RAADSVERGADERING plaats, of het was eigenlijk in de derde plaats, heeft hij geattendeerd op de naar zijn mening noodzakelijke voor zieningen buiten de nu te treffen maatregelen om. Hij heeft op bepaalde punten gewezen. Daarnaast heeft hij ook gezegd: mogelijk zullen sommige dingen kunnen worden betaald uit de post voor onderhoud; misschien zal die post toereikend zijn en dan zou daar nog iets aan te doen zijn. Zelf heeft hij daar voor een deel ook al een antwoord op gegeven. Dat zal natuurlijk bij alle goede wil van het college voor een deel ook afhankelijk zijn van de financiële mogelijkheden van dat moment. Maar dat deze voorzieningen in dit stadium wenselijk kunnen zijn, dat kunen wij onderschrijven en wij zullen dus met eventuele suggesties van de kant van degenen, die met de verantwoordelijkheid van het stadsverzor- gingshuis zijn belast, rekening houden en zien in hoe verre wij ook aan die wensen tegemoet zullen kunnen komen. Een andere vraag van de heer Venema is deels ook gesteld door de heer Balt. Misschien zou ik daar dit van kunnen zeggen. De mogelijkheden, waarop hij doelt, n.l. dat een deel van de bevolking van het stads- verzorgingshuis zou kunnen worden overgebracht, had den betrekking op onze plannen voor de bouw van een verpleeghuis voor o.a. chronisch zieken en bedlegerige bejaarden. Die plannen zijn in een bepaald stadium. Misschien dat u, mijnheer de voorzitter, omdat het een onderdeel is van uw portefeuille, daar iets meer over zou kunnen zeggen. Maar daar hield dus die medede ling van het college verband mee. Naar de zienswijze van het college zal het zo zijn, dat wij, wanneer wij al leen maar naar deze sector kijken, door sociale zaken en volksgezondheid financieel waarschijnlijk wel ge remd zullen worden in de bouw van een nieuw tehuis voor valide bejaarden in de allernaaste toekomst. Wan neer ik alleen dus wijs op de plannen voor dat ver pleeghuis en op onze plannen voor de bouw van een nieuw gemeente-ziekenhuis, dan is het voor ons op dit moment moeilijk te beoordelen in welk stadium wij met concrete plannen, wat het gebouw voor valide bejaar den betreft, bij de raad kunnen komen. En dat is hele maal afhankelijk (om het in de termen van de sport week te zeggen) van het financieel „fierljeppen", waar toe dit college dan in staat zal zijn, of in staat gesteld zal worden. En omdat wij dat dus niet met zekerheid precies kunnen zeggen, menen wij toch, dat de bejaar den van het stadsverzorgingshuis voor de periode, dat zij hier nog verpleegd worden, toch wel recht hebben o.m. ook op een zo goed mogelijke accommodatie en outillage. En vandaar dus de voorzieningen, die worden voorgesteld en waarmede overigens de heer Balt ook al akkoord is gegaan. Maar die nuance moeten wij dus wel vanuit een zekere onbekendheid met de financiële mogelijkheden van de naaste toekomst aanbrengen op wat wij in het verleden misschien wel eens stelliger naar voren hebben gebracht. Maar wanneer wij in staat zijn om dit ook financieel te „runnen", dan zal het werkelijk niet aan onze bereidheid en aan ons streven liggen om op dit terrein voort te gaan met al de voort varendheid, die stellig ook de verzorging en de huis vesting van deze categorie van inwoners van onze ge meente behoeft. De Voorzitter: Ik wil in aansluiting op de suggestie, die de heer Vellenga zojuist gedaan heeft, van mijn kant wel graag even meedelen hoe het met de plannen voor het verpleeghuis op dit moment staat. Wij hebben enige tijd de hoop gehad, dat wij een voorstel voor de bouw van het verpleeghuis voor de vergadering van vanavond aan de raad zouden kunnen doen. Het is ons echter gebleken, dat de zaak toch niet voldoende rijp was om nu al aan de raad voorgelegd te worden en de bedoeling is dus nu om wanneer het mogelijk is en de voorbereiding dus het tempo krijgt, dat wij hopen, voor de raadsvergadering van vandaag over 6 weken aan de raad het voorstel te doen. Ik moet het dus op het ogen blik nog met een zekere reserve zeggen. Het streven is er in elk geval op gericht om binnen zeer afzienbare tijd met dit object bij de raad te komen. De heer Heidinga: Wanneer dus over 6 weken een voorstel bij de raad zou komen inzake de bouw van een nieuw verpleeghuis, is het dan wel verantwoord, dat nu deze voorzieningen aan het stadsverzorgingshuis worden getroffen Blijft dan het stadsverzorgingshuis, zoals het nu reilt en zeilt, evengoed nog in gebruik, on danks het feit, dat er een nieuw verpleeghuis bijkomt? De heer Vellenga fweth.): Ik kan mij de vraag van de heer Heidinga wel een klein beetje voorstellen. Al leen hij vergeet, als ik het zo mag zeggen, één ding en dat is dit. Op dit moment worden er in het stadsver zorgingshuis zowel zieke en bedlegerige bejaarden, als valide bejaarden in de zeer ruime zin van het woord verpleegd. Wanneer wij dus met plannen komen voor dat verpleeghuis, dan verloopt er altijd nog een periode, gedurende welke het gebouwd moet worden. Voor zolang zijn deze voorzieningen vanzelf voor een deel belang rijk. Maar op het moment, dat de zieken en bedlegerige bejaarden uit het stadsverzorgingshuis overgebracht zouden kunnen worden naar dat verpleeghuis, blijven de valide bejaarden daar nog en kan men dus ook meer valide bejaarden, die niet in het verpleeghuis behoeven te worden opgenomen, daar ook nog opnemen. Dus het stadsverzorgingshuis behoudt zijn betekenis voor de valide bejaarden, omdat die niet naar het verpleeghuis toegaan en wij kunnen de opnamecapaciteit beschik baar stellen voor gevallen, die op dat moment op de wachtlijst staan. In het huis in de Haniasteeg worden dus op dit moment die twee categorieën verpleegd en daarvan gaat er straks maar één over naar het ver pleeghuis. Ik hoop, dat ik hiermee de zaak duidelijk heb gemaakt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 21 en 22 (bijlagen nos. 140 en 138). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 13 juli 1960 van woensdag 13 juli 1960 Aanwezig: 29 leden. Afwezig: de heren Vellenga, Balt, Santema, Mani, mevr. Boersma-Hemminga, de heren Heidinga, Volbeda en mr. Van der Veen. Voorzitter: de heer J. Tiekstra, loco-burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan C. J. Swart, onderwijzer aan de Telemannschool II (g.l.o.) (bijlage no. 152). 3. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan W. van der Hoop, onderwijzer aan de Abbingaschool (g.l.o.) (bijlage no. 155). 4. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan mej. P. Hoekstra, onderwijzeres aan de Van Sytzamaschool I (g.l.o.) (bijlage no. 160). 5. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan E. van der Veen, onderwijzer aan de Keizersgrachtschool (u.l.o.) (bijlage no. 159). 6. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan mej. G. L. Oosterhoff, vakonderwijzeres in de handwerken bij het openbaar uitgebreid lager onderwijs (bijlage no. 154). 7. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan mr. dr. P. B. Wind, leraar in de handels- en staatsweten schappen aan de gemeentelijke H.B.S.-A (bijlage no. 164). 8. Voorstel tot het overplaatsen van onderwijzend personeel bij het gewoon lager onderwijs (bijlage no. 161). 9. Voorstel tot het benoemen van een vakonderwij zeres in de logopedie b\j het openbaar buitengewoon lager onderwijs (bijlage no. 156). 10. Voorstel tot het benoemen in tijdelijke dienst van een lerares in het Frans aan de Middelbare School en H.B.S. voor meisjes (bijlage no. 163). 11. Voorstel tot het benoemen van een directeur van het Openbaar Slachthuis en van de Keuringsdienst van vee en vlees (bijlage no. 173). 12. Voorstel tot het bekrachtigen van de aankoop van het perceel Blekerstraat no. 52 (bijlage no. 153). 13. Voorstel tot het aankopen van de percelen Wes terstraat no. 71, Oldegalileën no. 277 en Poppeweg no. 22, alsmede van een perceel grond, gelegen aan Achter Tulpenburg (bijlage no. 170). 14. Voorstel tot het aankopen van een strook grond, gelegen aan de noordzijde van de Swichumerdyk te Wirdum, van Joh. Bakker, aldaar (bijlage no. 166). 15. Voorstel tot het aankopen van grond, gelegen aan de zuidzijde van de Badweg, van G. Stelpstra en B. Abma, beiden alhier (bijlage no. 169). 16. Voorstel tot het aan- en verkopen van grond, gelegen aan het Europaplein (bijlage no. 148). 17. Voorstel tot het verkopen van bouwterrein, ge legen tussen het Van Harinxmakanaal en de Nieuw- landslaan, aan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid te Amsterdam (bijlage no. 175). 18. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst van grondruil met de Vereniging voor Volkshuisves ting, alhier, met betrekking tot gronden, gelegen aan de zuidoostzrjde van de Archipelweg (bijlage no. 150). 19. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst van grondruil met de Vereniging „Het Diaconessen- huis" alhier, met betrekking tot gronden, gelegen aan de Paul Krugerstraat, de Steijnstraat en de Transvaal- straat (bijlage no. 158). 20. Voorstel tot het verlagen van de huurprijs van de aan de Provinciale Friese Vereniging „Het Groene Kruis", alhier, verhuurde barak c.a. aan het Schapen dijkje (bijlage no. 167). 21. Preadvies van burgemeester en wethouders in zake het door de firma J. Eisma en Zoon, alhier, in gestelde beroep tegen het besluit van burgemeester en wethouders tot het weigeren van een vergunning voor de bouw van een kas bij het perceel Badweg no. 3, alhier (bijlage no. 168). 22. Voorstel tot het oninvorderbaar verklaren van diverse belastingaanslagen (bijlage no. 165). 23. Voorstel tot het vaststellen van de verlies- en winstrekening over 1959 en van de balans per 31 de cember 1959 van de „Stichting Volkscrediet" (bijlage no. 171). 24. Voorstel tot het wijzigen van diverse overeen komsten van borgtocht ingevolge het Besluit Bevorde ring Eigen Woningbezit (bijlage no. 149). 25. Voorstel tot het waarborgen van de betaling van rente en aflossing van een aan een bouwspaarder te verstrekken hypothecaire geldlening (bijlage no. 162). 26. Voorstel tot het aangaan van een onderhandse geldlening, groot f 952.000,— met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage (bijlage no. 157). 27. Voorstel met betrekking tot het aangaan van overeenkomsten met de N.V. Nederlandsche Spoorwe gen ten behoeve van het maken van een spooraanslui- ting voor de nieuwe veemarkt (bijlage no. 172). 28. Voorstel tot het wijzigen van de gemeente-begro ting voor de dienstjaren 1959 en 1960 (bijlage no. 174). 29. Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe Be zoldigingsverordening (bijlage no. 151). Punt 1. De Voorzitter deelt mede: A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd: 1. de raadsbesluiten van 11 mei 1960: a. tot het bekrachtigen van de aankoop van de per celen Blekerstraat no. 32 en Houtdwarsstraat no. 10; b. tot het aankopen van grondstroken van het Kerkbestuur van de Parochie van de Heilige Dominicus, alhier en van de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambachtsonderwijs, al hier, ten behoeve van het doortrekken van de Harlingerstraat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1960 | | pagina 1