2
34. Voorstel inzake het aanleggen van een sport
terrein te Wirdum
(bijlage no. 372).
35. Voorstel tot het vaststellen van het uitbreidings
plan in onderdelen „Wytgaard"
(bijlage no. 369).
36. Voorstel tot het vaststellen van het uitbreidings
plan in onderdelen „Lekkum"
(bijlage no. 375).
37. Voorstel tot het toekennen van uitkeringen-in
eens en tot het vaststellen van verordeningen tot wij
ziging van de Kindertoelageverordening
(bijlage no. 359).
38. Voorstel tot het wijzigen van de Gemeentebe
groting en de begrotingen van het Woningbedrijf, het
Grondbedrijf en de Energiebedrijven, dienstjaar 1961
(bijlage no. 381).
39. Voorstel tot het treffen van financiële regelin
gen in verband met de overgang op de distributie van
puur aardgas
(bijlage no. 382).
40. (nagekomen). Voorstel tot het verkopen van
een perceel industrieterrein aan de Stichting Leeuwar
der Industriegebouwen
(bijlage no. 387).
41. (nagekomen). Voorstel tot het verstrekken van
een geldlening, groot f 591.700,aan de Stichting-
Leeuwarder Industriegebouwen
(bijlage no. 388).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd:
1. de raadsbesluiten van 18 oktober 1961 tot:
a. het afstaan in erfpacht van grond, gelegen aan
de Goudenregenstraat, aan H. Douma, alhier;
b. het afstaan in erfpacht van een perceel bouw
terrein, gelegen aan de Marningeweg, aan S. de
Jong, alhier;
c. het aankopen van percelen grond, gelegen in het
uitbreidingsplan 't Ielan, van het Sint Jobsleen,
alhier;
d. het aankopen van de percelen Grote Kerkstraat
no. 5 en Heer Ivostraatje no. 47 van J. G. de
Roos, alhier;
e. het verkopen van een steeg aan het Droevendal
aan G. R. en J. G. de Roos, alhier;
f. het wijzigen van het raadsbesluit van 18 februari
1959, no. 1571, inzake de huurprijs van het pand
Groot Schavernek no. 9, alhier;
g. het verkopen van een perceel industrieterrein,
gelegen aan de noordzijde van de Harlingertrek-
weg, aan de N.V. Leeuwarder Papierwarenfa-
briek, alhier;
h. het aankopen van een perceel weiland, gelegen
ten zuiden van de Harlingerstraatweg en ten
westen van de spoorlijn LeeuwardenStiens, van
het Old Burger Weeshuis, alhier;
2. het raadsbesluit van 8 november 1961 tot het aan
kopen van het perceel Blekerdwarsstraat no. la
van J. van Daal en, alhier;
B. dat Gedeputeerde Staten van Friesland gedeelte
lijk goedkeuring hebben verleend aan het raadsbesluit
van 26 juli 1961, no. 8030, houdende vaststelling van
een bouwverordening voor het stadsgebied der gemeente
Leeuwarden;
C. dat zijn ingekomen rapporten omtrent:
1. de controle van de voorschot- en legeskas van de
Politie en Brandweer;
2. de controle en kasopneming van de Markt- en Ha
vendienst;
3. de controle van de voorschotkas en leges-adminis
tratie van de afdeling Burgerlijke Stand;
Bovenstaande mededelingen worden voor kennisge
ving aangenomen.
4. een verzoek van het bestuur van het Kinderdagver
blijf, alhier, om:
a. opschorting en verrekening van de oude exploi
tatie-tekorten 1958 en 1959;
b. uitkering van de subsidies 1960 en 1961;
c. verrekening en afdoening van de oude schuld;
B. en W. stellen voor dit verzoek in hun handen te
stellen om preadvies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
5. een brief van L. de Jong, Tjerk Hiddesstraat 34,
alhier, waarbij deze namens de ondertekenaars van
het adres d.d. 16 september 1960 aan de Raad, be
treffende de verlichting van de Tjerk Hiddesstraat,
de Raad dank betuigt voor de nieuwe verlichting,
die thans in genoemde straat is aangebracht;
6. berichten van verhindering van mevrouw Heijmeijer-
Croon en de heer Taylor Parkins.
De mededelingen sub 5 en 6 worden voor kennis
geving aangenomen.
Punten 3, 4 en 5 (bijl. nos. 351, 363 en 383).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 6 (bijl. no. 384).
Benoemd wordt tot voorzitter de heer G. Taylor
Parkins met 29 stemmen (3 stemmen blanco), en tot
leden de heren R. Boomgaardt, D. Bosgraaf en A.
Drentje, elk met 31 stemmen (1 stem blanco), en
Dr. R. A. Hoekstra, met 30 stemmen (2 stemmen
blanco).
Punt 7 (bijl. no. 354).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
vacature T. van der Valk:
1. T. van der Valk, alhier;
2. Mr. A. J. Hazenberg, alhier;
vacature J. Pijnacker:
1. J. Pijnacker, alhier;
2. Tj. Schaafsma, alhier.
Benoemd worden de heren Van der Valk en
Pijnacker, met alg. stemmen.
Punt 8 (bijl. no. 377).
De aanbeveling van het Bestuur luidt als volgt:
vacature Mr. Y. K. de Boer:
1. R. J. van der Velde, alhier;
2. Mr. J. J. Woltman, alhier;
3. W. H. van Eyck van Heslinga, alhier;
vacature mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling:
1. mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling, alhier;
2. mej. R. A. H. Maas, alhier;
3. mevr. L. F. J. Woltjer-Dutry van Haeften, alhier.
Benoemd worden de heer Van der Velde, met alg.
stemmen, en mevr. Bearda Bakker, met 31 stemmen
(mevr. Woltjer-Dutry van Haeften 1 stem).
Punt 9.
De aanbeveling van het College van Curatoren luidt
als volgt:
1. Ir. J. J. M. Vegter, alhier;
2. Dr. D. Talsma, alhier.
Benoemd wordt Ir. Vegter, met 27 .stemmen (Dr.
Talsma 4 stemmen en 1 biljet van onwaarde).
3
Punt 10.
De aanbeveling van het College van Curatoren luidt
als volgt:
1. J. A. F. de Jongste te 's-Gravenhage;
2. C. G. Schwencke te Harderwijk.
Benoemd wordt de heer De Jongste, met 31 stem
men (de heer Schwencke 1 stem).
Punt 11 (bijl. no. 385).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt:
1. T. Douma, alhier;
2. W. A. Wiglema te Dirkshorn.
Benoemd wordt de heer Douma, met alg. stemmen.
De heren Spiekhout en De Vries vormden het stem
bureau.
Punten 12 t.e.m. 22 (bijl. nos. 376, 373, 370, 355, 356,
365, 353, 357, 358, 352 en 364).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 23 (bijl. no. 366).
De heer Van Balen Walter: Een vraag aan de Wet
houder: Kan hij meedelen, of deze bewoner destijds
kon weten, dat dit pand binnen drie jaar onbewoon
baar verklaard zou worden? Ik vind dit eigenlijk een
klein beetje een sneu geval voor deze man, die dit
pand dus betrekkelijk kort geleden, maar toch eigen
lijk al weer een jaar ongeveer, in zijn bezit heeft en
er nu plotseling uit moet, wanneer hij er tenminste
bi zwaar tegen maakt nog in een onbewoonbaar ver
klaarde woning te blijven. Dat zou ik graag willen
weten.
De heer Van der Schaaf (weth.): Ik noteer als vraag
van de heer Van Balen Walter, of betrokkene kon we
ten, dat het pand binnen drie jaar onbewoonbaar ver
klaard zou worden. Dit kon hij niet weten met de
zekerheid die U aan het woord „weten" verbindt, naar
ik aanneem, maar hij kon natuurlijk wel vermoeden
dat dit binnen afzienbare tijd het geval zou zijn.
De heer Van Balen Walter: Ik vind zo'n termijn van
drie jaar willekeurig en een beetje hard. Ik zou U in
overweging willen geven dit niet al te formeel op te
vatten.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 24 en 25 (bijl. nos. 380 en 367).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 26 (bijl. no. 374).
De heer Bosgraaf: Ik zou hier een kleine vraag wil
len stellen. Het verbaast mij enigszins, dat de garantie
van de Gemeente gevraagd wordt voor een lening van
ruim f 6.000,terwijl de waarde van het pand (of de
bouwkosten) f18.000,is (zijn). Ik geloof, dat men
zonder garantie ook wel een dergelijke lening zou
kunnen krijgen. Deze garantie is zelfs beneden de 50%.
Misschien kunt U daar iets van zeggen.
De heer Tiekstra (weth.): De garantie ingevolge de
Regeling Eigenwoningbezit en de daaraan verbonden
premie wegens eigen bewoning is één complex van
maatregelen. Als de bewoner een beroep doet op deze
regeling, dan kan dus de geldgever tegelijk een beroep
doen op de betreffende garantie, wat dan ook veelal
gebeurt. Maar ik ben het met de heer Bosgraaf eens,
dat het risico van de Gemeente hier wel bijzonder be
perkt is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 27 t.e.m. 32 (bijl. nos. 368, 379, 360, 362, 361 en
378).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 33 (bijl. no. 371).
De heer Bootsma: Het is uiteraard verheugend, dat
t.a.v. de verkeerslichteninstallaties iets gaat gebeuren,
waarbij ik dan speciaal mijn verheugenis wil uiten
over de beveiliging van de voetgangersoversteekplaat
sen. Daarbij wil ik meteen de hoop uitspreken, dat dit
niet alleen de A is van het alfabet, maar dat hier ook
een vervolg op komt, omdat er toch meerdere plaatsen
in onze stad zijn aan te wijzen, waarop zeker een be
veiliging niet overbodig zou zijn. Ik behoef ze allemaal
niet met name te noemen, maar de botsing op de hoek
Leeuwerikstraat-Sperwerstraat-César Franckstraat ligt
nog heel vers in het geheugen. Dat punt en ook de
kruising in het oosten bij het Cambuurpad moeten nog
helemaal herzien worden. Voorts valt ook in de Schrans
op dit gebied nog iets op te knappen; ik denk b.v.
speciaal aan de voetgangersoversteekplaats tegenover
de firma Jan de Jong, die daar vlakbij een onoverzich
telijke bocht gelegen is. Uiteraard gaan wij dus wel
akkoord met het voorstel, maar wij hopen, dat de hier
voorgestelde lichtinstallaties toch binnenkort gevolgd
worden door meerdere.
De hear Santema: Nei datjinge hwat de hear Boot
sma sein hat hoege wy net folie mear to sizzen. Wy
slute üs fan herten oan by syn ütstel om ek yn de
takomst op noch mear plakken dizze forljochtingsyn-
stallaesjes oan to bringen. Der sitte fansels wol twa
kanten oan dizze kwesje, mar de feiligens fan it for-
kear is bilangriker as bygelyks de snelheit fan it for-
kear. It forkear wurdt uteraerd by dizze ljochtynstal-
laesjes noch wer ekstra ophalden, mar it sil op'en dür.
foaral sjoen de frekwinsje fan it forkear fan hjoed-de-
dei en de forwachting dy't wy oer dizze kwesje yn de
takomst bawwe meije, noch folie drokker wurde as op
dit stuit en dêrom slüt ik my fan herten oan by hwat
de hear Bootsma hjir nei foaren brocht hat.
De heer K. J. de Jong: Ik wil mij dan ook maar aan
sluiten bij de heer Bootsma en verder zou ik nog graag
een nadere inlichting van de Wethouder willen hebben
i.z. het gesynchroniseerd samenstellen van de verkeers
lichten op diverse kruispunten, juist omdat het ene
kruispunt vaak zoveel verschilt van het andere. Wordt
de totale tijd die nu voor een ronde nodig is, straks
vergroot doordat de voetgangers er ook hun plaatsje
moeten hebben Hoe gaat dat ongeveer Kan de Wet
houder er iets meer van vertellen, zodat het ons wat
duidelijker wordt dan door de ene compacte zin in de
raadsbrief mogelijk is?
De heer Pols (weth.): Ik wil beginnen met de heren
die hun waardering voor dit voorstel hebben uitge
sproken, namens het College daarvoor te bedanken.
Ook het College is van mening, dat wij met deze zaak
niet moeten stoppen, maar dat we, waar dat nodig is,
in de toekomst ook verkeerslichten zullen moeten
plaatsen. De heer Bootsma heeft enkele wensen uit
gesproken en daarbij heeft hij ook gewezen op de voet
gangersoversteekplaats vlakbij de Raadhuisstraat, een
heel gevaarlijk punt. Daar zullen we dus in de toekomst
ook iets moeten doen. ïk denk voorts aan de over
steekplaats bij het station die eveneens in aanmerking
komt voor verkeerslichten.
Ik zou echter toch aan de heer Santema en ook aan
de heer Bootsma willen zeggen, dat je daar ook weer
niet te ver mee moet gaan, want als alle kruispunten
van verkeerslichten zijn voorzien, dan is er weer geen
verkeer mogelijk. Er zullen altijd wel enkele punten
blijven waar wel eens een aanrijding plaats heeft, maar
ik meen, dat dit veelal niet is toe te schrijven aan het
feit, dat er geen verkeerslichten staan, maar dat één
van de beide partijen zich op een zeker moment niet
aan de verkeersregels houdt. Ik wilde dit er maar mee
zeggen: Men kan door verkeerslichten het verkeer te
veel afremmen en daardoor te grote filevorming krij
gen en een file die zich door de stad moet bewegen en
niet weer uiteen gaat, brengt op zichzelf weer gevaar