2 3 3. bericht van verhindering van de heer Hartstra. Alle mededelingen worden voor kennisgeving aan genomen. Punt 2 (bijlage no. 113). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 3 (bijlage no. 119). De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt: Ir. T. J. Krijgsman, adjunct-directeur der openbare werken. Benoemd wordt de aanbevolene, met 31 stemmen (2 bilj. blanco en 1 van onwaarde). Punt 4. Benoemd wordt mevr. Ringenaldus-v. d. Wal, met 29 stemmen (mevr. Boersma-Hemminga 3 stemmen, mevr. Heijmeijer-Croon 1 stem en 1 bilj. blanco). Punt 5 (bijlage no. 114). De voordrachten van B. en W. luiden als volgt: gemeenteschool no. 9: 1. O. Blom, alhier; 2. S. J. Bruinsma, alhier; gemeenteschool no. 35: mej. R. Dijkstra, alhier. Benoemd worden de heer Blom, met alg. stemmen, en mej. Dijkstra, met 33 stemmen (1 bilj. blanco). Punten 6 t.e..a. 12 (bijlagen nos. 117, 116, 120, 115, 118, ±2o en 122). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. 1 unt 13 (bijlage no. 123). De hee Drentje kan namens de fractie van de P. v. d. A. mededelen, dat zij met grote voldoening dit voorstel tot de bouw van een school in het Oosten der stad heeft begroet. Niet alleen, dat de bouw van de Plataanschool nu geheel voltooid kan worden, maar het betekent tevens een begin van een afdoende oplossing van de al lange jaren bestaande moeilijkheden met het schoolgebouw in de Tjerk Hiddesdwarsstraat. Als straks dit gebouw met zijn 14 lokalen is gesloopt en er een fraaie school, zoals men de laatste jaren van Openbare Werken gewend is, voor in de plaats komt, niet een gebouw van 14, maar een van 8 lokalen, dan zal dit nieuwe gebouw niet alleen voor het onderwijs, maar ook voor het uiterlijk van de stad van grote betekenis zijn. Van veel betekenis is ook punt 2 van het besluit: het stichten van een nieuwe school in het Westen der stad, tussen de Haydn- en de Vivaldi- straat. Spr. twijfelt er niet aan, of dit voorstel zal worden aangenomen. De raad heeft steeds getoond, alles te willen doen wat het onderwijs en de opvoeding van de kinderen ten goede komt. Namens zijn fractie wil spr. het voorstel van harte steunen en haar voldoening uitspreken over het feit, dat het college, mèt de zeer gewaardeerde medewerking van de rijksinspecteur van het L.O., deze scholen op de urgentielijst scholenbouw 1956 van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geplaatst heeft gekregen. Deze nieuwe school betekent een aanmerkelijke ver lichting voor de scholen nos. 15, 16, 31 en 32. Het ge middelde aantal leerlingen is in dit deel van de stad ongeveer 42 per klas. Dat kan nu wellicht tot het nor male aantal normaal dan in betrekking tot de van Rijkswege geldende leerlingenschaal - van 3738 wor den teruggebracht. Om niet misverstaan te worden, moet spr. nog één ding van het hart. Hij behoort niet tot diegenen, die tegenwoordig steeds maar afgeven op ons onderwijs en die door het aanhalen van voorkomende misstanden suggereren, dat het met het gehele onderwijs finaal mis zou zijn. Integendeel, hij is van mening, dat hier ook plaatselijk, voor zover het tot de competentie van de raad behoort, veel voor het onderwijs wordt ge- daan. De scholen en dan bedoelt spr. ook de bij zondere mogen over het algemeen worden gezien. Het onderwijzerscorps werkt met opgewektheid aan zijn prachtige taak. En juist daarom is het zo buiten gewoon verheugend, dat de raad nu in staat is door de stichting van deze scholen dat enthousiasme te doen i toenemen. De ongerustheid, die sommigen hebben menen te moeten tonen over de goede behartiging van het onderwijs, mist hier in Leeuwarden alle grond. Voor zover spr. bekend, zijn alle tot dusverre gedane aanvragen voor bijzondere scholen, die aan de wette lijke voorschriften voldoen, toegestaan en binnen rede lijke tijd gerealiseerd. En ook wat het openbaar onder wijs betreft, kan men tevreden zijn met de aktiviteit van het dagelijks bestuur der gemeente. De zaak komt hier langzamerhand goed in orde. Een klein beetje chauvinisme is soms ook wel eens goed. Wij zouden ons, aldus de heer RutUens, ook willen aansluiten bij de instemming over het feit, dat men in Leeuwarden door dit voorstel een eind tracht te maken I aan het grote scholentekort en de overgrote bezetting van de klassen. Wij moeten er echter op wijzen, dat, wanneer, zoals vanavond, gezegd wordt, dat het onderwijzerscorps met opgewektheid zijn beroep uitoefent, dit toch wel in flagrante tegenstelling is met hetgeen men leest in de vakbladen uit deze kringen. Het vorige jaar werd er bijv. in het Schoolblad op gewezen, dat Nederland na Tsjechoslowakije het land was, dat een klassebezetting had, die op de ranglijst op één na onderaan stond, naast Joegoslavië, en dat de stemming onder het onder wijzend personeel niet zo erg rooskleurig was. Die uit- I spraak wordt gerechtvaardigd door de gevoerde onder wijspolitiek. Wij wijzen op het feit, dat op dit ogenblik E de bouwstop is afgekondigd voor 3700 openbare wer- I ken, waaronder 270 scholen. Daarbij doet zich de vraag I voor: Is het niet wenselijk, om hier aandacht aan te besteden? Weliswaar zijn de in dit voorstel genoemde r scholen op de urgentielijst geplaatst en dat is natuur lijk verheugend, maar deze urgentielijst is ontzettend groot en het bewijst voor ons dan ook nog niets. Reden waarom wij er bij het college op willen aandringen om I niets na te laten, waardoor zo spoedig mogelijk de I bouwvergunning voor deze scholen van het ministerie los gekregen wordt. De heer J. K. Dijkstra (weth.) meent, dat het van- I zelf spreekt, dat het college zich verheugt over de in- I stemming, die een der fracties van de raad bij monde I van de heer Drentje heeft geuit. Deze heeft geconsta- teerd, dat door de totstandkoming van deze scholen de I moeilijkheden voorkomen zullen worden, die zouden I zijn ontstaan, wanneer de scholen aan de Tjerk Hiddes- dwarsstraat, nos. 14 en 21, zullen moeten worden ont- I ruimd, omdat in de behoefte aan schoolruimte in vol- I doende mate zou zijn voorzien. Het verheugt B. en W. buitengewoon, dat het, met grote medewerking van de inspecteur, gelukt is om i.z. plaatsing op de urgentielijst tot een voldoend succes te komen. Het verheugt B. en W. ook, dat de plannen, die bestaan met betrekking tot de bouw van een nieuwe school in het Westen der stad, van harte door dezelfde fractie worden gesteund. Inderdaad zal de leerlingen- I bezetting van de vier scholen in dat stadsdeel aanzien lijk verlicht worden. Ten slotte verheugt het spr. per soonlijk, dat de heer Drentje zich i.z. beoordeling van I het onderwijs uitdrukkelijk gedistancieerd heeft van I het grote leger van ontevredenen, dat tegenwoordig I bestaat en hij heeft daar, naar spr.'s mening, goede I argumenten voor aangevoerd. Hij prijst ten slotte de I aktiviteit van het gemeentebestuur en B. en W. nemen I dankbaar van die mededeling kennis, uiteraard omdat I ze voor hen niet anders dan aangenaam kan zijn. En I B. en W. willen toezeggen, dat zij hun uiterste best zul- I len blijven doen om te voorkomen, dat bij het openbaar I zowel als bij het bijzonder onderwijs gebrek aan school ruimte zal ontstaan. De heer Rutkens heeft de woorden „groot scholen- I tekort" gebruikt. Spr. weet niet, of hij bedoelde, dat het grote scholentekort in Nederland of in Leeuwarden bestaat. Als hij bedoelde „in den lande", dan kan spr. dat voor een groot deel met hem eens zijn, maar in Leeuwarden zelf bestaat, op dit moment althans, geen scholentekort. I.z. de leerlingenschaal heeft de heer Rutkens nog gezegd, dat Nederland met nog een ander land, Tsje choslowakije of Joegoslavië, op de onderste plaats zou staan, maar spr. meent te weten, dat hij zich daarin vergist. Spr. meent, dat in de desbetreffende artikelen Nederland die plaats zou delen met Portugal, maar dat is nu van minder belang. Verder heeft de heer Rutkens gezegd, dat de urgen tielijst i.z. scholenbouw ontzettend groot is. Dat die lijst niet klein is, gelooft spr. graag, maar als hij zegt: ontzettend groot, dan meent spr. toch, dat hij de kwast een beetje al te diep in de verf heeft gestopt deze keer. Hij wil aan het adres van de heer Rutkens wel zeggen, dat B. en W. het uiterste zullen doen om te zorgen, dat ook de laatste belemmeringen voor de scholenbouw in het Oosten zowel als in het Westen zullen worden overwonnen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 14 (bijlage no. 121). De heer K. de Jong zou n.a.v. een zinsnede in de raadsbrief een korte opmerking willen maken. Daar staat n.L, dat in verband met de ongunstige situatie van de school aan het Zuidvliet aan de directeur der Openbare Werken opdracht is gegeven een plan met kostenberekening te maken voor de bouw van een nieuwe kleuterschool in het plantsoen tegenover de Ambachtsschool. Spr. weet wel, dat men zich door het aannemen van dit voorstel nog niet akkoord heeft verklaard met deze bouw, maar zijn fractie is van mening, dat, nu dit punt aan de orde gesteld wordt, wel even uitdrukking gegeven mag worden aan de wel zeer ernstige bezwa ren, die zij tegen het bouwen van de school op de voor gestelde plaats heeft. De heer Van der Schaaf (weth.) constateert, dat de bezwaren van de heer K. de Jong hem blijkbaar niet tot verwerping van dit voorstel brengen. Zijn opmer king eigenlijk nog niet aan de orde. Spr. wil echter wel mededelen, dat het college daarvan kennis heeft ge nomen en dat er, wanneer het plan tot een voorstel aan de raad zal leiden, gelegenheid zal zijn om het van alle kanten te bekijken, ook van de stedebouw- kundige kant, die er aan zit. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 15 en 16 (bijlagen nos. 124 en 126). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 17 (bijlage no. 127). De heer Pols zou in de eerste plaats het college hulde willen brengen voor de duidelijke toelichting op dit ontwerp, waarbij men zich kan afvragen: wat wordt eigenlijk verstaan onder automatische restaurants? Praktisch was de situatie in Leeuwarden wel zodanig, dat men zowel in automatische restaurants als bij hou ders van vaste standplaatsen tot 's nachts 1 uur en later terecht kon voor hartige hapjes, al was, volgens de toelichting, de laatste categorie in overtreding. Men wil nu aan het langer dan tot dusver open zijn een wettelijke basis geven, maar spr. meent, dat het pu bliek en de betrokken ondernemers niet gediend zijn met dit ontwerp. Als men discriminatie van de houders der vaste plaatsen t.a.v. de automatische restaurants wil voorkomen, dan wordt dat hiermee maar ten dele verwezenlijkt. De Winkelsluitingswet heeft voor de markt- en straathandel de sluiting een uur later gesteld dan voor de winkels. Hierbij geldt de overweging, dat de straat handel onder geheel andere omstandigheden wordt uit geoefend en zeer sterk aan weers- en seizoensinvloeden onderhevig is. Ook de standplaatshouders, die geringe eetwaren verkopen, ondervinden die moeilijkheden. Door het vaststellen van de onderhavige wijziging der ver ordening zal het tijdstip van sluiting in plaats van verlaat, juist een uur vervroegd worden. Zij zullen dan 1 of 1V4 uur vroeger moeten sluiten dan de automa tische restaurants. Dit bevredigt spr. niet. Hij staat op het standpunt, dat zonder bezwaar aan het verzoek van betrokkenen zal kunnen worden voldaan. Dat open stelling tot 1 uur ernstig gevaar zou kunnen opleveren voor verstoring van de nachtrust der omwonenden, ge looft spr. niet. Integendeel. Zouden de standplaatshou ders niet tot 1 uur mogen verkopen, dan zouden voort aan na 24 uur meer mensen bij de automatische res taurants staan en meer mensen op één plaats betekent meer lawaai. Spr. zou willen voorstellen de verorde ning zo te veranderen, dat de desbetreffende categorie niet tot 24 uur, maar tot 1 uur mag verkopen. Hij gelooft, dat vooral deze kleine mensen het erg nodig hebben. De heer Rutkens wil kort zijn en beginnen met te verklaren, dat zijn fractie zich aansluit bij de wens van de heer Pols. Wij zijn het met de argumenten, die hij naar voren heeft gebracht, volledig eens. Wij zouden het volgende daaraan willen toevoegen: Ons is geble ken, na een onderzoek bij de standplaatshouders, die geringe eetwaren verkopen, dat wel degelijk behoefte aan deze waren bestaat, ook in de uren, waarvoor zij ontheffing van de bepalingen der Winkelsluitingswet hebben gevraagd. Ten eerste blijkt behoefte te bestaan bij het doortrekkende verkeer, vooral op de centrale punten op de invalswegen, waar dit bijelkaar komt. In de tweede plaats blijkt vaak de behoefte te bestaan bij hen, die de goed Hollandse gewoonte hebben om zaterdags en zondags in familiekring bijeen te zijn om een kaartje te leggen en gezellig te bomen. Het zijn vooral deze categorieën, waaraan nogal veel tussen 24 en 1 uur wordt verkocht. Wij wensen dan ook, dat B. en W. zich alsnog bereid zullen verklaren om het tijdstip van sluiting niet op 24 uur, maar op 1 uur 's nachts te stellen. De Voorzitter zal de beide sprekers in het kort na mens het college beantwoorden en dan zou hij in de eerste plaats willen zeggen, dat in de raadsbrief al is uiteengezet, dat ontheffing, als bedoeld in art. 11, lid 2, der Winkelsluitingswet, slechts mogelijk is, als er plaat selijk omstandigheden aanwijsbaar zijn, die deze ont heffing wettigen. Naar spr.'s mening zijn die plaatse lijke omstandigheden niet aan te wijzen. B. en W. vin den steun voor deze opvatting in het eerste adres van de betrokken organisatie, de afdeling Leeuwarden van de Centrale Vereniging voor de Markt-, Straat- en Rivierhandel, zelf. Daarin werd gevraagd niet om tot 1 uur, maar om tot 24 uur te mogen verkopen. De behoefte om later dan 24 uur te mogen verkopen is bij deze groep belanghebbenden zelf aanvankelijk dus toch niet gevoeld. B. en W. kunnen dan ook de moti vering om desniettemin later te mogen verkopen niet zo zwaar nemen. Als de raad zou toestemmen om tot 1 uur te ver kopen, dan zou dat naar de mening van B. en W. in de eerste plaats wel degelijk inbreuk maken op de plaatselijke levensgewoonten, waartoe behoort, dat uiterlijk om 12 uur het maatschappelijk leven in deze stad ophoudt. Dat is ook het sluitingsuur voor de café's, waarin men ongeveer dezelfde artikelen kan kopen en als dus na het sluitingsuur van de cafés deze verkoop zal worden toegestaan, dan zou de cafés concurrentie worden aangedaan. In de tweede plaats is er naar de mening van B. en W. wel degelijk gevaar voor verstoring der nachtrust te vrezen. De heer Pols zegt, dat er bij de automatische restaurants wel later dan 12 uur wordt verkocht, doch dat is slechts op een zeer beperkt aantal plaatsen. Als de verkoop op de vaste standplaatsen tot 1 uur wordt verlengd, zal op meer plaatsen in de stad het gerucht, dat met deze verkoop gepaard gaat, ook lan ger duren en B. en W. menen, dat dit betrokkenen niet behoort te worden aangedaan. De argumenten van de heer Rutkens kunnen zij even min aanvaarden. Het doortrekkende verkeer is na 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1956 | | pagina 2