10
De heer B. P. van der Veen lijkt het toe, dat de bouw
blokken voornamelijk in één richting, noord-zuid gepro
jecteerd zijn? Achten de ontwerpers dit wel een gun
stige stand met het oog op de bezonning?
De heer Bakema zegt, dat de blokken ondiep zijn, zo
dat bij noord-zuid-stand, dus bij eenzijdige bezonning,
de zon toch voldoende in de huizen kan doordringen. Er
zijn overigens in de stand nog wel variaties mogelijk.
Spr. wijst er de vorige vraagsteller nog even op, dat
groen op grote schaal economisch gezien juist een be
langrijke factor is, want dit is goedkoper te onder
houden dan vele kleine stukjes.
De heer Taylor Parkins stelt zich de vraag, hoe de
bewoners uit de binnenstad moeten komen in het ge
bied ten noorden van het onderhavige uitbreidingsplan,
waarvoor t.z.t. waarschijnlijk ook weer een uitbrei
dingsplan zal worden gemaakt. Waarom hebben de
ontwerpers de twee straten vanuit de Jelsumerstraat
en de Blekerstraat niet doorgetrokken naar het noor
den?
De heer Bakema zegt, dat hier met de directeur der-
openbare werken uitvoerig over is gesproken. Het zou
zeer belangrijk zijn, als er een nog omvangrijker sur
vey voor de volgende uitbreidingszones van Leeuwarden
zou komen.
Spr. geeft op de kaart nog twee mogelijkheden aan
om beide genoemde straten zuid-noord door te trekken.
Hij acht dit een belangrijke zaak. Hierdoor zou misschien
nog meer verkeer in het centrum kunnen komen, waar
door dit dus nog levendiger zou worden.
De Voorzitter zou, als dat inderdaad het geval is,
hiermee deze raadsvergadering willen beëindigen. Spr.
gelooft stellig namens de geheele raad te spreken, als
hij de heren Van den Broek en Bakema, alsmede de
heer Stokla hartelijk dank zegt voor de moeite, die zij
hebben willen nemen om hier naar toe te komen, het
plan toe te lichten en op vele vragen antwoord te
geven. Prof. van den Broek heeft zopas gezegd, dat
hij blij was een paar jaar geleden in contact te zijn
gekomen met Leeuwarden. Spr. gelooft van zijn kant
en van die van de wethouders te mogen zeggen, blij te
zijn met hem in contact te zijn gekomen, omdat het
resultaat van dit contact het plan is, dat vanavond
in bespreking is geweest en waarvan een van de raads
leden heeft gezegd, dat hij het wel een leuk plan vond.
De noorderling Prof. van den Broek zal dit van zijn
compagnon Bakema ook wel gehoord hebben pleegt
zich gematigd uit te drukken. Het is „een beetje voch
tig", als het „honden en katten" regent. Men mag dus
aannemen, dat in de woorden van het bedoelde raads
lid toch wel een bepaalde mate van enthousiasme aan
wezig was; in elk geval is dat enthousiasme bij de wet
houders en spr. aanwezig. En als Prof. van den Broek
zegt, dat hij dolblij is, als dit plan tot uitvoering zal
komen, dan wil spr. wel zeggen, dat hij hoopt, dat dit
met medewerking van al degenen, die er mee te maken
hebben in de eerste plaats de raad, maar ook de des
betreffende gemeentelijke diensten en alle belangheb
benden binnen zo kort mogelijke tijd zal geschieden,
omdat het plan, naar de stellige overtuiging van B. en
W., Leeuwarden in hoge mate zal verrijken. Spr. zou
er op het moment alleen dit van willen zeggen.
Nogmaals dankt hij de ontwerpers vriendelijk voor
hun aanwezigheid en hun toelichting en hiermee sluit
hij de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 3 juni 1959
RAADSVERGADERING
van woensdag 3 juni 1959
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: de heren M. Beuving, J. de Jong en dr. R. A.
Hoekstra.
Voorzitter: de heer mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededelingen.
2. Voorstel tot het benoemen van een onderwijzer
aan de Van Sytzamaschool II (g.l.o.)
(bijlage no. 152).
3. Voorstel van het college van curatoren van het
stedelijk gymnasium tot het benoemen in tijdelijke dienst
van een leraar in de scheikunde.
4. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan me
juffrouw R. Douma, als lerares in de geschiedenis aan
het stedelijk gymnasium
(bijlage no. 143).
5. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan J. Porte,
als directeur der algemene begraafplaatsen
(bijlage no. 150).
6. Voorstel tot het bekrachtigen van de aankoop
van het perceel IJsbaanstraat no. 46
(bijlage no. 149).
7. Voorstel tot het verkopen van bouwterrein, ge
legen tussen de Robert Kochstraat, de Röntgenstraat
en de Archipelweg, aan de Gereformeerde Kerk Leeu
warden, alhier
(bijlage no. 142).
8. Voorstel tot het verkopen van industrieterrein,
gelegen ten zuiden van en aan de Volta straat, aan de
N.V. Bouwbedrijf H. C. Geveke en Zn., alhier
(bijlage no. 147).
9. Pre-advies van burgemeester en wethouders met
betrekking tot het verzoek van de heer B. R. Beekman,
alhier, tot wijziging van het uitbreidingsplan in hoofd
zaak van de gemeente Leeuwarderadeel
(bijlage no. 154).
10. Voorstel tot het onbewoonbaar verklaren van
26 woningen
(bijlage no. 145).
11. Voorstel tot het aantrekken van tijdelijke finan
cieringsmiddelen ter voorziening in de behoefte aan
kasgeld, tot een totaal bedrag van ten hoogste
f 11.000.000,gedurende het derde kwartaal van het
jaar 1959
(bijlage no. 146).
12. Voorstel met betrekking tot het ombouwen en
vervangen van gasverbruikstoestellen in verband met
de overgang op zuiver aardgas
(bijlage no. 148).
13. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegro
ting en de begrotingen van de openbare werken, het
grondbedrijf en de energiebedrijven voor het dienst
jaar 1959
(bijlage no. 153).
14. Voorstel tot het wijzigen van de verordening tot
heffing van een vergoeding voor het gebruik van lo
kalen van gemeentelijke inrichtingen van onderwijs
(bijlage no. 151).
15. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe ver
ordening, bepalende de klasse-indeling van de gemeente
Leeuwarden voor de heffing van de personele belasting
(bijlage no. 129).
Punt 1.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd
1. het raadsbesluit van 18 februari 1959 tot het ver
pachten van wei- en bouwland aan P. Reitsma, al
hier;
2. de raadsbesluiten van 22 april 1959:
a. tot het aankopen van het pand Romkeslaan 54,
van D. Bakker, alhier;
b. tot het garanderen van de tijdige betaling van
rente en aflossing van een drietal door de stich
ting tot behartiging der belangen van de padvin-
dersgroep „Prins Bernhard" en van de padvind-
stersgroep Prinses Juliana", alhier, aan te gane
geldleningen ten behoeve van het financieren van
de bouwkosten van een troephuis op een terrein,
gelegen aan de Hercules Segherstraat, alsmede
tot het in gebruik afstaan van dit terrein aan
genoemde stichting;
c. tot het aangaan van een overeenkomst van geld
lening, groot f 2.000.000,met de N.V. Bank
voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage;
B. dat bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1959, no. 15,
is goedgekeurd het raadsbesluit van 18 februari 1959
tot het wijzigen van de verordening op de heffing van
leges;
C. dat zijn ingekomen rapporten omtrent kasopne-
ming en controle van de administratie van de kostwin
nersvergoedingen, omtrent controle van de voorschot
en legeskas van de afdeling algemene zaken der ge
meente-secretarie, omtrent controle van de voorschot-
kas van de afdeling financiën en belastingen der ge
meente-secretarie, omtrent controle van de administratie
van het grondbedrijf, alsmede omtrent controle van kas
en boeken van de gemeente-ontvanger;
D. dat is ingekomen een schrijven van de secretaris
van het comité voor de oprichting van een opleidings
school voor het lager politiepersoneel in Noordoost-
Nederland, te Zwolle, houdende toezending van een
exemplaar van een door een aantal burgemeesters van
gemeenten in Groningen. Friesland, Drenthe, Over
ijssel en Gelderland vastgestelde gemeenschappelijke
regeling inzake de opleiding van lager politiepersoneel
in Noordoost-Nederland.
Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
E. dat is ingekomen een verzoek van M. J. Siemonsma,
alhier, om het sluitingsuur van zijn café aan de Ooster
kade 22 te stellen op 1 uur.
Het verzoek wordt ter afdoening in handen van de
burgemeester gesteld.
F. dat de heren dr. R. A. Hoekstra en Joh. de Jong
bericht van verhindering hebben gezonden.
De Voorzitter zou dan een afwijking van de agenda,
die de raadsleden hebben ontvangen, willen voorstellen
en wel in die zin, dat nu het voorstel tot het vaststellen
van een nieuwe verordening, bepalende de klasse-inde
ling van de gemeente Leeuwarden voor de heffing van
personele belasting aan de orde wordt gesteld, omdat
het hierbij alleen maar gaat om een herstemming en
omdat het gebruikelijk is herstemmingen aan het begin
van de agenda te plaatsen.
Om zoveel mogelijk misverstanden te vermijden, lijkt
het hem goed, even op te merken, dat het dus bij deze
herstemming gaat vóór of tegen het voorstel van de
heren Santema e.c.