li#
142
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1949. 1 Verslag v^n de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1949. 143
Men moet ook niet vergeten, dat het streven van deze
personen eigenlijk een zuiver commerciële grondslag
heeft. En zo moet men de jachthaven niet zien. B. en
W. gaan er niet van uit, dat het eis is, dat deze self
supporting gemaakt moet worden; dat zal in de toe
komst wel zoveel mogelijk het geval moeten zijn, maar
het zal waarschijnlijk pas in een verre toekomst zo
komen.
Het door de heer Pols verlangde uitstel zou slechts
dit gevolg hebben, dat minstens 3 a 4 weken verloren
gaan, juist in een tijd, dat arbeidsvoorziening hoog
nodig is. Spr. kan niet anders dan dit de raad ernstig
ontraden. Hij ziet het belang er ook niet van in en ge
looft niet, dat de visie van B. en W. op het plan-
Froskepölle er door zou veranderen.
De heer Pols heeft zeer speciaal de nadruk gelegd
op de recreatie. Volgens spr. moet men de recreatie
los zien van de jachthaven. Voor het scheppen van
recreatiegebied, wat de volle aandacht van B. en W.
heeft, blijven overigens inderdaad terreinen in dit com
plex open.
De heer Pols heeft verder gevraagd en dan komt
spr. ook tot de vraag van de heer A. Witteveen
of een jachthavencomplex in de betrokken hoek niet in
de klem zal geraken door stadsuitbreiding. Spr. ge
looft heel openhartig ontkennend te kunnen antwoor
den. Het is juist dit terrein, dat niet in de klem kan
geraken. Aan twee zijden is het omsloten door forse
kanalen, die natuurlijk niet gaan verdwijnen. Boven
dien zou men, als men aan die kant de stad zou gaan
uitbreiden, aan de overkant van die kanalen moeten
bouwen en bruggen moeten aanleggen.
De heren Pols en A. Witteveen vroegen voorts, of
deze hoek van de stad eigenlijk wel geschikt was voor
sportterreinen. Spr. zou daarop wel bevestigend dur
ven antwoorden. Er wonen daar zeer veel mensen en
er komt een vrij aanmerkelijke uitbreiding bij. Mis
schien is er aanstonds nog even gelegenheid platte
gronden te zien en dan zal blijken, dat de verspreiding
van de sportterreinen over de stad bepaald niet on
gunstig is te noemen. Spr. durft zeggen, dat ook deze
terreinen zeer goed op hun plaats zijn, bereikbaar langs
behoorlijke toegangswegen en liggende in een gebied,
welks terreinen niet de hoogste nuttige waarde ver
tegenwoordigen; ze liggen laag, zijn veenachtig en
hebben dit voordeel, dat ze disponibel zijn. Men kan
ten slotte over het nut, de noodzaak en het belang
van een jachthaven discussiëren, maar spr. gelooft, dat
uitbreiding van sportterreinen wel hoog nodig is. Deze
uitbreiding was ook al eerder ter tafel gekomen, als
B. en W. geschiktere terreinen hadden gehad, maar die
hebben zij nu eenmaal niet. Zij hadden wel andere ter
reinen kunnen aankopen, ook wel met grasbedekking,
maar niet geschikt voor het aanleggen van sport
velden. Deze terreinen liggen geheel buiten de stad en
er leiden geen behoorlijke toegangswegen heen. Boven
dien zouden ze veel meer kosten en wat de cultuur
waarde betreft, een groter verlies betekenen. Hiermede
meent spreker ook de vraag van de heer Pols, of deze
beslissing ook te haastig genomen is, te hebben beant
woord. Hij zou daar nog aan willen toevoegen, dat dit
plan niet de vrucht van een onderzoek van enkele
maanden is, maar reeds dateert van de Bevrijding.
Zelfs vóór de oorlog was dit al een urgent vraagstuk.
Na de Bevrijding is het echter klemmender geworden.
Dat B. en W. niet eerder met een plan zijn gekomen,
vindt zijn oorzaak hierin, dat er allerlei andere pro
blemen waren; uiteindelijk heeft de algemene werk
loosheid druk uitgeoefend om snel te handelen.
Wat de jachthaven zelf betreft, deze ligt direct aan
grote kanalen, rustig vaarwater, waar niet een te grote
golfslag staat, en aan een uit- en ingangspunt van de
stad, zodat men geen betere plaats vinden kan. Alle
factoren werken dus mee. Bovendien ligt hier reeds
een jachthaven, zodat men deze slechts behoeft uit te
breiden. Spr. vindt dit zeer noodzakelijk en belangrijk.
Een ieder weet, dat een deel van de watersport onze
stad heeft verlaten, omdat hier geen voldoende outil
lage was. Men heeft elders onderdak voor zijn boten
gevonden. Dit brengt mee, dat ook reparatiewerk en
leveringen voor de stad verloren gaan. En bovendien
betreft het hier een sport, die B. en W. heel graag
zouden willen bevorderen.
De heer V. d. Meer heeft allereerst gevraagd, of het
wel verantwoord is deze cultuurgrond aan dit plan op
te offeren. Het is nu eenmaal zo, aldus spr., dat een
stad, die zich uitbreidt, ten slotte aan cultuurgrond
toekomt. Men kan niet in het luchtledige bouwen.
Waar men een opeenhoping van bevolking krijgt, heeft
men deze gebieden nodig. B. en W. proberen wel de
minst goede gronden voor objecten als het onderhavige
te krijgen; dit gelukt niet altijd, maar deze keer ge
lukte het wel.
De tweede vraag van de heer V. d. Meer was, of
het niet hinderlijk is, dat deze sportvelden onder de
rook van de Reiniging gelegen zijn. Zolang voor het
centrale rioleringsstelsel nog niet een goede oplossing
is gevonden, zal de Reiniging zo af en toe over deze
terreinen misschien wel een minder aangenaam luchtje
verspreiden; dit zal vooral van de windrichting af
hangen. In de toekomst zal dit echter veranderen, want
als er iets vast staat, dan is het wel, dat op de kortst
mogelijke termijn, d.w.z. over enkele jaren, het vraag-
i stuk van het centrale rioleringsstelsel tot een oplossing
moet worden gebracht. Dat wordt straks een harde
noodzaak. Hoe men tot die oplossing zal moeten ko
men, zal nog bekeken moeten worden. Er wordt af en
toe nog aan de plannen, die thans in een bepaald sta
dium zijn, gewerkt. Ook doordat er vrij grote financiële
vraagstukken aan vast zitten, kunnen ze nog niet ver
wezenlijkt worden.
De heer V. d. Meer vroeg ten derde, of het wel ver
antwoord is, zoveel geld in deze zaak te (steken. Het is
nu eenmaal zo, aldus spr., dat sportterreinen duur zijn
en ook een jachthaven is niet goedkoop. Zouden echter
alleen de sportterreinen gemaakt worden en geen jacht
haven, dan werd slechts bereikt, dat de sportvelden
1J/2 a 1^4 maal zo duur zouden worden, omdat nu
goedkope grond voor ophoging vrijkomt. Het is nu
eenmaal een dure tijd. Maar voor het weliswaar niel
onbelangrijke bedrag, dat voor deze objecten wordt
uitgegeven, krijgt Leeuwarden dan ook twee belang
rijke dingen: een goed geoutilleerde jachthaven, die
men gerust representatief mag noemen, en een zee
goed sportcentrum.
Op de vraag i.z. de rentabiliteit van de sportter
reinen zal zijn collega van Financiën wel willen ant
woorden. Spr. meent, dat deze altijd verliezen ople
veren. Bij de jachthaven ligt het iets anders; het za
zeker afhangen van de meer of minder snelle reali
sering er van, dus van het feit of de schiphuizen vlo
kunnen worden gebouwd. Het is de bedoeling, zodr
de schiphuizen zijn gebouwd en ook de mogelijkheic
er toe aanwezig is, de bestaande schiphuizen te sa
neren, wat een verfraaiing van de stad zal betekenen
Dit is ook een belangrijke factor. Langs Potmarge ei
Lange Negen ziet men te pas en te onpas hokken en
schuren staan en die gaan dan verdwijnen, zodra d
boten een plaats kunnen krijgen in de nieuwe jacht
haven. In de toekomst zullen er dus zeer zeker op
brengsten zijn van de jachthaven, die misschien nog
wel vrij hoog kunnen worden. Het hangt ook af va
de verdere exploitatie en van de wijze, waarop alle
zich zal ontwikkelen.
Wat de onder punt 5 door de heer V. d. Meer ge
stelde vraag t.a.v. bevordering van de sluiting van dez
terreinen op Zondag betreft, vindt spr. het ferg jammer,
dat deze vraag in de serie is gesteld. Hij wil zich echte
Iniet aan de beantwoording ervan onttrekken. Alle sport-
I terreinen worden op Zondag gebruikt, die zaak ligt nu
leenmaal zo. Spr. kan niet de vrijheid vinden om te
Izeggen, dat de terreinen op Zondag zullen worden ge-
I sloten, omdat hij weet, dat dit niet ondersteund zou
worden. Persoonlijk zou hij er veel voor voelen.
De heer V. d. Meer heeft verder nog gevraagd naar
Inschakeling van de particuliere aannemers. Het col
lege houdt zo veel mogelijk met deze wens rekening.
I Gedurende zijn gehele zittingsperiode is dat zo ge-
1 veest. Regelmatig worden diverse werken aanbesteed.
Met dit werk ligt het echter anders. Het tempo hier-
I var moet worden aangepast aan de werkvoorziening.
Men kan zich indenken, dat het volgende voorjaar,
3 wanneer pas sedert kort, slechts enkele maanden, met
I het werk zal zijn begonnen hopenlijk zal niet te lang
behoeven te worden gewacht de werkloosheid zal
I afnemen en dat dan het werk voor een groot deel zal
worden stopgezet. Dit moet worden afgewacht. Het is
niet bekend in welk tempo zal moeten of kunnen wor
den gewerkt. Dit plan is ter tafel gekomen als gevolg
va: de werkloosheid. De gemeente wil graag voor
werkgelegenheid zorgen, maar die moet worden aan-
gepast aan de behoefte. Bij aanbesteding aan particu
lieren zouden daarom gecompliceerde vraagstukken
kunnen ontstaan. Daar komt nog bij, dat de selectie
van de arbeiders in het D.LI.W.-verband minder sterk
za zijn dan bij particuliere aannemers. Spr. gelooft zich
niet te zwaar uit te drukken, wanneer hij zegt, dat de
gemeente niet alleen heeft te zorgen voor de geschoolde
en vakbekwame arbeiders, maar ook voor de minder
geschoolden. Deze categorie moet ook worden tewerk-
gf eld. Bij aanbesteding aan particuliere aannemers
den dus allerhande moeilijkheden rijzen en daarom
is :a rijp beraad besloten om dit werk min of meer in
reg;e door de Heidemaatschappij onder supervisie van
Gemeentewerken te laten uitvoeren, zodat als het ware
,,a Ia menu kan worden gewerkt.
'e heer A. Witteveen vraagt zich af, of het plan
wel verantwoord is, waarbij hij in het bijzonder op de
w,versport doelt. Het college meent, dat deze plaats
I een zeer goede is voor een jachthaven. Dat is ook de
mening van de sportverenigingen op dit gebied en ook
I van de Leeuwarder Jachthaven. Spr. zou zeggen, dat
I de haven juist aan de goede kant van de stad komt.
I zou verder buiten de stad kunnen liggen, maar ten
I op ichte van Leeuwarden is dat minder gewenst.
'e stad kan zich daar niet uitbreiden, omdat ze ter
plaatse klem ligt tussen de kanalen, dat levert dus ook
geen bezwaar op.
ordt het geen garage, geen pakhuis van schepen,
is er gevraagd. Dat is niet het geval; wanneer men de
tekening bekijkt, ziet men, dat er om de geprojecteerde
jachthaven nog stukken vrij zijn gelaten, die voor aller
lei doeleinden geschikt zijn. Er worden verder bomen-
randen aangelegd, zodat er van een pakhuis geen
sprake zal zijn. Het plan is zeer ruim en naar spr's
mening verantwoord opgezet. Er is meer ruimte, dan
direct moet worden gebruikt.
/at de oppervlakte betreft, de bestaande schiphuis-
ruimte beslaat ongeveer 8.000 m2, waarbij nog komt
6.000 m2 van de bestaande Leeuwarder jachthaven, in
totaal dus 14.000 m2. De nieuwe haven krijgt een
grotere capaciteit, n.l. een oppervlakte van 24.000 m2,
zodat er wel enige speling is.
De heer Witteveen vraagt ook nog naar de droogte
van het terrein. Eventuele ophoging zal veel moeten
kosten, meent hij. De post voor grondophoging bij de
sportvelden heeft zijn aandacht getrokken.
Spr. deelt mede, dat het terrein even boven zomer-
Pri! ligt, zodat het 1 m tot 1.50 m moet worden opge
hoogd, hetgeen altijd zal moeten gebeuren, welke be
stemming het terrein ook krijgt, hetzij die van bouw-
°f industrieterrein, of anderszins.
Nu is het van groot belang, dat de werken van de
sportvelden en de jachthaven gecombineerd worden.
De grond die aangewend moet worden en waarvoor
een post van 50.000,is geraamd, is slechts een
klein gedeelte van de totaal benodigde grond. De
massa komt uit de jachthaven. Spr. durft te zeggen,
dat het terrein en de weg precies dezelfde hoogte kun
nen krijgen als Achter de Hoven. Er behoeven dus
geen laarzen aan te pas te komen.
Verder zinspeelde de heer Witteveen op de moge
lijkheid van verlegging van de spoorlijn Leeuwarden—
Groningen. Indien deze naar het Zuiden zou worden
verlegd, zou de gemeente zich met deze werken in de
vingers snijden. Spr. meent, dat, als dit het geval zou
zijn, de verlegging helemaal geen zin zou hebben, want
de spoorlijn zou dan in het bebouwde gebied blijven,
met de noodzaak van overgangen enz. Om de daar
mee samenhangende problemen op te lossen, moet de
spoorlijn juist buiten het nieuwe kanaal komen, zodat
dit motief in dezen geen gewicht in de schaal kan
leggen.
Ten slotte heeft de heer Witteveen met klem ge
vraagd, of B. en W. alles wel goed hebben bezien.
Hierop kan uiteraard bevestigend worden geantwoord.
De zaak is grondig bekeken, zelfs in verband met het
te elfder ure ontvangen plan-Froskepólle.
De heer De Jong sprak over de andere soorten van
sport dan voetbal. Er is ook een hockey- en korfbal-
veld geprojecteerd. Verder heeft deze spreker trach
ten aan te tonen, dat er grote behoefte bestaat aan
meer vrije speelvelden, waar men de jeugd op vrije
middagen en 's avonds maar op los kan laten. Hoewel
spr. de motieven van de heer De Jong heel goed kan
begrijpen en met zijn voorstel sympathiseert, moet toch
niet uit het oog worden verloren, dat, wanneer een
terrein op deze manier wordt gebruikt, meer onder
houd en een regelmatiger toezicht nodig is. Overigens
zal spr. s collega van Financiën hierover wel iets meer
te zeggen hebben. Misschien zou het mogelijk zijn deze
sportvelden af en toe een vrije bestemming te geven.
Er is nog gevraagd naar een sintelbaan. Deze is bij
dit plan niet ontworpen. Ze zou hier ook niet, althans
niet op het ogenblik, verwezenlijkt kunnen worden.
Het is hier ook niet de geschikte plaats er voor. Wel
is een sportstadion met sintelbaan ter sprake geweest,
maar de plannen zijn voorlopig nog naar de toekomst
verschoven. Bij dit plan is het aanleggen van een sintel
baan in het geheel niet overwogen, maar dat betekent
niet. dat ze niet wenselijk wordt geacht.
Spr. meent het hierbij te kunnen laten. Hij gelooft
alle vragen concreet te hebben beantwoord.
De heer Geerts (weth.) wil, nu hem de gelegenheid
geboden wordt iets te zeggen, de heer V. d. Meer ant
woorden, dat men er op moet rekenen, dat bij de ex
ploitatie van een sportterrein van rente en afschrijving
niets terecht komt. Als huur en onderhoud uit de ex
ploitatie-opbrengst kunnen worden betaald, zijn B. en
W. al blij. De jachthaven is een iets gunstiger object,
hoewel spr. het gevoel heeft, dat daar ook geld bij
gelegd moet worden. De schiphuisruimte van de ge
meente wordt verhuurd voor 5,per strekkende
meter. Gerekend over een tijdvak van 10 jaar, brachten
de schiphuizen, waaronder ook die aan de Lange Negen,
20 a 30.000,op. En dat zal hier misschien ook
ontvangen worden. Dan zal dit object in die zin ex
ploitabel zijn, dat de begroting sluitend is te maken.
Voordeel zal het echter nooit opleveren.
Wat het verbieden van sport op Zondag betreft,
weth. Witteveen heeft het er al even over gehad. Spr.
zou zich liever iets positiever uitdrukken: er is een
groot deel van de Leeuwarder ingezetenen, dat in elk
geval ook en juist op Zondag sport bedrijft. Hij zou
er een tegenstander van zijn, om deze mensen dat te