mate te maken heeft met het onderwerp van vanavond
en dat is het financiële bezwaar. Men kan zich niet aan
de indruk ontworstelen, dat de verplaatsing van de
veemarkt absoluut noodzakelijk is. Ze kan echter op
verschillende manieren gebeuren. De kosten zijn van
dien aard, dat men de vraag kan stellen: kan het pro
ject in de practijk rendabel zijn? Dat zal ongetwijfeld
niet het geval zijn. In zoverre is in verband daarmee
enige soberheid op haar plaats. Aan de andere kant
echter mag de noodzakelijkheid van de dingen, die aan
gelegd moeten worden, hier niet voor wijken. In hoe
verre is hier een rijksbelang aanwezig? En indien het
aanwezig is, in hoeverre kan dan gepleit worden voor
een tegemoetkoming van het Rijk?
Spr. zal niet verder op deze punten ingaan, omdat
hij weet, dat deze vragen nog wel meer belangstelling
zullen ontmoeten.
Hij wil eindigen met het college wijsheid en sterkte
toe te wensen om in samenspreking ook het Rijk hier
voor te interesseren.
De heer Van der Veen hoopt, dat het veemarktplan
in groot verband tot uitvoering zal kunnen worden
gebracht. De agenda bevat meer punten, die met dit
plan samenhangen en spr. gelooft, dat de raad in dit
verband nog wel meer plannen te behandelen zal krij
gen. Het verheugt spr. echter, dat het nu zover is. Het
treft merkwaardigerwijs weer zo, dat de uitvoering
van dit grote werk valt in een periode van hoogcon
junctuur, maar dat is bepaald geen reden om zich hier
tot het uiterste te beperken. Het is noodzakelijk, dat
met spoed wordt doorgegaan. De plannen, die thans
voor de raad liggen, zijn door deskundige instanties
uit en ter na bekeken en spr. gelooft niet, dat hij er
iets op aan te merken kan hebben. En er zal ook niet
veel gelegenheid zijn om nog min of meer ingrijpende
wijzigingen aan te brengen. Dat zou te veel tijd kosten
en is practisch niet meer mogelgk. Men moet, zo dunkt
spr., het plan, zoals het hier ligt, waarderen, hoewel
op enkele punten wel vragen rijzen.
Spr. blijft het betreuren, dat de veemarkt, zoals deze
thans geprojecteerd is, doorsneden zal worden door de
rondweg. De oplossing, die voor het verkeer is ge
vonden, lijkt spr. niet helemaal ideaal, maar hij ziet
ook niet, hoe die eigenlijk veel verbeterd zou kunnen
worden. De idee om de rondweg omhoog te brengen
en het verkeer er over de markt heen te leiden, lokt
hem aan. Hij is zich bewust, dat dit kosten meebrengt,
maar hij zou van de wethouder willen horen, of deze
mogelijkheid is bekeken.
De met het veemarktplan samenhangende plannen
zullen allemaal in ongeveer hetzelfde tempo moeten
worden uitgevoerd. Het is daarom moeilijk om bij dit
plan niet te raken aan de volgende punten, die op de
agenda staan. Spr. denkt aan het aansluiten op de
rondweg in het Noorden, het is wel van belang, dat,
tegelijk met de markt, ook met de aansluitingen be
gonnen wordt, opdat ook tegelijk met de markt de
aansluiting op het Noorden en die op het Zuiden (op
de Julianalaan) gereed zijn.
Een ander punt, dat in dit kader bekeken moet wor
den, is de aansluiting aan de stad, zodat de stad ten
volle profiteert van de mogelijkheden, die uit het be
zoek aan de veemarkt kunnen voortvloeien. In dit
verband wijst spr. op de verbetering van de Lange
Marktstraat en de aansluiting daarop. De riolering, die
gereed gemaakt is, zal ongetwijfeld moeten aansluiten
op het centrale rioleringsplan; spr. hoopt dan ook, dat
dit plan binnenkort ter tafel zal komen.
Het is zo, dat de enorme omvang van de plannen,
die, als het gaat, zoals het behoort te gaan, gerealiseerd
zullen moeten worden, hem c.s. bijna benauwt, omdat
de kosten die er mee gepaard gaan, wel buitensporig
zullen zijn.
Aan de andere kant is spr. van mening, dat men, bij
de opzet althans, niet naar de uiterste soberheid moet
streven. In het algemeen moet zuinigheid betracht
worden, maar dit mag niet ten koste gaan van een
goede uitvoering van het werk. Spr. zou graag zien,
dat men, wanneer hier straks gebouwd kan worden,
niet aarzelt om tribunes, die misschien wel aange
bracht zouden kunnen worden, in het grote verband
op te nemen.
Ook de hal van het kleinvee, waaromtrent alleen nog
maar suggesties en plannen bestaan, zou spr. graag
in het project zien opgenomen, opdat deze tegelijkertijd
tot uitvoering kan komen en op hetzelfde moment als
de markt in gebruik genomen zal kunnen worden. Spr.
zou willen, dat deze hal er iets anders zal uitzien dan
hij in de stukken heeft gezien, opdat ze een geschiktere
gelegenheid voor congressen en demonstraties zal bie
den; ze is hem eigenlijk te smal. Spr. zou hierover
graag door de wethouder worden ingelicht.
De hear Santema seit, dat ek syn fraksje dit plan
uteraerd mei greate bilangstelling sjocht en oan de
wurden, dy't al troch leden fan oare fraksjes sein binne,
hoecht hy net folie ta to dwaen.
Allinnich noch dit: Hy c.s. wurdearje it tige, dat de
forskate kommisjes allegearre itsij dat de leden bi-
stjürspersonen, itsij partikuliere personen wiene tige
meiwurke hawwe ta dit konkrete plan.
Op in inkeld ünderdiel fan dit plan soene spr. c.s.
dochs noch wol efkes wize wolle en dan tinke hja yn
it bisünder oan de twadde tunnel by de Harnzerfeart.
Sa't it nou stiet, sil dat plan tonearsten net titfierd
wurde. Der is sakrekt de opmerking makke, dat foar
inkelde üren de kosten miskien ek net forantwurde
binne, mar as men der oan tinkt, dat yn 'e takomst,
dy't hiel tichteby is, it forkear fjouwer kear sa drok
wêze sil as op it eagenblik en as men wit, dat de
rounwei dwêrs oer dy tunnel hinne giet, dan moat j
men jin wol óffreegje: Soe it kaptael, dat nedich is
foar it meitsjen fan dy twadde tunnel foar de takomst
net forantwurde wêze?
Spr. wit wol, dat dizze punten op 'e nij in oanfal
dogge op it finansiéle formogen fan de gemeente, mar
men moat it each altyd foarüt rjochtsje. Spr. hat al
wiisd op de tanimmende yntensiteit fan it forkear en
hy c.s. hawwe der ek oer tocht, dat it noch net iens
ta it ünmooglike hearre soe, dat men byg. yn pleats
fan ien merkdei yn 'e wike yn de takomst miskien
noch ris twa merkdagen krije sil. En dan leit altyd dy
rounwei dêr troch it merkterrein hinne. Spr. c.s. freze,
dat dêr yn 'e takomst greate forkearsswierrichheden
troch üntstean sille. It is ek om dizze reden, dat hja it
kolleezje noch ris fan herten oanbifelje, dit net üt it
each to forliezen en, as it hwat kin, dochs dy twadde
tunnel derby to meitsjen.
De heer Kaïnstra memoreert, dat de heer De Jong
zojuist het verkeersvraagstuk ter sprake heeft ge
bracht en spr. meent, dat het bekend is, dat men hier
meer nog van een verkeers- en parkeervraagstuk mag
spreken dan van een veemarktvraagstuk. Die mening
heeft ook de commissie in haar schrijven van 7 Janu
ari 1953 ongeveer als volgt naar voren gebracht: Wij j
kunnen die vragen niet oplossen, zonder dat het ver
keersvraagstuk eerst primair gesteld wordt en dus zal
de veemarkt moeten worden verplaatst.
Spr. weet, dat parkeer- en verkeersvraagstuk niet
het enige geweest is, dat de raad heeft gedwongen tot i
verplaatsing van de veemarkt over te gaan; ook het I
hebben van gelegenheid voor het tot stand brengen
van een betere outillage was gewenst, maar toch zijn
genoemde vraagstukken wel de belangrijkste oorzaken
geweest.
De agenda vermeldt een voorstel tot het uitvoeren
van het grondplan. En nu lijkt het spr. nogal moeilijk
om zich i.z. riolerings- en bestratingswerk in technisch
opzicht een mening te vormen. De raadsbrief echter I
verstrekt ook andere gegevens, b.v. hoe men in de toe
komst denkt over de markt zowel wat de opbouw als
verdere ontwikkeling betreft.
Het college heeft de bestaande veemarktcommissie
uitgebreid en dat heeft de r.k. fractie zeer op prijs
gesteld; door het instellen van sub-commissies kunnen
alle facetten worden bekeken. Men mag dan nu ook
zeggen, dat hier sprake is van een goed doordacht
plan.
Wanneer men de schetstekeningen van het eerste en
tweede plan vergelijkt, dan komen de voordelen direct
al naar voren, vooral wat betreft het geprojecteerde
tentoonstellingsterrein. De verandering is door de des
kundigen een grote verbetering genoemd en dat kun
nen spr. c.s. onderschrijven. Zij menen, dat de aparte
marktweg ook een groot voordeel betekent. Daardoor
behoeft zo weinig mogelijk gebruik te worden gemaakt
van de rondweg.
De heer Santema heeft zopas het pleit gevoerd voor
de tweede tunnel en de heer Van der Veen heeft ge
zegd, dat men niet al te sober moet zijn met de uit
voering. Spr. kan dit onderschrijven; er wordt nu toch
een geweldig kapitaal in dit plan gestoken. Wanneer
men later moet overgaan tot het maken van die tunnel
en dat zal in de toekomst onherroepelijk nodig
Zijn dan zal dit niet alleen veel meer moeite geven,
maar ook veel hogere kosten vragen dan wanneer het
nu zou geschieden.
Omtrent de verwachting, dat de handel in hoogwaar
dig kwaliteitsvee, die op het ogenblik nog veelvuldig
op de boerderij plaats heeft en, naar spr. werd mede
gedeeld, nogal vrij omvangrijk is, naar de veemarkt
komen zal. is spr. nogal sceptisch.
Het is misschien toegestaan iets te zeggen over de
opstallen. Er wordt in de raadsbrief gesproken over
het bouwen van hallen voor waardevol vee, maar ook
het bouwen van een tweede hal wordt aangeroerd.
Spr. heeft in het vakblad van de vee- en vleeshandel
gelezen, dat op de verschillende markten niet voldoen
de aandacht wordt besteed aan de plaats voor het
(kleinvee. Men meent, dat het niet voldoende is om een
dakje op de markt voor varkens en kalveren te hebben
en men vertelt hier, dat vooral voor varkens een be
hoorlijke hal zo nodig is; de meeste markten en dat
is met de tegenwoordige markt van Leeuwarden ook
het geval zijn tochthoeken en varkens zijn zeer ge-
Ïvoelig voor tocht; zij verliezen daardoor in gewicht.
Spr. c.s. hebben wel eens gewezen op het voorbeeld
van de Bossche markt. Die wordt wel naar voren ge
haald als eigenlijk ,,je dat", maar spr. heeft ingezonden
stukken in hetzelfde blad gelezen, waarin over die
markt heel anders gesproken wordt. Men zegt b.v. dit:
K „Zo van buiten gezien, mag de Bossche markt er zijn,
maar zodra men een voet wil zetten op de vetvee-
;markt, krijgt men de indruk van een verwaai'loosde
en onordelijke veemarkt; de balies kan men niet op
menselijke wijze bereiken."
Daarom is het wanneer men het hier heeft over
een behoorlijke hal en het pleit gevoerd wordt voor een
tweede hal voor kleinvee van groot belang, dat deze
hallen zodanig worden ingericht, dat dergelijke moei
lijkheden hier niet voorkomen. In de door spr. bedoelde
ingezonden stukken leest hij verder, dat er wel eens
vechtpartijen voorkomen, doordat de mensen te veel
overlast ondervinden. In dit blad wordt dan ook de
noodzakelijkheid van hallen aangevoerd, niet op lan
gere termijn, maar direct bij de aanleg van de vee
markt.
JDat afgezien is van een centraal marktcafé, komt
tegemoet aan de bezwaren, die destijds in de raad zijn
geuit, toen het initiatiefplan ter sprake werd gebracht.
De Voorzitter verzoekt de heer Kamstra zich omtrent
deze punten toch wel ten zeerste te bekorten; dat zijn
punten, die in een volgende vergadering uitvoerig be
sproken zullen kunnen worden. Spr. heeft de heer De
Jong wel niet tot de orde geroepen in dit opzicht, maar
(hij zou de heer Kamstra toch willen vragen, zich te
beperken.
De heer Kanstra heeft zopas gevraagd, of het mis
schien mogelijk was enkele punten op dit gebied naar
voren te brengen, maar hij is het met de Voorzitter
eens, dat het op het ogenblik een beetje te ver gaat.
Spr. c.s. kunnen de mening van het college onder
schrijven, dat hier een goed doordacht plan ligt en dat
bij uitvoering hiervan Leeuwarden een goed geoutil
leerde markt zal kunnen krijgen.
De heer Slaterus zegt, dat de wenselijkheid van een
1 sintelbaan, door de heer De Jong naar voren gebracht,
door zijn fractie volledig wordt onderschreven. Het
ontbreken van een sintelbaan in Leeuwarden wordt
door diverse sport-organisaties als een groot gemis
gevoeld. De bestaande sportterreinen zijn niet geschikt
voor het alsnog aanbrengen van een sintelbaan, terwijl
er ook op de nieuwe sportterreinen aan de Greunsweg
geen sintelbaan is geprojecteerd. Spr. c.s. zouden dan
ook graag genoemde wenselijkheid willen ondersteunen
en de mogelijkheid willen doen onderzoeken om als
nog een sintelbaan te projecteren op het tentoonstel
lingsterrein, dat daarvoor zeer zeker geschikt is.
De hear Hartstra soe de suggesty fan de hear Kam
stra oangeande de hal foar lytsfé tige stypje wolle.
Hy c.s. achtsje it fan greate bitsjutting, dat der sa'n
hal komt. Der is yn Ljouwert foar greate gearkomsten
ek to min romte.
Der wurdt f 40.000,ütlutsen foar biplanting op en
om de fémerk.
De biplanting op de tsjintwurdige fémerk lykwols
is hielendal öfstoarn troch de middels, dy't de tsjinst
fan de gemeentereiniging brükt om de merk skjin to
meitsjen.
It nut fan beammen is foar spr. c.s. dus net oer-
tsjügjend; miskien kin oer dizze kwesje efkes praet
wurde.
Dc heer De Vries zegt, dat het door de op zich "elf
wel wenselijke verplaatsing van het tentoonstellings
terrein naar de andere zijde van de rondweg nodig
was om extra parkeerruimte te vinden voor vee-auto's.
In het plan, dat de raad voorgelegd is, is deze ruimte
zeer voorlopig geprojecteerd aan de andere kant van
de spoorweg. Men heeft kunnen lezen, dat dit onderdeel
niet direct uitgevoerd zal worden, maar dat het alleen
is geprojecteerd om de gedachten te bepalen. Spr. zou
toch wel enkele bezwaren tegen uitstel van de aanleg
van dit parkeerterrein naar voren willen brengen. In
de eerste plaats zal directe uitvoering uiteraard goed
koper zijn dan een uitvoering, die geheel opnieuw zal
moeten worden aangepakt, als het veemarktplan al
uitgevoerd is. In de tweede plaats en dat is veel
belangrijker loopt men de kans, dat de wel tot uit
voering gekomen parkeerruimte toch wel zeer aan de
krappe kant en misschien zelfs te klein zal zijn. Als
men een aantal hoort noemen van 370400 vee-auto's,
die daar zullen moeten parkeren, dan lijkt dit terrein
spr. vrij nauw. Voor het parkeren van personenauto's is
een terrein, dat plaats biedt aan 600 auto's, geprojec
teerd, een aantal, dat thans nog niet bereikt wordt, zo
dat er inderdaad rekening mee kan worden gehouden,
dat het mogelijk is een aantal vee-auto's op het parkeer
terrein aan de overzijde van de weg te plaatsen. Dat
deze auto's echter twee maal extra: vóór het lossen
en na het laden, de rondweg kruisen, lijkt spr. c.s. een
bezwaar.
Het aantal vee-auto's zal zeker stijgen, o.m. daar
het aanbod van vee uit de kop van Overijssel zal toe
nemen. Spr. wil dan ook met klem aandringen op het
zo spoedig mogelijk gereed maken van een definitief
plan voor de extra parkeerruimte, zodat de aanleg
van deze ruimte nog binnen het kader van het vee
marktplan zal kunnen geschieden.
Het doet de heer Van der Schaaf (weth.) en ook het
gehele college genoegen, dat dit zeer belangrijke voor
stel zo gunstig door de raad wordt ontvangen. De spre
kers hebben verschillende punten aangesneden en groten
deels dezelfde. Algemeen is de waardering voor de
commissie, die in vele vergaderingen dit plan heeft
tot stand gebracht en het verheugt het college, dat
ook in de kringen van de raad deze waardering bestaat;
zij is in de raadsbrief door B. en W. tot uitdrukking
gebracht. Het moge een aanmoediging zijn voor de
commissie om de verdere werkzaamheden, die nog
zullen moeten worden gedaan, met evenveel ambitie
te verrichten.
De heer Mani heeft geen bepaalde bezwaren naar
voren gebracht. Hij heeft gewezen op enkele voordelen
van het plan, dat nu aan de raad wordt voorgelegd
t.o.v. een eerder informeel gepubliceerd plan, en omdat
de heer Mani op deze punten het voorstel volgt, kan
spr. hierover kort zijn en met genoegen constateren, dat
hij het op vele punten met het college eens is, ook op
dat van de voetgangerstunnel.
Daar het voorstel een vrij belangrijke uitgave vor
dert, doet het spr. ook genoegen, dat het door zovele
sprekers is ondersteund.
De heer Mani besloot zijn betoog met het uitspreken
van de hoop, dat een spoedige uitvoering zal kunnen
H- s pTTTT