2/
1
XII
gebouwd door het bouwteam. Laat dat maar opschui
ven naar het westen, dan hebben we de weg daar
mee vrij èn voor de nieuwe combinatie èn voor de
architect. En uiteindelijk is er geen verschil. Geen
verschil met Intervam, zegt Ide Wethouder, en geen
verschil met de woningbouwverenigingen. Welnu,
laten wij dan als Raad een beslissing nemen;
dan zijn we er toch uit. Dan doen we tenminste
goede dingen.
De heer Klijnstra: Een kort woord. Afgezien van
de technische bouwkwestie en ook van de spookge
schiedenis om deze zaak, waarover we al veel heb
ben gehoord en alleen ons misnoegen kunnen ken
baar maken, zijn we van mening, dat ik heb daar
al eerder op gewezen deze huurprijzen veel te
hoog zijn. Wanneer wij rekenen, dat men als maxi
mum een zesde van zijn inkomen mag verwonen, id'an
zou dat betekenen, dat zij, die deze woningen moe
ten betrekken, tenminste 180.of meer per week
moeten verdienen. Ik vraag mij in de eerste plaats
af: Heeft de gemeente Leeuwarden wel voldoende
behoefte aan deze soort woningen? Dat kan ik me
haast niet voorstellen. Van de opschuiving, waar
over het College spreekt, komt tot op heden in de
regel ook niets terecht. Dat Patrimonium uitgetre
den is, mede om deze hoge huurprijzen, dat er dus
eens een woningbouwvereniging geweest is, die nee
durft te zeggen, dat kan ik alleen maar waarderen.
Met het voorstel, zoals het hier ligt, kunnen wij dan
ook niet meegaan.
De heer Heetla: Het wordt zeer laat. Ik zal het
daarom ook niet lang maken, maar we moeten hier
toch een keer uit. We moeten het bouwvolume
beslist niet missen. De heer Pols heeft ook al vol
doende gezegd, dat de woningnood hier groot is. Kan
het College ons op zeer korte termijn in ieder geval
een bevredigende oplossing van de moeilijkheden
geven?
De Voorzitter: De heer Van der Veen heeft infor
maties gevraagd ein die zullen toch wel ingevolge dat
verzoek gegeven moeten worden. (Stemmen: Het is
12 uur.). Er wordt gezegd, dat het 12 uur is, maar
de Raad kan tenslotte in dit opzicht doen en laten
wat hij wil. Er staat ook in het Reglement van Orde,
dat de Raad zelf kan beslissen hoe lang hij vergadert.
De Raad moet dus maar zeggen, hoe lang hij van
avond of vannacht hierover vergaderen wil.
De heer Spiekhout: Ik stel voor om de vergade
ring te schorsen.
De Raad stemt hiermee in.
De Voorzitter: Dan schors ik deze vergadering tot
.morgen. (Stemmen: Morgen is het begrotingsbehan
deling). Ja, volgens het Reglement van Orde schors
ik de vergadering tot morgen. Ik moet intussen
zeggen: tot vanmiddag 2 uur.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 18 december 1963
RAADSVERGADERING
van woensdag 18 december 1963
Aanwezig: 37 leden.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Voortzetting van de behandeling van het voorstel
tol verstrekking van voorschotten aan de Woning
bouwvereniging „Beter Wonen" en aan de Woning
stichting „St. Joseph" voor de bouw van resp. 431
en 404 woningen in het uitbreidingsplan ,,'t Ielan"
(bijlage no. 362).
De Voorzitter: Ik heropen de gisteren begonnen
raadsvergadering.
De heer Van der Schaaf (weth.): De discussie
moet, geloof ik, worden opgevat op het punt waar
de heer Bootsma begonnen is te spreken over een
soortgelijk plan in Delft. Wij beschikken over de vol
gende inlichtingen. Dit plan in Delft waarvan sprake
is, wordt niet in de woningwetsector, maar in de
premiesector gerealiseerd. Bovendien is het niet zo
gemakkelijk deze plannen t.o.v. curveprijs etc. te
va gelijken. Het systeem is n.l., dat, wanneer een
aannemer een prijsaanbieding doet en deze prijs-
a; ibieding in overeenstemming is met de curve-
pi ijs, dan van een haalbaar plan kan worden gespro
ken. Het kan zich echter ook voordoen, dat de aam-
nanersprijs te hoog ligt in vergelijking tot de curve-
pi ijs en dat daarop de zaak strandt. Omdat we dus
niet weten, hoe dat in Delft gelegen heeft, kunnen
we deze plannen zonder meer niet met elkaar verge
lijken. Daar komt dan nog bij het feit, dat het plan
in Delft in de premiesector speelt.
Bij de bespreking van een eventueel tweede plan
heeft de heer Bootsma aan de orde gesteld de posi
tie van de architect de heer Witteveen. En daar
over kan ik verklaren, dat de heer Witteveen j.l.
maandag heeft gezegd, dat hij niet afwist van bespre
kingen over een herhaling van een elders door hem
in uitvoering zijnd plan. Hij heeft verklaard terzake
alleen dan een beslissing te kunnen nemen, als hij in
verband met zijn positie in het bouwteam met de
overige architecten uit Rotterdam daarover tot
klaarheid zal zijn gekomen. Deze positiebepaling van
de heer Witteveen lijkt mij wel juist. Wanineer hij
zegt: Dit plan is mijn geestelijk eigendom, dan wil
hij uiteraard meespreken over de wijze, waarop dit
eventueel zal worden herhaald. De heer Van der
Veen heeft gevraagd: Kunt U, College, ons zeker
heid geven, dat het bouwvolume 1963 niet verloren
vaat? Daaromtrent kan ik zeggen, dat de wnd. Direc-
i ur-Generaal in de bespreking van j.l. maandag
duidelijk heeft verklaard, dat de Gemeente op dit
punt gerust kan zijn. Over garanties spreekt men
uiteraard in deze sectoren niet. Wij zullen echter zo
spoedig mogelijk met wel-haalbare plannen dienen te
komen.
Is er een realiseerbaar plan op tafel te brengen?
vraagt dan de heer Van der Veen. Uit het verloop,
dat de discussie heeft genomen nadat de heer Van der
Veen deze vraag stelde, zal hem wel duidelijk zijn
geworden, dat een plan in die zin, dat het volkomen
rond op tafel ligt, dat tekeningen, bestekken, de prijs
aanbieding, de inpassing in het uitbreidingsplan etc.
allemaal bekeken zijn, er nog niet is, maar ik voor
mij geloof toch wel, dat op zeer korte termijn een
aanbieding kan worden gedaan. Die zal dan komen
uit de hoek van de woningstichting Patrimonium, die
kan beschikken over een aanbieding, waarvan wordt
gezegd, dat de aannemers er voor instaan, dat de
curveprijs haalbaar is. Nu sta ik daar zo tegenover,
dat dit een mogelijkheid is, die wij, als wij zoeken
naar een zo spoedig mogelijke besteding in 1964 van
het contingent 1963 zeer goed in de gaten moeten
houden en waarvoor wij alle belangstelling moeten
hebben, omdat dit een reële zaak kan blijken te zijn.
De heer Van der Veen heeft verder gevraagd
en nu kom ik op het chapiter, waarbij hij nog eens
op de gang van zaken in het bouwteam en op de
onderhandelingen ingaat Is Intervam uitgespeeld
tegen de Bouwcombinatie Nijlan of omgekeerd? Dat
is bepaald niet het geval. Er is zeer veel moeite
gedaan om met de Bouwcombinatie Nijlan tot over
eenstemming en tot een goede regeling te komen,
maar deze pogingen hebben ondanks intensieve
inspanningen van de adviseurs niet tot een positief
resultaat geleid en dat hebben we betreurd. Pas toen
gebleken was, dat dit positieve resultaat niet te
bereiken was, is de relatie met de Bouwcombinatie
Nijlan verbroken en zijn de onderhandelingen begon
nen met Intervam.
Verder heeft ide heer Van der Veen gezegd iets
meer te willen weten over de onderhandelingen met
betrekking tot de prijsvorming van de Bouwcombi
natie Nijlan. Daarover is zeer veel te doen geweest
en het is haast niet doenlijk om dat in alle uitvoerig
heid aan de Raad mee te delen. Ik wil trachten dat
in enigszins beknopte vorm te doen. Er is, zoals ik
zei, zeer veel onderhandeld over de prijs tussen Ratio-
bouw en de architecten enerzijds en de aanbiedende
bouwcombinatie anderzijds. Dat is een poos heen en
v/eer gegaan, tot op een zekere datum in midden
oktober Ratiobouw een brief heeft geschreven aan
de bouwcombinatie. In deze brief wordt een relaas
gegeven van de bezwaren die van de zijde van Ratio
bouw bestaan tegen de wijze van prijsvorming. Dat is
ook weer een tamelijk langdurig en ingewikkeld
verhaal. Ratiobouw zegt daarbij, dat men heeft
moeten constateren, dat de Bouwcombinatie Nijlan
zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehou
den. Dit wordt uitgewerkt in een aantal details en
bijzonderheden en één van de belangrijkste is, dat
op het punt van de berekening van het aantal man
uren en de geldswaarde daarvan geen overeenstem
ming is bereikt. Toen ons duidelijk werd, dat deze
brief bij de bouwcombinatie nogal was ingeslagen,
hebben wij op een zaterdagmorgen in Rotterdam een
bespreking belegd tussen de aannemers, de architec
ten uit Leeuwarden en Rotterdam en Ratiobouw.
Daar is getracht om het effect van deze brief nog
iets te verzachten, laat ik zeggen te verduidelijken,
maar dat heeft tot geen resultaat geleid. In deze
brief van medio oktober is aan de Bouwcombinatie
Nijlan medegedeeld, dat, als op de bepaalde punten,
in de brief vermeld, geen bevredigende resultaten
werden verkregen, in overweging zou worden geno
men de relatie te verbreken. Een dag later, 16
oktober, is door het architectenbureau Van den
Broek en Bakema in samenwerking met de heer
Witteveen te Leeuwarden ook een brief geschreven
aan de bouwcombinatie, waarin eveneens is gewezen
op de onbevredigende gang van zaken en ook is
gezegd, dat in overweging zou moeten worden geno
men de relatie te verbreken. Deze beslissing van de
twee woningbouwverenigingen Beter Wonen en St.
Joseph van eind oktober is dus bepaald niet voor
de bouwcombinatie een donderslag uit heldere hemel
geweest. Er waren zakelijke bezwaren over de wijze
van prijsvorming en deze zijn niet kunnen worden
overbrugd.
Nu heeft de heer Van der Veen verder gevraagd:
Hoeveel is de aanbieding van Intervam nu eigenlijk
goedkoper dan die van de Bouwcombinatie Nijlan?
Voordat ik daar iets van zeg, wil ik opmerken, dat
dit punt niet beoordeeld kon worden op het moment,
dat de beslissing viel, dat met de bouwcombinatie
de onderhandelingen niet verder zouden worden
voortgezet. De onderhandelingen zijn afgebroken, om
dat Ratiobouw dit was een van de overwegingen
niet achter de calculatie van de man-uren en het
daarmee overeenkomende «geldsbedrag kon staan en
niet tegenover het Ministerie kon verklaren, dat dit
een arbeidsbesparend plan was, een verklaring, die
voorwaarde is voor de toekenning van de toeslag
van contingentsvoordeel. Daaarom was deze nega
tieve verklaring van Ratiobouw zo uitermate belang
rijk. Er hebben dus bepaald niet op hetzelfde ogen-