10
maar met die aanduiding kan men een beetje werken
bepalen toch wel de richting, waarin het vermoedelijk
in Nederland zal gaan, hoewel er misschien nog wel
andere gasgebieden zullen overblijven. Men zit hier
dus en dat is spr.'s conclusie geweest op de ge
noemde vergadering, wel goed, als men kiest voor
aardgas-lucht (en spr. heeft daarvoor gekozen). Hij had
zich kunnen voorstellen, dat de voorzitter van de be
wuste vergadering van 14 maart naar aanleiding hier
van had gezegd, dat de bespreking het college toch
wel aanleiding zou geven om de zaak nog nader te
bezien. Hoewel dit niet gezegd is, zal het toch wel
gebeurd zijn. Maar het college heeft in die bespreking,
die toch wel zeer verhelderend heeft gewerkt, tot spr.'s
spijt geen aanleiding gevonden, om van standpunt te
veranderen. Het gaat er om, of thans puur aardgas
onder, vergeleken bij die van thans, zeer hoge druk
geleverd zal worden of aardgas-lucht. En nu is er bijna
een legende-vorming, waar spr. toch wel even over zou
willen praten. Wij zijn, aldus spr., erg ingenomen met
het aardgas. Wij hebben behoefte aan energie. Het is
spr. meegevallen, dat dit aardgas in de Nederlandse
bodem in zo rijke mate voorkwam. Dat heeft misschien
wat fascinerend gewerkt. Men komt in bepaalde be
sprekingen dit tegen: „De bodem levert dit gas op,
laten wij het nu ook zo gebruiken". Dat lijkt spr. wel
een vereenvoudiging van het vraagstuk. Er was geen
aantekeningetje bij, dat het onder een druk van 300 mm
gebruikt moet worden.
Er was, toen het aardgas kwam, een commissie onder
voorzitterschap van Ir. Tinbergen, die adviseerde de
gebruiksdruk van het gas eventueel te verhogen, maar
het ging toen niet primair over aardgas. Men had juist
het drukverschil van stadsgassen op het oog; men kon
toen niet weten, dat er in korte tijd verandering zou
komen. De commissie heeft zich daarna nogal veel
beziggehouden met het aardgas. Het wilde niet branden
en er moest wat aan gebeuren. Men weet, dat het
hierop vastzat. Zonder meer wil het aardgas niet bran
den; men moet er tweemaal zoveel lucht als bij ge
woon gas aan toevoegen. En toen heeft die commissie
op zuiver theoretische gronden de zaak van het aardgas
bekeken en gezegd: Wanneer dit gas geleverd wordt
onder een druk van 300 mm (5 x zoveel als het stads-
gas), dan zuigt het zo- en zoveel lucht mee aan en dan
is alles voor elkaar. Het ging dus om luchttoevoer. Nu
is het een heel eenvoudige oplossing, als die lucht niet
wordt toegevoegd aan de kant van de brander, maar
wanneer die lucht toegevoegd wordt bij de bron. Dan
behoeft er niets veranderd te worden. Dat is het grote
voordeel. Wanneer die lucht bij de bron aan het gas
toegevoegd wordt, dan is de verbrandingswijze van het
gas goed. Doet men dat onder een klein beetje ver
hoogde druk, n.l. een druk van 85 mm, dan wordt het
nog een tikje beter. Het is te begrijpen, dat dit een
aantrekkelijk geval is. De combinatie aardgas-lucht is
niet uitgevonden in Tzummarum. Het is reeds eerder
in Amerika toegepast, zij het niet algemeen, en ook in
West-Duitsland. Men noemt het propaangas.
Spr. verbaast zich er over, dat de commissie het
vraagstuk niet ook van die kant heeft benaderd. Dat
zou heel wat eenvoudiger zijn geweest. Z.i. heeft de
hoge druk van 300 mm enorm grote bezwaren. Spr.
moge in de eerste plaats memoreren, dat men, door
de druk te verhogen tot 5 x die van het stadsgas, bij
lekkage 5 x zoveel gasverlies krijgt dan men zou
krijgen bij stadsgas. En daarbij bedenke men, dat de
calorische waarde ook nog dubbel zo hoog is. Dus een
theoretisch gasverlies van 10 x dat van het stadsgas.
Wanneer men zegt: Dat aardgas is er immers, gebruik
dat nu, dan zou dat opgaan voor die gebieden, waar nog
geen gas is en waar men nieuwe leidingen kan leggen.
Het wordt moeilijker, als men uit het ene gas-gebied
verhuist naar het andere. Daar waar eerst nog geen
gas was, worden de nieuwe toestellen vanzelf wel uni
form, maar Leeuwarden heeft zijn bestaande leidingen
en de praktijk heeft ook wel uitgewezen, dat er enorme
problemen bij puur aardgas van 8500 calorieën ont
staan. Leeuwarden heeft thans gas van 4800 calorieën.
Gewoon gas heeft een calorische waarde van 4500. Het
enorme verlies, dat bij levering van puur aardgas ont
staat, moet op zeer intensieve en bijzondere manier
worden tegengegaan. Daarom moet de legende-vorming
worden voorkomen, dat puur aardgas beter is. Het is
niet a priori beter. Alleen wanneer nieuwe buizen
kunnen worden gelegd en wanneer tegenover het directe
nut van gas, zoals het te voorschijn komt, niet de be
zwaren van de lekverliezen bestaan. Als er geen andere
oplossing mogelijk zou zijn geweest, dan had het idee
van de Commissie Verhoogde Verbruiksdruk een uit
komst betekend. Maar er is een andere mogelijkheid
en die is: toevoeging van lucht aan het gas, waardoor
de zaak ontzettend vereenvoudigd wordt. De ombouw
der toestellen is veel gemakkelijker. Als de toestellen
veranderd zijn, kunnen ze weer gewoon op de leiding
worden aangesloten en branden ze ook op het gas, dat
nu wordt geleverd. De enorme en spr. niet prettig
lijkende werkzaamheden van het verdelen van de stad
in 30 sectoren, waarbij sectorsgewijze wordt overge
schakeld op het nieuwe gas, een soesa van je welste,
zijn niet nodig.
Nu zou het kunnen zijn en dat heeft de raad de
vorige keer ook beïnvloed dat de zaak financieel
niet goed lag bij aardgas-lucht, maar ze ligt in dit
opzicht juist wel goed. Aanvankelijk lag ze door
enkele details nog iets beter dan nu. Aardgas-lucht is
nu nog slechts 0.3 cent geschikter. Spr. bepaalt zich nu
tot hoofdzaken. Het verschil van 0.3 cent per eenheid
levert in de 20 jaren, dat men puur aardgas hoopt te
distribueren, toch nog een verschil op van f 1.239.000,
Om nu even de gedachte te bepalen in de discussie,
wil spr. er op wijzen, dat de lekverliezen-vergoeding,
die de gemeente van het rijk krijgt en die de vorige
keer een zo machtige rol heeft gespeeld, een bedrag
van f 520.000,beloopt. Dat is nog niet de helft. Als
spr. dat zo bekijkt, kan hij zich eigenlijk haast niet
voorstellen, dat de raad nu iets anders zou doen en dat
het college iets anders zou willen dan de vorige keer,
al gaat het dan ook niet om zulke grote bedragen als
de vorige keer en al is spr. het met de heer Van Balen
Walter eens, die toen zeide, dat men de zaak te veel
in het financiële vlak trekt.
Spr. heeft er iets voor over, dat er ook in de huizen
geen soesa komt, zelfs al zou het iets meer kosten.
De vorige keer heeft het financiële element wel de
doorslag gegeven, hoewel men nu wel begrijpt uit de
nieuwe deskundigenverklaringen, door de heer Van
Balen Walter geciteerd, dat het ook volgens de Gas-
stichting helemaal niet gek is het gas te kraken. Doet
men dat niet, dan is hetgeen B. en W. nu voorstellen
te doen, op één na het beste.
Spr. herhaalt, dat distributie van aardgas-lucht in
20 jaar tijds f 1.239.000,voordeliger is dan distributie
van aardgas-puur. Hij gelooft, wanneer men wil verge
lijken, dat dit bedrag teruggebracht moet worden tot
de contante waarde, als dat althans ook gebeurt
met het bedrag van f 520.000,van de lekverliezen-
vergoeding. Spr. meent van wel. Nu krijgt men die
f 1.239.000,geleidelijk binnen. Wordt het verschil
0,4 cent per eenheid, dan wordt het totale verschil over
20 jaar nog beduidender.
Het zijn toch zeker geen peuleschilletjes.
Spr. zou even een klein citaatje willen geven uit de
nota van het Staatsgasbedrijf. Er is in de discussie wel
eens door een der heren uit Den Haag gezegd: Wat.
jullie deskundigen zeggen, is volkomen waar: aardgas-
lucht is voordeliger dan gekraakt gas, maar aardgas-
puur is nog voordeliger. Dit wordt echter door zijn
directeur toch niet onderschreven, want in de nota van
het Staatsgasbedrijf wordt aan het slot, op blz. 4, heel
duidelijk dit gezegd: De serieuze kosten-opstellingen,
die Uwerzijds worden gemaakt, bewijzen wel, dat het,
als men uitgaat van een periode van 20 jaar, voor een
bedrijf als het Uwe (en daar valt ook de nadruk op),
dat beschikt over een ruim buizennet en dat een be
trekkelijk geringe gasexpansie verwacht, niet duidelijk
in cijfers valt aan te tonen, dat de distributie van aard
gas onder 300 mm de meest economische propositie is.
(Dat is dus niet voordeliger, zo is spr. geneigd te ver
talen).
Omgekeerd is het zo dat wijzen de cijfers van de
afd. Financiën uit dat het wel voordeliger is aard
gas-lucht te distribueren. Er moet dus iets aan de hand
zijn, wanneer men daar toch niet voor kiest. Het is
voordeliger; de toestellen passen zich maar daar
"UB
komt spr. straks nog op terug bij de algemene gas-
situatie in Nederland beter aan dan wanneer men over
gaat op aardgas-hoge-druk. Het standpunt van B. en
W. moest dus ten slotte wel door heel andere factoren
worden bepaald. En het lijkt spr. het beste, dat hij
nu tot de bespreking van die factoren overgaat.
Hij moet eerlijk verklaren, dat hij het heel kleine facto
ren vindt, die B. en W. aanhalen. Van een aantal van zes
punten zijn vier kleingoed (nauwelijks waard, dat men
ze bij de vraag: „puur 300" of „lucht" in zijn verge
lijkingen betrekt), maar de eerste twee niet. Daar staat
dit: ,,1. Leeuwarden zal als grote gemeente door het
distribueren van aardgas-lucht niet alleen in de noor
delijke provincies, doch in het gehele land een uitzonde
ringspositie innemen. 2. Deze uitzonderingspositie
brengt, vooral in de eerste jaren, bezwaren mede ten
aanzien van de toestellenvoorziening". Er is wel aan
leiding om dat anders te zien. Aardgas 300 mm is uit
de nood geboren. Dat is geen normale druk en zal het
ook nooit worden. Het gebied hier in het noorden is
t.o.v. het gehele land klein. Het zijn ook betrekkelijk
kleine plaatsen, die aan deze aardgasvoorziening mee
doen. Er is nooit voor het gehele land aardgas. In het
zuiden, in het gebied van de mijnen, heeft men cokes-
ovengas. De Nederlandse bodem bevat echter weinig
steenkool. In Velzen wordt hoogoven-gas en in Pernis
raffinaderij-gas geproduceerd. Het is ook wel duidelijk,
dat men hier voor een nieuwe periode staat, waarin
men noch uitsluitend het een noch uitsluitend het an
der kan hebben. Terecht gebruikt men in Utrecht een
menggas.
De gaswereld streeft er naar dat blijkt uit de
stukken tot een uniform Wobbe-getal te komen en
tot een uniforme druk. Misschien zal het niet gelukken
en zullen er twee gebieden komen. Te verwachten is,
dat de druk van 85 mm en een calorische waarde van
6000 (Wobbe-getal 7000), dat in de buurt komt van de
waarde, die de dienst voorstelt, dus niet het extreem
hoge calorieëngetal, dat B. en W. voorstellen, meer al
gemeen zullen worden. Wanneer het college stelt, dat
Leeuwarden tot op zekere hoogte een uitzonderings
positie zou innemen, wanneer het aardgas-lucht zou
kiezen, dan is dat (omdat die uitzonderingspositie hier
in bestaat, dat het zich losmaakt van het incidentele
geval: aardgas-hoge-drukop zich zelf nog niet zo erg.
Het gaat toch alleen maar om de brandbaarheid van
het gas. Leeuwarden zou zich echter nog niet eens
helemaal van het incidentele geval los maken, want
voor de toestellen maakt het niet zo heel veel verschil
Het zou dus, zich eigenlijk slechts losmakende van een
uitzonderingspositie, dicht bij de massa komen. Daar
komt het op neer.
Naar spr.'s mening komt Leeuwarden, door zich los
te maken van aardgas-puur dichter bij de andere gassen
terecht en dat ziet hij als een voordeel. Daarom zegt
het hem zo weinig, „dat Leeuwarden als grote gemeente
door distributie van aardgas-lucht niet alleen in de
noordelijke provincies, doch in het gehele land een uit
zonderingspositie gaat innemen". Wat het laatste be
treft, spreekt hij dat zelfs pertinent tegen.
Spr. moet er haast wel van afzien, om het tweede
punt: de toestellenvoorziening, in finesses in het geding
te brengen. Hij heeft in de stukken gelezen, dat men
heel gemakkelijk met de aardgas-luchttoestellen in
andere gasgebieden kan manipuleren. De wethouder
zal het, zo meent spr., niet kunnen tegenspreken, dat
Leeuwarden zich heel gemakkelijk kan aansluiten bijv.
bij het systeem van cokes-ovengas. Dan behoeft er niets
aan de toestellen veranderd te worden en bij aan
sluiting op andere systemen zijn er maar betrekkelijk
kleine veranderingen nodig.
Over één detailpunt wil spr. nog iets zeggen. Wan
neer hier in Leeuwarden aardgas-lucht zou komen, zo
als de dienst zi h dat voorstelt, met de voordelen daar
van, en met, naar spr. meent, geen ricico's, geen
soesa en geen extra lekkende kraantjes (dat wordt een
verdriet, dat niet is te verhelpen, behalve door nieuwe),
dan kunnen, met een kleine wijziging, toestellen worden
gebruikt, die in de handel zijn. Voor aardgas-lucht kan
n.l. een toestel gebruikt worden, dat precies gelijk is
aan een voor aardgas-puur 300 mm; alleen de inspuiter
moet even worden opgehoord. Gaat men dan verhuizen
11
naar een gebied met aardgas-puur 300 mm, dan moet
de inspuiter een beetje vernauwd worden. Spr. geeft
graag toe, dat hij oorspronkelijk gedacht heeft, dat het
toch wel een klein beetje soesa is, maar sindsdien is
hij tot de wetenschap gekomen, dat daar dingen voor
in de handel zijn in alle soorten, in een bepaalde
„set", in een doosje moet hij eerlijk zeggen, dat hij
na bestudering van de zaak de verwisselbaarheid vol
komen onderschrijft.
De eigen dienst schrijft t.a.v. aardgas-lucht: betere
aanpassing aan en minder isolatie van de rest van Ne
derland en met heel geringe moeite dit betreft dus
de eerste beide factoren, op blz. 3 onderaan van het
voorstel van B. en W.).
Men zal begrijpen, dat spr. door B. en W. op deze
beide punten niet kon worden overtuigd.
Punt 3 luidt als volgt: „Bij overgang op aardgas-
hoge-druk vervijfvoudigt de capaciteit van de leidingen,
hetgeen in de toekomst bij een sterk accres in de gas-
afgifte voordelen kan opleveren. De capaciteitsvergro
ting van de binnenleidingen kan voor de gebruikers
voordeel opleveren."
Spr. heeft zojuist uit de slotregels van de nota van
net Staatsgasbedrijf geciteerd, dat de gemeente beschikt
over ruime leidingen en dat hier in de toekomst weinig
expansie is te verwachten. Hij is er eerlijk van
overtuigd, dat dit sterke accres hier niet komt en dat
een accres, gesteld, dat dit niet een geheel theoretisch
geval blijft, dan toch wel van weinig betekenis zou
zijn. En die capaciteitsvergroting van de binnenleidingen
is al heel miniem.
Punt 4 noemt spr. ook klein, niet moreel gezien,
maar in de zin van: van weinig betekenis. Het luidt
aldus: „Bij nieuwbouw kan in totaal ongeveer f 100,
per aansluiting worden bezuinigd bij toepassing van
aardgas-hoge-druk." Spr. heeft dit bedrag in de ove
rige stukken niet kunnen vinden, wat trouwens niet
zo heel erg is. Het is vermoedelijk aan de hoge kant.
Spr. meent, dat Ir. Tinbergen de berekening van het
voordeel van de aanleg per aansluiting geeft. Misschien
weet de wethouder het op te diepen. Anders moeten
wij dit, aldus spr., laten zitten. Als dit waar is, of
voor een groot deel waar is, er zit wat in dan
wil hij daar tegenover stellen, dat er bij overgang
op aardgas-puur duurdere toestellen moeten komen.
Spr. mag niet zeggen, dat de toestellen van nu zonder
meer bruikbaar zijn bij aardgas-lucht, maar hij wil even
memoreren, dat de directeur van het Gasinstituut in de
commissievergadering mededeelde, dat de meerdere
kosten van de apparaten ongeveer in het midden lagen
bij aardgas-lucht. Eenvoudige installaties als geisers
en fornuizen kosten beduidend - zo'n f 25,meer
bij aardgas-puur. Spr. wil er voorts op wijzen, dat de
uitnemende gemeentelijke adviseurs van mening zijn,
dat kraantjes, die nu heel lang gebruikt kunnen worden,
bij aardgas-puur niet langer gebruikt kunnen worden
dan tot een fractie van de slijtage, die het nu kan lijden,
zulks door het veel grotere lekverlies, veroorzaakt èn
door de hoge druk èn door de hoge calorische waarde
van aardgas-puur 300 mm. Spr.'s eigen ervaring heeft
hem zeer gesterkt in de mening, dat dit niet gebaga
telliseerd mag worden.
Er zijn nog wel enkele dingen meer tegenover het
geen onder punt 4 genoemd is, te stellen, maar spr.
vindt het absoluut niet belangrijk.
Onder punt 5 stellen B. en W.„Bij aardgas-hoge-druk
zal een eventuele gasvoorziening van de dorpen minder
kosten meebrengen". Dit is overgeschreven uit de
stukken, wat overigens volkomen oirbaar is. Het is
opgemerkt door een van de heren uit Den Haag. Spr.
weet echter niet, of deze de situatie hier kent. Hij
heeft de indruk, dat het Staatsgasbedrijf wel erg
doctrinair streeft naar wat het eens heeft gepredikt.
Dat een eventuele gasvoorziening van de dorpen bij
aardgas-hoge-druk minder kosten zal meebrengen, kan
alleen het gevolg zijn van het feit, dat men kan vol
staan met goedkopere leidingen, welke de dorpen van
uit hun gasfabriek zouden moeten hebben. Dit klopt,
naar spr. meent, niet voor Wytgaard en Wirdum, want
die dorpen kunnen niet vanuit Leeuwarden verzorgd
worden; hiervoor zal uit de aanvoerleidingen moeten
worden afgetapt. Als Leeuwarden aardgas-lucht krijgt,