4 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 5 April 1950.
De Voorzitter wil een enkel punt nog nader toelich
ten. Wat de het laatst ter sprake gebrachte kwestie
betreft, merkt hij op, dat de heer V. d. Vegte uit de aard
der zaak geen buitengewoon grote ervaring als raadslid
heeft. Het bedrag, dat in de begroting is opgenomen,
is een maximum bedrag en het spreekt vanzelf, dat de
gemeente die grond liefst koopt voor veel lagere be
dragen. Of dit mogelijk is, is natuurlijk niet bekend. Het
in de begroting genoemde bedrag is het uiterste, dat
de gemeente in het allermoeilijkste geval voor de grond
over heeft. Dat de heer Van der Vegte dus een verschil
vindt tussen het aanbod aan de eigenaar en het bedrag
van de raming, is niet vreemd.
Spr. zou wel aan de raadsleden het verzoek willen
doen om, wanneer de gemeente in onderhandelings
positie staat met eigenaren van bepaalde objecten, niet
in het openbaar de kaarten op tafel te leggen, want dan
schaadt men als raadslid de belangen der gemeente en
de behartiging dezer belangen is in de eerste plaats de
taak van een raadslid. Hij dient daarbij ook elke schijn
te vermijden, dat hij voor andere belangen pleit, dan
die van de gemeente.
Spr. meende deze aanvulling te moeten geven.
De heer Leffertstra had over de kwestie, die nu net
besproken is: het vorderen van de grond en de betaling
er van, eigenlijk niet willen spreken. Hij dacht, dat een
volgende gelegenheid beter geschikt was, maar nu het
hier toch ter sprake is gebracht, zou spr. graag iets
willen vragen en mededelen.
Hij heeft in verschillende gemeenten zelf meegemaakt,
dat de betrokken eigenaren inderdaad voor niets de
benodigde grond aanboden: de hekwerken werden dan
door de gemeente in orde gemaakt. Spr. is het met de
heer Witteveen wel eens.
Spr.'s vraag is deze. Een groot gedeelte van de voor
tuinen gaat verdwijnen. In die tuinen liggen septic-
tanks. Wat is de bedoeling hiermee? Wie zal eigenaar
van deze septic-tanks moeten worden of zullen er an
dere maatregelen genomen moeten worden? Spr. wil
hierover graag worden ingelicht.
De heer Stobbe is speciaal aangetrokken door het
geen de wethouder in zijn betoog zei over het verkeer.
Spr. heeft het genoegen of niet het genoegen om
dagelijks de Schrans in te moeten. Zijn ervaring is, dat
deze een der drukste verkeerswegen van de gemeente
is. Nu heeft de wethouder de opmerking gemaakt, dat
de mogelijkheid altijd aanwezig blijft, dat het langzame
verkeer zich zal bewegen op de rijweg. Sluit dit nu
ook in, dat het snelle verkeer recht heeft op dat ge
deelte van de weg te rijden, dat speciaal voor het lang
zame verkeer bedoeld is? Meer wil spr. er niet van
zeggen. Hij verzoekt het college bijzondere aandacht
aan dit vraagstuk te willen schenken.
De heer Witteveen (weth.) antwoordt de heer Lef
fertstra, dat men de beerputten rustig kan laten waar
ze zijn. Zij zitten niemand in de weg en blijven onder
het trottoir. Er verandert te dien opzichte dus niets,
misschien alleen, dat de eigenaars een recognitie per
jaar zullen moeten betalen, omdat de grond, waarin de
putten zitten, gemeentegrond wordt! (Vrolijkheid).
Spr. antwoordt de heer Stobbe, dat het snelle en
langzame verkeer over en weer dezelfde rechten heb
ben. Als er fietsers op de rechterkant rijden, moet een
auto, die achter hen rijdt en die in verband met een
tegenligger niet kan passeren, achter hen blijven. Als
auto's, bij heel druk verkeer, moeten passeren, kan het
gebeuren, dat zij een stukje van de klinkerstrook er bij
nemen, maar daar is ook niets tegen. Fietsers, die uit
de richting Huizumerlaan komen en in de richting van
de stad rijden, kunnen op de klinkerstrook blijven, maar
mogen ook wel op de eigenlijke verkeersbaan komen.
Spr. veronderstelt, dat men automatisch dat leert de
ervaring meest de rechterkant zal aanhouden. Staan
hier enkele wagens geparkeerd, dan zullen de fietsers
even naar links moeten uitwijken, om het rechterd el
van de rijweg te nemen. Er zou hier zeker een weg
voor karren en fietsers aangelegd zijn, waarop geen
auto's zouden mogen komen, indien men niet in deze
richting gedwongen was geweest om de reden, die s >r.
zojuist al genoemd heeft, n.l. de aanwezigheid van la
bels e.d. Er is niet genoeg breedte voor een apa te
rijwiel- en ventweg. Deze dingen zullen zich ech er
straks vanzelf wel regelen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 55).
Mevr. Vondeling-Van 't Hof wil namens haar frac ie
een pluim op de hoed van het college steken voor de
voortvarende wijze, waarop het dit werk aanpakt.
Toen spr. het Beursgebouw bezag, rees bij haar een
vraag. Het wordt alles heel mooi; de congresruir te
en wat er allemaal meer in het gebouw geprojecteerd
is, is zeer nodig, de stad schreeuwt er om, maar wear
moet de Rijksschippersbeurs, die er thans ook in ond :r-
gebracht is, aanstonds naar toe? Deze instelling heeft
nog niet zo'n lange geschiedenis: ze is in 1933 bij de
Wet op de evenredige vrachtverdeling tot stand e-
komen. Daarmee is toen een eind gekomen aan de zo
afkeuringswaardige .kroegnering Vroeger was iet
usance, dat schippers hun vrachtje haalden in bepaa de
café's op de Waeze. In 1933 hebben de schippers v or
het eerst hun beurs gehad in een schoolgebouw aan iet
St. Jobsleen. Daar hierin tegenwoordig een kleuter
school gevestigd is, zullen ze daar niet meer terug k n-
nen komen. Sinds spr. hier in de stad woont, zijn ze
altijd in de Beurs geweest, maar nu deze zo luxueus
wordt hoewel dit ook weer een te groot woord is
althans mooie houten vloeren krijgt, moeten de scl.ip-
pers om een andere behuizing zoeken. Misschien is let
mogelijk, ze in het Beursgebouw te laten blijven, als :en
deel der vloeren van steen blijft. Spr. vraagt zich ec! ter
af, of dit de schoonheid wel ten goede zal komen. Zij
ziet sommige raadsleden glimlachen: daarom wil zij
even verduidelijken, waarom zij ook namens hiai
fractie overigens zo opkomt voor de schippers. Zij
vormen n.l. de stand, die steeds in de verdrukking kc mt
Bovendien was haar grootvader schipper!
Vooral in Friesland hebben de schippers het moei ijk
De schepen zijn hier over het algemeen van klei) ere
tonnage: een schip van 100 ton is hier al groot. Wat
ze vervoeren, wordt in de provincie of daarbuten
meestal door vrachtauto's overgenomen. Er is we nig
emplooi voor de schippers en het is dan ook zeer lof
felijk, o.a. van het provinciale bestuur, dat uitgekeken
wordt naar een mogelijkheid tot omscholing (ook een
object voor gemeentelijke zorg). Spr. zou ofschoon
het wel wat pijnlijk voor haar is, daar ze het zo uist
over haar grootvader had de schippersstand een
wervel in de ruggegraat der natie willen noemen Zij
behoeft maar te verwijzen naar de geschiedenis e te
denken aan Michiel Adriaansz. de Ruijter!
Zij dringt er dan ook ten zeerste op aan, dat E en
W. zullen omzien naar een gebouw, waar de schipf zrs-
beurs kan worden gehouden. Zij hoopt, dat hier niet
het voorbeeld van sommige gemeenten zal worden ge
volgd door de schippers naar een soort hol te oer
wijzen.
De heer Pols zou enkele vragen willen stellen
De Beurs- en Waagcommissie heeft haar goed eu-
ring er aan gegeven, dat de graanbeurs van boven iaar
beneden gaat verhuizen, maar anderen, eveneens i en-
sen uit de graanwereld, vrezen, dat het licht ben den
niet voldoende zal zijn. De graanhandel is een zeer be-
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 5 April 1950. 5
langrijk onderdeel van de Beurs en licht is daarvoor
wel een zeer bijzondere factor, zo heeft spr. zich laten
woorlichten.
1 Aangaande de congreszaal zou hij willen opmerken,
dat het voor buitenstaanders zeer moeilijk is precies
het bedrag uit de begroting te halen, dat nodig is voor
het restaureren van deze zaal. Er staat natuurlijk een
zekere post voor op de begroting, maar daar zijn andere
dingen bij inbegrepen. Spr. zou graag weten, wat pre
cies de kosten van de restauratie van deze zaal zijn.
Wat het gebruik als tentoonstellingshal betreft, spr.
gelooft niet, dat daarvoor een nieuwe vloer, die
24.000,moet kosten, nodig zal zijn. De Friese Dagen
bijv., gehouden in de Beurs, zoals ze nu is, zijn heel
goed geslaagd.
T.a.v. het gebruik van de ruimte als congreszaal
vraagt spr., of men er van verzekerd is, dat de acoustiek
beter wordt dan thans. Voor dit doel was deze zaal
wel totaal ongeschikt, de pilaren die er in zullen
blijven nog buiten beschouwing gelaten. Hij gelooft
ook niet, dat het thans een succes zal worden. Er zijn
hier te veel dingen, die dit niet in de hand werken,
maar precies het tegenovergestelde.
Spr. gelooft niet, dat het goed is, in deze zaal een
groot bedrag te investeren, terwijl in Leeuwarden de
vrome wens leeft, te komen tot een groot gebouw,
waarin men in de winter ook verschillende sporten zal
kunnen beoefenen, zoals tennis en kegelen. En dan moet
Friesland eigenlijk nog een overdekte ijsbaan hebben!
Spr. vraagt zich af, of het mogelijk is hier minder
geld aan te spenderen en of de gemeente in plaats daar
van aan andere plannen, als door spr. bedoeld, in de
toekomst financieel mee zal kunnen werken.
In de stukken was te lezen, dat men ook een res
tauratie in het nieuwe Beursgebouw denkt in te richten.
Is het eigenlijk wel juist, dat de gemeentelijke overheid
dit doet? Spr. zou er geen bezwaar tegen hebben, dat
men hier een broodje en een kopje koffie kan kopen.
Wat evenwel de verzorging van warme maaltijden be
treft, dit zou concurrentie betekenen voor de in de om
trek van de Beurs gevestigde zeer moderne zaken, die
de gehele week met hun keuken moeten klaar staan.
Daarom ook zou spr. dit aan deze bedrijven, die hun
hoge lasten hebben, willen overlaten.
De heer De Vries kan als lid van, de beurscommissie
uiteraard met het voorstel heel goed meegaan. Hij heeft
echter één wens met betrekking tot de pilaren, die zul
len blijven staan. Is het niet mogelijk, dat deze omkleed
worden? Die stenen pilaren geven wat een koud idee.
Spr. heeft alleen het oog op de onderzaal, waar de
mensen het meest moeten verkeren. In de Amsterdamse
Beurs heeft men om die pilaren zitjes gecreëerd, hetgeen
het geheel veel gezelliger maakt.
De heer Pols is bevreesd voor concurrentie. Deze is
echter naar spr.'s mening uitgesloten. De congreszaal
is juist daarom niet verkleind, opdat de andere zaken
hier ter stede geen concurrentie zal worden aangedaan.
De zaal is zo groot gebleven, dat zij alleen voor heel
grote bijeenkomsten kan worden gebruikt.
Wat de restauratie betreft, de verteringen bestaan
voor 90 uit koffie met broodjes. Met het in orde
maken van de beurs staat de bedoeling voorop, dat
er een intieme, gezellige gelegenheid wordt geschapen
waar de handel van Friesland zich kan concentreren.
Nu is de toestand zo, dat men in een paar minuten
de zaak afhandelt, om zo gauw mogelijk te kunnen ver
trekken.
De handel moet in de beurs geschieden en niet in de
omliggende café's, zoals nu zo vaak gebeurt.
De hear A. Witteveen hat oer it algemien wol wur-
dearring foar it plan. Hy soe allinnich freegje wolle,
oft om de acoustyk, dêr't de hear Pols ek al oer spriek,
miskien goed tocht wurde kin. Hwant dy doocht op
t'heden fansels net. It wie altiten al in slim probleem.
Spr. leaut, dat de restauraesje ek net al to folie ljocht
krijt, mar dat sil wol net oars kinne.
Hy soe fierders graech witte, op hokker wize B. en
W. tocht hienen dit wurk oan to bisteegjen: ünder-
hansk, publyk of yn eigen bihear? Dat is foar spr. de
foarnaemste fraech.
De heer Leffertstra zal kort zijn, want de heer De
Vries heeft al enige dingen naar voren gebracht, die
spr., ook in zijn kwaliteit van lid van de commissie voor
het Markt- en Havenwezen, had willen zeggen o.a.
over de bekleding van de pilaren. Dit is inderdaad in
de commissie ter sprake geweest. Spr. meent, dat hij
het geweest is, die gezegd heeft in Amsterdam en Rot
terdam gezien te hebben, dat de pilaren niet geheel,
doch gedeeltelijk bekleed waren, dat er ook banken om
heen getimmerd en telefoons bij geplaatst waren, zodat
ze als het ware meer rendabel waren gemaakt. Spr.
heeft zich echter, toen hij deze zaak bestudeerde, toch
de vraag gesteld, waarom de Beurs- en Waagcom
missie dit zelf niet naar voren heeft gebracht. Naar
aanleiding daarvan heeft hij zich in verbinding gesteld
met de voorzitter dier commissie en deze heeft spr.
medegedeeld, dat het niet nodig was, omdat in iedere
zaal 20 boxen zijn geprojecteerd en dat is meer dan
voldoende. Bovendien zijn er nog telefooncellen en het
schijnt, dat er aanstonds minder ruimte zal zijn dan
thans. In zoverre wilde spr. de heer De Vries even aan
vullen. Hij is het met deze eens wat de restauratie be
treft.
I.z. de congreszaal zou spr. de heer Pols willen zeg
gen, dat hier oorspronkelijk twee zalen waren ontwor
pen, maar juist omdat daardoor de zalen hier ter stede
misschien concurrentie zou worden aangedaan, is toch
op één zaal aangehouden en heeft de Beurs- en Waag-
commmissie, in overleg met de Commissie voor het
Markt- en Havenwezen, deze zaal voor congressen en
tentoonstellingen, dus voor bijeenkobsten van een zeer
groot aantal mensen bestemd.
Er is ook over de acoustiek gesproken: deze wordt
natuurlijk niet bevorderd door de grote pilasters. Deze
dingen zijn nu eenmaal echter niet weg te nemen. Dat
zou met geweldige kosten gepaard gaan.
Wat de grote opzet betreft, staat spr. op het zelfde
standpunt als de Commissie voor de Beurs en Waag;
hij meent mét haar, dat de Beurs van Leeuwarden,
hoofdstad en centrum van Friesland, in het geheel niet
aantrekkelijk is; zelfs buitenlanders hebben, er in letter
lijke en figuurlijke zin de neus voor opgetrokken. En
het moet juist een plaats zijn, waar zich als het ware
nieuw zakenleven kan ontplooien. Als men in dezen iets
wil doen, moet men het goed doen of het anders laten.
Een restauratie als voorgesteld vindt spr. noodzakelijk.
De zakenlieden gaan nu naar grotere of kleinere café's.
Ze zullen aanstonds in de Beurs onder het gebruik van
koffie of thee met hun relaties spreken in een gezellige
omgeving.
V/at het licht betreft, dit is wel degelijk ter sprake
geweest in de commissie voor het Markt- en Haven
wezen, maar ook de commissieleden zijn in dezen on
deskundig. Toen echter de Beurs- en Waagcommissie
het heeft goedgekeurd, hebben de leden van de com
missie voor het Markt- en Havenwezen zich daar bij
neer moeten leggen. Anderen kunnen zeggen: zo is het
niet goed, maar spr. meent, dat de Beurs- en Waag
commissie wel ter dege deskundig is.
De heer Witteveen (weth.) zal beginnen met mevr.
Vondeling te antwoorden i.z. de schippersbeurs. Hij
stelt allereerst vast, dat de gemeente formeel vrij staat
van de schippersbeurs. Deze heeft een deel van de
Beurs in huur, waarvoor ze, naar spr. meent, 100,
betaalt. Hij wil hier niet mee zeggen, dat B. en W.
geen hart hebben voor de belangen van deze schippers
en hij kan mevr. Vondeling wel de toezegging doen,
dat zij zeer zeker, wanneer dit nodig zou zijn, hen zoveel