2
3. dat is ingekomen een verzoek van het bestuur van de
O.L. Vrouwe Stichting te Amersfoort om medewer
king te verlenen tot het beschikbaarstellen van een
terrein, gelegen tussen de Hercules Seghersstraat en
de Lucas van Leijdenstraat, ten behoeve van de stich
ting van een kleuterschool.
Voorgesteld wordt deze verzoeken om prae-advies in
handen van B. en W. te stellen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. bericht van verhindering van de heer Rutkens.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 2 (bijlage no. 269).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 3 (bijlage no. 267).
De voordrachten van B. en W. luiden als volgt:
vacature gemeenteschool no. 18:
G. van Enkhuizen te Zaandijk;
vacature gemeenteschool no. 23:
J. L. Verbeke, alhier.
Benoemd worden de voorgedragenen, met 33 stemmen
(mej. T. de Vries 1 stem).
Punt 4 (bijlage no. 268).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt:
mej. Tj. de Vries te Menaldum.
Benoemd wordt de voorgedragene, met alg. stemmen.
Punt 5 (bijlage no. 264).
De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt:
a. leraar in de Engelse taal:
A. P. de Zeeuw, alhier;
b. leraar in de Nederlandse taal:
A. C. Bosch, alhier;
c. leraar in de Duitse taal:
G. F. Faber te Sneek;
d. leraar in de handelswetenschappen:
J. Jansma, alhier;
e. leraar in de natuurkunde:
R. Palsma, alhier;
f. lerares in de geschiedenis:
Mevr. C. A. Smit-Huidekoper, alhier;
g. leraar in de Franse taal:
IJ. van der Zee, alhier.
Benoemd worden de aanbevolenen, met alg. stemmen.
Punt 6 (bijlage no. 273).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
1. G. B. van Driel te Enschede;
2. K. Homan te Nijmegen.
Benoemd wordt de heer Van Driel, met 30 stemmen
(de heer Hoogslag 3 stemmen en 1 bilj. blanco).
Punt 7 (bijlage no. 251).
Benoemd worden tot leden de heer E. Beeksma (tevens
voorzitter), de dames J. C. M. Heijmeijer-Croon en L.
Ringenaldus-v. d. Wal en de heren W. M. de Jong en Ir.
G. Th. Heitink en tot respectieve plaatsvervangers de
heren J. Spiekhout, Ir. B. C. van Balen Walter, J. Wier-
sma, K. de Jong en Ir. Ch. C. van der Vlis, allen met alg.
stemmen.
Punt 8 (bijlage no. 270).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W-, sub I en III.
Benoemd worden: tot voorzitter de heer Mr. J. J. Keu-
ning, tot vice-voorzitters de heren Mr. G. Huizenga en
Mr. A. Rutgers en tot leden de heer J. Wiersma, mevr.
L. Ringenaldus-v. d. Wal, de heren P. F. J. Westra, J.
Stienstra, K. Sijbrandij, Drs. G. de Groot en J. Venema,
de dames A.M.C. Mulder-Müller, Dr. A.C.A. Blanksma-
Kok en de heer G. A. Staal, met 33 stemmen (1 bilj.
blanco).
De heren Slaterus en Stobbe vormden het stembureau.
Punten 9 t.e.m. 21 (bijl. nos. 255, 258, 252, 271, 257,
266, 256, 261, 272, 254, 265, 262 en 263).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Bij punt 17 wil de heer Schootstra geacht worden bui
ten de stemming te zijn gebleven.
Punt 22 (bijlage no. 260).
Mevr. Blanksma-Kok vindt het heel goed, dat het
gebouw van het Nieuwe Stadsweeshuis op alle mogelijke
manieren dienstbaar wordt gemaakt aan verschillende
instellingen, die er onderdak zullen vinden, maar zou
graag een toelichting willen hebben in verband met de
hier geprojecteerde kinderbewaarplaats.
Spr. heeft de plattegrond nagezien; het is h.i. erg mooi,
dat er wasruimte en toiletruimte voor kinderen bij
gekomen is. Eerst was alleen maar op volwassenen ge
rekend.
De kinderen zijn van 's ochtends tot 's avonds in de
kinderbewaarplaats; zij krijgen er een warme maal
tijd en het eten moet er ook bereid worden. Het moet
dan helemaal uit de keuken van de bejaardensociëteit
komen en over de open plaats naar de kinderbewaar
plaats gebracht worden. Dit lijkt haar niet erg dienstig.
Is er niet een ander klein hokje te vinden, waar kan
worden gekookt?
Er staan vermeld een dagverblijf en een speelkamer
voor de kinderen. Wat wordt daar precies onder ver
staan Er moet ook een vertrek zijn, waar de kinderen
van 24 uur kunnen slapen. Of moeten zij in één en
dezelfde zaal spelen en slapen? Er zullen ook wiegjes
met babies en kinderwagens een plaats moeten heb
ben. Moeten die ook in dezelfde zaal staan?
Wanneer de kleine kinderen onlekker worden en
overgeven of zich op andere manier bevuilen, is het
nodig, dat ze overdag in een bad komen. Uit de locali-
teit, waar ze spelen of eventueel slapen, zouden ze door
de eetzaal naar de wasgelegenheid gebracht moeten
worden. Of is er een andere badruimte?
De heer Vellenga (weth.) dankt al bij voorbaat voor
de morele steun, die het welwillend gelach uit de raad
hem geeft. Dat bewijst ook de grote belangstelling
en dit al bij voorschot voor spr.'s antwoord.
Spr. kan mededelen, dat de vereniging „Kinderbe
waarplaats" erg ingenomen is met de ruimte, die te
harer beschikking is gesteld in het voormalige Nieuwe
Stadsweeshuis, maar zij ontveinst zich niet, dat, wan
neer het zover is, dat de Kinderbewaarplaats kan star
ten, zich bepaalde moeilijkheden kunnen voordoen. Er
zullen wellicht vragen beantwoord moeten worden, als
door mevr. Blanksma gesteld. Nu weet het college niet
precies, hoe het bestuur zich de verdeling van de ruim
te voorstelt en hoe het de moeilijkheden zal oplossen,
maar het is B. en W. wel bekend, dat het een advies
commissie heeft ingesteld, waarin o.m. de vrouwelijke
raadsleden zijn benoemd en het college verwacht op
grond van de instelling van deze commissie, dat de
moeilijkheden in de toekomst zeer zeker kunnen worden
opgelost. De commissie zal zeer binnenkort worden
bijeengeroepen; dan zal deze materie worden besproken
en zal waarschijnlijk wel antwoord op de vragen ge
geven kunnen worden.
Mevr. Blanksma-Kok weet natuurlijk wel, dat er
een adviescommissie is ingesteld en daarom verbaast
het haar, dat die commissie nooit om advies is gevraagd
en nooit een plattegrond heeft gezien. Spr. krijgt thans,
bij de raadsstukken, de plattegrond voor het eerst on
der ogen. In Januari was spr. ziek en daardoor heeft
ze de eerste plattegrond, die waarschijnlijk anders was,
niet gezien. Bij het tekenen hiervan zal allicht een ar
chitect of een andere, op dit gebied zeer deskundige,
geraadpleegd zijn. Spr. zou graag weten wie dit is ge
weest. Dat heeft zij nergens kunnen vinden.
3
De heer Vellenga (weth.) zegt, dat, toen destijds het
eerste plan in de raad is geweest, de raadsleden ook
kennis hebben kunnen nemen van de indeling. Dat geldt
voor ieder raadslid. Zij zijn toen afgegaan op medede
lingen en adviezen, die Openbare Werken had gekregen
van het toenmalige bestuur van de „Kinderbewaar
plaats". En pas nadat de raad de voorgestelde verdeling
van het voormalige Nieuwe Stadsweeshuis had goed
gekeurd en het nodige crediet beschikbaar had gesteld,
is overgegaan tot het instellen van een adviescommissie.
Er was dus al een bestemming aan de verschillende
ruimten gegeven.
Tegen de tijd, dat de kinderbewaarplaats zal begin
nen te werken, zal de adviescommissie bijeengeroepen
worden en op dat moment kunnen de technische moei
lijkheden doorgesproken worden. Iedere eerdere bijeen
roeping van de commissie zou praematuur geweest zijn.
Dit is overigens iets, dat buiten dit voorstel ligt. Spr.
heeft dus alleen maar gemeend van zijn kant enkele
opmerkingen te moeten maken. Daar mevr. Blanksma
zelf bij deze zaak betrokken zal zijn, zal ook van haar
adviezen geprofiteerd kunnen worden. Zij zal volledig
worden ingeschakeld bij een zo efficiënt mogelijke in
deling van de kinderbewaarplaats en bij alles wat daar
mee annex is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 23 (bijlage no. 259).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 24 (bijlage no. 253).
De Voorzitter zegt, dat het, nadat het voorstel aan
de raad is uitgegaan, B. en W. is gebleken, dat er een
nadere aanbieding is in verband met het bouwplan van
de Vereniging voor Volkshuisvesting en daarom zouden
zij hun daarop betrekking hebbende voorstellen willen
aanhouden. Dat zijn de voorstellen, die men vindt in de
vorm van het besluit in de tweede bijlage en dan wel
onder II t.e.m. VI, waarbij intact gehouden wordt het
sub I gestelde om het raadsbesluit van 23 Juni van dit
jaar in te trekken.
Overigens acht het college het dus beter, om, in af
wachting van het overleg, waarop spr. duidde, dit
voorstel aan te houden.
De heer Van der Veen zou te kort schieten, wanneer
hij bij dit punt niet over de hoofden van B. en W. heen
de voor Den Haag bestemde opmerking maakte, dat
met de halve premie-woningen, waarvan 8.000 beschik
baar zijn gesteld, toch wel bijzonder weinig elegant is
omgesprongen. Men kan zich gelukkig prijzen, dat men
een aantal kan bouwen, maar het is toch slechts een
druppel op de gloeiende plaat van de woningnood. De
gang van zaken bevredigt spr. allerminst. Dat is ech
ter iets, waar het college buiten staat. Spr. prijst zich
gelukkig, dat de overigens weinig fraaie gang van za
ken de gelegenheid geeft iets extra's te bouwen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 25.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.