ringsinstallatie van 3l/2 miljoen. Men komt dan ook
tot een kostprijs van f 20,de ton. Maar men ligt
daar, wat dat betreft, ook veel gunstiger. Voor f 6,
a f 8,kan men deze compost kwijt. En dan heeft
men daar nog wat afvalstoffen, die men kan verkopen,
zoals metaal; daar zit nog wel wat alluminium in.
Zelfs nylonkousen brengen daar nog een behoorlijk be
drag op. Ik heb me er trouwens wel over verwonderd,
dat die er ook terecht komen. Men kan ze in de com-
postering natuurlijk niet gebruiken, maar ze worden
speciaal uit de afval gezocht en dat loont zelfs nog.
Wat de compostering betreft, zit men met de moei
lijkheid, dat men een terrein moet hebben, waar men
dit kan doen, want het is ook niet helemaal vrij van
stank. Men kan het dus ook niet al te dicht bij de be
bouwde kom doen. Men moet er een heel groot terrein
voor hebben, er zijn veel mensen voor nodig en het is
voor de toekomst helemaal niet safe, dat men deze
compost kwijt raakt. Zelfs gaat men in verschillende
plaatsen, ook in Duitsland, deze compost nog weer
veredelen met veen of met kunstmeststoffen. Ik heb
persoonlijk het idee, dat het probleem composteren nog
niet aan zijn eind is, dat het nog wel degelijk een zaak
is van studie en dat dit misschien over een aantal
jaren heel anders ligt dan nu. Ik zou werkelijk op het
ogenblik niet durven aanbevelen: Leeuwarden, ga com
posteren, ga daarvoor een fabriek bouwen, wat in
Arnhem 3y2 miljoen heeft gekost. Bij composteren
moet men ook altijd in het oog houden, dat men 15
tot 20% overhoudt, dat ook nog weer hier of daar ge
stort moet worden. Arnhem heeft zijn eigen stortplaats
en heeft aldus geredeneerd: Wat wij anders in een jaar
storten, daar mogen wij nu vijf jaar over doen, want
wij houden 20% over. Wij zouden hier echter voor deze
20% toch nog weer een stortplaats moeten hebben of
we zouden, wat ook mogelijk is, moeten doen wat
Sneek nu op kleine schaal doet. Die gemeente heeft
minder moeilijkheden, want ze heeft ook minder ton
nen. Sneek gaat de afval nog weer verbranden, maar
dat verhoogt de kostprijs. Composteren is dus ook heel
erg moeilijk.
Dan blijft er voor ons dus nog over de VAM. Ik wil
U wel zeggen, dat ik er heel veel voor gevoeld heb dit
te doen. Het werk verloopt heel vlot: Het vuil wordt
hier in spoorwagens gestort. Men moet er dus een over
slagbedrijf voor maken. Groningen heeft dit op een
voortreffelijke wijze opgelost, maar dat kostte dan ook
6 ton. Amersfoort heeft het iets goedkoper gedaan,
maar komt voor deze overstortplaats toch nog op 3y2
ton. Wij moeten er dus rekening mee houden, dat over-
storten ons hier ook nog f 3,a f 3,50 per 1000 kg
vuil gaat kosten. En dan moet U weten, dat de ge
meente Den Haag, die dit als antwoord aan de heer
Klijnstra jaren, misschien wel 30 jaar, in Drente
heeft gestort, het contract, toen het was afgelopen,
niet weer wenste te verlengen. En toch betaalde die
gemeente aan de V.A.M. de laatste jaren, voor zover
mij bekend, slechts f4,15! Den Haag zocht de op
lossing in een vuilverbrandingsinstallatie en het om
zetten van de warmte in energie. Men wil een deel
van de stad door middel hiervan van electrische stroom
voorzien. Men gaat daar de vuilverbranding dus in
schakelen in de stroomvoorziening. Op deze wijze krijgt
men natuurlijk weer iets terug en maakt men de zaak
iets meer rendabel. Naar mijn smaak is vuilverbran
ding ook slechts op die manier mogelijk, maar wij heb
ben daarvoor veel te weinig, dat lukt hier niet. Zo'n
installatie moet continu draaien. Ik heb eens gehoord,
dat Den Haag hiervoor een apparaat moet stichten,
dat 10 miljoen gaat hosten. Den Haag heeft dus op een
gegeven moment afscheid genomen van de VAM, maar
zou het vuil, omdat het bouwen van de fabriek vier
jaar moet duren, gedurende die vier jaren in de buurt
van de stad storten. Hier hebben verschillende Kamer
leden zich mee bemoeid dat heeft U misschien ook
wel gelezen en dat heeft tot resultaat gehad, dat
Den Haag weer opnieuw een contract met de VAM is
aangegaan. Vroeger betaalde Den Haag dus f 4,15,
maar nu f 5,25. De heer Klijnstra heeft ook even
Amersfoort genoemd. Amersfoort betaalt f 6,25, Gro
ningen, welke gemeente ook al een vrij oud contract
heeft, ligt nog weer iets lager, en nu komen wij uit de
bus met f 9,plus de overslag, die men gerust op
zijn billijkst op f 3,kan berekenen. Dan komt het op
f 12,U voelt dus wel, dat van onze kant op het ogen
blik met die VAM niet is te praten. Persoonlijk heb ik
het idee, dat zij een moment de bedoeling heeft gehad,
Leeuwarden er bij te hebben, want ze heeft hier ook
eens f 7,50 genoemd. De raad van commissarissen
evenwel had dit schijnbaar niet goedgekeurd, zodat
wij een dag later bericht kregen, dat de prijs te laag
was, dat wij f 9,moesten betalen. En dat, terwijl de
andere gemeenten lager liggen. En stelt men nu de
vraag: Hoe is het nu mogelijk, dat Amersfoort f 6,25
en Leeuwarden f 9,moet betalen, dan krijgt men ten
antwoord: Wij haken de wagens van Amersfoort aan
de Haagse trein. Daarop heb ik gezegd: Pik ons dan
maar mee in Meppel, dan wordt het ook goedkoper. Hoe
het zij, ik heb wel het idee, dat de VAM ons op het
ogenblik niet nodig heeft, want ze heeft Den Haag
nog voor 4 jaar aangenomen. Daarom komt zij op deze
vrij hoge prijs voor ons en dat vind ik niet verant
woord.
Dit zijn dus de drie mogelijkheden en ik wil U wel
eerlijk zeggen, dat het College er eigenlijk nog niet uit
kan komen en nog niet kan beslissen, omdat deze
gehele zaak nog in beweging is. En wij moeten hierbij
niet uit het oog verliezen, dat het bij de VAM een
kwestie wordt van een contract voor 30 jaar. Bij de
VAM hebben we te maken met het element spoorvrach-
ten, die ook nog steeds een stijging vertonen. We zijn
er in de toekomst nog' niet met die f 9,Bij compos
teren weet men niet, welke afzet men krijgt. Een goed
bedrijf kost ook een aantal miljoenen en we hebben
2 a 3 jaar nodig om dit te bouwen. Het inrichten van
een overslagbedrijf voor de VAM vraagt een jaar werk
De zaak is, dat wij op het ogenblik zitten met het ver
bod van vuilstorting in Wartena. Er zijn al verschil
lende vragen, ook scherpe, in de Raad van Idaardera
deel gesteld; U heeft het kunnen lezen. Wat 40 jaar
lang wèl mocht, blijkt nu plotseling zo verschrikkelijk te
zijn, dat het eigenlijk levensgevaarlijk is wat we daar
doen. Daar wil ik maar niet al te veel van zeggen.
Het probleem ligt er evenwel, dat het dus niet langei
mag en dan zal Leeuwarden naar andere mogelijkheden
moeten zoeken. We hebben nu, meen ik, een uitwijk
mogelijkheid voor de komende drie jaar en eventueel
vijf jaar gevonden. Wat nu deze geschiedenis verder
betreft, ik heb toevallig ook gehoord, dat de radio er
zich mee heeft bemoeid. In dit prachtige radiopraatje
werd vermeld, dat de Burgemeester en de Wethoudei
zich de handen er niet vuil aan maakten. Ik wil U
wel zeggen, dat ik dat wel gedaan heb, want ik heb
op verschillende composteringsbedrijven met compost
rondgelopen en ik heb me weer heel goed moeten was
sen. Ik begrijp dus niet helemaal, dat men nu voor de
radio zo'n verhaal gaat ophangen. Wij hebben daarop
de volgende dag onmiddellijk gereageerd door te zeg
gen: Mogen we hier eens iets van vertellen, mogen we
dit eens recht zetten, want wat jullie verteld hebben is
ook niet waar. Van de zijde der radio heeft men toen
gezegd: We zitten tot oktober vol en eerder kunnen we
jullie niet helpen. Nu voel ik er heel weinig voor op de
woorden die men op een bepaald ogenblik de ether in
slingert, pas drie maanden later te reageren. Ik heb
dan ook de vorige week, toen dat dan opgenomen zou
moeten worden om het in oktober uit te zenden, daar
maar voor bedankt. Wat achter die rel in de pers zit,
weet ik niet. Ik kan alleen maar zeggen, dat het ge
tuigt van ondeskundigheid inzake dit probleem, want
op een gegeven moment zei men, dat wij met een
stortplaats, die aan de weg (overigens nog een heel
eind vcm de weg) van Oldeboorn naar Tijnje ligt, in
het waterschap De Deelen, waarin de Corneliastichting
van de daar aanwezige petten cultuurgrond wil maken,
een recreatiegebied zouden schenden. Maar die stort
plaats ligt midden in een verlaten wereld; een huis is
daar niet te bekennen. Men heeft foto's geproduceerd
en daarop iets van Wartena geprojecteerd, want op die
foto lopen varkens over de vuilstortplaats. Als men
echter het vuil onder water gaat storten (wat daar
aan de weg naar de Tijnje de bedoeling was), dan kan
men er natuurlijk niet varkens op laten lopen. Maar
dat wist deze persman niet. We hebben op alle moge
lijke manieren getracht er eens iets van te zeggen,
maar dat is ook niet gelukt. We hebben ook het drama
bij de Hooidammen gehad. Daar waren we totaal on
schuldig aan, want we wisten helemaal niet wat daar
ging gebeuren. Het stond eerder in de krant dan wij
het wisten. Dat andere gemeenten dan Leeuwarden
zich daarmee hebben bemoeid, staat voor mij wel vast.
Men zei, dat wij een aanslag hebben gepleegd op een
groot gebied waar recreatiemogelijkheden waren. Ik
ben daar misschien zes a zeven maal geweest, maar
ik heb er nooit iemand gezien. De oplossing van dit
vraagstuk gaat de gemeente Leeuwarden in de toe
komst misschien een ton meer kosten dan de vuilstorting
haar in het verleden kostte. Met storten op de mo
derne manier, indien dat hier in de provincie nog
mogelijk zou zijn, zouden we een ton per jaar kunnen
besparen. Ik ben van mening, dat er, als wij een zwem
bad gingen bouwen en ieder jaar de vaste lasten met
die ton zouden kunnen bestrijden, veel meer mensen
aan deze recreatie zullen deelnemen dan ik in dat
gebied van water en veen gezien heb. Ook bij informa
tie is gebleken, dat er praktisch geen mensen komen.
En als er dan in het kader van de Hinderwet uit dat
gebied tien bezwaren komen, waarvan één van het
Fryske Gea en één van een hengelaarsvereniging, dan
blijven er nog de bezwaren van acht belanghebbende
boeren over. Maar nadat dezen waren ingelicht, trok
ken zes hun bezwaren in, verzocht één, die in de open
bare zitting ingevolge de Hinderwet zijn standpunt
had verdedigd en moeilijk meer kon omzwaaien, zelfs
nog: ,,Kan ik alstublieft een strook grond verkopen
en had de laatste slechts moeilijkheden in verband met
de houding van de voorlaatste. De bezwaren waren dus
weg. En dat de pers dan toch nog doorgaat om op alle
mogelijke manieren te vertellen, dat wat Leeuwarden
doet eigenlijk een grof schandaal is! En dat je ook
niet de gelegenheid hebt dit te weerleggen! Wel is
enkele weken geleden een persman bij me geweest,
die heeft gevraagd: Mag ik nu eens weten, hoe dit zit,
maar vóór die tijd is er nooit iemand geweest die eens
gevraagd heeft: Mogen wij eens weten ,wat voor ver
schrikkelijke dingen Leeuwarden daar wil doen? Men
heeft nooit contact met ons gezocht. Wij hebben wèl
contact met de pers gezocht, maar het is helemaal
niet aangeslagen en de heren schrijven dan maar in
den blinde. Ik vind dat heel erg jammer. Men zou
eerst de andere partij moeten horen. Dan kan men
werkelijk aan de weet komen, wat er gebeurt.
Intussen, ik ben heel erg blij en ik geloof het ge
hele College mèt mij dat wij vanavond met dit
voorstel, dat ik ook van harte bij U aanbeveel, kunnen
komen. Ik ben het met de heer Spiekhout eens, die
zegt: Het is een Fries probleem. Ik zou U hier van
avond tien gemeenten kunnen noemen, die met het
zelfde probleem zitten, en die eigenlijk afwachten, wat
Leeuwarden gaat doen. Het is misschien ook wel een
nationaal probleem, al lost men het hier en daar anders
op. De heer Spiekhout heeft gevraagd: Is het niet
mogelijk centraal aan vuilverbranding te doen Hier
speelt natuurlijk ook weer het vervoersvraagstuk door
heen. (De heer Spiekhout: Aan vuil vernietiging. Ik
heb geen keus gedaan.) Neen, maar ik bedoel het zo:
U mag dan composteren of vuil verbranden, hierbij
speelt onmiddellijk weer, als een aantal gemeenten deze
kant moet uitgaan, het probleem „vervoer". Wij heb
ben ons eens afgevraagd: Waar zou men ten onzent een
composteringsbedrijf met de afmetingen als die van het
bedrijf in Arnhem kunnen bouwen Wat moet dan
alleen het vervoer er naar toe de Gemeente al niet
kosten Dit is een dermate ingewikkeld probleem, dat
er heel moeilijk is uit te komen. Ik ben dan ook
heel erg blij, dat wij, als we het dan beperken tot een
Fries probleem, het vanavond voor drie of vijf jaar
kunnen oplossen. Ik wil U wel toezeggen, dat wij na
tuurlijk blijven studeren op dit vraagstuk en ik mag,
geloof ik, ook wel zeggen, dat het College zich heel
gaarne zal beraden over, naar ik meen, de vraag van
de heer De Jong: Is het niet mogelijk eens contact
met andere gemeenten op te nemen om te zien wat er
in de toekomst uit zal komen? Voor dit moment ech
ter beveel ik dit voorstel van harte bij de Raad aan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 258).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 17 (bijlage no. 275).
De heer R.ootsma: Wanneer ik het woord vraag over
dit punt, dan is het beslist niet mijn bedoeling
een debat hierover te ontketenen. Maar het zal U zeker
ook niet verwonderen, dat ik namens mijn fractie in
de allereerste plaats onze voldoening er over wil uit
spreken, dat het voorstel dat hier voor ons ligt, door
het volledige College is gedaan. En dat wij de gelegen
heid krijgen om een geboren Leeuwarder, een geboren
Fries, de dichter en staatsman Pieter Jelles Troelstra,
die voor velen van ons in de loop van de jaren een
begrip geworden is, te eren, en te aanvaarden, dat
voor Pieter Jelles een monument in Leeuwarden, zijn
geboorteplaats, wordt gesticht, stemt ons des te meer
tot voldoening. En het zou ons nog groter genoegen
doen, wanneer de Raad het voorbeeld van het College
zou kunnen volgen en zonder hoofdelijke stemming zou
kunnen besluiten tot het aanvaarden van dit monument
in Leeuwarden en tot het verlenen van de bijdrage in
de kosten van de sokkel.
De heer K. J. tie Jong: Het is namens onze fractie
dat ik toch eigenlijk wil verklaren, dat wij wel bezwa
ren tegen dit voorstel hebben. Het is ook mijn bedoe
ling niet, evenmin als die van de heer Bootsma, hier
een debat over uit te lokken, maar ik wil toch mijn
stem wel graag even nader motiveren. Juist omdat
het hier de persoon van de heer Troelstra betreft,
waarvoor wij tot op zekere hoogte zeer wel waardering
kunnen opbrengen. Hij is dichter, maar hij is ook
staatsman geweest en juist in zijn staatsmanschap
zijn enkele episoden aan te wijzen, die toch eigenlijk
wel dusdanig geweest zijn, dat wij kunnen zeggen: Wij
kunnen bepaald niet meegaan om voor Troelstra een
standbeeld te helpen oprichten door het verlenen van
een subsidie van f 10.000,aan het Troelstra-Comité.
Ik behoef de jaartallen 1909 en 1918, die bij ons toch
altijd nog diep nawerken, maar te noemen, en ik ge
loof, dat ik er mee kan volstaan te zeggen, dat wat
toen gebeurd is, bij ons bepaald nog niet vergeten is.
De tijd wordt door ons nog niet gekomen geacht, dat
wij kunnen meewerken aan het oprichten van een
standbeeld voor de heer Troelstra. Dat wil niet zeggen,
dat wij geen begrip hebben voor mensen die er anders
over denken, maar uiteindelijk moeten wij hier onze
stem bepalen.
Ik meen, dat ik met deze korte motivering kan vol
staan.
De hear Santema: Ik soe eigentlik de A.R.'s dit wol
sizze wolle: meitsje net sa folie drokte. Wy jowe
f 10.000,foar in sokkel en wy sette der in monumint
op fan Piter Jelles Troelstra. Mar as wy der üs nocht
fan hawwe, dan kinne wy der Abraham Kuyper ek wol
op sette. Dit is natuerlik gekheit, mar der is mei
de twadde wraldoarloch dochs ek hwat bard yn üs
lan. En dat wol ik foar eagen halde. De driging van
de twadde wraldoarloch wie al oanwêzich, doe't der hjir
yn Nederlan in regearing foarme is, dy't mei leden fan
deselde party, dêr't Piter Jelles Troelstra by hearde,
forsterke is. En dy't yn eksyl dochs yn alle gefallen ek
meiwurke hat ta bihald fan hiel Nederlan. Dat kin
ik net forjitte. Ik wit hiel goed en düdlik, dat 1918 in
jier is, dat ek yn üs memory fêsthammere sit. Mar ik
wit ek, dat der op plakken stanbylden setten binne
fan lju, dy't har idéen seis mei de dea bikocht hawwe.
Ik neam in Oldenbarnevelt; hwerom wolle de Anti-
Revolutionairen dan op dit stuit noch biswier meitsje
tsjin it stanbyld fan dizze man, dy't as in nasionale
figuer west hat? En as sadanich winskje wy üs
fraksje ek him noch wol to kennen. Wy sizze net,
dat wy it mei syn halding yn 1918 iens binne, dy
karre ek wy óf, mar wy fine dochs, dat dit geslacht,
nou't de tiid fan Troelstra's optreden fier genöch efter
üs leit, dizze man noch wol earje kin. En as syn
steatsmanskip foar de Anti-Revolutionairen in
reden is om him net in stanbyld ta to kennen,
moatte hja dan as anti-revolutionaire fraksje fan de
haedstêd fan Fryslan der net ynkomme kinne, dat
hy ek in Frysk nasionale figuer is, dy't oan üs letteren
geweldich greate rykdom tafoege hat? Dat mei dochs
wol in punt fan oerweging ütmeitsje. Hwat myn
fraksje oanbilanget, wy hawwe gjin biswier om dizze
f 10.000,foar dit stanbyld del to tellen. Wy binne