10
aan, dat wij in de toekomst bij het noemen
van prijzen, als het een beetje kan, meer aan
de veilige dan aan de voorzichtige kant zijn.
In dit geval zijn we dan een tikje te voorzichtig ge
weest, met het gevolg, dat wij dit nu maar, doordat
deze industrie geen 50% subsidie in de kosten kan
krijgen, ten laste van de algemene dienst brengen.
Ik zou graag willen weten, of dat inderdaad het geval is.
De heer Klynstra: Ik zou over een ogenschijnlijk
maar betrekkelijk kleine zaak (mijn fractie is
ook maar klein) iets willen weten, n.l. de woning bij
het Woningbedrijf, Wissesdwinger 3. Welke mijnheer
daar woont, weet ik zo niet, maar dat doet niet zoveel
terzake. Daar zal dus aangebracht worden een vaste
trap in plaats van een ladder, en een watercloset. Ik
dacht, dat dat wel het allernodigste is wat men toch
van een behoorlijke woning mag eisen. De kosten zul
len f 2.300,bedragen en daarvoor moet deze huurder
en daar gaat hij ook wel mee akkoord; wat zal
deze goede man anders ook al ,,maar" f 19,20 per
maand betalen. Dat betekent dus, dat hij 10% van dit
totaalbedrag moet betalen. Ik vind dat wel abnormaal
hoog, gezien ook de verbeteringen die toch wel eigen
lijk tot de normale vereisten behoren; dat dacht ik
zo tenminste.
De heer Van der Schaaf (weth.): De heer Van Balen
Walter kan ik in de opzet van zijn redenering eigenlijk
wel volgen. De kosten van deze aansluiting zouden
eigenlijk volledig uit de grondprijs hebben moeten ko
men, maar hoewel die redenering in theorie en
in opzet wel juist is, vindt die toch ook ergens een
beperking en dat zou ik nu eigenlijk willen aanstippen.
De uitgifteprijs van het industrieterrein aan het Van
Harinxmakanaal is geweest f 16,En daar zit dus
ook in gecalculeerd en uitgesmeerd over het geheel
een aansluiting van een raccordement op dat industrie
terrein. Nu is het resultaat van de calculatie voor het
industrieterrein De Zwette f 18,dat is al iets hoger
dan het industrieterrein Van Harinxmakanaal. Men
voelt dus wel, dat, al mag de redenering op zichzelf
wel juist zijn, men toch niet een te groot verschil kan
hebben tussen het industrieterrein Van Harinxmaka
naal en het industrieterrein De Zwette. Dat zou n.l.
betekenen, dat het industrieterrein, dat het duurste uit
de bus komt, het minst in trek is. Ergens vindt dat
in een soort marktsituatie en in een situatie van in
dustriebevordering om praktische redenen dus
een begrenzing en die begrenzing is hier voor het ter
rein van De Zwette uitgekomen op f 18,Wanneer
die prijzen dus t.o.v. één zijn genoemd en bekrachtigd,
dan voelt men wel, dat het niet opgaat aan een volgen
de een nog weer hogere prijs te geven. Men kan dit in
zijn consequenties ook moeilijk doorvoeren, omdat hier
al dit element van onzuiverheid in zit, dat een indus
trieterrein, dat aan een bepaald bedrijf wordt uitge
geven en niet kan profiteren van deze spoorwegaan
sluiting, daar toch al iets aan mee betaalt. De prijs
van f 18,voor het terrein aan de Zwette laat niet
toe, dat de volledige kosten van de spooraansluiting er
uit komen, zodat er een ongedekt gedeelte is. Dat is
hier dan als onrendabel" aangeduid; overigens is het
ook onrendabel. (De heer Van Balen Walter: Voor
wie?) Het komt niet uit de grondprijs. In zoverre is
het onrendabel, maar laten we niet over dat woord
twisten. Dit is daar niet meer uit kunnen komen,
en nu moet het dus wel gedekt worden. Daar zijn we
het over eens en we zijn het er ook over eens, dat het
gedekt kan worden uit die uitkering van f 4,die hier
aangestipt is, zodat dit toch eigenlijk wel een verant
woorde gang van zaken is, die achteraf ook waarschijn
lijk niet veel anders had kunnen zijn.
Ik geloof, dat de heer De Jong hier ook wel mee
beantwoord is.
De heer Pols (weth.): De heer Klijnstra stelt een
vraag omtrent de woning Wissesdwinger no. 3, waar
een verbetering zal plaats hebben, die f 2300,kost.
Nu hebben wij voor het normale onderhoud per jaar
f 100,te besteden. U voelt dus wel, dat, als wij deze
woningen eens een keer laten schilderen, wij al 4 of 5
jaar het bedrag van de onderhoudspost kwijt zijn. Dit
geval ligt zo: Deze huurder heeft bij het Woningbedrijf
gevraagd: Ik wil graag een vaste trap en een watei
closet. Er is uitgerekend wat dat moet kosten. Nu
vraagt deze man: Hoeveel huur moet ik meer betalen''
Dat wordt hem voorgerekend en hij gaat er akkoord
mee. Nu is deze man ook weer wettelijk beschermd;
wij mogen niet meer huur vragen dan wat hier voo:
staat. Met deze huurverhoging moet in 10 jaar het te
investeren bedrag weer zijn afgeschreven en dan klop!
de berekening van de huurverhoging precies. Het gaai
hier dus om een zuiver vrijwillige transactie tussen de
huurder en de verhuurder en als de heer Klijnstra
zegt: Dit betekent voor deze mensen nogal wat, dan
zou ik daartegenover de vraag moeten stellen: Waar
haal je het anders vandaan, want het Woningbedrijf
heeft het ook niet. Als men niet tot deze overeenkomst
gekomen was, was de verbetering overgegaan en dan
lijkt het mij toch beter, dat die maar wèl plaats heeft,
Punt 39 (bijlage no. 382).
De hear Boomgaardt: Op blêdside 3 fan dizze nota,
hast ünderoan, docht it Kolleezje de meidieling, dat it.
fan miening is, dat per jier üt it Gasbidriuw f 125.000,
nei de Gemeente ta moat; en dat wie de léste jierren
oant nou ta f 100.000,Ik wol net sizze, dat ik dér
biswier tsjin ha, mar dochs de opmerking meitsje, da!
ik yn prinsipe mar dat ünderstreekje ik dan ek
fan miening bin, dat de iepenbiere nutsbidriuwen sa.
danich wurkje moatte, dat de konsumint syn priis bi-
tellet. Dat is gjin nij gesichtspunt; ik bin opfoiger fan
de hear W. M. de Jong yn dizze Rie en ik wit, dat dy
dit ek wol ris nei foaren brocht hat. Wy krije nou dus
it forskynsel, dat hjir as in nij elemint 25% oplein
wurdt. Hjirby wurdt sein, dat by it Gasbidriuw net in
greate algemiene reserve is. En dat is wol nedich mei
it each op it bidriuwsrisiko. Nou stel ik my wol de
fraech: Is dat bidriuwsrisiko nou wier wol sa great en
dan binammen yn forban mei it feit, dat nou yn de eks-
ploitaesje ierdgas tapast wurdt? Ik nim ek oan, dat
der in bipaelde reserve wêze moat, mar oan de oare
kant siz ik: Hwat wy dwaen kinne oan it leech halden
fan de gastariven, dat moatte wy dwaen, as wy
in iepenbier nutsbidriuw biheare en yn dat forban ik
gean dus wer in pear rigels fierder sjoch ik doch
wol mei bilangstelling üt nei it ütstel dat it Kolleez i
oan de Rie dwaen sil oer de hersjenning fan de gas
tariven. Ik soe derby wol de fraech stelle wolle, oft it
it Kolleezje mooglik is üs by dy bihanneling in bytsje
sifermateriael to forstrekken oer de situaesje yn oare
gemeenten, dy't in gasfabryk eksploitearje op de ma-
near, sa't it hjir yn Ljouwert bart. As wy mei üs ta
riven forgelikenderwize to heech komme, dan wurdt
myn biswier tsjin it oerbringen fan in diel fan de
winst nei de algemiene tsjinst dêrmei nammensto
greater.
De heer Van Balen Walter: Ik ben van mening,
dat het principieel onjuist is, wanneer winsten uit de
nutsbedrijven voor een belangrijk deel in de algemene
kas vloeien. Ik geloof wel, dat v/ij een waarschuwende
vinger moeten opheffen, want wij moeten hier toch wel
de grootst mogelijke matigheid betrachten.
De heer Spiekhout: Over het al of niet toegestaan
zijn van onttrekking van winst aan de nutsbedrijven,
wil ik hier echt geen discussie ontketenen. Het lijkt mij
meer een kwestie voor de begrotingsbehandeling, maar
nu hierover van verschillende kanten een principiële
uitspraak gedaan wordt, heb ik er toch wel behoefte
aan te zeggen, dat ik er persoonlijk toch een beetje
minder dogmatisch tegenover sta en eigenlijk graag
elk geval op zichzelf wil bekijken; ik wil hierbij niet
een algemeen principe stellen. Ik heb er ook niet het
minste bezwaar tegen deze verhoging van f25.000,
per jaar goed te keuren. Als ik me goed herinner, be
droeg de bijdrage aan de algemene dienst oorspronke
lijk f 150.000,en werd deze in verband met de om
bouw teruggebracht tot f 100.000,Ik meen, dat er
dus nu een tussenweg is gevonden. Als deze gedachten-
gang niet juist is, dan hoor ik dat wel. Het gaat mij
er dus nu even om, uit te spreken, dat ik de kwestie
van de onttrekking van winst aan een openbaar nuts
bedrijf toch graag per geval wil bekijken, dus „oppor-
tunistischer" dan mijn overbuurman. Het is best mo
li
gelijk, dat men op een gegeven moment bij een open
baar nutsbedrijf, waar winst gemaakt wordt, een heel
kleine tariefsverlaging zou kunnen doorvoeren, bijv.
van y4 cent of y2 cent per eenheid. Als dat wordt
berekend over een heel jaar, dan is dat voor het bedrijf
al heel wat. Maar ik kan me ook voorstellen, dat de
Gemeente en dat geldt natuurlijk ook voor andere
overheidslichamen, zoals de Provincie op een ge
geven moment andere belangen zwaarder laat wegen
dan een kleine tariefsverlaging en daarom wil ik deze
zaak „opportunistischer" bekijken dan het zopas hier
gesteld is.
Dit wilde ik nog even kwijt.
De heer K. J, de Jong: Even een paar korte op
merkingen. Ik geloof, dat de heer Boomgaardt het be
slist niet dogmatisch gesteld heeft. Hij heeft juist ge
zegd: Ik heb nu niet bepaald bezwaar tegen het over
brengen van f125.000,naar de algemene dienst. Ik
zeg niet, dat ik dit niet wil. Ik wil alleen, om dit te
kunnen beoordelen, graag weten, hoe dit ligt in andere,
gelijkwaardige, gemeenten en laat ik even een waar
schuwende vinger opsteken, want hier zijn toch wel
dingen, die wij daarbij in acht hebben te nemen. Ik
geloof inderdaad, dat wij bij vraagstukken als deze het
totaalbeeld van de begroting wel terdege in de gaten
moeten houden. Wanneer het inderdaad met het oog
op het totale begrotingsbeeld noodzakelijk is, dat wij
aan meer middelen komen, dan zouden we ons mis
schien beter kunnen afvragen: Zijn er ook bedrijven
met grote tekorten, die wij via een andere tariefstelling
tot kleinere tekorten zouden kunnen brengen, daarbij
dan niet de mogelijkheid aangrijpend om tarieven die
op zichzelf, exploitatief gezien, niet verhoogd behoe
ven te worden, te verhogen om uit de moeilijkheden
te komen. Ik geloof, dat dit een punt is, dat beter
bij de begroting besproken kan worden. Met deze op
merkingen echter, die toch uiteindelijk ook wel in het
betoog van de heer Boomgaardt verwerkt zaten, heb
ik duidelijk willen laten zien, dat het hier echt niet een
zaak is die van onze kant zo sterk dogmatisch gekleurd
is. Ik geloof, dat het in het verleden zo ook niet door
ons gesteld is.
De hear Santema: Us fraksje hat oer it algemien
gjin biswier tsjin it bidrach fan f 125.000,dat hjir
neamd is. It is dochs wol mooglik fan sa'n geweldich
bidrach as hwer't dizze tsjinst op ütkomt in bipaeld
diel to reservearjen. Wol fiel ik der persoanlik mear
foar, dat de winst by it bidriuw bliuwt, dus net yn de
algemiene kas stoart wurdt. Wy hawwe op dit stik
fan -aken dochs ek wol ünderfining opdien, n.l. by it
iepenbier Slachthüs. Dat bidriuw hat ek lang mei in
foardielige ütkomst wurke en dat bidrach is, foar sa-
fier as ik wit, ek altyd stoart yn de algemiene kas.
En hwannear't der greate foroaringen komme moatte
en dy moatte der komme dan hawwe wy altyd
wer it biswier, dat der hielendal gjin reserve is. Dit is
dus in prinsipieel ünderskied mei it ütstel fan B. en W.
om in diel fan de winst yn de algemiene kas to
stoarten.
De heer Engels: Ik zou er aandacht voor willen
vragen, dat men ook de verschillende nutsbedrijven als
één geheel kan zien en dat men dus inderdaad winsten
van het ene nutsbedrijf kan gebruiken om onkosten
van een ander nutsbedrijf op te vangen. Ik meen, dat
dit een element is, dat toch ook in deze beschouwingen
dient te worden betrokken.
De heer Pols (weth.)De meeste vraagstellers heb
ben hetzelfde onderwerp aangesneden en wel de winst
uitkering. Ik geloof, dat we over dit punt vanavond een
heel debat zouden kunnen ontwikkelen, want hier is
aan de ene kant heel veel tegen en aan de andere kant,
vooral in het kader van de toekomstige verhouding
van de financiën van de Gemeente t.o.v. het Gemeente
fonds, ook weer veel voor te zeggen. Dit ligt nu weer
heel anders dan enkele jaren geleden. Zou ik echter
mogen voorstellen, dit zo mogelijk bij de begroting uit
de doeken te doen? Dan hebben wij gelegenheid ook
eens bij andere gemeenten te informeren, hoe men het
daar doet, en na te gaan, hoe ons tarief zich verhoudt
tot dat van andere gemeenten. Dan kan ook het College
zich hier een wat dieper inzicht in verschaffen en dan
kunnen we hier misschien ook een vruchtbaarder dis
cussie over krijgen dan vanavond het geval is. Als de
heren daar akkoord mee zouden kunnen gaan, dan
geloof ik, dat ik, wat dit punt betreft, wel voldoende
heb geantwoord.
De hear Boomgaardt hat noch frege: Is by dit bi
driuw in greate reserve nedich? Dit kin men natuerlik
ek wer fan mear kanten bisjen. Nou hawwe wy in frij
djür üntfangst-station, hwer't hwat mei barre kin, wy
hawwe noch üs gashalders, dy't wy nedich hawwe om
it gastokoart, dat troch de pyk yn it forbrük oerdeis
üntstiet, nachts wer oan to foljen en wy hawwe in
bulte jild nedich as de gashalders allinnich mar ris
ferve wurde moatte. En stel, dat der ris hwat mei
sa'n ding komt troch bran of hwat ek, dan is it hiel
goed, dat it bidriuw seis oer in reserve biskikt. Dat is
dochs in soun stanpunt. It bitreft hjir in bidriuw,
hwerfan de eksploitaesje yn de miljoenen rint. De hear
Boomgaardt hat ek noch efkes oer it kommende ütstel
omtrint de tariven praet. Hwat dat oangiet, wolle wy
ek graech gegevens oer de tariven yn oare gemeenten
oerlizze.
Ik kin wol sizze, dat wy op it eagenblik by it bidriuw
sykje nei in nije opbou fan de tariven. Wy wolle graech
komme mei in taryf fan fêst rjocht en fierder in bi
drach per ienheit, hwat by de elektryske stream ek it
gefal is. Dat liket üs better as de taryffoarming, dy't
wy op it eagenblik hawwe, en dan sykje wy yn de
takomst ek nei in stimulearjend taryf.
Ik leau, dat ik it hjir yn earste ynstansje wol by
litte kin.
De Voorzitter: De Wethouder stelt dus voor om het
verdere gesprek over dit punt dan maar bij de komende
begrotingsbehandeling te houden en ik geloof, dat het
een praktisch voorstel is. Dan kan de zaak beter voor
bereid en beter gefundeerd, dus aan alle kanten beter
bekeken, opnieuw aan de orde worden gesteld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 40 en 41 (bijlagen nos. 387 en 388).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
De Voorzitter: Ik sluit hiermee deze vergadering.