106 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 6 September 1949.
terecht gebracht. Op allerlei posten echter, niet alleen
op de plaatsen van wethouders, maar ook in het ambt
van burgemeester en nog hogere functionarissen wor
den talloze lieden benoemd, die niet eerder werk heb
ben gedaan, dat hun een zekere opleiding zou hebben
kunnen geven. Spr. gelooft dan ook, dat de wijziging
van het standpunt, of liever gezegd, het standpunt, dat
door de fracties van de P.v.d.A. en de A.R. wordt
ingenomen, beslist niet juist is en dat, wanneer men
inderdaad een bredere en de meest juiste samenstelling
van het college wil hebben, gezien de uitslag van de
stembusstrijd, een wethouderszetel door een candidaat
van spr.'s partij zou moeten worden bezet.
Spr. zou nog op een enkel punt terug willen komen
n.a.v. wat de heer Zittema heeft gezegd. Hij gelooft,
dat deze ook doordat hij de hier lang begraven school
strijd. nu op het gebied van het kleuteronderwijs, weer
naar boven haalde, blijk gaf het standpunt van spr. c.s.
niet te kennen. Hij heeft hen in de uiterst linkse vleugel
willen duwen, toen hij zojuist de 13 leden van de chris
telijke partijen bijelkaar telde. Als spr. zich echter goed
herinnert, heeft de heer Zittema op de vergadering,
waar vooroverleg gepleegd is, bezwaren tegen spr.'s
partij naar voren gebracht, niet op grond van haar
houding t.a.v. het openbaar en christelijk onderwijs,
maar blijkbaar op grond van de economische opvat
tingen, die in spr.'s partij worden gehuldigd. Toen heeft
spr. beqrepen, dat de heer Zittema hem c.s. als uiterst
rechts kwalificeerde. Het schijnt voor hem nog bijzon
der moeilijk te zijn er achter te komen wat spr.'s partij
eigenlijk wil. Spr. meent, dat er voor de heer Zittema
geen aanleiding bestaat om haar van links naar rechts
te schuiven of haar een verwijt te maken.
De heer Beuving zegt, dat het het goed recht van de
heer Wiersma is in te gaan op hetgeen spr. hier naar
voren heeft gebracht, maar spr. verwacht toch van
hem, dat hij niet met het argument ..ondemocratische han
delingen van het Oosten'' komt, een argument, dat hier
al eerder is weerlegd. Spr. c.s. van hun kant hebben
hem nog nooit het verwijt gemaakt, dat hij misschien
aan de kant van Amerika staat, waar vandaag de dag
nog negers worden gelyncht. Nu heeft hij echter als
argument gebruikt een smoesje, dat hier al eerder is
verteld. Er is de heer Wiersma toen gevraagd eerst te
zeqgen wat er dan in werkelijkheid in Tsjechoslowakije
gebeurd was, maar deze heeft daar niet op geantwoord.
Zo'n argument is voor spr. van nul en gener waarde.
De heer Zittema zegt, dat er toch wel een belangrijk
verschil in opvatting tussen de heren W. C. Dijkstra.
Wiersma en spr. bestaat t.a.v. de vergadering der frac
tievoorzitters. Men moet zich toch kunnen voorstellen,
dat, als men als fractieleider naar zulk een vergadering
qaat, men voor een nieuwe situatie stond, dat het ver
leden had afgedaan en dat men als gelijkwaardige
partners kwam. Spr. had verwacht, dat men open en
eerlijk de feiten ter tafel zou brengen. Het was echter
zo, dat vóór de officiële opening der vergadering het
standpunt van de P.v.d.A. en de A.R. reeds bekend
was. Voor spr. was die avond toen al verloren. Het
vergaderen had in het geheel geen zin en geen nut meer.
Spr. heeft woordelijk dit gezegd, hoewel hij weet, dat
het een gemeenplaats is: ,,Het wordt en het is vechten
tegen de bierkaai.' Waarom zou hij op die avond,
terwijl in principe reeds vaststond wat de raad hier
vanavond hoort, daar tegen in gaan? Z.i. was daar
plaats en tijd voor op een vergadering als die van van
avond. Spr. had op die avond waarlijk geen lust meer
om een standpunt ter tafel te brengen. Het mooie was
er af. Nu mogen de heren W. C. Dijkstra en Wiersma
zeggen, dat het toch gekund had en dat er niets op
tegen was geweest, spr. echter heeft de zaak van de
andere kant benaderd. De twee „regeringspartijen"
hadden, gezien het verleden, ook het heden aan banden
gelegd. Als men spr. een briefje had gestuurd met de
mededeling: „Zo staan de zaken", dan was hij op die
voorvergadering niet gekomen.
Daarin bestond toen en bestaat vanavond nog spr s
teleurstelling.
De heer W. C. Dijkstra zou nog gaarne iets willen
recht zetten.
De Voorzitter herinnert er aan, dat nu in tweede
instantie gesproken is. Hij moge er aan toevoegen, dat
zeer vele zaken, die vanavond besproken zijn, bij de
politieke beschouwingen in de begrotingsvergaderi g
beter op haar plaats zouden zijn geweest.
De heer W. C. Dijkstra verklaart het woord e
vragen, omdat de goede trouw van zijn fractie in twijfel
wordt getrokken.
De heer Wiersma bevestigt dit.
De Voorzitter blijft, daar in tweede instantie ree s
is gesproken, bij zijn mening, dat de discussies geslotm
dienen te worden.
Daar niemand der raadsleden zich daartegen ve -
klaart, stelt de Voorzitter vervolgens voor om tot de
stemming over te gaan.
De hear A. Witteveen: Soe ik noch in lyts wurdts e
sizze meije?
De Voorzitter kan dit niet toestaan. De beraadsl >-
gingen zijn gesloten; de raad dient nu over te gaan tit
de stemming voor de eerste vacature.
De heren Hartstra en W. M. de Jong vormen h :t
stembureau.
Benoemd wordt:
Voor de eerste wethouderszetel de heer M. H. Geert
met 29 stemmen (6 bilj. blanco).
De heer Geerts verklaart de benoeming aan te neme i.
Voor de tweede wethouderszetel de heer J. K. Dij
stra, met 29 stemmen (6 bilj. blanco).
De heer J. K. Dijkstra verklaart de benoeming a; n
te nemen.
Voor de derde wethouderszetel de heer D. Witt -
veen, met 29 stemmen (6 bilj. blanco).
De heer D. Witteveen verklaart de benoeming a n
te nemen.
De uitslag van de stemming voor de vierde wetho ï-
derszetel is als volgt:
De heer Beeksma 16 stemmen, de heer V. d. Ve n
7 stemmen, mevr. HeijmeijerCroon 3 stemmen, e
heer Pols 3 stemmen en de heer A. Witteveen 3 sten-
men (3 bilj. blanco).
De Voorzitter deelt mede, dat er, nu geen volstrek :e
meerderheid is verkregen, een vrije herstemming ge
houden moet worden.
Benoemd wordt de heer E. Beeksma, met 18 stemm n
(de heer V. d. Veen 7 stemmen, mevr. Heijmeijer
Croon 3 stemmen, de heer Pols 3 stemmen en de heer
A. Witteveen 3 stemmen (1 bilj. blanco).
De heer Beeksma verklaart de benoeming aan te
nemen.
Punt 3.
De Voorzitter deelt mede:
a. dat Ged. Staten dezer provincie hebben goedge
keurd de raadsbesluiten van 13 Juli 1949 tot afsta nd
in erfpacht van bouwterrein aan de Pieter Lastm; n-
straat, de Vijverstraat en de Lekkumerweg, tot veri u-
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 6 September 1949. 107
I ri; g van industrieterrein aan de Snekertrekweg. van
I bouwland aan de Tijnjedijk en bij de Greunsweg en tot
I h garanderen van een door de Speeltuinvereniging
Ing Leven" aan te gane geldlening.
/oor kennisgeving aangenomen.
b. dat zijn ingekomen rapporten omtrent de verifi-
J ca e van boeken en kas der Gemeente Lichtbedrijven,
I de Gemeentewerken, het Gemeentelijk Grondbedrijf en
She Gemeentelijk Woningbedrijf.
De hear Van der Meer is it opfallen, dat dy kas-
iko tröle halden is op 21 Juny en dat ien forslach yn-
I korunen is op 8 Augustus en in oar noch letter. As it
I les oan 'e fakansje, dan wol spr. der minder fan sizze,
I m oars komt it him dochs foar, dat dy rapporten let
I g' söch binne. Spr. lit it oan e Foarsitter oer, as hy de
o nerkirig oan it adres fan it Centraal Bureau voor
ïficatie en Financiële Adviezen der Vereniging van
k derlandse Gemeenten trochjaen wol of net.
3e heer Geerts (weth.) ziet, dat een der rapporten
g lagtekend is 4 Augustus 1949, bij B. en W. is bin-
n ïgekomen 8 Augustus en voor gezien getekend is
o 16 Augustus. Hij ziet daar niets onregelmatigs in
ei weet niet wat de heer V. d. Meer met zijn opmer-
k g bedoelt. Of vindt hij de tijd tussen de controle en
d binnenkomst bij B. en W. te lang?
3e hear Van der Meer bidoelt. dat it Bureau wol
8 f9 wiken tiid nedich hie om nei de kontröle rapport
ut to bringen.
De heer Geerts (weth.) antwoordt, dat dit een zaak
is van het secretariaat van het Bureau voor Verificatie
e Financiële Adviezen en dat B, en W. op de duur
v de werkzaamheden van dat bureau geen enkele
ii loed hebben. Zij ontvangen de rapporten op een
bepaald moment en geven ze aan de raad door. Zij
h bben echter nog nooit aanleiding gevonden om daar
e ige opmerking over te maken.
De hear Van der Meer woe it dêrom ek oan 'e Foar-
si er oerlitte oft hy dizze opmerking trochjaen woe of
net.
De Voorzitter meent, dat deze zaak thans voldoende
es in voldoende instanties is besproken.
3e rapporten worden voor kennisgeving aange
nomen.
P nt 4.
De verdeling geschiedt als volgt:
erste sectie de heren Kromkamp, Heijstra, Visser,
G de Jong, Santema, Beuving, Schootstra, Tiekstra en
V Dijkstra en mevr. VondelingVan 't Hof;
veede sectie:
e heren Wiersma, W. C. Dijkstra, Slaterus, Lef-
fe stra, V. d. Wal, Hartstra, V, d. Meer en Kamstra,
mevr. HeijmeijerCroon en de heren V. d. Schaaf en
D Vries;
erde sectie:
:e heer Zittema, mevr. RingenaldusV. d. Wal en
de heren Sijbrandij, W. M. de Jong, Pols, Vellenga,
V d. Veen, A. W/tteveen, K. de Jong en Rengelink.
'olgens art. 60 van het Reglement van Orde is weth.
Geerts, als loco-burgemeester, voorzitter van de eerste
sectie.
Bij de loting worden aangewezen: tot voorzitter van
de tweede sectie weth. Dijkstra en tot voorzitter van
de derde sectie weth. Beeksma, terwijl weth. Witteveen
mede zitting zal nemen in de eerste sectie.
Punt 5.
De Voorzitter heeft op zijn lessenaar een lijst met
namen gevonden en vermoedt, dat deze voortgekomen
zijn uit het onderling overleg tussen de verschillende
raadsfracties. Mocht dat inderdaad het geval zijn, dan
zal, naar spr. aanneemt, de raad dus bereid zijn zich
aan de namen op de lijst te houden.
De heer W. C. Dijkstra zegt, dat na het onderling
overleg, waarvan deze lijst de vrucht is, nog enkele
veranderingen zijn aangebracht, waarvan spr. mede
deling doet."
In de aanbeveling voor de Commissie voor de Open
bare W^erken moet de heer J. Visser worden vervangen
door de heer K. Sijbrandij.
In de aanbeveling voor de Commissie voor de Ge
meentereiniging moet de heer E. Beeksma, die nu tot
wethouder is benoemd, worden vervangen door de heer
H. Kromkamp.
In de aanbeveling voor de Commissie voor de Ge
meentelijke Lichtfabrieken moet de plaats van de heer
K. Sijbrandij worden ingenomen door de heer J. Visser.
De heer Van der Wal wil namens zijn fractie nog-
maal een ernstig waarschuwend woord laten horen.
De anti-communistische hetze, vorig jaar ook in deze
raad ingezet, heeft voor de werkende bevolking zeer
nadelige gevolgen gehad. De P.v.d.A., die de gang
maker is geweest van deze hetze, heeft hiervan zelf de
wrange vruchten geplukt, alleen de reactie is er wel
j bij gevaren. Deze reactionnaire krachten beknotten, met
de steun van de leiders der P.v.d.A., steeds meer de
democratische rechten der werkende bevolking, waar
van het weren van communisten uit de raadscommissies
een voorbeeld is. Spr. c.s. zullen steeds en bij voort
during de werkende bevolking wijzen op de gevaren,
die haar van deze kant bedreigen, gevaren, die voor de
oorlog de weg vrij maakten voor het fascisme en ook
nu weer direct zijn gericht tegen de arbeidersklasse.
Thans, nu een economische crisis dreigt, ziet het kapi
talisme geen andere uitweg dan de lasten van deze crisis
af te wentelen op de schouders van de werkende be
volking en zij meent door het voorbereiden van een
nieuwe oorlog uit het slop te kunnen geraken.
Nu door het kapitalisme en zijn handlangers niets
anders kan worden geboden dan harder werken en
soberder leven, terwijl milliarden worden besteed aan
een koloniale oorlog en de voorbereiding van een nieuwe
oorlog, zullen de rechten, die de arbeidersklasse in
jarenlange strijd heeft veroverd, worden vernietigd.
Spr. c.s., gekozen door de arbeidersklasse en ver
tegenwoordigende die klasse, eisen ook nu hun demo
cratische rechten, om hun werk in deze raad, waartoe
ook het werk in de commissies behoort, te kunnen uit
voeren. Zij zullen hiervoor de strijd blijven voeren, er
van overtuigd zijnde, dat dit een rechtvaardige strijd is.
Ook de heer Van der Veen doet nog mededeling van
enkele veranderingen in de lijst van aanbevolenen voor
de commissies.
Spr. stelt namens zijn fractie candidaat voor lid van
de Commissie voor de Openbare Werken de heer P.
Leffertstra en voor lid van de Financiële Commissie de
heer H. Pols.
Benoemd worden de heren Schootstra en Zittema,
mevr. Ringenaldus-V. d. Wal en de heer Sijbrandij. (De
heer Leffertstra kreeg 3 stemmen; 2 bilj. blanco).
Punt 6.
Benoemd worden de heren A, Witteveen, Kromkamp,
W. Dijkstra en W. M. de Jong. (De heer Pols kreeg
3 stemmen, de heer Leffertstra 1 stem; 2 bilj. blanco).