2 brief. Dér stiet sahwat midden yn „Verzoeker zal dit gedeelte, dat in de loop der jaren door de omwonenden praktisch is gedempt, verder dichten cn het daarna bij zijn garagebedrijf in gebruik nemen". Ik soe graech léze wolle, om de „omwonenden" nou eigentlik net to biledigjen, dat der stean sil: „Verzoeker zal dit ge deelte, dat in de loop der jaren praktisch door hem is gedempt, verder dichten en het daarna bij zijn garage bedrijf in gebruik nemen." De Voorzitter Als U het zo wilt lezen, mijnheer Hartstra, dan kan ons dat goed zijn, maar met „om wonenden" kan ook het gezin Hoekstra bedoeld zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 8 (bijlage no. 109). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 9 (bijlage no. 104). De heer Beuving: Het gardeniersbedrijf van de heer Galema zal zeer zeker niet onbelangrijk gedupeerd wor den door de opzegging van deze pachtovereenkomst. Uit een brief, enkele maanden geleden door enige ge dupeerde tuinders aan de raadsleden gezonden, kun nen we van de noodtoestand van deze bedrijven kennis nemen. Door de stadsuitbreiding en door de uitbrei dingsplannen worden deze tuinders in meer of min dere mate gedupeerd. En nu kan het goed zijn, dat deze mensen een schadeloosstelling ontvangen van enige duizenden guldens, maar daarbij zijn ze niet gebaat. Deze bedrijven, zoals ook de directeur van de veiling in zijn brief opmerkt, zijn gebaat bij uitbrei ding. Nu zou ik B. en W. willen vragen: Worden deze uitbreidingsplannen, die toch al jaren bekend zijn en hier jaren liggen, nu tot uitvoering gebracht, terwijl nog geen gronden voor deze tuinders beschikbaar zijn? Is dat niet het paard achter de wagen spannen? Was het niet nodig geweest, dat, in plaats van het er zo op aan te laten komen, nu reeds gronden klaar waren voor verplaatsing van de bedrijven? Er is toch ook een structuurplan voor het noorden. De Minister van Landbouw heeft enige jaren geleden aangekondigd, dat bij uitbreiding van deze materie speciaal de kern gemeenten in aanmerking kwamen. Ik zou graag wil len weten, in hoeverre Leeuwarden hierbij betrokken of geïnteresseerd is en hoe de gang van zaken in deze is. De heer Van der Schaaf (weth.): De heer Beuving snijdt een onderwerp aan, dat eigenlijk een beetje bre dere behandeling verdient dan bij dit punt mogelijk is. De Raad zal zich herinneren, dat inderdaad bij het College van B. en W. nog om preadvies ligt een adres van de Commissie gedupeerde kwekers en daarop heeft overeenkomstig de suggestie, in die brief gedaan, een bespreking plaats gevonden tussen een vertegen woordiger van het College en die commissie. Deze be spreking heeft zeer verhelderend gewerkt en daar is ook door B. en W. een bepaald standpunt ingenomen. Zij hebben terzake in principe een besluit genomen, zo dat de gehele materie, die in dat adres aan de orde was gesteld, binnenkort aan de Raad, in de vorm van een preadvies, kan worden voorgelegd. In dat pread vies wordt ook van de Raad een bepaalde uitspraak gevraagd over zekere onderdelen. De materie op zich zelf is niet zonder enige ingewikkeldheid, omdat de verschillende categorieën van eigenaars-niet-gebruikers, eigenaars-wel-gebruikers, erfpachters, pachters van vóór de vaststelling van het uitbreidingsplan en pach ters van na de vaststelling van het uitbreidingsplan allemaal moeten worden onderscheiden en dat laat zich beter op schrift doen dan zo in een uiteenzetting a l'improviste. Als die materie dus zeer binnenkort weer in de Raad aan de orde komt, dan is, lijkt het mij toe, een dieper gaande behandeling eigenlijk beter op haar plaats. De heer Beuving vraagt tenslotte: Zijn deze pachters eigenlijk wel gebaat bij een schadevergoeding Het is nu eenmaal het wezen van een schadevergoeding, dat er, wanneer deze is uitgekeerd, geen schade meer be staat. Er blijft natuurlek van over, dat deze betrokkene dan niet, zoals hij misschien gedacht had, zijn bedrijf kan uitbreiden, maar de schade die daaruit voortkomt, wordt hem vergoed. En dat is veelal in een aantal ge vallen de enige uitweg. Nu kan het de Raad verder bekend zijn, dat de gemeente hier en dat geldt ook t.a.v. soortgelijke gevallen als het onderhavige wellicht bezig is op haar grondgebied vervangende tuin gronden te zoeken. Die pogingen vinden gestadige voortgang, maar we zijn nu nog niet in staat daarover belangrijke mededelingen te doen. Ik zou dat toch graag nog enige tijd willen uitstellen, misschien tot de behandeling van het toegezegde preadvies. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 10 (bijlage no. 107). De heer J. de Jong: Het is met enige huivering, dat ik over dit punt het woord vraag: Men zou kunnen den ken, dat ik beïnvloed ben door een ingezonden stuk van een onzer bladen van vanavond, maar dat is geens zins het geval. Het was voordien al mijn bedoeling hier bij dit punt de aandacht te vestigen op de walmuren van het Vliet. Ik begrijp wel, dat verbetering van de Tuinen met het oog op het verkeer urgenter is dan verbetering van het Vliet, maar de toestand op het Vliet is toch ook wel van dien aard, dat er de nodige aandacht aan besteed dient te worden en dat zal ook wel gebeuren. In verband daarmee wilde ik eens vra gen, of het bij het College al bekend is, wanneer de walmuren van het Vliet aangepakt worden. De heer Van der Schaaf (weth.): Met de walmuren van het Vliet is er nog iets aan de hand geweest en wel dit: Er is indertijd door het College van B. en W. een voorstel tot herstel van deze walmuren voorgelegd aan de Financiële Commissie. Deze heeft toen het Col lege in overweging gegeven dat geval nog eens nader te bekijken in verband met misschien verder strekkende plannen t.a.v. het Vliet. Dat is voor het College aanlei ding geweest om het plan even aan te houden. Het lijkt mij dus, dat binnen afzienbare tijd toch wel over de kwestie van het Vliet en de walmuren een beslis sing in principe zal vallen, zodat die zaak bepaald niet aan de aandacht van het College is ontsnapt. Dat hei'ft de heer De Jong ook niet gezegd, zelfs niet gedacht of gesuggereerd, maar dit is de korte geschiedenis daar van. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 11 (bijlage no. 105). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijlage no. 108). De Voorzitter: Ik zou dit punt tot de volgende ver gadering willen aanhouden, omdat door de fractie-voor zitters daartoe het verzoek is gedaan. Punt 13 (bijlage no. 110). De heer K. J. de Jong: Een korte opmerking van orde. Ik meen, dat in deze wijziging van de Gemeente begroting ook bepaalde posten in verband met wijzi ging van subsidies voorkomen. Is het ook van belang, dat we een besluit omtrent dit punt nemen in aanslui ting aan wat we de volgende keer gaan doen met punt 12 Of kunnen we beter ook dit gehele voorstel uit stellen De Voorzitter: Ik zie het niet direct als noodzake lijk, mijnheer De Jong, maar het is misschien toch wel juist. Het is natuurlijk in theorie mogelijk, dat de Raad ook nog over de subsidievoorstellen, voor zover die dan in bijlage no. 110 voorkomen, spreken wil of daar anders over denkt. Ik zou dus willen voorstellen de voorstellen uit deze bijlage aan te nemen, met uitzon dering van de subsidieposten, die daarin voorkomen; die zou ik ook willen aanhouden en tegelijk met de andere subsidievoorstellen in de volgende vergadering behandelen. De Raad gaat hiermee akkoord. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met uitzondering van de subsidieposten van het concept-besluit tot wijziging van de Gemeente begroting voor 1962. De Voorzitter: Hiermede sluit ik deze vergadering. sa 1 Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 16 mei 1962 RAADSVERGADERING van woensdag 16 mei 1962. Aanwezig: 31 leden. Afwezig: Mevrouw Heijmeijer-Croon en de heren Boomgaardt, Heidinga, Van der Heijde, Kamstra en Pols. Voorzitter: De heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Overplaatsing van het hoofd der school G. C. Schilt van de Van Sytzamaschool I (g.l.o.) naar de Aebingaschool (g.l.o.) (bijlage no. 127). 3. Benoeming van een hoofd van de Leeuwerik- school (g.l.o.) (bijlage no. 129). 4. Benoeming van twee bestuursleden van de Stich ting „Théskinkerij Prinsetün" (bijlage no. 134). 5. Benoeming van een gemeentelijk inspecteur voor het Bouw- en Woningtoezicht en wijziging van de Be zoldigingsverordening 1960 (bijlage no. 128). 6. Aankoop van twee percelen weiland en een per ceel grond met opstal, gelegen aan de westzijde van de Buorren te Wytgaard, van mevrouw F. van der Hem te Harich (bijlage no. 111). 7. Aankoop van een perceel gardeniersland, gelegen ten oosten van de Wirdumervaart, van Sj. Mendel, alhier (bijlage no. 120). 8. Aankoop van een grondstrook, gelegen aan de zuidwestzijde van de d'Hondecoeterstraat, van de Wo ningstichting in de gemeenten Leeuwarden en Leeu- warderadeel" en uitgifte in erfpacht daarvan aan H. Oosterloo, W. Huizinga en J. E. de Vries, allen alhier bijlage no. 114). 9. Uitgifte in erfpacht van enkele percelen bouw terrein, gelegen ten noorden van de Nijlansdyk en tus sen de Antillenweg en de Marijkestraat, aan de C.V. Fries Bouwbedrijf, alhier (bijlage no. 122). 10. Verkoop van enkele percelen bouwterrein, ge legen in het uitbreidingsplan 't Nijlan, aan de vennoot schap onder firma Bouwcombinatie „Nijlan" en Ir. P. Stallinga, beiden alhier (bijlage no. 119). 11. Verpachting van de boerderij Nieuwlandsweg no. 12 aan U. M. Schukking, alhier (bijlage no. 116). 12. Verpachting van enkele percelen wei- en gar deniersland (bijlage no. 112). 13. Voeren van een rechtsgeding inzake onteigening van een aantal percelen grond, gelegen ten westen van de Blekerstraat (bijlage no. 113). 14. Instelling van een rechtsvordering tot ontruiming van een barak c.a., staande aan de Insulindestraat, tegen A. Bosma, alhier (bijlage no. 118). 15. Verbetering en verbreding van de Simon de Vliegerstraat c.a., aankoop van een aantal grondstro- ken, ten behoeve daarvan, van verschillende eigenaren en verbetering van het elektriciteits- en gasnet ter plaatse (bijlage no. 117). 16. Verstrekking van een aanvullend krediet ten behoeve van het treffen van voorzieningen in het Stads- verzorgingshuis (bijlage no. 131). 17. Verhoging van de investeringsbijdrage aan de Stichting Buurtwerk Wielenpólle en waarborging van een door deze stichting te sluiten geldlening, groot f 12.300,— (bijlage no. 133). 18. Bouw van een noodschoolgebouw op een terrein, gelegen aan de zuidzijde van de Badweg, en in bruik leen geven hiervan aan de Stichting voor R.K. buiten gewoon lager onderwijs, alhier (bijlage no. 132). 19. Verplaatsing van de Christelijke kleuterschool aan de Vondelstraat naar een terrein, gelegen tussen de bebouwing aan de zuidzijde van de Fonteinstraat, en het terrein, bestemd voor de bouw van de Hogere Tech nische School (bijlage no. 126). 20. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 50 der Kleuteronderwijswet voor de aanschaffing van een kast ten behoeve' van de Christelijke kleuterschool aan de Ludolf Bakhuizenstraat (bijlage no. 130). 21. Vaststelling van het kostenbedrag, als bedoeld in artikel 55 ter der Lager-onderwijswet 1920, voor de openbare scholen voor g.l.o., v.g.l.o. en u.l.o. over het jaar 1960 (bijlage no. 124). 22. Vaststelling van het kostenbedrag, als bedoeld in artikel 33, le lid, van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949, voor de openbare scholen voor buitengewoon lager onderwijs over het jaar 1960 (bijlage no. 125). 23. Wijziging van de raadsbesluiten van 6 september 1961 en 20 december 1961 betreffende zekerheidsstelling terzake van aan B. de Boer en D. A. Kampen, beiden alhier, verstrekte hypothecaire geldleningen (bijlage no. 121). 24. Verstrekking van een geldlening, groot f 415.000,aan de Stichting Leeuwarder Industrie gebouwen (bijlage no. 123). 25. Vaststelling van een Verordening tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement en van een Verordening tot wijziging van de Uitkeringsverordening (bijlage no. 115). 26. Verhoging van bestaande en toekenning van nieuwe subsidies voor het jaar 1962 (bijlage no. 108). 27. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Geneeskundige- en Gezondheids dienst, het Woningbedrijf en het Grondbedrijf, alle voor het dienstjaar 1962 (bijlage no. 135). 28. (nagekomen). Waarborgen van een door de Centrale voor Huisvesting van Bejaarden te Amster dam te sluiten geldlening voor de stichting van een pensiontehuis voor bejaarden, alhier (bijlage no. 138).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1962 | | pagina 1