8
hem alleen maar herinneren aan het debat, dat wij
hier vrij kort geleden gevoerd hebben over de denivel
lering, en waarbij bleek, dat daartegen in onze fractie
toch wel grote bezwaren bestonden. Ik had er echter
gen behoefte aan dat in dit verband te herhalen. Tegen
de vaststelling van het wethouderssalaris op 60% van
de burgemeestersjaarwedde is ook in onze fractie des
tijds al bezwaar gemaakt. Ik blijf op het standpunt
staan, dat ik deze ontwikkeling met zeer grote ver
ontrusting volg.
De heer Klijnstra: Wij weten wel van de differen
tiatie af. Bij het voorstel tot bijzondere verhoging van
de salarissen der hogere ambtenaren heeft wijlen de
heer Mani nog een interpellatie gehouden in deze Raad.
Dat herinner ik me nog heel goed. Toen bleek ook al,
dat een groot deel van deze Raad hier geen behoefte
aan had en ertegen was. Nu wordt er gezegd, dat voor
de wethoudersjaarwedde 60% van het salaris van de
Burgemeester wordt aangehouden. Het salaris van de
Burgemeester heeft de Raad niet in de hand (Gelach);
te dier zake is de Raad niet competent, maar t.o.v.
de wethouders jaarwedden toch wel. En ik blijf van
mening, dat het grootste deel van ons volk, ook de in
woners dezer gemeente, deze gehele zaak toch maar
moeilijk zal kunnen slikken. Ik zeg niet, dat hier m.i.
sprake is van een ondemocratische, maar in ieder geval
toch wel van een onsocialistische houding. Dat blijf ik
van mening. Ik mag dat woord van mijn kant, dacht
ik, toch wel gebruiken. Ik wil het hierbij laten.
De Voorzitter: Ik geloof niet, dat er in tweede in
stantie iets nieuws ter tafel is gebracht. Het is natuur
lijk juist wat de heer Ytsma zegt, dat het resultaat
van het gesprek van de fractievoorzitters en mij de
fractieleden niet bindt en dat er plaats blijft voor me
ningsverschillen over deze zaak. Het is wilde ik
haast zeggen vanzelfsprekend, dat die plaats daar
voor moet zijn en zich ook openbaart. Dit zijn zaken,
waarover men uiteraard van mening kan verschillen. Ik
meen echter te mogen herhalen, dat het toch wel een
wonderlijke zaak zou zijn, dat, waar overigens het sa-
larisbeleid van de Regering wordt gevolgd en zelfs ook
gevolgd móet worden, nu juist t.a.v. dit ene salaris op
dit algemene beleid een uitzondering zou moeten wor
den gemaakt. Hoe men dat overigens wil kwalificeren,
geloof ik wel in het midden te mogen laten.
Ik zou dus de Raad in overweging willen blijven ge
ven in gunstige zin aan G.S. te adviseren.
De heer Klijnstra verlangt stemming over het voor
stel van B. en W.
Het wordt aangenomen met 19 tegen 11 stemmen,
die van de heren J. de Jong, G. de Vries, Ytsma, Klijn
stra en Venema, mevr. Hiemstra-Molenaar, de heer
Spiekhout, mevr. Ringenaldus.van der Wal en mevr.
Boersma-Hemminga en de heren Kingma en C. de
Vries. (De vier Wethouders zijn niet aanwezig.)
Punt 25 (bijlage no. 104).
De hear Santema: Mei ik freegje hwat in „flexibele
scheidingswand in de agenten wand" is?
De heer Van Balen Walter: Persoonlijk heb ik wel
bezwaar tegen de aanschaffing van een transportver
keerscamera, gezien de ervaringen die daar de laatste
tijd blijkbaar mee worden opgedaan, en gezien ook de
twijfel, die zelfs van gerechtswege tegen de resultaten
met dit systeem opgedaan zijn. Ik meende, dat het in
Utrecht was, dat personen vrijgesproken zijn, die door
de verkeerspolitie via een zodanig apparaat waren
veroordeeld. Het lijkt mij toch eigenlijk wel een beetje
zonde, als wij hier een dergelijk apparaat voor f 10.000,
aanschaffen en de politie met dit apparaat niet tot
voldoende resultaten kan komen.
De Voorzitter: De Wethouder van Financiën heeft
bezwaar om dit financiële stuk te beantwoorden. Ik
wil het met genoegen van mijn kant doen.
De heer Santema heeft gevraagd: Wat betekent die
agentenwand? De vraag is terecht, want dat is een
typefout. Het gaat hier niet over agenten„wand", maar
over agenten,,wacht". Ik geloof, dat het voor de heer
Santema nu wel duidelijk zal zijn; daarmee is zijn
vraag, dunkt mij, wel beantwoord.
Dan heeft de heer Van Balen Walter bezwaar ge
maakt tegen aanschaffing van een Traffipax verkeers
camera. Nu weet ik voor mij niet, of dit instrument
door een rechterlijke uitspraak die kortgeleden is ge
publiceerd, bedoeld is. Ik meen uit het bericht over
dat vonnis begrepen te hebben, dat het over een ander
instrument ging. (De heer Van Balen Walter: Daar
kunt U naar informeren.) Ik ben natuurlijk graag be
reid daarnaar te informeren, mijnheer Van Balen Wal
ter. (De heer Spiekhout: Philips, dacht ik.) Er zijn
op dit gebied verschillende systemen tot meting van
de snelheid en ik zou de Raad willen voorstellen, dat U
dit krediet wel verleent en dat dan nader bekeken kan
worden, welk apparaat hiervoor dient te worden ge
kocht. Kan de Raad met deze oplossing akkoord gaan
De heer Van Balen Walter: Ik meen, dat de uit
spraak van het betreffende vonnis was, dat in het al
gemeen bezwaar was gemaakt tegen het constateren
van de overschrijdingen via dit soort instrumenten. En
daar moet men toch wel een klein beetje voorzichtig
in zijn.
De Voorzitter: Zo heb ik het van mijn kant niet
begrepen, mijnheer Van Balen Walter. Ik heb begrepen,
dat een advies is gevraagd van de T.N.O. over een be
paald apparaat en dat de T.N.O. in dat advies heeft
gezegd: Dat apparaat is mede afhankelijk van de wijze
waarop het gebruikt wordt. Hier zit als het ware een
te groot menselijk element in en dat is dus feilbaar.
De heer Van der Veen schudt van neen. (De heer Van
der Veen: Een kwestie van accu-spanning.) Dan heb
ik het van mijn kant niet helemaal goed begrepen,
maar waar het bij de heer Van Balen Walter om gaat
is, dat dit apparaat door de bedoelde rechterlijke uit
spraak getroffen is. En dat heb ik toch wel bepaald
anders begrepen. Ik zou U echter willen voorstellen
het krediet wel te verlenen en dan nader te onderzoeken,
op welke wijze het zo goed mogelijk kan worden be
steed.
De Raad gaat hiermee akkoord.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 26 en 27 (bijlagen nos. 80 en 107).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 28 (bijlage no. 91).
De heer Weide: Het gaat even over punt 8, de her
denkingsboekjes voor de scholieren. Wij hebben bij de
stukken de recensies kunnen lezen van een aantal
bladen, die met bijzonder veel lof over dit boekje van
P. J. Janssen schrijven. Was het niet raadzamer ge
weest misschien is dit een advies voor een volgende
keer, als weer eens dergelijke boekjes voor de scho
lieren zullen verschijnen dat dit boekje bij de stuk
ken ter inzage had gelegen of eventueel aan ons was
toegestuurd? (De heer Van der Schaaf (weth.): Het
is voor scholieren, niet voor raadsleden.) Maar daarom
mogen wij wel met de inhoud op de hoogte zijn.
De heer Klijnstra: Eerder heb ik mij over zulke
boekjes niet zo enthousiast uitgelaten. Dit boekje ech
ter kan ik na lezing ten zeerste aanbevelen, vooral
daar het gegeven wordt aan leerlingen van de hoogste
klas.
De heer Tiekstra (weth.): Heel kort, ter afsluiting
van deze raadsvergadering, naar ik hoop althans. On
der alle voorbehoud, wil ik wel toezeggen, dat over vijf
jaar zodanig boekje wel bij de stukken ter inzage zal
liggen. Ik stel prijs op het zeer waarderend oordeel van
de heer Klijnstra. In dat opzicht stemmen we dan he
denavond of hedenochtend overeen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter, om 0.10 uur, de ver
gadering.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van donderdag 6 mei 1965
RAADSVERGADERING
van donderdag 6 mei 1965
Aanwezig: 33 leden.
Afwezig: mevr. Heijmeijer-Croon; met kennisge
ving: de heren Bootsma, Miedema en Mr. van der
Veen.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
dering van 25 november 1964.
2. Mededelingen.
3. Benoeming van
a. een curator van het Stedelijk Gymnasium;
b. een hoofd van de Perkschool (u.l.o.) (bijlage no.
123);
c. een hoofd van de Prof. Wassenberghskoalle (g.l.o.)
te Lekkum (bijlage no. 124).
4. Aankoop van 18 woningen aan de Tichelstraat
van M. de Haan en echtgenote, beiden alhier (bijlage
no. 120).
5. Aankoop van een perceel grond, gelegen op de
hoek van de Archipel weg en de Poppeweg, van de Ver
eniging voor Volkshuisvesting te Leeuwarden (bijlage
no. 119).
6. Bekrachtiging van de aankoop van de percelen
Fabriekssteeg 17, IJsbaanstraat 36 en Smidsbuurt 56
(bijlage no. 114).
7. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
aan de zuidzijde van de Kinkhoornstraat, hoek Bordine-
weg, aan I. Damsma, alhier (bijlage no. 118).
8. Verpachting van een perceel gardeniersland, ge
legen ten oosten van de Aldlansdyk, aan C. van Dijk,
alhier (bijlage no. 112).
9. Verhuur van een gedeelte van een perceel gar
deniersland, gelegen tussen de Huizumerlaan en de
Potmarge, aan de Vereniging tot uitgifte van percelen
tuingrond te Huizum (bijlage no. 115).
10. Overname in eigendom van de grond van een
stoep, gelegen langs de tuinmuur van het pand Zuider
straat 3, van de Charlotte en Johanna Stichting, al
hier (bijlage no. 113).
11. Overname in eigendom van de Goutumerdyk en
van gedeelten van de Wergeasterdyk van de gemeente
Idaarderadeel (bijlage no. 111).
12. Aanleg van parkeerterreinen ten noorden van
de Eikenstraat en ophoging en herstraten van de Eiken
straat en van het gedeelte van de Schieringerweg, ge
legen tussen de Eikenstraat en de Kastanjestraat (bij
lage no. 127).
13. Bouw van een openbare school voor uitgebreid
lager onderwijs aan de Haydnstraat (bijlage no. 121).
14. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur der Ver-
eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier, ten
behoeve van de Marnixschool (bijlage no. 122).
15. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur der Ver-
eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier, ten
behoeve van de W. C. van Munsterschool (bijlage no.
125).
16. Nodigverklaring van de uitbreiding van het leer
plan van de lagere technische school van de Stichting
Christelijke Lagere Technische School te Leeuwarden
met een afdeling fijnbankwerken (bijlage no. 129).
17. Instelling van diverse rechtsvorderingen (bij
lage no. 128).
18. Verhoging van het bij de Frauderisico-Onderlinge
van Gemeenten te 's.Gravenhage verzekerd bedrag van
f200.000,tot f350.000,(bijlage no. 116).
19. Garanderen van een geldlening, groot f 120.000,—
aan te gaan door de stichting „De Nieuwe Leeuwarder
Jachthaven", alhier (bijlage no. 117).
20. Wijziging van de gemeentebegroting en van de
begroting van het Grondbedrijf, beide voor het dienst
jaar 1965 (bijlage no. 126).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
Alle mededelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
Punt 3a.
Aanbeveling van het College van Curatoren:
1. Ds. J. H. W. Sandijck, alhier;
2. Ds. A. van der Klaauw, alhier.
Benoemd wordt Ds. Sandijck, met 32 stemmen (1
stem van onwaarde).
Punt 3b (bijlage no. 123).
Voordracht
1. J. A. Tolsma te Groningen;
2. S. de Vries te Harlingen;
3. R. Zijlstra, alhier.
Benoemd wordt de heer Tolsma, met 29 stemmen (de
heer Zijlstra 3 stemmen en 1 stem van onwaarde).
Punt 3c (bijlage no. 124).
Voordracht:
1. J. van der Sluis, alhier;
2. B. Land te Godlinze;
3. J. A. Zantema te Dongjum.
Benoemd wordt de heer Van der Sluis, met 32 stem
men (1 stem van onwaarde).
Mevr. Boersma-Hemminga en de heer Jellema vorm
den het stembureau.
Punten 4 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 120, 119, 114, 118, 112,
115 en 113).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 111).
De hear Santema: It ynteressearret my dochs wol,
dat op it groungebiet fan it aide Ljouwerteradiel eigen
dommen fan de gemeente Idaerderadiel lizze. Kin de
Wethalder miskien antwurd jaen op myn fraech, hoe't
dat mooglik is?
De hear Van der Schaaf (weth.): It feit, dat de
iene gemeente eigendommen hat op it groungebiet fan
in oare docht him net sa sporadysk foar. Dat hat ek
bliken dien, doe't wy de earste perselen kochten fan it
yndustrygebiet de Swette; doe lei dy groun noch yn
Menameradiel. Dat is dus gewoan keapjen en biteljen
en dan wurdt men eigener. Wy hawwe ek eigendom
men yn de gemeente Tietsjerksteradiel, yn it rekré-
aesjegebiet; de Snitsertrekwei hat eigendom fan de
gemeente Snits west. Dat wie Jo bikend, tinkt my.
En mear fan dy trekwegen wiene eigendom fan oare
gemeenten; dat skynt ek mei de Dokkumertrekwei
foarhinne it gefal west to hawwen.
En nou is it hjir ek sa. It kin him dus foardwaen,
mar hoe't dat histoarysk üntstien is? Ut it riedsbrief
hat de hear Santema fornimme kinnen, dat it Kol-
leezje him dêr net op it nivo fan in dissertaesje yn for-
djippe hat. Neffens myn gedachten sil eartiids yn
Idaerderadiel bihoefte bistien hawwe oan in forbining
mei Ljouwert en doe sil dy op eigen groun fan de ge-