12
De Voorzitter: Dit voorstel is inmiddels op mijn
tafel gekomen en ik zal het voor alle duidelijkheid nog
even herhalen. Het betreft de Verordening op het in
stellen van markten. Het kan dus nu mede deel van de
beraadslagingen uitmaken.
De heer Bosgraaf: Wij hebben wel de behoefte om
te verklaren, dat wij het met dit voorstel eens zijn,
U zult het wel van ons willen aannemen, dat ook in
onze kring bezwaren bestaan tegen het open zijn van
de kermis op zondag.
De heer Van der Veen: Ik had het wat mij betreft
liever precies anders om, niet alle dagen kermis, maar
slechts op zondag. Op zondag kan een normaal mens
zich nog redden door de stad uit te gaan. Dat kun je
in de week niet en het is bijzonder hinderlijk voor
iedereen (Gelach), die in de omgeving moet werken.
Maar misschien is er een mogelijkheid om de kermis
geheel af te schaffen.
De hear Pols (weth.)As men it fé op'e merk stean
lit dit as antwurd oan de hear Santema dan stiet
it dêr op kosten fan'e Gemeente en dan sil it, leau ik,
nei in wike wol forkocht wurde. Dat bart nou ek al,
al is de termyn yn'e regel hwat langer. De opbringst
wurdt dan, ünder koarting fan'e kosten, dy't foar it
bist makke binne it moat fuorre wurde ensfh.
wei'om bitelle. (De hear Santema: It is in ridlike re
geling, maar dy sil dochs üt in bipaling blike rnoatte.)
Ik fyn it ek ridlik, dat de opbringst ütbitelle wurdt,
mar oft dat nou bislist yn'e foroardering stean moat,
wit ik net. (De hear Van der Schaaf (weth.): It soe
eat foar it Boargerlik Wetboek wêze.) (De Voorzitter:
Het is zaakwaarneming en de kosten mag de zaak
waarnemer in rekening brengen.) Het is dus zo: onder
afhouding van wat het beestje aan voer enz. gekost
heeft, wordt de opbrengst aan de rechthebbende uit
betaald, maar of dat nu beslist in de verordening
staan moet? (De heer Van der Schaaf (weth.): En
stel, dat het er dan niet goed in staat.) (Gelach). Wat
het voorstel-K. J. de Jong-Boomgaardt betreft, laat
de Raad maar uitspreken, hoe hij er over denkt. Ik
geloof niet, dat de heer De Jong van mij verlangt, dat
ik hier een lang betoog over houdt. We weten beiden
wel zo ongeveer, hoe we er over denken. En als we er
nu vanavond op de een of andere manier uitkomen,
hoeft het met de begroting niet meer. (Gelach)
De hear Santema: As it troch my stelde gefal nef-
fens de jurisprudinsje en de wetlike prosedure fan
dizze saek sjoen wurdt as in needwendich gefolch, dan
gean ik der wol yn mei, dat it net yn it troch my
neamde artikel ütdrukt wurdt.
De heer K. J. de Jong: Ik heb eigenlijk alleen de
opmerking van de heer Van der Veen gehoord, die
üever de kermis alleen op zondag had en er helemaal
geen bezwaar tegen had, deze helemaal af te
schaffen. Als ik zeker wist, dat hij het meende, dan
was het eigenlijk het allermooiste, dat we samen en
voorstel indienen om de kermis helemaal af te schaf-
fen; dat zou ik wel bijzonder prettig vinden. (Gelach).
Maar zover wil ik nu niet gaan. Ik heb de indruk, dat
de kermis hier bij een groot gedeelte van onze bevol
king wel zodanig leeft, dat we toch ook die behoefte
moeten erkennen en dat wil ik ook wel. Ik zelf heb er
geen behoefte aan, ik zou ze nog veel liever hele
maal afschaffen. Maar er leven toch in grote kringen
van onze bevolking ernstige bezwaren om deze ken lis
op zondag te doen plaats vinden; dat is elke keer w* er
een stuk ergernis, dat in onze kringen in het bijzon-er
aan de orde is. En wanneer wij nu met zijn allen voel ".n,
dat het wel anders kan en dat de kermis toch ook bij
voorstanders niet zo diep leeft, dat men die tot elke
prijs wil handhaven dat hebben we zopas van de
heer Van der Veen gehoord dan zou ik zegg n:
Laten we nu elkaar eens op dit punt, dat voor ons een
principiële kwestie is, tegemoet treden en, om nu te be
ginnen, die kermis eens op zondag verbieden. Dan zou
den we een heel stuk ergernis, dat eigenlijk regelmatig in
onze kring weer naar voren komt, hier uit kunnen si :j-
den en ik geloof, dat ik daarmee ook in dit opzicht :1e
zaak die wij willen dienen, die van de christelijke poli
tiek in het bijzonder, een deugd bewijzen. Wij menen, dat
wij in dit opzicht de zondag moeten binden aan hogere
normen. Die normen zijn ons gegeven niet alleen voor
ons particuliere leven, maar die zijn ook wel terdege
gegeven voor het publieke belang, 'dat zich daar naar
ook heeft te richten. We kunnen die normen niet zon
der meer naast ons neerleggen. Wanneer anderen iit
niet zo voelen, laat men ons dan toch terwille zijn. Ik
geloof, dat men de andere dagen van de week voldoen lo
ruimte overhoudt om toch de kermis te vieren, zoals
men dat graag zou willen doen.
De heer Pols (weth.): ik geloof, dat de heer De
Jong het zelf heeft gezegd: Er is nog een grote mee -
derheid, die de kermis op zondag wèl wil. En moet nu
de meerderheid gebonden worden aan iets wat een
minderheid wenst? Ik vind dat altijd erg moeilijk. We
houden er al zoveel mogelijk rekening mee: de kermis
begint op zondag pas in de namiddag. Laat de Ra;-cl
zich dus maar uitspreken.
Het voorstel-K. J. de Jong-Boomgaardt wordt vc;-
worpen met 25 tegen 9 stemmen; voor stemden de
heren Heetla, Spiekhout, Santema, Boomgaardt. Mie-
dema, Mr. v. d. Schaaf, Balt, K. J. de Jong en Bos
graaf.
Het voorstel van B. en W. wordt vervolgens z.h.st.
aangenomen.
Punten 12a en 13 (bijlagen nos. 310 en 308).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstell. n
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 13 november 1963
RAADSVERGADERING
van woensdag 13 november 1963.
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: de heren Ir. van Balen Walter en Engels
ide laatste met kennisgeving); 1 vacature.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededelingen.
2. Verlenen van ontslag aan mej. P. Rosier als le
rares in de Lichamelijke Oefening aan het Stedelijk
Gymnasium en de Middelbare School en H.B.S. voor
Meisjes (bijlage no. 322).
3. Verlenen van ontslag aan Drs. G. A. A. Korte-
kaas als leraar in de Oucle Talen aan het Stedelijk
Gymnasium (bijlage no. 323).
4. Verlenen van ontslag aan Drs. J. A. F. de Jongste
als leraar in de Geschiedenis aan het Stedelijk Gym
nasium (bijlage no. 324).
5. Overplaatsing van de onderwijzer G. Kuipers van
de Ferdinand Bolschool naar de Brugschool
(bijlage no. 319).
6. Benoeming van:
a. een onderwijzeres aan de Vijverschool (g.l.o.)
(bijlage no. 317);
b. een onderwijzer aan de Parkschool (g.l.o.)
(bijlage no. 330)
c. een vakonderwijzer in de Lichamelijke Oefening bij
het openbaar v.g.l.o. en u.l.o. (bijlage no. 318);
d. een lid en een plaatsvervangend lid in het bestuur
van de „Stichting Laboratorium voor de Volksge
zondheid in Friesland" (bijlage no. 329).
7. Aankoop van het perceel Houtstraat no. 68 van
G. Muiser, alhier (bijlage no. 312).
8. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
len oosten van de Mr. P. J. Troelstraweg, aan A. H.
Douwes te Amstelveen (bijlage no. 314).
9. Verkoop van drie percelen bouwterrein, gelegen
lussen de Nijlansdyk, de Beatrixstraat en de Prins
Bemhardstraat, aan Eurowoningen N.V. te 's-Graven-
hage (bijlage no. 327).
10. Verkoop van een perceel industrieterrein, gele
gen ten zuiden van de Harlingerstraatweg en ten wes
ten van de spoorlijn LeeuwardenStiens, aan de N.V.
Verenigde Stofzuigerfabrieken, alhier (bijlage no. 320).
11. Verpachting van wei- en gardeniersland
- bijlage no. 321).
12. Aangaan van een grondruil met Tj. Bosma en
echtgenote (bijlage no. 316).
13. Afkoop van de grondpacht van de percelen
Nieuweburen 112, 112a, 114 en 114a, door P. Otter,
alhier (bijlage no. 313).
14. Verhuur van een kantoorruimte in de Fries
landhal aan de vennootschap onder de firma „Brada's
Vleeschbedrijf", alhier (bijlage no. 315).
15. Weigeren van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-Onderwijswet 1920 aan het bestuur der Ver
eniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier
(bijlage no. 326).
16a. Vaststelling van een Verordening als bedoeld
in de artikelen 9, 10 en 43 der Drankwet (Staatsblad
1931, no. 476) (bijlage no. 266).
b. Adres van J. Visser, alhier, betreffende wijziging-
van de zogenaamde eisenverordening en preadvies van
Burgemeester en Wethouders daarop (bijlage no. 331).
17. Wijziging van de Verordening betreffende het
toekennen van een uitkering en een pensioen aan ge
wezen wethouders der gemeente Leeuwarden, zomede
van een pensioen aan hun weduwen en wezen
(bijlage no. 325).
18. Wijziging van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van de takken van dienst en van de Leeu
warder Sportstichting voor het dienstjaar 1963
(bijlage no. 328).
19. Onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw
benoemde lid van de Gemeenteraad, de heer G. de Vries.
Punt 1.
Sub A.
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub B.
De heer Kamstra: Het bericht van afwijzing bij
Koninklijk besluit van het verzoek om toekenning van
een subsidie aan de R.K. Lagere Technische Dagschool
heeft ons natuurlijk zeer teleurgesteld, vooral omdat
B. en W. destijds gunstig advies hebben uitgebracht
i.z. de nodigverklaring van een dergelijke school hier
ter stede en de Raad aan de hand van de stukken en
de gegevens het besluit tot oprichting heeft genomen.
Wij zijn Uw College en Raad daarvoor dankbaar en ik
kan U zeggen, dat voor ons deze kous nog niet af is.
Ik hoop een volgende keer hetzelfde begrip bij het
College en de Raad te mogen aantreffen en op dezelfde
medewerking te mogen rekenen.
De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof niet, dat ik de
heer Kamstra behoef te antwoorden; wat hij met be
trekking tot het bericht van de Minister i.z. het oprich
ten van de R.K. Lagere Technische School gezegd
heeft, lijkt mij voldoende.
Het bericht wordt vervolgens voor kennisgeving aan
genomen.
Sub C.
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
De heer Heidinga: Het is mij in het controlerapport,
bedoeld onder a, opgevallen, dat, zoals wel vaker voor
komt, de voetbalvereniging Leeuwarden weer achter
is met haar betalingen. Ik lees, dat de vereniging de
huur, ten bedrage van f 6.875,over het vorig jaar
nog niet heeft betaald, dat zij daarover is aangeschre
ven op 15 februari van dit jaar en op 2 april nog eens.
Ze heeft ook de vergoedingen voor de lichtwedstrijden,
die in april zijn gehouden, niet afgedragen. Zij is
daar op 29 mei en 9 augustus over aangeschreven en
nu is het november en is dat nog niet geschied. Het
lijkt mij toe, dat dit de juiste weg niet is. En ik zou
wel graag willen, voor zover wij daar invloed op kun
nen uitoefenen, dat de Sportstichting betere maatrege
len neemt, zodat de invordering op de juiste tijd ge
schiedt.
De heer Tiekstra (weth.)Ik kan de Raad mededelen,
dat ook het College door deze gang van zaken weinig
bevredigd is en dat deswege ook rechtstreeks overleg
tussen het bestuur van de voetbalvereniging en B. en
W. is gepleegd. Wij streven er van onze kant naar,
dat ten spoedigste de ongewenste situatie geregeld
wordt, ook ten genoegen van de Raad.
De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen.
Punten 2, S, 4 en 5 (bijlagen nos. 322, 323, 324 en 319).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.