124 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 9 November 1949. Punt 5 (bijl. no. 182). De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt: T. W. Jeelof. alhier. Benoemd wordt de heer Jeelof, met alg. stemmen. Punt 6 (bijl. no. 173). De heer W. C. Dijkstra zegt, dat in de bijlage tot dit agendapunt enkele woorden staan, die de raad, j namens welke spr. op het ogenblik het woord voert, gaarne tot de zijne wil maken. B. en W. merken daarin op, dat het besluit van de Onderlinge Brandwaarborg- Maatschappij om ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan een som van 25.000,aan de gemeente te schenken ten behoeve van de verbetering der brand weer, opnieuw getuigenis aflegt van de bijzondere be langstelling der maatschappij voor de ontwikkeling van de brandweer en ongetwijfeld in belangrijke mate kan bijdragen tot het goede functioneren van deze dienst. Ook de raad is van dit gevoelen en stelt er daarom prijs op, voor deze schenking, die ongetwijfeld door de burgerij hogelijk zal worden gewaardeerd, erkentelijk heid uit te spreken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 (bijl. nos. 178, 174, 177, 184, 176, 179 en 183). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 14 (bijl. no. 180). De heer Beuving zou allereerst een opmerking willen maken betreffende de redactie van bijlage no. 180, waarin wordt voorgesteld tot wijziging van de Loon regeling 1947, voor een deel van het gemeentepersoneel, over te gaan. Er wordt medegedeeld, dat de commissie voor het G.O. hiermede haar instemming betuigt. Hier zal vermoedelijk bedoeld zijn de raadscommissie voor het G.O., daar de vertegenwoordiger van de B.N.O.P. in het G.O. zijn goedkeuring aan deze wijziging niet kan hebben gegeven. Dit blijkt ook wel uit het door deze bond aan de raad van Leeuwarden gezonden schrijven. Waanneer men de nieuwe loonregeling der rijkswerk lieden, waarop men ook die der gemeentewerklieden wil afstemmen, beziet, komt de vraag naar voren: staan deze inkomsten wel in de juiste verhouding tot de nood zakelijkste uitgaven voor het levensonderhoud? Spr. moet daarop antwoorden, dat ze zich in geen enkel op zicht hierbij aanpassen en hij is geneigd te spreken van zeer slechte lonen, vooral in de loongroepen 2 en 3. Daarbij bedenke men, dat deze lonen bruto zijn, dat er dus nog heel wat afgaat, voordat ze bij moeder-de- vrouw komen. B. en W. geven er blijk van aan te voelen, dat bij de nieuwe regeling van verhoging geen sprake is en dat de werklieden bij het wegvallen van de mildheidsclausule zelfs minder in de loonzakjes zullen ontvangen dan tot nu toe, want zij stellen voor, bij overgangsbepaling een tijdelijke garantie-toelage te verstrekken, gelijk aan het loon, dat ten gevolge van de aanpassing minder zou worden ontvangen. Dit is dus een tijdelijke tegemoetkoming aan de minst-betaal den, doch geeft geen oplossing voor het op een redelijk peil brengen van deze lonen. Dit laatste zou kunnen gebeuren door bepaalde werklieden over te brengen van bijv. loongroep 2 naar loongroep 3, van loongroep 3 naar loongroep 4, dus een titulaire overschakeling naar een hogere loongroep, zoals ook is omschreven in het tot de raad gerichte schrijven van de B.N.O.P. en wat met talloze voorbeelden wordt toegelicht. Spr. wil enige voorbeelden uit dit schrijven citeren: Hier staat o.m. ,,7a. T.a.v. de functie, opgenomen in groep 2, blijkt: dat het personeel van de gasfabriek in Uw gemeente met de titels plaatswerker, plaats werker-cokesbezorger, syphonpomper in ver schillende gemeenten met de titel terrein- werker, terreinknecht, syphonpomper zijn opgenomen in loongroep 3. Dit is o.a. het geval in de gemeenten Den Haag, Wormer- veer, Groningen, Amersfoort en in de pro vincie Noord-Holland. b. Het personeel bij de reiniging staat bij an dere gemeenten onder verschillende titels zoals reiniger, tonnenwisselaar, as- en ton- nendrager, faecaliën - ophaler, beltwerker straatveger, in loongroep 3. Dit is bijv. het geval in Zaandam, Wormerveer, Heeren veen. Borne, Delft en Zutphen. c. Opperman Gemeentewerken staat in verwec de meeste gemeenten in groep 3. 8. In aansluiting op de gegevens onder punt betreffende de hulpvaklieden volgen hie enkele gegevens, die de mogelijkheid ope nen, de in groep 3 opgenomen functies op te trekken." Spr. zal niet verder citeren, maar hieruit blijkt dui delijk, dat, zoals ook in andere gemeenten is geschied de minst-betaalden met een beetje goede wil in hoger loongroepen kunnen worden geplaatst. Spr. zou B. en W. daarom willen verzoeken, dit pun even aan te houden en de mogelijkheden te bezier welke zijn neergelegd in het schrijven van de B.N.O.F De heer Heijstra c.s. vinden vanzelfsprekend het loon van de lager-betaalden in de gemeentedienst niet toe reikend. Dit geldt op het ogenblik niet alleen voor he gemeentepersoneel, maar voor alle groepen van arbe ders in Nederland. Men weet echter, hoe deze loor, regeling tot stand gekomen is en welke moeilijkheden er aan vast zaten. Nu heeft de heer Beuving naar aan leiding van het adres van de B.N.O.P. naar voren ge bracht, dat deze bond niet accoord ging met de rege ling, zoals ze wordt voorgesteld. Op de voorlaatste vergadering van het G.O. evenwel, waarin behalve de besturen van alle organisaties de directeuren der dien sten onder leiding van de wethouder van Soc. Zake.ï bijeen waren en waaraan ook enige raadsleden, die zit ting in de commissie voor het G.O. hebben, deelname; zijn alle functies ingedeeld in de verschillende groepe en daar ging niet alleen de Unie, maar ook de E.V.( mee accoord. In de laatste vergadering van het G.C evenwel ging deze er weer niet mee accoord en dat is, naar spr. meent, het paard achter de wagen spanne Er is ruim een jaar nodig geweest om deze regeling tot stand te brengen en zou ze nu weer moeten worden aangehouden, dan zou dit misschien weer een oport - houd van een half jaar betekenen. Daarom zou sp daartegen met alle kracht willen waarschuwen. Lij vindt, dat deze regeling wel moet worden aanvaar Meent men echter, dat de mogelijkheid zou bestaai, enkele groepen arbeiders in hogere loonklassen e plaatsen, dan zou men in overleg met de directeur; n van dienst en de besturen van Unie en E.V.C., de va - centrale, die regelmatig bij de vergaderingen vertegen woordigd is, na aanneming van deze regeling een voorstel ter zake moeten doen. Dan zou niet alles, wit bij de thans voorgestelde wijziging wordt gerege i weer behoeven te wachten. De heer Beuving heeft enkele passages geciteerd mt het schrijven van de B.N.O.P. en nu meent spr., dat hij te kort zou doen aan het Uniebestuur en zelfs a n het bestuur der E.V.C., dat toch ook heeft meegeweixt aan het tot stand komen van deze regeling, als hij niet Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 9 November 1949. 125 I m mde de gevallen, waarin de arbeiders elders in lagere I groepen zijn geplaatst dan in Leeuwarden. In verschil lende gemeenten zijn de tonnenbezorgers ingedeeld in I groep 3: in Leeuwarden zitten zij in groep 4. Dat is, zou spr. zeggen, voor Leeuwarden dus nogal be ll hi rlijk. Voorts wil spr. opmerken, dat men het loon lv n de gemeentewerklieden ook heeft te zien in ver- i h< ding tot andere groepen van arbeiders hier ter sti e. Vergelijkt men de lonen van de laagste groep gr eentepersoneel met de overeenkomstige lonen in het I vr bedrijf, dan kan men de gemeentelijke regeling ee behoorlijke noemen, die gerust de toets der critiek k. doorstaan. In het particuliere bedrijf heeft bijv. een bu chauffeur 40,50, een chauffeur bij de gemeente he ft 45,waar dan natuurlijk nog een bepaald pe entage voor pensioen afgaat. Spr. vindt dit niet te ve i maar wat zou op het ogenblik wèl voldoende zijn vo - een arbeider? ten zit hier ook met de moeilijkheid, dat de indeling in et kader van de aanpassing bij de Rijksregeling de go Ikeuring van Ged. Staten nodig heeft. Een over- l w ing van het bestuur der Unie en zelfs ook van dat dr E.V.C. op de bewuste vergadering was, dat men ee verder gaand voorstel niet goedgekeurd zou krijgen. pr. herhaalt, dat deze regeling moet worden aan- va rd, maar hij wil er bij B. en W. wel op aandringen, m het oog op het feit, dat deze regeling wordt geacht te ijn ingegaan op 1 Januari 1948, die arbeiders, op v thans de mildheidsclausule van toepassing is en ve r wie deze regeling uiteindelijk een verlaging van loc i meebrengt, niet op te leggen de achterstallige ver- hr ing der pensioensbijdrage terug te betalen. »e heer Pols zou gaarne, in verband met wat vorige spiekers hebben gezegd, enkele opmerkingen maken. ')ver de onderwerpelijke lonen wil spr. het niet heb- b maar hij zou willen wijzen op het gevaar van het op'rekken van verschillende functies naar hogere klas se' Hij weet n.l. uit ervaring in den lande, ook doordat hi zitting heeft in de Looncommissie, dat men een scheve figuur krijgt, als de overheidsbedrijven personeel ga n herclassificeren. In het particuliere bedrijfsleven he ft men de moeilijkheid, dat de Rijksbemiddelaar de lo; en moet goedkeuren. *e heer Heijstra heeft enkele cijfers genoemd, waar- ui naar spr. s mening, blijkt, dat de bus-chauffeurs er no, niet zo slecht voor staan: de Rijksbemiddelaar keerde trouwens dit loon goed. pr. herhaalt ten slotte, dat hij voorziet, dat optrek- ki g van functies in overheidsbedrijven zekere span ningen zal verwekken in het vrije bedrijfsleven. >e heer Van der Wal wil zich in de eerste plaats aansluiten bij zijn fractiegenoot, die er op heeft gewe- ze' dat er nog een bepaalde mogelijkheid zou bestaan on de laagst-geplaatste gemeentewerklieden een enigs- zin redelijk loon te doen toekomen. Er wordt hier ge sp oken over een loon, dat niet toereikend is en er is oo: gesproken over de lonen in de particuliere bedrij- vi Ook spr. c.s. staan op het standpunt, dat er ver schillende lonen in de particuliere bedrijven zijn, die lang en lang niet toereikend zijn om in de noodzake lijkste behoeften van de arbeidersgezinnen te voorzien. Spr. meent, dat men als gemeente toch zeker niet moet zien naar de te laag bezoldigde arbeiders in het vrije bedrijf, maar alles moet doen om de lonen, hier ge ne md in groep 2, met als laagste 40,32, te verbeteren. Dr is een bruto loon, dat bij het steeds duurder worden de noodzakelijkste levensmiddelen onvoldoende moet worden geacht om er behoorlijk van te kunnen rond komen. erbetering van deze toestand zal zeer zeker ook afh mgen van het gemeentepersoneel zelf, van de actie, welke het eventueel zal voeren. Spr. meent evenwel, evenals zijn fractiegenoot, dat het mogelijk zal zijn, bijv. door arbeiders uit groep 2 naar groep 3 te brengen, nog een kleine verbetering voor deze mensen te bereiken. De heer Beeksma zal, na hetgeen de heer Heijstra al van deze zaak heeft gezegd, betrekkelijk kort kunnen zijn. Het voorstel, dat thans voor de raad ligt, is een af ronding van de Loonregeling, die tot stand is gekomen met de volledige medewerking van alle vakorganisaties. Voor de inpassing in de verschillende groepen is het college van de zijde van deze organisaties alle lof ge bracht, omdat het voor de betrokkenen uit de regeling had gehaald wat er in zat. De grondslag is dus twee jaar geleden en verleden jaar al gelegd en daar, waar nu nog verschil was tussen de Rijks- en de gemeente- lonen, hebben B. en W. de lonen van de gemeente werklieden in overeenstemming willen brengen en dat moesten zij trouwens ook doen met die van overeenkomstige werklieden van het Rijk. Daarbij bleek, dat enkele lonen in Leeuwarden beneden en andere boven de lonen kwamen, die door de Rijksrege ling zijn voorgeschreven. In Leeuwarden staken de lo nen van de gemeentewerklieden steeds uit boven die van de Rijkswerklieden en die, welke in andere gemeen ten golden, misschien doordat hier altijd een zeer voor uitstrevende geest in de gemeenteraad heerste. Wat degenen, wier lonen hoger liggen dan de over eenkomstige der Rijksregeling, minder zouden krijgen, als de Rijksregeling volledig zou worden ingevoerd, willen B. en W. hun voorlopig laten houden; het is de bedoeling, dit te laten inverdienen, totdat, na 6 jaar, de Rijksregeling en de gemeenteregeling gelijk zijn. Nu is het een feit, dat niemand zal ontkennen, dat de laagst-bezoldigden en niet alleen de laagst-bezol- digden in dienst van de overheid, maar ook (de heer Heijstra zei dit reeds) die in particuliere bedrijven een loon genieten, dat niet toereikend is om een be hoorlijk levensonderhoud te verzekeren. Hier komt men echter, zo meent spr., op ander terrein. Aan de loonregeling, zoals die hier ligt en waarvan B. en W. hebben gemaakt wat er van te maken viel, valt niet te tornen. De heer Beuving heeft enkele voor beelden van loonregeling in andere gemeenten genoemd, maar. zoals deze gegevens de raad worden voorgelegd, kan niet beoordeeld worden, of ze wel juist zijn in die zin, dat invoering van die regelingen in Leeuwarden een verbetering zou betekenen. B. en W. betwijfelen dat ten zeerste en zijn van mening, dat ze juist nadelen zou meebrengen. Thans komt spr. tot een algemeen verschijnsel. Hij moge herinneren aan de traditionele koek. Er is een koek en die moet worden verdeeld. Deze verdeling is niet helemaal rechtvaardig. De rechtvaardigheid zou groter kunnen zijn, dan ze op het ogenblik is, maar de heer Beuving weet evengoed als spr., dat het hier niet alleen is een kwestie van het gemeentebestuur van Leeu warden, maar ook een kwestie van verhoudingen en machtsverhoudingen. Spr. is zo vrij hier te zeggen, dat, indien de arbeidersklasse van Nederland na de Be vrijding een grotere eenheid had gevormd dan tot dus verre, haar deel van de koek groter zou zijn geweest dan nu het geval is. Er is veel verdeeldheid geweest, de een heeft de ander in de wielen gereden. En zou de tactiek van de E.V.C. en de C.P.N. door een groter deel van de Nederlandse bevolking zijn gevolgd, dan zou de koek aanmerkelijk kleiner zijn dan op het ogenblik, niet alleen nationaal, maar vooral internationaal. Als men iets wil verdelen, dan moet er ook iets zijn om te verdelen en hoe meer er is, hoe groter het aandeel van ieder. Voor het verkrijgen van het grootste deel van de koek is nog altijd machtsvorming nodig. Ook de heer Pols heeft het een en ander over deze aangelegenheid gezegd; deze vreest, dat, als verschil lende functies worden opgetrokken, de regeling der lo-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1949 | | pagina 2