2 3 Punt 6b. Benoemd worden de heer H. Balt met 30 stemmen (de heer Boomgaardt 1 stem en 1 stem van onwaarde), de heer G. D. Kamstra met 30 stemmen (de heer Klijn- stra 1 stem en 1 stem van onwaarde) en de heer P. Ytsma met 30 stemmen (1 stem blanco en 1 stem van onwaarde). Het stembureau werd gevormd door de heren G. de Vries en Ytsma. Punten 7 t.e.m. 15 (bijlagen nos. 288, 287, 294, 295, 284, 285, 297, 286 en 296). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 289). De heer Weide: We zijn erg blij, dat er weer een gymnastieklokaal wordt bijgebouwd, want er zijn nooit te veel van. Ik zou graag van de Wethouder willen weten, want er wordt n.l. nog een gebouw bij gebouwd voor de berging van de attributen, die nodig zijn voor het onderhoud van het complex Cambuur, waar deze allemaal uit bestaan. Ik vind voor een bergplaats f 20.500,toch wel een vrij hoog bedrag. De heer Van der Schaaf (weth.): Ik beschik niet over een juiste inventaris, die daarin zal worden ge borgen, maar ik kan wel mededelen, dat er een kost bare apparatuur is voor het onderhoud van deze ter reinen. Daar is nogal het een en ander voor nodig, o.a. maaimachines en alles wat daar aan te pas komt en waar beslist ook goed voor gezorgd moet worden. Nu kan men wel zeggen: moet dat nu f 20.500,kosten, ja, dat is de raming, die hiervoor is opgesteld en die wij, zoals altijd, als betrouwbaar hebben aanvaard. Het kan misschien wat meevallen, maar van de totale bouwkos ten van dit complex wordt hier f 20.500,aan toe gere kend. Over wat daar precies aan materialen in zal wor den opgeborgen kunnen we de heer Weide natuurlijk nog wel even een inlichting verstrekken. Als hij daar belang in stelt, z al ik een weg zoeken om hem die alsnog te doen geworden. Het College heeft beslist niet de indruk, dat hier overdreven eisen worden gesteld en de wijze, waarop de bergingen op andere plaatsen wor den verzorgd, komt hiermede in kwaliteit ongeveer overeen. De heer Weide: Ik heb niet bedoeld, dat de heer Wethouder mij een uitvoerig resumé geeft van een schop en een hark en een hamer en een nijptang enz., maar het gaat er mij hoofdzakelijk maar om dat zo'n gebouw alleen maar behoeft te dienen tegen bescher ming van maaimachines enz. tegen weer en wind. Dat het dan een dergelijk luxueus gebouw moet worden, waag ik te betwijfelen. Wij kunnen voor f 20.500,wel een prachtig gebouw met isolatie en ventilatie krij gen. Ik vraag me af of we met een gebouw van dit soort alleen te gebruiken voor bergplaats, wel op de goede weg zijn. De heer Van der Schaaf (weth.)Het is helemaal niet de bedoeling dat hier iets van luxe wordt aange bracht. Dit blijkt ook helemaal niet uit de stukken; dit is gewoon een berging, maar een berging van steen, die een beetje past bij en ook samengebouwd wordt met dit gymnastieklokaal De waarde, die daar in zit, beloopt, laten we zeggen f 10.000,Het betreft hier kostbare apparatuur, zoals ik heb gezegd, en niet hamers en schoppen e.d. maar een vrij omvangrijke en volumineuze apparatuur die, wil men efficiënt werken, daar ook goed moet worden opgeborgen en die ook niet in onbeperkte mate verplaatsbaar is van het ene sportterrein naar het andere. Het is dus niet zo dat deze apparatuur op maandag kan worden gebezigd op dit sportterrein en op dinsdag op een ander, daar is het vervoer weer te moeilijk voor; het is vrijwel gebonden aan dit sportterrein. Dit werkt daar ook arbeidsbespa rend en het materiaal moet ook in conditie blijven, want als het niet goed in conditie blijft en niet goed wordt bewaard, krijgen we daar manco's en leeglopen van personeel etc. Nu vindt de heer Weide het erg duur en ik wil wel zeggen dat ik het niet goedkoop vind, maar overdreven is het niet en luxe wordt er be slist niet aan besteed. De heer Heetla verschijnt ter vergadering. De Voorzitter: Ik geloof dat ik er aan kan toevoe gen, dat in de loop van dit jaar door baldadigheid een aldaar geplaatste houten bergplaats door brand verlo ren is gegaan en dat heeft de Gemeente een schade opgeleverd van ongeveer f 20.000,Het is dus wel degelijk zaak, dat deze machinerieën, die gezamenlijk nogal kostbaar zijn, een goede en ook onbrandbare opberging krijgen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 17 (bijlage no. 290). De heer Ten Brug: Dit voorstel geeft mij enkel aan leiding tot het stellen van een vraag. De noodzaak van vervanging van de tijdelijke huisvesting van onze ge neeskundige dienst door een definitieve en betere is naar onze mening wel duidelijk en ook zijn wij het met Uw College eens, dat het aanbeveling verdient om tussen de beide keuze-plannen het meest ruimte biedende te kiezen. De vraag die ik wil stellen zou ik willen aanhaken aan de mededeling in het voorstel, waarbij Uw College ons er aan herinnert, dat dit ge bouw de laatste schakel is in de totstandkoming van het gemeentelijk Geneeskundig Centrum en dat zulks betekent, dat dan met de realisering van dit onderdeel zeker nog enige jaren gemoeid zullen zijn. Nu is het niet mijn bedoeling om uitvoerig inlichtingen te vra gen over de stand van zaken over die andere projec ten, die hier bedoeld worden, maar ik zou toch wel graag willen weten of het College enige kijk heeft op de tijd waarop dit plan zou kunnen worden gereali seerd, want niet alleen van de noodzaak van een ver vanging van de huidige huisvesting zijn wij overtuigd, maar ook van een spoedige realisering van die nieuwe huisvesting. De Voorzitter: Het is niet helemaal conform de orde, maar ik wil toch wel op de vraag van de heer Ten Brug zo goed mogelijk antwoord trachten te ge ven. Wat het plan voor het ziekenhuis aangaat, is in de loop van juni bericht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid ingekomen, dat van de kant van zijn Ministerie medewerking zal worden verleend tot de bouw daarvan. Dat wil dus zeggen dat gunstig geadviseerd zal worden aan de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid om de zogenaamde rijksgoedkeuring te verlenen. Wat het verpleegtehuis betreft is de zaak nog niet zover; ondanks herhaalde navraag en ook aandrang om daarover een beslissing te krijgen zijn wij die beslissing nog steeds wachtende. Wanneer die beslissing komt, en die zal toch niet heel lang meer kunnen uitblijven, dan zullen de beide plan nen besteksklaar gemaakt moeten worden. Er is al, vooruitlopende op een gunstig bericht over het ver pleegtehuis, ten aanzien van beide plannen een begin gemaakt met het besteksklaar maken; dan zal de Raad wel binnenkort een nieuw krediet gevraagd moe ten worden voor de kosten van het ziekenhuis en als we nu mogen aannemen dat het besteksklaar maken van deze beide plannen ongeveer een half jaar in be slag neemt dat is, geloof ik, niet lang bij objecten waarbij allerlei technische zaken in grote mate te pas komen dan kan na die tijd het definitieve plan aan de Raad ter vaststelling worden aangeboden. Daarna zal goedkeuring verleend moeten worden door Gedepu teerde Staten en zal aanbesteding moeten plaats vin den en eindelijk zal de bouw kunnen geschieden. Als we dit samen tellen, dan komen we gemakkelijk wel tot enkele jaren, om het nu erg in de ruimte te zeggen, maar U begrijpt wel dat het heel moeilijk na der gespecificeerd kan worden. Ik geef U alleen nog maar een aanduiding van de verschillende fasen die deze plannen nog zullen moeten doorlopen. U begrijpt wel dat in deze situatie Uw vraag onmogelijk nauw keuriger beantwoord kon worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 18 (bijlage no. 301). De heer K. J. de Jong: In de eerste plaats zou ik graag willen weten of aan alle lagere scholen in de stad verkeersonderwijs gegeven wordt en, punt twee, of het wel de bedoeling zal zijn, dat deze bedragen zowel voor het openbaar als het bijzonder onderwijs zullen worden aangewend en of het bijzonder onderwijs hier ook mee in kennis wordt gesteld. Ongetwijfeld zal dat de bedoeling zijn; ik zou dit wel graag even be vestigd willen hebben. De heer Tiekstra (weth.)Ik kan deze korte vragen even kort beantwoorden. Ten eerste wordt in de vijfde en zesde klassen van alle lagere scholen verplicht ver keersonderwijs gegeven. Het zal er waarschijnlijk op neerkomen, dat t.a.v. dit verkeersonderwijslokaal met de maquette de zesde klassen met name in de gelegen heid worden gesteld om daarvan gebruik te maken. Vanzelfsprekend geldt dat voor alle scholen, bijzonder zowel als openbaar. Bovendien moet worden onderzocht in welke omvang ook het voortgezet onderwijs, ik denk met name aan nijverheidsonderwijs voor meisjes en nijverheidsonderwijs voor jongens, en eerste klas u.l.o. en dergelijke, van het lokaal zullen kunnen ge bruikmaken. (De heer Van der Veen: Kan dat alle maal met dezelfde maquette?) Ja, maar niet in de zelfde tijd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 19 (bijlage no. 282). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 20 (bijlage no. 300). De heer Ytsma: In de raadsvergadering van 8 ja nuari 1964 is op verzoek van het College aangehouden punt 17 dat luidde als volgt: Het treffen van voor zieningen en aangaan van overeenkomsten met de N.V. „De Toekomst-Wilnis" te Wilnis met betrekking tot het vuilverwerken. Als motief is toen aangevoerd, dat men een nieuwe prijsaanbieding had. Dat voorstel omvatte destijds dus eigenlijk de vuilverwerking door hamer slagmolens, het verkopen van terrein en het sluiten van leningen. Wij hebben hier nu vanavond voor ons het voorstel tot continuering van een al wat oudere overeenkomst met „De Toekomst". In de aanbiedings brief is niets terug te vinden van het aangehouden voor stel. Dit was misschien wel wenselijk geweest. Nu dat niet het geval is, zou ik toch wel graag enkele inlich tingen willen hebben hoe het eigenlijk staat met het aangehouden voorstel; zullen wij binnen afzienbare tijd tot een definitieve oplossing kunnen komen van de vuilverwerking hier in Leeuwarden De heer Vellenga (weth.)Het is inderdaad zoals de heer Ytsma heeft geschetst. In het begin van dit jaar leek het mogelijk dat ons College concrete voorstellen zou kunnen doen over een systeem van vuilafvoer uit deze Gemeente. Op dat moment is dat voorstel terug genomen en is men voortgegaan met het systeem dat wij op dit moment nog steeds volgen en waarvan het College ook vanavond voorstelt om het contract met „De Toekomst" een jaar te verlengen. De reden daar van ligt o.m. hierin, dat wij als College de hoop gehad hebben, dat wij in de zomer van dit jaar in staat ge weest zouden zijn om het systeem, waar de heer Ytsma over spreekt, het systeem van de hamerslag molens, in een enkele gemeente in Nederland te be zichtigen. Het is n.l. zo, dat men in een plaats in het westen van het land ook overweegt om dit systeem toe te passen en waarvan wij bericht hadden, dat men daar in juli mee zou starten. Dat leek ons dan een gelegenheid om te zien hoe dit in de praktijk werkt om dan enige tijd te hebben tussen dat moment en de herfst van dit jaar om met bepaalde voorstellen bij de Raad te kunnen komen. Nu is het zo dat de opstelling van deze apparatuur door tal van omstandigheden is vertraagd en dat de zaak daar nog niet werkt, zodat noch het College noch de betrokken commissie van bijstand daar een kijkje hebben kunnen nemen, waardoor wij eigenlijk op dit moment onvoldoende basis en onvoldoende vrijheid hadden om, wat dit punt be treft, nu al met voorstellen te komen. Daarnaast is het zo dat het systeem, zoals dit hier op dit moment werkt, na een aantal kinderziekten toch alleszins be vredigend is te noemen, zodat wij meenden volle vrij heid te hebben om U vanavond te vragen dit contract nog met een jaar te verlengen, opdat wij dan ook alle gelegenheid zullen hebben om de zaak, waarover ik het zo pas had, alsnog te bezien en mogelijk andere dingen, die zich op dit terrein kunnen voordoen, nog eens nader in ogenschouw te nemen om dan t.z.t. op het geëigende moment met voorstellen te komen, die zowel technisch als financieel zo acceptabel mogelijk voor deze gemeente kunnen zijn. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 21 (bijlage no. 283). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 22 (bijlage no. 293). De heer Spiekhout: Wij gaan graag akkoord met dit voorstel; wij hebben ook met instemming kennis genomen van een zekere uitbreiding van deze School- tandverzorging, en hebben ook echt de indruk dat met deze andere opzet, drie kleinere wagens, het systeem efficiënter en soepeler zal werken, dan met de twee behandelingsstoelen bevattende wagens, zoals tot nu toe. Het is inderdaad duidelijk dat hier een taak ligt voor de Gemeente op dit onderdeel van de volksgezond heid, zodat dus ook in onze fractie algehele overeen stemming is om in dezen mee te gaan met het advies, dus van de Financiële Commissie om dit voorstel te aanvaarden. Ik kan U zeggen, dat de grootst mogelijke meerderheid van mijn fractie het ook eens is met dat gene wat de Financiële Commissie stelt in haar advies, namelijk dat hierbij zou behoren een aanvulling, in die zin, dat het drinkwater in Leeuwarden ge fluorideerd zou moeten worden. Het lijkt ons op dit moment echter niet(De Voorzitter: Ik zou U even willen zeggen, of misschien wilt U het zelf zeg gen?) Ik wil het zelf wel zeggen, we zijn het volkomen eens op dit punt, ik wou dus zeggen, dat het ons nu niet het moment lijkt om daar over te praten, ook om dat de begrotingsbehandeling voor de deur staat. Ik zal dus nu niet een uitspraak van de Raad erover vragen. Maar ik wil wel reeds zeggen, dat we bij de begroting hierop terugkomen, ook naar aanleiding dus van hetgeen de Financiële Commissie gesteld heeft. De heer Kamstra: Er staat hier in de raadsbrief de verklaring van de Financiële Commissie en daar kan men uit lezen dat de Financiële Commissie in zijn ge heel op het standpunt stond dat de fluoridering zal worden toegepast. Ik mag misschien even mede na mens de heer K. de Jong meedelen aan de Raad, dat wij ons nog niet hebben gebonden, omdat wij die ver gadering niet konden meemaken en dus door de Finan ciële Commissie niet in zijn geheel, dus alle leden, maar door een klein aantal leden deze verklaring is gegeven. Wij behouden ons dus nog de volle vrijheid voor, zoals de heer Spiekhout aankondigt, bij de begroting daarop terug te komen. Dat wil dus nog niet zeggen, dat op de hele Financiële Commissie valt te rekenen; dat is niet juist. De Voorzitter: De gemaakte opmerkingen behoe ven van de zijde van het College dus thans geen be antwoording. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 23 (bijlage no. 298). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter, om 20,10 uur, de ver gadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1964 | | pagina 2