
Heeft de gemeente door de garantverklaring ook zeg
gingschap gehad in de verrichte werken? Zo ja, heeft
de gemeente er dan geen aanmerking op gemaakt, dat
de begroting op zo grove wijze werd overschreden? Zo
neen, waarom dan aan de garantie geen enkele voor
waarde gesteld? Uit het rapport van de Fin. Commissie
blijkt, dat deze niet zonder meer accoord is gegaan met
de verlening van de nieuwe garantie van 35.000,
maar dit ten slotte deed, omdat zij voor het feit werd
geplaatst. Het college van B. en W. heeft nu voorwaar
den gesteld aan het bestuur en die moeten het z.i. wel
iets te zeggen hebben. Men versta spr. goed: hij bedoelt
niet, dat hij het bedrag van 60.000,te hoog vindt
voor hetgeen in het belang van het kind wordt gedaan.
De gemeente heeft in deze een taak; als particulieren
het initiatief willen nemen en de gemeente wil helpen,
dan is dat prijzenswaardig. Het is slechts de manier
waarop dit hier is gebeurd, die spr. er toe dwong het
woord te nemen en te vragen de raad volledig in te
lichten.
De heer De Jong zou, evenals zijn voorganger, over
dit punt in enigszins critische zin willen spreken. Het
betreft hier wel een punt van financiële aard, maar het
gehele gemeentebeleid t.a.v. de speeltuinverenigingen
is er toch ook in sterke mate bij betrokken.
Toen de raad in het voorjaar van 1947 het speeltuin
plan van B. en W. kreeg voorgelegd, zeiden dezen in
de toelichting, hoe zij zich voorstelden, dat de raad zou
hebben te handelen t.a.v. het speeltuinvraagstuk in het
algemeen. Het kwam hierop neer, dat de raad zich,
naar de mening van het college, alleen zou hebben te
bemoeien met de beschikbaarstelling van het terrein
en dat de rest zou worden overgelaten aan de speel
tuinverenigingen zelf. Het college heeft daarbij, naar
spr. c.s. menen terecht, betoogd, dat daardoor de ban
den tussen vereniging en terrein het hechtst bleven en
dat er in geen geval aan gedacht zou kunnen worden,
dat de gemeente de exploitatie op zich zou nemen. Dat
is nu ook wel niet het geval, maar de vraag is, of dit
langs andere weg nu toch niet vrij dicht benaderd wordt.
Het is goed te blijven uitgaan van datgene, waartoe
in 1947 met aller instemming is besloten. Het college
heeft zich daaraan ook vrij streng gehouden. Niettemin
moge spr. in herinnering brengen de kwestie speeltuin
vereniging Gerard Doustraat; hij wil die als voorbeeld
even aanhalen. Deze speeltuinvereniging had een fondsje
gevormd van ongeveer 1500,a 2000,voor het
stichten van een clubhuis. Na de oorlog bleek de a -
rastering om de speeltuin totaal te zijn vernield en het
stamkapitaaltje, bestemd voor het clubhuis, moest wo
den aangewend om de omrastering te repareren. De
vereniging heeft aandrang op het college uitgeoefend o n
enige hulp te verstrekken, maar B. en W. konden cp
dat ogenblik niet helpen. Nu heeft de raad feitelijk 1
inbreuk gemaakt op het oorspronkelijk door hem ing
nomen standpunt door garant te worden voor de eers e
lening, groot 25.000,aan Jong Leven. Er is toen
door de heer Kamstra al iets van gezegd, maar wan
neer spr. had geweten, dat de zaak tot zulke proporties
zou uitgroeien als nu blijkt, dan zou ook hij zich toen
reeds met hand en tand tegen het betreffende voorst ;1
hebben verzet. De Voorzitter heeft toen, in antwoord
op wat de heer Kamstra zeide, medegedeeld, dat h :t
de bedoeling van het college was aan het concep -
besluit, dat de raad op de achterkant van het voorstel
van B. en W. aantrof, toe te voegen, dat B. en W. i e
voorwaarden zouden kunnen stellen, die hun geraden
mochten voorkomen. Daarmee bedoelden zij, zo zei e
de Voorzitter, dat, als het bij de uitvoering van de za k
nodig mocht blijken om bepaalde voorwaarden te steil n
in het belang van de gemeente, zij bevoegd zoud n
zijn zulks te doen. Daarnaast, zo zeide de Voorzitt» r,
is met de Centrale van Speeltuinverenigingen overeen
gekomen, dat het gemeentebestuur daarin een gedele
geerde zal aanwijzen, die dan in deze kwaliteit toezie it
op de gang van zaken kan houden.
Spr. zou, de vraag van de heer Kamstra ondt r-
strepende, willen vragen: hoe staat het nu met le
delegatie van de gemeente in het bestuur van de Cen
trale? Het is een wat ,,rare" geschiedenis met Jo ig
Leven; deze vereniging is uit de Centrale gestapt n
haar gedelegeerde daarin is ook niet meer hoofd! e-
stuurslid van de Nederlandse Unie van Speeltuinorc a-
nisaties. Het liep niet glad. Spr.'s vraag is: Heeft i et
college, hoewel het wanneer de gemeente tenmin te
een gedelegeerde in de Centrale heeft gehad x el
geweten zal hebben, dat het verband tussen Jong Leven
en de Centrale verbroken was, er toen een middel sp
weten te vinden om de controle op andere wijze lit
te oefenen? Spr. vindt het van veel belang alles v at
t.a.v. de speeltuinverenigingen gebeurt over de C n-
trale te laten lopen. Een kleine faciliteit aan de speel
tuinvereniging ,,Het Westen" deze vereniging kr; eg
stenen cadeau wegens onvermogen was voor and re
verenigingen iets onaangenaams. Dat is altijd zo, w ti
neer er iets incidenteels plaats heeft. Spr. zou wil en
voorstellen alles te doen om contact te houden met Je
Centrale en niets te doen buiten haar om. De gemee ite
bespaart zich veel moeite en het geeft tevens zeer v zei
bevrediging aan hen, die zich verdienstelijk maken op
dit gebied.
Het heeft spr. c.s. ook getroffen, dat het bedrag an
25.000,zeer sterk is overschreden. De raad kan nch
niet volledig een oordeel vormen over deze zaak, w int
in le bijlage staat niet zoveel. Het lijkt spr. c.s. eigenlijk
nif mogelijk, dat men onverhoeds voor een totaal be-
dla i van 60.000,— is komen te staan, nadat men ge
stift is met een bedrag van 25.000,—. Daar moet iets
au mee zijn. In de bijlage staat: ,,Door verschillende
on tndigheden, waaronder o.m. het verrichten van
wt ïheden, waarop bij de oorspronkelijke raming
ni, - gerekend, is voornoemde geldlening ter fi
nanciering van de totale aanlegkosten niet voldoende
ge 'ken". Spr. c.s. zouden het op prijs gesteld hebben,
al: deze bijlage, mede met het oog op de critische
oom er. ing van de Fin. Commissie, toch al vast iets
uil ger op de zaak was ingegaan. Zij weten echter
wk de Voorzitter bereid is, alsnog een toelichting
te er Iedereen begrijpt, dat dit niet een normale zaak
isl Afgezien van de door de Voorzitter te geven in-
lic en zou spr. nog graag een paar opmerkingen
m. Wanneer men het complex van de speeltuin-
ve ing Jong Leven ziet. komt men tot de conclusie,
dit pt clubhuis het centrale punt is en de speeltuin
ei. nlijk maar een aanhorigheid. Ondanks de dure in-
ve ing heeft de eigenlijke speeltuin niet meer waarde
indere speeltuinen. Spr. zegt dit niet. omdat hij
bi en bepaalde speeltuinvereniging betrokken is, maar
hi riet wel eens, hoe daar op eenvoudige wijze, knus
er re tig, met elkaar wordt gewerkt, zonder dat er
fln cc.it aan deze vereniging is verstrekt.
BH erdient in het algemeen geen aanbeveling, nog
afge en van de financiële kwestie en eventuele finan
ce righeid, de zaak op een leest te schoeien als bij
Jo ven geschiedt. De raad moet in geen geval daar
af dewerken. Het gebouw van Jong Leven is een
so i gaderlokaal, een dorpshuis, en spr. weet niet,
of de kinderen er wel vaak in zijn. Het wordt ver-
mocch jk wel dikwijls verhuurd. Laat men die kant niet
Hgaan.
e. dotte iets over de financiën. Spr. heeft bij zich
ida van de jaarvergadering van Jong Leven.
ian is toegevoegd de balans op 1 Januari 1949,
di -.it met een positief kapitaal van 1700,Dat
is nu herziening, een negatief kapitaal van 1000,
ge or en. Dat is een vrij groot verschil. Hij gelooft
dus het financiële beleid daar niet altijd behoorlijk
na ien is gekomen, althans niet voor de leden der
ve ng. Spr. wil op twee punten aan de uitgaven-
zij aandacht vestigen, in de eerste plaats: verwar-
ra 00,Hij stelt zich voor, dat dit ongeveer
o\ omt met 100 hl anthraciet. Overigens heeft
sp aanleiding tot critiek, ook niet op de afschrij-
vi aar wel op de post Onderhoud gebouwen, die
veel te laag is geraamd. Er staat niets op dan
Vk j onderhoud omrastering 100.met een
cserve van 119,Acht de wethouder het
in nd verantwoord dit bedrag zo laag te ramen?
If 1 spr. voorkomen, dat men er niets mee zal
doen. Hij heeft nieuw aangebrachte dingen ge
zien ils bijv. een fonteintje. Deze uitgaven zullen dus
wi iets hoger worden,
B i oeilijke punt is de ontvangstzijde van de be-
9r iq. Spr. wil er de aandacht op vestigen, dat de
zar a 500,en de verloting jaarlijks terug-
posten zullen worden, want de begroting zal
oo het volgende jaar in evenwicht moeten zijn. En
verplicht een bazar en een verloting te
ho den is eigenlijk onjuist. Al zou dat gelukken, dan
''ouden van een zodanige inzameling op zo hoog
ook naar het oordeel van besturen van andere
1 uinverenigingen, niet van goede invloed op dit
Eigenlijk moet Jong Leven wel weten, dat het
ve eerd is. Men moet een verloting houden voor bij
zo Here uitgaven. Maar het moet niet zijn een „angstig
■^je dat elk jaar terugkomt. Dat werkt onprettig.
Bn bestuurslid van een andere vereniging verzekerde
dat hij, als het zó zou moeten gaan, geen nacht
B^i zou slapen. Spr. vraagt zich overigens af. of het
altijd wel zou gelukken de begroting op een dergelijke
wijze sluitend te krijgen. Hij is bang, dat de garantie
dan wel eens geëffectueerd kan moeten worden. En
dat zou niet passen in het speeltuinplan.
Verder zouden er dit jaar giften zijn tot een bedrag
van 500,Spr. heeft zich wel eens met iets dergelijks
bezig gehouden en hij is niet zo optimistisch in dit op
zicht. Met 3400,huur voor de zaal sluit dan de
zaak. Het komt spr. c.s. voor, dat deze begroting nader
moet worden bekeken. Als particulier zou spr. zeggen:
Ik trap daar lang niet in." Kan de raad dat dan wel
doen? Of moet hij misschien degenen, die optimistisch
zijn geweest en die blanco crediet hebben gegeven,
zoals de bank. het verder maar laten financieren?
Spr. gelooft, dat de kinderen even goed kunnen spe
len, als er geen grote uitgaven worden gedaan. Deze
komen alleen het gebouw ten goede. Keurige gordijnen
op fraaie roedjes e.d. hebben de zaak topzwaar gemaakt.
De raad moet afwachten wat van de zijde van B.
en W. nog gezegd kan worden. Spr. c.s. menen, dat
hier iets anders behoort plaats te vinden dan monde
linge besprekingen; er dienen uitvoerige rapporten te
komen. Is het niet mogelijk, dat de raad, gezien de aard
dezer begroting, een accountantsverslag krijgt van het
Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten? Het gaat om een enorm bedrag .en ook
om een principe. Spr. meent, dat de gemeente het bij
de eerste garantie moest laten, tenzij de raad uit een
accountantsrapport de vrijmoedigheid zou kunnen put
ten om een dergelijk bedrag te voteren.
De heer Tiekstra zou wel graag enkele opmerkingen
maken. Dit punt is in de vergadering van de Fin. Com
missie aan uitvoerige bespreking onderworpen geweest,
welke besprekingen ten slotte zijn uitgemond in de op
merkingen. die zij gemaakt heeft.
Spr. gelooft, dat hij het goed schetst, wanneer hij
zegt, dat deze daad van Jong Leven de raad een beetje
heeft doen schrikken. Hieruit vloeit naar zijn gevoel
voort, dat men voor dit speeltuinwerk en het andere
werk, dat door Jong Leven wordt gedaan en dat eigen
lijk boven de sfeer van het speeltuinwerk komt te liggen,
een beetje huiverig wordt, en daarvoor wil spr. toch
wel waarschuwen.
V/anneer men de kant van Lekkum uitrijdt en ziet
wat er in en om het gebouw gebeurt, zal men tot de
conclusie komen, dat dit werk van zo groot belang voor
de bevolking is, dat, wanneer het gevaar loopt, de ge
meente bereid moet zijn de helpende hand te bieden en
de garantie te geven. Dit neemt niet weg, dat zij zich,
alvorens hiertoe over te gaan, zekerheid moet verschaf
fen en het is de bedoeling, dat deze garantie dan ook
wordt onderworpen aan strenge voorwaarden.
Spr. gelooft, dat de speeltuinvereniging opgescheept
is met een curator, die de zaak in het oog zal houden.
Als hij zich niet vergist, is het gebouw geplaatst op
gemeentegrond, waaruit toch voor de gemeente een
garantie voortvloeit. Het risico wordt hierdoor, naar
spr.'s gevoelen, wel verminderd.
Hij wil eindigen met de opmerking, dat het van be
lang is, dat de gemeente haar steun aan het speeltuin
werk voortzet en hij hoopt, dat dit werk niet weer zal
leiden tot wat hier ongelukkigerwijze is geschied.
De heer W. C. Dijkstra heeft behoefte iets te zeggen
naar aanleiding van de opmerkingen van de heer De
Jong.
Spr. stelt voorop, dat ook zijnerzijds een gevoel van
onbehagen aanwezig is in verband met de gang van
zaken in dezen. De heer De Jong stelt de kwestie echter
zodanig, dat er toch iets naders van gezegd moet wor
den. Hij is te ver gegaan en heeft dit punt niet breed
genoeg en te veel van de zakelijke kant bekeken. De
sociale factor verwaarloosde hij geheel.
Onvolledig b.v. is de opmerking, dat de vereniging