32 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 20 December 1950 verbetering van woningen plegen te worden verzonden. Dit heeft echter, zo meent spr., niet veel resultaat; dan zouden niet zoveel woningen onbewoonbaar verklaard zijn. Ook zijn er vele andere, die bijna onbewoonbaar verklaard zijn. Spr. doelde hoofdzakelijk op het stads deel tussen Rengerspark en Dokkumer Ee, hoewel in andere delen van de stad ook wel van deze woningen te vinden zijn. Er zijn ook woningen, die wel behoorlijk zijn wat de muren e.d. betreft, maar waar men niets aan doet, zodat ze over enkele jaren wel onbewoonbaar verklaard zullen worden. Dit vindt spr. zeer onbevredigend. Nu was dit haar vraag: Mettertijd zal de gemeente tot sanering overgaan en zal zij die woningen wel moeten kopen; is het niet mogelijk, dat de gemeente thans reeds die woningen koopt, waarvan het nog de moeite waard is ze op te knappen? Dat behoeft zeker met zo grote kosten mee te brengen als het bouwen van nieuwe huizen. De hear Visser kin him folslein forienje mei hwat troch mefrou Heijmeijer nei foaren brocht is. Hy mient ek, dat men mei it öfkarren fan wenningen foarsichtich wêze moat en net folstean kin mei hwat troch B. en W. sein is, nammentlik, dat men de eigenaren oantrunet om forbettering oan to bringen. Spr. mient, dat men foaral yn dizze tiid, nou't der in great gebrek komt oan bou- materialen, dy't teffens yn priis forhege wurde sille (hwat fan gefolgen hawwe sil, dat nije bou noch mear stagneart) noch wol bisiikje kin om dy huzen, dy t yn oanmerking komme om ünbiwenber forklearre to wur- den, to forbetterjen. Dit kin miskien bistean yn it meitsjen fan ien wenning fan twa en derby kin dan miskien de preemje foar wenningforbettering brükt wurde. It is bikend, dat in subsydzje fan 50 (oan t in maksimum fan 4.200,-ta) fan de kosten fan for bettering fan wenningen jown wurdt. Hwannear in wen ning yn oanmerking komt om ünbiwenber forklearre to wurden, kin men dit subsydzje krije, sa mient spr. Men moat, foardat men in wenning öfbrekke lit, neigean, oft hja op de troch spr. bidoelde manear wer biwenber to meitsjen is. De heer Witteveen (weth.) antwoordt de heer De Vries i.z. diens opmerking over de architectuur van de voorgevels van de nieuwe bouw, dat de massale wo ningbouw aan nieuwe straten soms wel een eentonige werking heeft. Men moet hier echter op het ogenblik niet te vroeg een oordeel over vellen, want de beplan ting, de stoffering dus, is nog niet geheel aanwezig en heeft nog geen volume. Over enkele jaren ziet men hier zeker een ander beeld. Men inene echter niet, dat spr. persoonlijk een klein beetje meer variatie in de gevels niet op prijs zou stellen. Maar het is nu eenmaal zo, dat de gemeente destijds bij de bouw in de Marathon buurten en nu in het bijzonder, om nog woningbouw te kunnen realiseren, de uiterste zuinigheid moe(s)t betrachten en door de massaliteit grote eenvormigheid voor lief moest nemen. Dat dit wel moet, blijkt telkens weer uit de beweringen van de Minister voor Weder opbouw. Er is van gemaakt wat er van gemaakt kon worden en spr. gelooft, dat het straatbeeld van de Marathonbuurt niet behoeft onder te doen voor het beeld, dat straten en woningblokken, die misschien in volume nog groter, maar architectonisch niet zoveel beter zijn, in andere steden te zien geven. Hij voorziet, dat men, gelet op de toestand, zoals die zich in de laatste tijd heeft ontwikkeld, voortaan nog soberder zal moeten bouwen en dat men zich geen enkele luxe meer zal kunnen permitteren. Inderdaad zou het prettig zijn, om de gevels een beetje meer plastische vorm te geven, maar deze vorm zou het zeer veel duurder maken. Spr. herhaalt, dat, wanneer straks de „stoffering" een beetje volgroeid is, er wel een ander beeld zal ontstaan. Het denkbeeld van mevr. Heijmeijer lijkt aanlokkelijk, maar hoe dieper men zich in dit vraagstuk indenkt, hoe meer men de moeilijkheden ziet. Er kan best eens ee:i woninkje zijn, waarvan men, als het opgeknapt, een beetje verbouwd en netjes bewoond is, kan zeggen hier is inderdaad een woning, zij het dan een éénkame: woning. Men kan echter niet generaliseren. Dit type woning is over het algemeen al oud en licht gebouwd. Ze hebben indertijd zo n 400,-a 600,gekost en zijn gewoonlijk van het genre; dun vloertje, dun dakj enz. Als ze netjes bewoond en netjes onderhouden wor den, kunnen ze misschien tien jaar langer mee dan anders. Gesteld, dat de gemeente dergelijke woninge n wilde aankopen (want ze zijn alle particulier eigendom) en er heel wat geld aan zou willen besteden (het ga t niet om een enkele), dan zou men hiermee toch wel uiterst voorzichtig moeten zijn, omdat men op deze wijze het éénkamersysteem zou continueren. Spr. wil to geven, dat één kamer beter is dan geen kamer, ma r deze wijze van handelen zou toch een „marktverlie aan woningen ten gevolge hebben (minder toewijzing). Spr. kan het niet als een saneringsplan zien. Hij heeft er geen grote verwachtingen van. Dergelijke huiz» n zijn dan niet onbewoonbaar verklaard, maar eigen! k is alles, wat men er aan besteedt, weggegooid ge! 1. Spr. gelooft, dat de gemeente daar niet veel succes n e zal hebben. Hij is het met de heer Visser eens, dat men wat m n kan behouden ook inderdaad behouden moet. Als het meerdere gemeentewoningen betrof, die in dit stadi; n zouden verkeren, dan zouden B. en W. misschien ge neigd zijn een plan op te maken om ze nog eens 5 of 10 jaar te laten bewonen, maar dit genre woninc n vormt slechts een fractie van het gemeentelijke wonirg- bezit. Verbetering van dergelijke woningen zou een kapitaal vragen. Het is niet zo, dat men een woninkje van n kamer met een paar bedsteden met een paar honded gulden kan opknappen; dat zal direct een paar duizend gulden kosten. Alleen het schilderwerk is al een h el bedrag. Spr. meent het hierbij te mogen laten. De heer Van der Vegte meent, dat de variatie in de gevels op een andere manier kan worden bereikt n wel door opdrachten te geven aan particuliere are i- tecten; dan zullen zeker andere ontwerpen worden ge maakt, dan nu het geval is, omdat ieder naar zijn eig n persoonlijkheid bouwt. Spr. is er zeker van, dat de variatie dan veel groter zou worden. Overigens ver wijst hij naar het advies van het hoofdbestuur van de Bond van Architecten. De heer De Vries wil nog graag even in het kort iets zeggen, nu de heer V. d. Vegte is ingegaan op het door spr. in eerste instantie naar voren gebrachte t.a.v. de naar zijn mening toch wel noodzakelijke variatie bij de woningbouw. Spr. is wel geen architect, maar hij heeft in andere steden veel nieuwbouw gezien. In Holland is ook veel gelijkvormigheid, maar toch zijn de woningen er heel anders dan hier. Wanneer bij de bouw niet wat variatie kan worden aangebracht, omdat het te duur is, dan kan misschien met bloemen of win gerd iets worden gedaan. De wethouder zal toch niet ontkennen, dat het is in de Marathonstraat, de Linnaeusstraat en omgeving duidelijk te zien er stra ten zijn gemaakt, die na verloop van 10 jaar een grote kazerne lijken. Dat is vreselijk. Het zou voor spr. een straf zijn er te moeten wonen. Het moet toch voor de arbeiders, die gedwongen zijn er heen te trekken, o aangenaam mogelijk worden gemaakt. De heer V. d. Vegte wijst hier misschien een weg. De heer Stobbe wil graag een opmerking maken, met over gemeentewoningen, maar over woningen van een woningbouwvereniging, waarmee de gemeente tc h contact onderhoudt. Wanneer spr. door de stad loopt Ver ig van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 20 December 1950. 33 en h" ziet de tuinafkeringen bij die woningen, dan moet hem van het hart, dat die zeer slecht zijn. De toestand op de oude Hollanderdijk en in de omgeving van het Cai murpad is wel heel slecht. De een heeft een houten hoL de ander heeft paaltjes met draad en een derde helemaal geen hekje. Het aanzien hiervan is niet tc .dragen voor iemand, die ook maar een weinig zin voor schoonheid bezit. V at de opmerking van de heer De Vries betreft, sj vreest, dat, als het die richting uitgaat, d.w.z. als oemen- of plantenversiering wordt aangebracht, het il agenten niet toereikend zou zijn om de ravage 'oorkomen. die door de lieve jeugd zou worden aan- ,cht. Het wordt hier en daar wel geprobeerd, maar wordt door de jeugd heel dikwijls vernield. Het kost eenmaal geld en daaruit vloeit de consequentie oort. er op te moeten passen. Begint men er mee bij ie gemeentewoningen, waar is dan het einde? Spr. kan h heel goed verenigen met wat tot stand is gebracht, f. anneer overgegaan wordt tot massale woningbouw, nkomt men er niet aan, dat het algehele beeld wel Jens wat vervelend wordt. I Mevr. HeijmeijerCroon heeft een éénkamerwoning gezien, die zodanig verbouwd is, dat er nu één grote kamer is, een apart keukentje, een vaste trap en twee slaapkamers. Een deskundige heeft deze verbouwing berekend op 1.500,Als de gemeente zulke oude éénkamerwoningen kan kopen voor 600,en als ze deze huisjes op die wijze verbetert, dan heeft ze voor 2.100,weer een huis er bij. Het door spr. bedoelde huisje doet 3,huur per week. Als men daar nu eens 10 jaar lang een gezin in kan laten wonen, vindt spr. dpt wel de moeite waard. Dan woont dat gezin nog netjes en niet in een afgekeurde woning. Mevr. VondelingVan 't Hof zou, op gevaar af zich de boze blikken van de raad op de hals te halen, toch even het woord willen nemen, omdat zij zich, juist nu zovele anderen aanmerkingen maakten, gedrongen ge voelt een ander geluid te laten horen en naast de wet houder te gaan staan. Spr. komt zelf uit een grote stad en zij waardeert buitengewoon de indeling van de nieuwbouw aan de Marathonstraten en ook de woon- flatjes in de Linnaeusstraat. Men is hier misschien meer gewend aan een dorpsaanzicht, waardoor men deze bouw niet kan waarderen. De heer Witteveen (weth.) antwoordt de heer V. d. Vegte, die pleitte voor inschakeling van particuliere architecten, dat spr. persoonlijk daar geen tegenstander van is, maar hij moet er direct aan toevoegen, dat B. en W. hiermee niet bepaald succes hebben gehad. De woningen, door particuliere architecten ontworpen, wil hij niet minder noemen dan de gemeentelijke, maar ook niet beter. De gemeente heeft daarbij steeds de moeilijk heid gehad, dat zij moest invallen op de meest onver wachte ogenblikken. Het gaat er niet om, wie de wo ningen zal bouwen, maar dat ze er komen. Het is vaak zo geweest, dat, als de gemeente niet bliksemsnel in sprong, het volume verloren zou gaan. De raad heeft het besluit genomen, om de woningstichtingen in te schakelen. Dit hield in, dat de woningbouw in handen kwam van particuliere architecten. De reden, waarom men niet op tijd klaar komt, kan men gevoegelijk achter wege laten. Een gevolg is echter, dat Gem.werken ayond aan avond heeft moeten overwerken om binnen dfie weken het plan van de 270 woningen klaar te maken. Men kan dus wel zeggen: door het inschakelen vpn particuliere architecten krijgt men meer variatie; clet kan wel het geval zijn, maar of het beter zal zijn, weet spr, niet. Deze particuliere architecten zijn even goed gebonden aan de soberheidseisen. Ieder latje en iecer lijstje, dat men extra zou gebruiken, zou men er Wch Inter weer moeten afnemen, omdat men binnen een bepaalde prijs moet blijven. Zou men zich niet aan de voorschriften houden, dan krijgt men geen woningen. Ook een particulier architect kan niet toveren. Spr. wil toegeven, dat men royaler kan bouwen, rijker en groter, dan in de Marathonstraten is geschied, maar de ge meente zat ook toen in een corset van voorschriften. De raad heeft overigens zelf het plan onder ogen gehad; daarbij weet hij ook de moeilijkheden, waartegen ge vochten en de voorschriften, waarbinnen gewerkt moet worden. Dit alles in aanmerking nemende, gelooft spr., dat er van gemaakt is, wat er van te maken was en hij is blij ook een stem van waardering te hebben ge hoord. Het lijkt spr. toe, dat, wanneer men met wat mevr. Heijmeijer bedoelt: het opknappen van oude huizen, zou beginnen, daarvan het eind niet is te zien. Dit zou niet anders betekenen dan het geven van subsidie aar. particulieren, waartoe de gemeente in de eerste plaats het geld en in de tweede plaats de bevoegdheid niet heeft. Een particulier laat niet van twee huizen één maken en laat de huizen ook niet opknappen, is daartoe misschien ook niet bij machte. Spr. bedoelt hiermee geen onvriendelijkheid te zeggen, maar dit is de werkelijkheid. Hij begrijpt niet, hoe men een woning voor 1.500, zo kan veranderen als in het voorbeeld van mevr. Heij meijer. Hij weet uit ervaring, dat het schilderwerk van een niet eens zo grote woning al 1.500,kost. Mis schien heeft men het schilderwerk in het door mevr. Heijmeijer bedoelde geval vergeten! Volgno. 202. Onderhoud van straten en pleinen f 366.115.—. De heer Slaterus las, dat B. en W. op de vraag in de sectie i.z. de oversteekplaats Huizumerlaan antwoorden, dat wielrijders gebruik zullen moeten maken van de parallel- of ventwegen. Hier worden echter ook wagens en auto's geparkeerd. Wielrijders zullen dus af en toe gebruik moeten maken van de betonbanden of zelfs van het asfalt. De verhogingen van de betonbanden leveren voor mensen, die daar dagelijks langs komen, geen ge vaar op. Maar voor hen, die daar niet bekend zijn, lijkt het spr. wel gevaarlijk, vooral wanneer er sneeuw valt; dan is de verhoging niet te zien. Spr. zou graag willen zien, dat B. en W. dit punt nog eens onder de loupe namen. Voorts wil hij nog wijzen op de slechte toestand van het Stationsplein; B. en W. antwoorden hierop, dat. wanneer de verbetering van de asfaltweg ter plaatse zal worden uitgevoerd, de tramrails door de N.T.M. zullen worden verwijderd. Spr. zou willen vragen, of de asfaltering in de naaste toekomst is te verwachten. De heer Pols zou met klem willen aandringen op demping van het stukje haven te Wijtgaard, ten aanzien waarvan B. en W. hebben verklaard, dat ze dit nader zullen overwegen. Als dit stukje gedempt is, zal dit het verkeer op de voor wielrijders zo lastige hoek bij het zijweggetje van Wirdum zeer ten goede komen. Spr. wil ook even attenderen op demping van de sloten te Wijtgaard. Hij vindt het daar met het oog op de volksgezondheid een onhoudbare toestand. Er liggen een paar kleine veehoudersbedrijfjes aan de sloten; de afwatering van de stallen heeft daarin plaats. Het zijn dus echte stanksloten. Volgens de Mem.v.A. is overleg met de Rijkswaterstaat aan de gang, maar dat is een vrij lange weg. Spr. zou tevens graag willen, dat het rijwielpad te Wijtgaard onder beheer van de Rijkswaterstaat kwam. Deze zou dan ook voor verbetering kunnen zorgen. Hi| meent, dat de Rijkswaterstaat voor het rijwielpad dient te zorgen en de gemeente eventueel voor een voetpad. V olgno. 20-1. Onderhoud van wegen en voetpaden f 61.762.—.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1950 | | pagina 17