10
11
het bepalen van zijn standpunt zal kunnen komen. Met
de meeste doorbraaen die aan de orde zijn gesteid,
heeft het merendeel van de sprekers zich wel eens ver
klaard.
De doorbraak Droevendal heeft betrekkelijk weinig
weerstand ondervonden, maar de heer De Jong heeft
toch gezegd, dat hij die bij het Gouverneursplein met
erg gelukkig vond en zijn fractie ook met. Toch is deze
opiossing van groot belang. De doorbraak van het
noorden naar het centrum van de stad is om diverse
redenen belangrijk. Er is in de discussie in de pers
vaak gezegd, dat deze ten behoeve van het Stadnuis
zou worden voorgesteld, maar dat is besiist niet het
geval. Deze doorbraak is in de gedacntengang van de
ontwerpers bepaald noodzakelijk voor de aansiuiting die
het verkeer uit het oosten behoeft. In de tweede plaats
is deze doorbraak per se nodig daar ben ik heilig
van overtuigd om het functioneren van dit stads
deel op gang te krijgen, weer tot leven te brengen,
want het geiijklaten van de toestand zou dat bepaald
verhinderen. En verder is dit een goede toegang van
de nieuwe wijken Bilgaard etc. tot het hart van de
stad. Want wat is het alternatief? Als deze doorbraak
niet tot stand komt, dan moet al het verkeer via de
Voorstreek of de Vrouwenpoortsbrug zijn weg hier
naar toe zoeken. Daarom is die doorbraak van uiter
mate groot belang. En nu is daar een variant op ge
construeerd, waarbij het pand van Bearda en dat van
win. notaris Koch worden behouden. Men krijgt een
ioopstraatje langs deze route, terwijl het autoverkeer
toch bij het Stadhuis kan komen. Het parkeerterrein
valt nu kleiner uit, omdat die twee panden worden ge
spaard. Maar de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
heeft deze oplossing met de handhaving van die twee
panden geaccepteerd en wij hebben daarom gemeend
dit te moeten overnemen. Zo gezien is de visuele be
nadeling van de pleinwand gering, terwijl toch het
voordeel van de doorbraak wordt behaald. Het is een
wat ingewikkeld geval geworden. De kleine parkeer
ruimte is onvoldoende voor de langparkeerder bij het
Stadhuis; dat geef ik graag toe. Het is echter toch
een zeer aanvaardbare oplossing, die geeft wat nodig
is. Daarom meen ik, dat het handhaven van deze door
braak zeer goed te verdedigen is.
Nu wil ik graag even spreken over de aansluiting
op de hoekpunten.
Dan begin ik bij de Vrouwenpoortsbrug, waarover
de heren Bootsma, De Jong, Jellema en Klijnstra heb
ben gesproken. De heer De Jong heeft een aantal be
zwaren, waarbij zich enkele anderen hebben aangeslo
ten. Het bezwaar is, dat door de aansluiting op het
hoekpunt het gevaar ontstaat, dat deze gestrekte vorm
het verkeer dat anders buiten de gracht zou kunnen
blijven, aantrekt. De heer De Jong heeft drie moeilijke
heden genoemd door de ingreep bij de Groene Weide:
het verkeer-aantrekkend karakter, dat ik noemde, en
het functieverlies van het gedeelte Nieuwestad dat ik
dan maar het begin zal noemen. Toch handhaaft het
College duidelijk de aansluiting op dit hoekpunt. Men
moet dit punt niet alleen bekijken vanaf de richting,
waarvan het verkeer komt. Men moet het ook bekijken
vanuit de richting van de Harlingerstraatweg, want
dit is een heel belangrijke toegangsweg tot de stad.
Wil dit verkeer zijn weg vinden naar de Nieuwestad,
naar het centrum, dan heeft men de keus tussen de
oplossing die de bestaande toestand weergeeft, of de
voorgestelde. In de eerste plaats is de doorsnijding van
het bolwerk in de oude situatie zelfs langer dan in de
nieuwe. Het groen buiten de gracht behoort niet bij
het bolwerk, niet bij de verdedigingsgordel. Maar ook
de doorsnijding door het voorterrein is bepaald niet
langer dan nu. Ze is eigenlijk zelfs ook iets korter. De
situatie wordt dus bepaald niet verslechterd. Dit bol
werk kan in alle luister worden hersteld en men krijgt
hier een vrij korte passage. Er is hier enig hoogtever
schil, maar dat levert technisch geen moeilijkheden op.
En verder brengen we hier wandelpaden aan, wat het
sieraad van het bolwerk in de nieuwe vorm uitmaakt.
Maar nu het verkeer. Deze noordtangent dient
U heeft het zelf gezegd om het verkeer dat in de
stad moet zijn, aan de buitenkant van de binnenstad
te brengen en dan naar de parkeerterreinen, die wij hier
hebben, te leiden. Als we de Vrouwenpoortsbrug op de
tegenwoordige plaats laten blijven, dan vervult de
noordtangent zijn functie om het verkeer om de bin
nenstad te leiden op een gebrekkige wijze, want het
gevolg van het handhaven van de bestaande toestand
is, dat het verkeer uitgenodigd wordt op de Nieuwe
stad te komen en dan te belanden op een plaats waar
we het eigenlijk liever niet willen hebben, in een fuik
terecht komt, dan via de Wirdumerdijk op een heel
druk en zwaar beiast kruispunt zal moeten afvloeien
en daar dus een stuwing geeft, die bepaald ongewenst
is. Dat is ook een van de belangrijke redenen, waarom
we tot de voorgestelde oplossing kwamen.
Nu een ander bezwaar. Het begin van de Nieuwe-,
stad zal bij verplaatsing van de aansluiting naar het
noorden tekenen van verslapping gaan vertonen. We
zien hier in de bestaande toestand al tekenen van niet
meer volledig functioneren. Dit stukje Nieuwestad is
echt een uiteinde, dat kwalitatief van minder belang is
dan het centrale stuk, maar het kan weer gaan func
tioneren, als het variant-plan tot uitvoering zou ko
men. Dan zou men vanaf de parkeerplaatsen op de
gedempte Zuidergracht gemakkelijk ook op dat stuk
van de Nieuwestad kunnen komen. En dan zou dit
weer nieuwe impulsen kunnen krijgen.
De Voorzitter schorst de vergadering voor de thee
pauze.
De Voorzitter heropent de vergadering.
De heer Van der Schaaf (weth.)De heer De Jong
heeft gezegd, dat de ingreep die noodzakelijk wordt
bij de Groene Weide, ernstig is. Dat is inderdaad een
heel duidelijke ingreep en ik kan niet ontkennen, dat
dat geld gaat kosten. Maar ik stel daar tegenover, dat
de heer De Jong op andere punten heeft gezegd, dat
we iets moeten aandurven. Als men ervan overtuigd
is, dat dit noodzakelijk is, dan zal men het moeten aan
durven. De suggestie van de heer De Jong leidt er
tenslotte toe, dat hij de bestaande toestand wil hand
haven en dat over zoveel jaren misschien de brug kan
worden verlegd. Het verschil tussen het College en de
heer De Jong is dus vrij beperkt. Het College zegt:
Dit zal de eindfase worden, maar wij schaffen deze
brug nóg niet af. Wij doen, geloof ik, het beste om het
maar aan te durven. Als er nieuwere inzichten komen
en blijken zal, dat de bestaande toestand voldoende is
en een en ander goed kan functioneren wat ik mij
eigenlijk niet kan voorstellen dan zou men nog kun
nen zeggen: We doen dit voorlopig maar niet. Namens
het College handhaaf ik de op de tekening geschetste
situatie en ik neem dus de suggestie van de heer De
Jong niet over. Het gevaar van het aantrekken van
verkeer op de noordtangent moet men bepaald niet
overdrijven; dat is tenslotte niet zo groot.
De heer Visser heeft er op gewezen, dat het profiel
van de noordtangent nogal breed is. Maar wanneer we
aannemen, dat dit 11 m breed is en dat op deze weg
verkeer van fietsers en auto's in beide richtingen wordt
toegelaten, dan blijft er voor fietsers en auto's in één
richting ongeveer 5J/2 m over. Zo'n weg is bepaald
niet aantrekkelijk voor het verkeer. Men kiest dan lie
ver de route over de Spanjaardslaan. Ik verwacht op
de noordtangent niet veel verkeer, dat er niet behoeft
te zijn. De heer Jellema heeft gezegd, dat hij de op
lossing bij de Vrouwenpoortsbrug, zoals die is voorge
steld, wel accepteert, en daarmee is dit punt wel vol
doende behandeld.
De a.r. fractie heeft een variant op tafel gelegd voor
de zuidwesthoek, die het bekijken en ook het overwe
gen waard is. Daarmee wordt afbraak van een gedeel
te bebouwing tussen Willemskade, Westerkade en Lan
ge Marktstraat bespaard. Ik wil er op wijzen, dat daar
in het alternatief-plan de schapenmarkt in stand is
gebleven en in het variant-plan is die verdwenen. Dus
uit vergelijking van deze twee tekeningen blijkt al, dat
de adviseurs niet voorstellen het nu öf zus öf zo te
doen en ik kan ook namens het College verklaren, dat
deze oplossingen bepaald nog wel eens moeten worden
bezien. Ze geven wel de hoofdgedachte van de aanslui
ting aan, maar treden niet in bijzonderheden; daarom
wil ik met erkentelijkheid dit schetsje in ontvangst
nemen en ik zal het t.z.t. deponeren waar het behoort.
Uiteraard speelt hierbij nog een rol de vraag, of op de
voormalige schapenmarkt al dan niet de sporthal wordt
tt i
gerealiseerd. Er wordt door aanvaarding van het ene
of andere plan te dezen aanzien bepaaid niet iets vast
gelegd.
Bij de zuidoostelijke aansluiting heeft de heer De
Jong wel bezwaren geopperd en dat hebben anderen
ook gedaan tegen nog een weg, parallel aan de Oos.
tergrachtswal, tussen de Emmakade en de Wijbrand de
Geeststraat. Deze weg moet men echter met zien als
op zichzelf staande, maar als een vervolg van de weg
via de Maria Louisastraat en Achter de Hoven, die uit.
eindelijk uitloopt op een weg door het plan t Aldlan
en over de tweede orug over het Van Harinxrnakanaai
in de richting Drachten. (De heer Heidinga: Dan laat
U de weg benoorlijk in een fuik lopen.Dat is echter
slechts een gedachte, die niet een voorstel inhoudt. Er
wordt vandaag uiteraard ook geen krediet voor ge
vraagd. Het gaat hier m.i. om een detail. Wat zit ach
ter deze suggestie Daarmee wil men het verkeers
aanbod op dit punt, dat bijzonder druk gaat worden en
dat wel eens het knelpunt zou kunnen worden, beper
ken. Bij de le Kanaaibrug komt bij wijze van sprenen
het nieuwe Zuiderpiein en, rekening houdende met de
toeneming van het verkeer, hebben de adviseurs de ge
dachte gehad al datgene wat hiervan kan worden af
gehouden, dan maar te doen afvloeien. Men kan na
tuurlijk ook zeggen: Laat het verkeer voorlopig maar
op het plem bij de le Kanaaibrug afvloeien en pas
wanneer het overlast zou betekenen, zou men de be
doelde doorbraak kunnen maken. Die zou dan het voor
deel kunnen opleveren, dat men het verkeer dat hier
met per' se dit punt behoeft te kruisen, kan verdelen
en een deel over de nieuwe straat via de Wijbrand de
Geeststraat en andere straten kan doen afvloeien. Het
is een suggestie; hoger moeten we het niet aanslaan.
De heer De Jong heeft ook nog gezegd, dat we mis
schien het complex van de Phoemxiabnek niet hadden
behoeven aan te kopen. We komen daar echter met
de oosttangent over de verbrede Kanaalstraat zo dicht
langs, dat het complex van de Phoenix wel wordt aan
getast.
Ook de gelijkvloerse kruising is nog even ter sprake
geweest. En nu betoogt de heer De Jong dit: Als men
een ongelijkvloerse kruising bij de le Kanaaibrug gaat
aanbrengen, dan is de gedachte, dat het verkeer eerst
zal afbuigen naar links. Dat is een heel goede gedach
te. Daarmee blijft de mogelijkheid om met
grote duikers de verbinding tussen het Kanaal en de
Üostergrachtswal te behouden. De heer De Jong vraagt
echter verder: Als hier een ongelijkvloerse kruising
wordt gemaakt, zou dan niet de volgende stap zijn ook
ongelijkvloers rechtdoor te) gaan? En dat zou dan in
houden, dat de Oostei'grachtswal gedempt moet wor
den. Of dat ooit tot die consequenties zal leiden, weet
ik niet. Ik acht het ook weer niet uitgesloten. In de
voorliggende conceptie wordt het niet voorgesteld en
ik zou er ook nog niet voor voelen.
Nu kom ik tot de noordoostelijke aansluiting, waar.
bij we dan het voorstel van de heer Visser krijgen.
Deze wil een kronkel in de noordtangent maken tus
sen de Nieuweburen en de daarachter gelegen Wisses.
dwinger. Het is wel duidelijk, dacht ik, dat deze op.
lossing beneden de maat is die in dit plan wordt na
gestreefd. We krijgen daar ter plaatse al scheidingen
in het verkeer en als daar nu een Kronkel zou komen
vanaf het punt, waar de betere huizen aan de Wisses-
dwinger beginnen, tot de ulo-school, dan zou het ver
keer zich daar moeten doorwr ingen. En dat is een punt,
dat op de hier hangende tekening bepaald nog veel dui
delijker zijn ongewenstheid laat zien dan op het schetsje
van de heer Visser. Als wij dat zouden gaan uitvoeren,
dan krijgen we echt te horen, dat we het op een koopje
hebben willen doen en dat we onder de maat zijn ge.
bleven. Ik waardeer, dat de heer Visser zich de moeite
heeft gegeven dit te schetsen, maar we moeten het niet
hebben. Nu zegt de heer Visser, dat de gestrekte stra.
tengordel het verkeer in de stad zal zuigen via het drie
wegen-,,kruis"punt bij de Noorderweg-Noorderbrug. Ik
bestrijd dat op de volgende reden: Men komt van Gro
ningen en wat is op het punt Noorder weg-Vijzelstraat
de keus? Van Groningen komende, rijdt men het ge
makkelijkst, door rechts aan te houden en verder de
Noorderweg naar de Noorderbrug af te gaan. Dat is
een natuurlijke vloeiende lijn en beduidend gemakke
lijker dan, komende van de Nieuweburen, het van rechts
tegemoetkomende verkeer te laten passeren en dan
over te steken om de Noorderweg-Noorderbrug te ne.
men. (De heer (J. de Vries: Het is geen vloeiende lijn;
de Noorderweg maakt een T-bocht.) Ja, maar men
blijft rechts en de lijn kan natuurlijk nog vloeiender ge
maakt worden en dat is beslist beter dan op het punt
Nieuweburen.Noorderweg een oversteekplaats te ma.
ken. Men kan er ook nog een voorrangsbord plaatsen,
waardoor het verkeer, komend van de Noorderweg,
niet wordt gehinderd en het oversteken naar de Noor
derweg-Noorderbrug wel. (De heer C. de Vries: Dan
krijgt G nog meer bochten.)
Over de parkeergelegenheden enz. is gesproken door
de heer Bootsma, die zegt: College, weet wel wat U
doet, als U ter bevordering van de parkeergelegenheid
op het Wilhelminaplein op vrijdag de weekmarkt zou
gaan verplaatsen. Grote voorzichtigheid is geboden.
Deze wenk zullen wij zeker tot ons nemen.
De heer De Jong heeft er ook enige beschouwingen
aan gewijd, die volkomen overeenstemmen met de
grondgedachte van het plan, zodat ik daar verder niet
over behoef te spreken, en de heer Van der Veen heeft
gewezen op de tendens, dat de stilstaande vervoersmid.
delen eigenlijk een grotere ruimte opeisen dan de rij
dende. Als dat juist is, dan legt dat nog een accent
op de behoefte aan parkeerplaatsen. En die behoefte is
in het standpunt van de meerderheid van het College,
dacht ik, wel op een duidelijke en overtuigende wijze
gehonoreerd.
Dan vat ik nu meteen maar dat veelbespro
ken en enigszins lastige punt, dat ik heb gerang-
scnikt onder het hoofdstukje „Dempingen", bij de ho
rens. Verschillende raadsleden hebben zich voor dem
ping van het Vliet uitgesproken. Die demping is wel
enigszins besloten in dit plan, want ze is ook duidelijk
aangegeven, maar het is de Raad bekend, dat die in
een aizonderlijk voorstel aan de orde zal worden ge
steld. Waarom dat nog niet het geval is geweest, kan
ik wel even nader toelichten. Er is n.l. ook van pro
vinciale zijde in verband met de behoefte aan het ma.
ken van een groter koelwatercircuit gewezen op het
belang van demping van het Vliet. (De Voorzitter: Af.
damming.) Ja, inderdaad. En dat is voor ons aanleiding
geweest om tot de Provincie te zeggen: „Het College
is bereid een dergelijk voorstel te doen, maar ver
wacht dan ook, dat van provinciale zijde een bijdrage
daarvoor wordt gegeven". En dat is het onderwerp
van bespreking geweest. Het zou te ver voeren dat nu
uit te leggen, maar op dat punt zijn, dacht ik, na een
recente bespreking, de twee colleges het wel onge
veer eens over de sleutel voor een bijdrage die de
Provincie in de kosten van de door het afsluiten van
het Vliet te honoreren schadevergoedingen zal moeten
geven. De kosten van het dempen behoeven niet auto
matisch dezelfde verdeel-sleutel.
Wat de Zuiderstadsgracht betreft, het College heeft
in meerderheid gemeend te moeten voorstellen die te
dempen. Het spreekt vanzelf en dat is ook uit de
stukxen gebleken dat ook de meerderheid van het
College het prijsgeven van de Zuidergracht beschouwt
als een verlies. Historisch echter is deze Zuidergracht
van minder belang dan andere delen van de stadsgracht.
Ze is al eerder enigszins mishandeld; het beloop was
vroeger interessanter dan nu; het is naderhand een
recht stuk geworden. Op oude stadskaarten ziet men
zelfs ook nog, dat de gracht hoger gelegen heeft. Dit
is dus het minst historische stuk van de stadsgrachten.
Nu vraagt deze tijd naar de mening van de meerder
heid van het College, dat we het stuk van de stad ten
zuiden van de gracht nog hechter aan het centrum ver
binden, maar bovenal is van belang de parkeergelegen
heid, die hier door demping ontstaat. Ik heb daar een
vrij exact gegeven over, dat zeker degenen die hun
standpunt nog niet hebben bepaald, wel even zal aan
spreken. Ik heb hier enige cijfers voor het winnen van
parkeerplaatsen bij demping in het eerste plan, in
het alternatief en in het variant. En dan tel ik dus
samen de cijfers die worden verkregen aan de oost
zijde en aan de zuidzijde. Dat zijn dan de vergelijkbare
gegevens. De overige spelen in deze vergelijking niet
mee. Dan geeft het eerste plan voor de oostkant een
cijfer van 252 en aan de zuidzijde 319, totaal 571. Het
alternatief waarbij de Oostergracht weer is openge
haald en de Zuidergracht niet is gedempt, geeft aan