blik twee prijzen naast elkaar gelegen, waaruit toen
de voordeligste is gekozen. Nu vergelijkt men de
prijzen en wat komt er nu uit de bus? Dat is een
heel moeilijk chapiter. De twee aanbiedingen zijn
n.l. niet volledig congruent, ze hebben een verschil
lende peildatum. We hadden eerst een peildatum
van de Bouwcombinatie Nijlan per 1 oktober. Op
een zekere dag, nadat dit ons schriftelijk was opge
geven, wordt meegedeeld, dat de peildatum een
maand naar voren wordt geschoven, zodat die
1 september en 1 november, voor zover dat in man
die we toen hadden, juist weer een voordeel was
in de richting van de Bouwcombinatie Nijlan. De
peildatum voor Intervam is 1 november. Verder
zijn er in de uitvoering meerdere verschillen. En nu
is het uitermate moeilijk de volgende zaken op de
juiste wijze te waarderen: het prijsverloop tussen
1 september en 1 november, voor zover dat in man
uren en in materiaalkosten tot uitdrukking komt,
het staartelement van deze begroting en de verschillen-
in technische uitvoering, die er in dit plan zijn. Dat
alles maakt het zeer discutabel, in welke mate de
prijsverschillen nu aanwezig zijn. De indruk bestaat
echter wel, dat de prijs van Intervam bepaald lager
is, wanneer men die factoren gaat wegen, maar ik
voeg er aan toe, dat het een hachelijke bezigheid is
dat met de vereiste nauwkeurigheid en zodanig te
doen, dat het onbetwistbaar is en buiten discussie
komt te staan.
Nog iets anders: Heeft de bouwcombinatie niet
aangeboden om van de naar bij nacalculatie
bleek te veel opgenomen man-uren en loonkosten
iets terug te geven? Dat is inderdaad gezegd; men
zou daarvan 80 pet willen teruggeven, maar toen dit
als serieuze suggestie van die zijde werd gedaan, is
aan Ratiobouw de vraag gesteld: Is dat een uitvoer
bare regeling? Daarop heeft Ratiobouw gezegd en
daar moeten wij op afgaan: Neen, in het huidige
beleid van prijsvorming op het Ministerie is dit
bepaald niet het geval, want men verwees daarbij
naar de geschiedenis van de afrekening van de con-
tinu-contracten, waarover wij in Leeuwarden ook
iets hebben gehad. Dat heeft hier geleid tot resti
tutie van een ronde som van 200.000.maar het
Ministerie heeft met de afrekening van die continu-
contracten zoveel ingewikkeldheden moeten meema
ken, dat men daar niet weer aan gaat beginnen.
Dus dat was een weg, die op dat ogenblik voor ons
niet openstond. En dit alles heeft er toe geleid, dat
toen op die bekende dag in het laatst van oktober
alle adviseurs eenstemmig hebben geadviseerd aan de
twee woningbouwverenigingen: gaat U de relatie
verbreken. En nu kan men deze beslissing van de
woningbouwverenigingen als minder juist aanvechten,
deze beslissing is door deze verenigingen genomen
in tegenwoordigheid van het College van B. en W.,
d.w.z., vertegenwoordigd in de Wethouder van Open
bare Werken. Maar ik wil U wel zeggen, dat, als
de woningbouwverenigingen op dat moment hadden
gezegd: De relatie wordt niet verbroken, het College
dan de relatie niet had kunnen verbreken. Dus U
moet goed in het oog vatten, dat hier een beslis
sing is van de twee woningbouwverenigingen, die
toen in dat stadium aanwezig waren. Zo is de gang
van zaken geweest. We kunnen tot in het oneindige
over details gaan spreken. Het is mij ook bekend,
dat de Bouwcombinatie Nijlan in een schrijven van
latere datum heeft getracht de bezwaren van Ratio
bouw in de brief van 15 oktober te weerleggen. Ik
moet daarbij zeggen, dat dit niet is gelukt, dat niet
op overtuigende wijze is gebleken, dat de bezwaren
weerlegd konden worden. Ze zijn dus gehandhaafd,
ze hebben gegolden en meegewerkt aan de beslis
sing die is gevallen. En dit is een beslissing, die
naar onze mening verantwoord is en waarbij de
bouwcombinatie zich bepaald nog niet erover kan
beklagen, dat hier niet fair-play zou zijn gespeeld.
Er komt nog iets bij. Aan het begin van de rit,
toen de vier uitgezochte bouwbedrijven zich presen
teerden bij Ratiobouw als gegadigde voor opname in
het bouwteam, hebben ze alle de belofte moeten
afleggen, dat, wanneer de werkzaamheden en onder
handelingen niet zouden leiden tot een opdracht, zij
dan dit werk als een onbesmet werk zouden achter
laten. Deze belofte iis uitdrukkelijk gedaan, Ratio
bouw heeft mij dat op mijn verzoek pertinent her
haald, en wat daarvan terecht komt, dat zien we
dan nu.
Ik meende, dat ik toch hier wel met een zekere
uitvoerigheid even op moest ingaan, omdat deze
zaak nu de publiciteit heeft bereikt en men dan de
zaak ook van alle kanten moet hebben belicht.
De heer Van der Veen zegt, dat hij niet dol is op
Zwolsman. Dat is helemaal niet verplicht en er zijn
misschien meer mensen die niet dol zijn op Zwols-
man. Ik kan me ook voorstellen, dat er iemand is, die
niet dol is laten we zeggen, op een ander. Dat is ieders
goed recht, maar dat doet in deze aangelegenheid
verder niet ter zake. Het Gemeentebestuur en de
woningbouwverenigingen willen dus in de opbouw van
de bouwcapaciteit in Leeuwarden bepaald de Inter
vam niet buitensluiten. Daar is geen reden voor,
want deze maatschappij heeft een belangrijke bijdra
ge geleverd aan de bouwproduktie in Leeuwarden in
de laatste jaren. Ik moet nog een kleine aanvulling
geven en wel deze, dat het bouwbedrijf thans de
Bouwcombinatie Nijlan heeft gezegd, dat er in
de begroting nog een reserve zat van 200.Dat
is heel typisch gezegd met deze woorden: „Dat is
de laatste slinger, die er nog in zit". En idle laatste
slinger zou dan dus 200.zijn. Op het mome.it,
dat de beslissing is gevallen, was dit bedrag niet
bekend en is het niet genoemd. Ik moet nog even
verder mijn vorig betoog aanvullen met het volgende:
Op de fatale middag, toen bleek, dat de Bouwcom
binatie Nijlan niet bereid was aan de verlangens (;e
voldoen, is nog gezegd: Laten we nu een ogenblik
afzien van die discussie over de uurlonen en wat er
per uurloon gerekend moet worden. Als U dat
was een soort van uiterste poging Uw bedrag met
400.per woning gaat verminderen, dan is het
bouwteam bereid om deze prijs bij de Prov. Directie
in te dienen. Toen is men zover gegaan, dat men
gezegd heeft: Hoewel U nog niet helemaal voldoet
aan de voorschriften van Ratiobouw, willen we U
een uiterste kans geven: als U er 400.afdoet
dan zullen we proberen het er door te halen. Dat
is niet gebeurd; men heeft toen gezegd: „Er zit nog
een „slinger" in voor het laatste ogenblik." Die
slinger is een nieuw begrip voor mij geweest en ik
neem aan, dat daarmee bedoeld is de allerlaatste
reserve die men dan in petto houdt om op een zeker
ogenblik ja of nee te kunnen zeggen. Wie weet, of
deze slinger er ook niet in zit bij de aanbieding vaa
Intervam. Dat schijnt in de kringen van de bouw
maatschappijen wel gebruikelijk te zijn en als dat
zo is, dan vervalt dat element uit de prijsvergelijking
ten enenmale.
De heer Jellema heeft zich nogmaals tegen dit
plan verklaard. Ik neem daar nota van; ik zal niet
verdere pogingen ondernemen hem tot een andere
gedachte te brengen.
Nu kom ik tot de heer Heidinga, die ook nogal
het een en ander heeft losgemaakt. Hij begint met
te zeggen, dat de Bouwcombinatie Nijlan zonder op
gave van reden is meegedeeld, dat de relatie werd
verbroken. Ik heb bij de beantwoording van de heer
Van der Veen al uiteengezet, dat dat pertinent niet
het geval is. Op ultimo oktober is deze mededeling
gedaan, nadat er dus is geweest een brief van 15
oktober van Ratiobouw, een brief van 16 oktober
van de architecten, een bespreking op een zaterdag
morgen en een bespreking nog op de morgen van
de fatale dag. Er is hier telkens gezegd: Weet wat
U doet, want er wordt overwogen zus en zo. Dat
hier dus zonder opgaaf van reden zou zijn gehan
deld, is niet het geval; de redenen zijn uiteengezet
in een brief van Ratiobouw van twee en een halve kant
met een zakelijke inhoud, verdeeld in allerlei bijzon
derheden en goed gedetailleerd. De heer Heidinga
heeft gezegd, dat Ratiobouw niet met Intervam wil
samenwerken. Dat is niet zo verschrikkelijk belang
rijk, maai' ik wil het toch recht zetten. Dat is niet
het geval. Wat is het geval wel? Bij de samenstelling
van het bouwteam in het begin en bij de hergroe
pering van het bouwteam, dus de nieuwe samen
stelling, is er weer een bespreking geweest tussen
Ratiobouw en Intervam. Bij de vaststelling van het
3
aantal man-uren en de toekenning van de gelds
waarde daarvan was er toen meteen een situatie zo
du; - lijk en zo acceptabel voor Ratiobouw, als nog
no< het geval was geweest in de aanbieding van
de Bouwcombinatie Nijlan; dat is zeer pertinent
gezegd. Intervam speelt dus wel degelijk samen
me Ratiobouw. Nu heeft Intervam de beschikking
ov< een eigen organisatiebureau, zodat de samen
werking tussen Ratiobouw en Intervam dus op een
andere wijze zal kunnen verlopen. En de bemoeiin
gen van Ratiobouw zullen bij Intervam geringer kun
ne: zijn dan bij de Bouwcombinatie Nijlan, omdat
de; grote maatschappij een eigen organisatiebureau
heeft. Dat Ratiobouw en Intervam niet met elkaar
samenwerken, dat is niet juist, want ook j.l. maan
dag hebben wij nog een bespreking gehad, waarbij
eer vertegenwoordiger van Ratiobouw en een van
Intervam aanwezig waren en zich in het spel van
dat ogenblik hebben gevoegd.
De heer Heidinga sprak ook over een punt, dat
tec misch van aard is en waarmee hij inderdaad
misschien bij de Raad een zekere indruk heeft
gewekt. Hoewel dat dus omdat het technisch is, een
bedje moeilijk is, moet ik daar toch even op ingaan.
De heer Heidinga zegt: Er is verschil in de hoogte
va11 het bouwterrein, het bedrag voor de gevelsteen,
de buitenriolering, de tegels in de douches, etc. etc.
tot en met een sluitpost voor hang- en sluitwerk. Er
hed't bij de stukken ter inzage gelegen een bestek
en de bestekswijzigingen, behorende bij de inschrij
ving van Intervam. Daarin komen inderdaad voor
de punten die de heer Heidinga heeft opgesomd.
Maar en nu komt het niet ter inzage hebben
gelegen de stukken, behorende bij de niet-geaccep-
teerde aanbieding van de Bouwcombinatie Nijlan. En
vvaa dit wel het geval geweest, dan had de heer
Heidinga kunnen zien, dat de door hem genoemde
9 punten ook voorkwamen in een staat van wijzigin
gen en aanvullingen, welke de Bouwcombinatie Nij-
la.a bij het bestek wilde voegen. Daarop was de
i-chrijving van die bouwcombinatie mede gebaseerd.
Dus alvorens men een conclusie trekt, zoals de
heer Heidinga doet, moet men de zaak ook volledig
vv<_' ergevenMaar op de staat van de Bouwcombi
natie Nijlan kwamen bovendien nog schrikt U
niet 132 andere punten voor, waarop wend bezui-
r,i d. Wanneer men over deze materie gaat spreken,
moet men dat in alle volledigheid doen en niet in
de mate van onvolledigheid, zoals de heer Heidinga
heeft gedaan. (De heer Heidinga: Dan moet U die
inlichtingen ter inzage leggen voor de raadsleden.
Dan kunnen we dat weten, dan slaan we hier geen
pleefiguur. Dat is Uw schuld, de schuld van Uw
College.) Zo, is dat mijn schuld? (De heer Heidinga:
Ja zeker, leg dan die boel voor ons ter inzage; dan
weten we waar we over spreken.) De heer Heidinga
heeft voorbarig een conclusie getrokken. (De heer
1 idinga: Dat heb ik niet. Daar protesteer ik ten
stelligste tegen.). (De Voorzitter: Mijnheer Heidin
ga, wilt U de Wethouder laten uitspreken.) Daar
nemen we dan nota van, maar ik heb hier nu uiteen
gezet zoals het was. Bij die 132 punten waren een
groot aantal, die bezuinigingen inhielden en die door
de Intervam zijn verworpen, omdat deze ze onver
antwoord vond. En bovendien was er nog iets bij,
dat minder plezierig was. In een zekere versie van
het geval was gezegd, dat toezicht van Bouw- en
■Woningtoezicht dan maar moest zijn uitgesloten. Dat
zijn allemaal feiten en nu deze zaak in openbaar
heid wordt gebracht, kan ik niet anders dan dit aldus
zeggen.
Ook is hier de positie van het bureau Van den
Broek en Bakema ini het geding gebracht. En daar-
hli zijn woorden gevallen, die toch wel even uitdrukke
lijk dezerzijds moeten worden belicht. Ik heb zonet
het genoegen gehad één van de plaatselijke bladen
in te zien en daar staat met een grote kop tussen
aanhalingstekens, dat de woorden „vuiligheid aan de
knikker" zijn gevallen. Dit is een ernstige zaak en
daar moet ik dan ook ernstig en met enige scherpte
op ingaan. Ik zal het niet onnodig scherp doen,
maar ik moet de zaken wel duidelijk uit de doeken
doen. Dit architectenbureau verdient zijn honorarium
zowel in geval het plan wordt uitgevoerd door de
Bouwcombinatie Nijlan als in de uitvoering van Inter
vam. Ik verzoek de heer Heidinga zich erover uit te
laten, of hij bedoelt te zeggen met de woorden
„vuiligheid aan de knikker", dat deze architecten
Van den Broek en Bakema en Witteveen meer
belang hebben, direct of indirect, bij uitvoering door
Intervam dan bij uitvoering door de Bouwcombi
natie Nijlan. Ik geloof, dat ik, alvorens ik daar
verder op inga, de heer Heidinga gelegenheid moet
geven zich op dit punt uit te laten. Er is verder
gevallen de uitdrukking „minder dan brandhout" en
dat hield dan verband met het Heechterp. Nu moet
ik zeggen, dat ik hier een verschil van interpretatie
heb met een van mijn naaste medewerkers. Deze
meent n.l., dat de heer Heidinga heeft bedoeld te
zeggen, dat de kwaliteit van het werk in het Heech
terp minder was dan brandhout. Ik heb het anders
verstaan. Ik heb het aldus begrepen: De Intervam
heeft in het eerste gedeelte van het Heechterp een
goede slag gemaakt en wij hebben daar iets van
terug gekregen. Het tweede gedeelte was veel min
der; de winst die daar gemaakt werd, was minder
dan brandhout. (De heer Heidinga: Ja.). Zo heb ik
het begrepen en als dat zo is, dan kan ik er dus
van afzien, dat de heer Heidinga deze woningen,
waarin nu zo vele mensen tot tevredenheid wonen en
welke woningen ook de toets van Bouw- en Woning
toezicht hebben doorstaan, tot minder dan brandhout
verklaart. Bij de tweede interpretatie mondt het
betoog dus hierin uit, dat, omdat de bouwmaat
schappij Intervam aan het tweede gedeelte van 't
Heechterp een strop zou hebben, het bureau Van den
Broek en Bakema nu dit werk in het Ielan toe
speelt aan deze maatschappij. In dat geval mag ik
weer stellen: Daar moeten bewijzen voor zijn. Derge
lijke dingen mag men niet zeggen, tenzij men ze a
la minute, op hetzelfde ogenblik, bewijst. Want daar
mee is gemoeid de integriteit van een architecten
bureau. En nu hoef ik niet te zeggen: een architec
tenbureau van internationale reputatie, want ook al
was dat de geringste burger van Nederland het
doet er niet toe, of het de hoogste of de geringste
is een ieder heeft recht op volkomen objectieve
behandeling en heeft het recht, dat zijn reputatie als
eerlijk mens wordt gewaarborgd en niet wordt aan
getast. De heer Heidinga zal zijn uitlating moeten
waar maken en anders moet hij die terugnemen.
Op deze duidelijke wijze wens ik namens het Col
lege van de beweringen op dit niveau afstand te
nemen. Het kan in de Leeuwarder Raad niet getole
reerd worden, dat op deze wijze wordt gesproken
over mensen die een reputatie hebben. Op deze wijze
moeten we bepaald de discussie niet voeren. De heer
Heidinga heeft gezegd, dat hij reeds in mei 1963
van een functionaris van het architectenbureau Van
den Broek en Bakema heeft gehoord, dat Intervam
dit werk moest maken. Ik weet het niet, het kan
zijn. Ik heb een vermoeden, dat dat is een zekere
mijnheer, wiens naam ik wel ken. Maar laat ik die
naam niet noemen; het is een voortreffelijke
A.O.W-er, die hier op een aflopend werk in het
Heechterp nog zekere bezigheden heeft en die in zijn
gedachtengang wel eens heeft uitgesproken, dat dat
werk daar wel zou kunnen komen. Maar dat deze
man ook maar enige stem in het kapittel heeft, daar
geloof ik niets van. Ik wil integendeel verklaren, dat
het voor mij vaststaat, dat de architecten Van den
Broek en Bakema en Witteveen zich een hele tijd en
wel zo lang mogelijk hebben bewogen in de lijn die
het College op prijs stelt, n.l. dat hier in Leeuwar
den een bouwbedrijf zou tot stand komen, dat zich
weet aan te passen bij de moderne bouwsystematie-
ken, die op het ogenblik in ontwikkeling zijn. Dit
hebben wij ernstig nagestreefd en we betreuren het
zeer, dat het niet is gelukt.
De heer Heidinga heeft voorts gewezen op oneer
lijkheden. Ik geloof, dat ik dat nu wel heb recht
gezet.
De hear Boomgaardt hat der op wiisd, dat hjir in
hiel stik forantwurdlikheit leit foar de wenningbou-
forieningen en yn syn gedachten is blykber ek wol
romte foar it feit, dat de iene wenningbouforlening
dizze wei gean kin en dêrneist de oare in oare wei.
Ik mien seis ek, dat dêr romte foar wêze moat en