12 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 25 April 1951
de gemeente bij de N.V., maar hij kent het uitbreidings
plan niet precies.
Hij zal echter uit het hoofd enkele dingen opnoemen.
O.a. zal er aan de Stienserstraatweg een aanjaagstation
gebouwd worden; in Bergum zullen putten geboord
worden en er zal daar een nieuwe zuiveringsinstallatie
komen. Bij Spannenburg wordt een nieuwe watertoren
gebouwd. Hier zijn investeringen voor nodig. Verder
liggen bepaalde uitbreidingen in het Oosten der pro
vincie in het verschiet.
Misschien kan de Voorzitter, tevens president van de
raad van commissarissen der N.V. (Vrolijkheid), de
raad daarover inlichten.
De Voorzitter wil dat graag doen, maar heeft er zich
niet op geprepareerd; hij heeft de lijst van objecten ook
niet voor zich. Hij moet de wethouder de eer geven,
dat deze wel een aardige opsomming heeft gegeven;
hij heeft daar niet veel aan toe te voegen. Behalve de
uitbreidingen, die de wethouder genoemd heeft, zijn er
nog verschillende andere in het voorzieningsgebied
nodig, om het bedrijf zo goed mogelijk aan zijn ver
plichting tot waterlevering onder een bepaalde druk in
het concessiegebied te voldoen. Dat is inderdaad een
uitbreiding van de putten in Noordbergum, waarvoor
landerijen zijn aangekocht. Dan is op verschillende
plaatsen een verzwaring van de hoofdleiding nodig,
terwijl het bestaande voorzieningsgebied zal worden af
gerond. Verder staat een uitbreiding van het aanjaag
station Leeuwarden-West aan de Marssumerstraatweg
op het programma, evenals de bouw van een aanjaag
station in de buurt van de Mr. P. Troelstraweg. De
wethouder heeft ook al gezegd, dat in Spannenburg
een uitbreiding nodig is, zij het dat dit niet een water
toren is, maar wel een filterinstallatie. In Hemelum zal
een laag-reservoir, ook met aanjaaginrichting, worden
gebouwd. Uit de aard van de zaak is de I.W.G.L. een
openbaar nutsbedrijf en het werkt volkomen in een
glazen huisje. B. en W. willen de raadsleden de des
betreffende stukken gaarne ter inzage geven. Op het
ogenblik kan spr. dit tot zijn spijt niet nader uiteen
zetten. Hij heeft niet de gespecificeerde bedragen voor
zich, maar hij kan de raad de verzekering geven, dat
de bedragen die geraamd worden, wel juist zijn.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 25 (bijl. no. 67).
De heer Tiekstra noemt het aan de orde zijnde onder
werp een punt, dat niet vaak tot spreken aanleiding
geeft. Aan de spraakwaterval van deze avond wil hij
echter nog een bijdrage leveren, die tot zijn spijt in
mineur is gesteld.
Uit dit voorstel en ook uit het volgende onder punt
26, tot verhoging van het gedurende 1951 aan kasgeld
op te nemen bedrag tot 10.000.000,blijkt het grote
gebrek bij de gemeenten aan kasmiddelen en de grote
moeilijkheden, die zij ondervinden met betrekking tot
de consolidatie van de vlottende schuld door het aan
gaan van vaste leningen.
Spr. zou graag van het college enige inlichtingen ont
vangen omtrent deze materie, waartoe hij de volgende
vragen stelt: Hoe groot is op het ogenblik het bedrag
van de vlottende schuld, die onder normale omstandig
heden zou zijn geconsolideerd? Kan het college ook mee
delen, hoever het is gevorderd met het onderzoek naar
een op te stellen investeringsplan en of het juist is, dat
woningbouw niet anders tot uitvoering kan komen, dan
wanneer de middelen tot financiering reeds zijn aange
trokken?
De heer Geerts (weth.) zegt, dat de kaspositie van
de gemeente en niet alleen van de gemeente, maar
van de overheidslichamen in het algemeen zeer slecht
is. Het is al moeilijk om kasgeld aan te trekken, maar
het aantrekken van vaste leningen is nog veel moei
lijker. De gemeente sloot haar laatste lening in No
vember van het vorige jaar. Nadien is het niet mogen
gelukken een nieuwe langlopende lening te sluiten, ter
wijl er vele kapitaalswerken onder handen zijn. Spr.
noemt als voorbeeld het verbeteren van de Schrans,
welk werk wel afgelopen is, maar waarvoor nog geen
lening is gesloten; verder de verbetering van de Dok-
kumertrekweg, de Harlingertrekvaart, de kanaalaan
sluiting in het Oosten, de woningbouw en het jacht
havencomplex. In de loop van het jaar, zodra deze
werken gereed zijn, kan de gemeente, om tot consoli
datie te komen, een bedrag van 13 millioen gulden ge
bruiken en op dit moment reeds een bedrag van 6 mil
lioen gulden. Dit alles met kasgeld te financieren, is
werkelijk heel moeilijk. B. en W. hebben verschillende
pogingen gedaan om een langlopende lening te krijgen
Tot dusverre is dat, zoals gezegd, niet mogen gelukken
Ook de Staat is niet erg gelukkig geweest in het sluiten
van leningen. De obligatielening is niet bepaald een
succes geweest. B. en W. hebben wel hoop en eigenlijk
een vrij grote zekerheid, dat zij in Juni door bemid
deling van het Rijk van een zekere instelling een lening
van 1.7 millioen gulden voor het financieren van wo
ningbouw kunnen krijgen. Daarmee zal dan een begir
gemaakt kunnen worden met de consolidatie. Spr. i.c
bang, dat algehele consolidatie in de naaste toekoms
niet mogelijk zal zijn, maar het zal ook moeilijk zijn
geld voor nieuwe objecten te blijven aantrekken. De
regering probeert de investeringen zoveel mogelijk te
beperken. Misschien is zoveel mogelijk iets te sterk
gezegd, maar het is zo, dat investeringen, die tot dus
verre met de Marshall-gelden en ook met gedeblok
keerd geld werden betaald, voortaan alleen maar mee
kunnen komen uit besparing op het nationale inkomen
Zo kunnen èn de consumptie èn de investering ver
minderen. Spr. staat, evenals de regering, op het
standpunt, dat de investeringen een bepaalde rem moe
worden aangelegd. De regering doet dit in de parti
culiere sector door middel van crediet-toezicht door
de Nederlandse Bank; voor de gemeenten en andere
overheidslichamen zijn er andere middelen.
De heer Tiekstra vroeg zopas, of het waar is, dat
woningbouw alleen kan doorgaan, als de geldleningen
verzekerd zijn. De gemeenten hebben daarvoor inder
daad voorschriften gekregen. Een kapitaalswerk is pa
verzekerd, als er een lening voor gesloten is op het mc
ment, dat het werk aanvangt, maar in elk geval uiter
lijk tegen de tijd. dat het klaar zal zijn. Dit betekent
een bepaalde rem. Als aan een nieuw werk moet
worden begonnen, zal eerst moeten worden omgezie
naar een mogelijkheid om een lening te sluiten. Er zijn
ook nog andere moeilijkheden: sommige kapitaalsuit
gaven mogen niet door Gedeputeerde Staten worde
goedgekeurd, vóór ze door de van regeringswege inge
stelde investeringscommissie zijn bekeken.
Het is dus wel te verwachten, dat het in de toe
komst niet gemakkelijk zal zijn, met nieuwe kapitaals-
werken te komen.
De heer Tiekstra zegt, dat één zijner vragen door de
wethouder nog niet is beantwoord, n.l. die met betrel -
king tot het investeringsplan.
De heer Geerts (weth.) heeft inderdaad vergeten,
daarop antwoord te geven. Hij zou eigenlijk kunnen
aansluiten bij wat hij zopas heeft gezegd: Als de ge
meente geremd wordt in haar investeringen, is het w 1
zeer nodig, dat zij de investeringen, die zij doet, goei
overweegt; dat zij de urgentie van het ene geval m< t
die van het andere vergelijkt. Dat is alleen mogelij
zoals de heer Tiekstra gezegd heeft, door middel van
een investeringsplan. Op de vraag, hoever het staat met
dat plan, kan spr. wel zeggen, dat de lijst gereed is; d; t
spr. haar in handen heeft en dat zij morgen bij B. en V
ingediend zal kunnen worden.
- V
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 25 April 1951. 13
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 26, 27, 28, 29 en 30 (bijl. nos. 76, 84, 72, 68
en 75).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 31.
De heer Wiersma rapporteert namens de Commissie,
belast geweest met het onderzoek van de geloofsbrief
van mevrouw A. Uijthof-Miedema en bestaande uit de
heren Kamstra, De Vries en Wiersma, dat de Com
missie de geloofsbrief en de daarbij overgelegde stuk
ken heeft gezien en in orde bevonden, weshalve zij de
raad adviseert mevrouw A. Uijthof-Miedema als lid
van de raad toe te laten.
Z.h.st. wordt dienovereenkomstig besloten.
De Voorzitter heeft, voordat hij deze vergadering be
sluit, de raad nog een mededeling te doen. Er is van
de burgemeester van Alkmaar het verzoek ingekomen
om de raad van Alkmaar hier te ontvangen. Deze raad
heeft het plan om een excursie naar Leeuwarden te
houden, omdat men meent, dat hier verschillende ob
jecten de belangstelling van de gemeenteraad van Alk
maar waard zijn. B. en W. zijn uit de aard van de
zaak gaarne bereid om die gemeenteraad te ontvangen
en zij hebben met de burgemeester van Alkmaar afge
sproken, dat het gezelschap hier zal komen op Vrijdag
18 Mei a.s. Het is de bedoeling, dat het omstreeks li
uur ten Stadhuize zal worden ontvangen, dat daar dan
de koffie zal worden aangeboden en dat verschillende
mededelingen zullen worden gedaan over hetgeen ver
der in Leeuwarden te zien zal zijn. Verder wordt een
lunch aangeboden. Nu zijn B. en W. niet alleen gaarne
bereid, dat aan de raad van Alkmaar te doen, maar
ook aan de eigen gemeenteraad. Spr. nodigt deze dan
ook uit aanwezig te zijn bij de ontvangst en overigens
mede gastheer te zijn bij de lunch. Hij hoopt ook, dat
de leden van de Leeuwarder gemeenteraad, voor zover
zij daartoe de mogelijkheid hebben, aan de excursie naar
de verschillende objecten, die de raad van Alkmaar
wenst te zien, zullen deelnemen. Die excursie zal na
de lunch, in de middag, plaats hebben, waarna men op
het eind van de middag de terugtocht zal aanvaarden.
B. en W. zullen de raad een en ander nog wel schrif
telijk mededelen, maar spr. wilde alvast deze monde
linge mededeling even doen, opdat men er zoveel mo
gelijk rekening mee kan houden.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.