5 moeilijkheden t.a.v. deze overweg nu zijn opgelost. Ik had verwacht in dit voorstel iets te lezen over de tun nel, omdat dit in de aanbiedingsbrief bij de begroting 1965 was aangekondigd. De verbreding van die over weg geeft misschien straks wel enige verlichting, maar dat is toch niet van dien aard, dat we er nu zijn. We wachten op iets anders en wel op de tunnel. Het ver keer wordt door de aanwezigheid van deze overweg in hoge mate gestagneerd. Kan het College, zoals dat beloofd is in de aanbiedingsbrief, ook mededelen, wan neer de nota over het tunnelplan de Raad zal kunnen worden aangeboden? De hear Santema: De nestor fan de Rie hat hjir al wurden sprutsen dy't my üt it hert grypt wiene. Dit is net allinnich in saek fan ien fraksje, mar fan de hiele Rie. Doe't ik dit ütstel lies, wie ik wol in iyts bytsje bliid. Dizze saek is ommers yndied in foarwerp fan oanhaldende soarch, foar üs as riedsleden en foar it Kolleezje fan B. en W. likegoed. En yndied wiene wy troch itjinge yn de mem.f.a. stie in lyts bytsje hoopfoller stimd as wy op dit stuit noch binne, hwant it giet hjir eigentlik noch mar om in partiële oplossing fan dit fraechstik. Wy moatte altyd noch wol deeglik yn 'e gaten hal de hwat de einoplossing hjirfoar wêze sil en dat is, hwat de hear Kamstra hjir niis ek al sein hat: de tunnel. En miskien hearre wy aensen üt de müle fan de Wethalder der noch wol mear oer. Ut de tekening blykt, dat der oan wjerskanten fan in middelstrook fan 1 m breedte in rydbaen fan 6 m leit, mar dat in trottoir üntbrekt. En nou achtsje wy it, sjoen ek hwat der deis iderkear trochgiet, dochs wol fan bilang, dat der foar de fuotgongers en de fytsers dy't efkes fan 'e fyts öfgeane, yn elk gefal noch in ienfaldich strookje wei is, hwer't sy lans rinne kinne. Mar as dat trottoir der öf moat, dan bitsjut dat na. tuerlik, dat de rydbaen nauwer wurdt. Ik rin ek mei de fraech om, oft it bislist nedich is, dat der yn it midden in grienstrook fan 1 m breed lizze sil. Soe dy net smeller kinne? Elke heale meter is winst. Fierders haw ik de tekening sa goed net bisjoen, dat ik der nou alfêst fan oerstjüge bin, dat dy prachtige kastanjebeam, dy't oan de rjochter kant fan de oerwei stiet, der wei moat. Mar it sil hast wol moatte. It is in lyts offer dat wy miskien bringe moatte om dizze saek hwat tichter by syn oplossing to krijen. Ik bleau der lykwols by, dat wy der noch net binne en dat wy mei gauwens de oplossing forwachtsje meije dy't ek troch de hear Kam. stra neamd is en dy't B. en W. miskien ek wol yn de efterholle hawwede tunnel. De heer Van der Schaaf (weth.Het College is met de beide sprekers van mening, dat dit niet de defini tieve oplossing is van het overwegvraagstuk. Wel zal deze oplossing op straatniveau een belangrijke verbe tering betekenen. Daar is de Raad het uiteraard ook wel mee eens. Het is de moeite waard om dit uit te voeren, maar wij zijn het er verder wel over eens, dat hiernaast nog meer moet gebeuren en dat ook krui- singsvrije onderdoorgangen moeten worden gereali seerd. Nu zegt de heer Kamstra, dat aan de aanbiedings brief bij de begroting 1965 een nota over het tunnel plan is toegevoegd. Daar zijn inderdaad serieuze po gingen toe gedaan. Er is een concept van die nota ge weest, maar de moeilijkheid was, dat wij de zaak toen eigenlijk niet concreet genoeg vonden om haar aan de Raad voor te leggen. Wat we daar van gemeentewege aan hadden te doen, hebben we ook gedaan, maar het wachten was op cijfers van de kosten van de verhoging van de spoorbaan vanaf de overweg in de Schrans tot aan de spoorbrug over de Greuns. De directeur der Openbare Werken heeft ons al medegedeeld, dat we niet te optimistisch moeten zijn in onze verwachting t.a.v. het tijdstip waarop de cijfers kunnen worden ver strekt. Het berekenen van de kosten van het verhogen is zeer gecompliceerd. Het is een buitengewoon kost baar werk en voordat de Spoorwegen bereid zijn daar over cijfers te verstrekken, vergt dat zoveel studie, dat U daar niet al te optimistisch over moet zijn. Er is dus wel getracht een nota samen te stellen en die is er dus ook, maar wij vonden haar, wat de kosten betreft, niet concreet genoeg om aan de Raad voor te leggen. Wij zullen proberen dat alsnog zo spoedig mo gelijk te doen. De hear Santema hat in bitooch fan deselde strek king halden. It is in partiële oplossing dat is ek de miening fan it Kolleezje mar it is in goede par tiële oplossing, sa goed, dat wy der in lyts bytsje bliid mei wêze kinne. En dat is de hear Santema dan ek en hy freget fierder noch in pear detailkwestjes. De strook dy't tekene is yn it midden fan it projekt, is echt wol needsaeklik. Ik bin derfan oertsjüge, dat it üntbrekken dêrfan in tige greate flater wêze soe. Troch dizze strook wurdt it forkear düdlik yn twa rjochtingen ütinoar splitst, en dat is bislist fan bilang. Moat de strook 1 m breed wêze? Ja. As hy net sa breed wêze soe, mar byg. 50 cm, dan soe oan elke kant 25 tomme woun wurde en dat is net iens to merken op in breedte fan 6 m. De opmerking fan de hear Santema, dat it forsmellen fan de midden- skieding bydrage soe ta forbettering fan it plan, nim ik net oer; 6 m breedte is foldwaende om it forkear dêr to forwurkjen. Hwat de fuotgongers oangiet, der is op de tekening dochs ek noch in oansluting oan it trot toir. Ik wit wol, dat dy op de baen fan de Spoarwegen net de hichte hawwe kin dy't hy gewoanlik hat op de strjitten yn de stêd, maar der hat dus wol oandacht west foar de fuotgongers, dy't de aldste rjochten hawwe soene op 's Hearen wegen. De hear Santema is der in lyts bytsje bliid mei en ik nim dan ek oan, dat hy, mei de hear Kamstra, dan wol ré wêze sil om foar it üt stel to stimmen. Dêrfoar dan ek de tank fan it Kol leezje. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 13, 14 en 15 (bijlagen nos. 156, 155 en 163). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 172). De heer Heidinga: Dit voorstel roept gemengde ge voelens bij ons op. Als fractie onderschrijven wij natuur lijk, dat de huisvesting van de secretarie nodig verbete ring behoeft. Maar er zitten enkele kanten aan dit voorstel waar we toch wat gereserveerd tegenover staan. Ongeveer in het midden van de eerste bladzijde van de raadsbrief staat: „Hoewel wij, zoals wij U reeds hebben doen weten, voornemens zijn Uw Raad binnenkort bepaalde beslissingen terzake te vragen,"Dat gaat over het Stadhuis, dus daar uit mogen we dan ook afleiden, dat het Col lege zeer binnenkort nadere mededelingen zal doen over de gehele stadhuisgeschiedenis. Als aan de Raad binnenkort bepaalde beslissingen zullen wor den gevraagd, dan moeten de stukken heel binnenkort bij de Raad zijn. (Gelach). (De heer Van der Schaaf (weth.): „Binnenkort" is niet „heel binnenkort".) Het zou dus naar onze mening leuk zijn geweest, als we nu reeds wat meer wisten zodat we de zaak in een wat breder verband konden bezien. Ik geloof niet, dat de koopsom te hoog is, maar de huur is onredelijk hoog. Het zal wel een bepaalde bedoeling hebben, dat neem ik graag aan, maar de huur in verhouding tot die koop som lijkt nergens op. (De heer Van Balen Walter: De koopsom kan lager zijn geworden doordat de huur te hoog is.) Dat kan, zeker, maar dan is het de vraag, of wij ons als Gemeente in dergelijke zaken moeten begeven. Ik kom er nog op terug. Voorts zien wij als fractie toch wel wat op tegen de verbouwings- kosten ad f 250.000,We kunnen het verder ook hele maal niet overzien, wij nemen het U niet kwalijk, wij nemen het de dienst niet kwalijk, maar wij zouden toch wel graag willen, dat nog nauwkeurig werd overwo gen, of dit niet wat gematigder kan dan in een ge huurd pand zomaar voor een kwart-miljoen te ver bouwen. Temeer daar het slechts een tijdelijke huis vesting betreft. Verder zou ik toch een paar opmer kingen willen plaatsen over dat huurcontract. Nu wil ik bij voorbaat zeggen, dat ik geen rechtskundige of advocaat ben, maar een gewone bouwvakker. Er zit ten echter in ieder geval vier meesters in de rechten in de Raad, de Voorzitter meegerekend. Men zal dus wel goed op de hoogte zijn. In dit huurcontract wordt een huurprijs overeengekomen van f 12.000,per jaar. Het contract komt tot stand in overeenstemming tus. sen de beide partijen. Maar dan vraag ik mij toch ernstig af: Is dit niet van toepassing op de huur? Stel het geval, dat de Gemeenteraad volgend jaar beslist: die huur is te hoog. Wij gaan naar de huuradviescom missie en vragen of zij de huur wil vaststellen. Dan komt er een huur uit de bus van acht a negen duizend gulden, per se niet meer. Als ik het goed zie, is deze mogelijkheid ondervangen door de redactie van ar tikel 2. Daar staat, dat bij niet-prompte betaling van de huurpenningen, bij niet- of bij niet-behoorlijke na. koming van enige aan de Gemeente bij deze overeen komst opgelegde verplichting of mede bij overtreding van enig bij deze overeenkomst aan de Gemeente op gelegd verbod, deze overeenkomst van rechtswege en zonder dat enige rechterlijke tussenkomst is vereist, als ontbonden wordt beschouwd. Door het enkele feit van niet- of niet.tijdige betaling dus. Is dit nu eigen lijk niet het langs een omwegje ontduiken van de Huur wet? De Gemeente behoeft zich hier natuurlijk hele maal niet te beveiligen, maar de verhuurster loopt het risico, dat de Gemeente te eniger tijd deze hoge huur niet meer wil betalen. Die mogelijkheid zit er in en ik meen, dat de Huurwet dwingend recht inhoudt. Ik hoop dat ik het verkeerd zie en nogmaals, het is mijn vak niet, maar volgens mij heeft men hier een contract opgesteld, dat lichtelijk de neiging heeft om de bepalingen van de Huurwet te ontlopen. Dat is mijn eerlijke gedachte en als die gedachte fout is dan hoor ik dat graag. Onze bezwaren zijn dus: de huur is rij kelijk hoog, de bouwkosten lijken ons belangrijk te hoog en is dat huurcontract wel goed geredigeerd? De heer Van Balen Walter: Ik zou de heer Heidinga op één van zijn vele punten willen volgen, n.l. op dat van de kosten van verbouwing. Onze fractie is ook van mening dat die kosten toch wel rijkelijk hoog zijn. Het is heel moeilijk te bekijken, dat geven we graag toe, maar de eerste gedachte is, dat wij in een gehuurd pand toch wel zeer veel gaan verbouwen. Ook onzer zijds daarom het verzoek om na te gaan of hier niet een goedkopere oplossing mogelijk is. De hear Santema: Us fraksje sil dit ütstel wol folgje. Wy hawwe lykwols ek wol inkele oanmerkingen en wol yn it earste plak, dat mei de forbouwing, de oankeap en de hier fan dit gebou mank giet it hiele stêdhüsplan. Wy kinne dizze saek der net los fan sjen. Der binne yn de rin fan de tiid gedachten yn de Rie nei foaren kommen om byg. in hiel nij administraesje- gebou in ein buten de neiste omkriten fan it tsjintwur- dige stêdhüs to setten, byg. op it sanearre terrein tsjin it Rengerspark oan. Al dizze dingen spylje hjir wol deeglik in rol. As wy rekkenje, dat de oankeap fan dit gebou en de forbouwing mei elkoar dochs sa mar op in kwart tune sitte, dan soe dat al in oanrin wêze ta it stiftsjen fan in gewoan administraesjegebou dat earne yn ien fan de sanearre wiken stean koe. Mar hjir stiet tsjinoer, dat de ynstansjes dy't hjir aensens yn fêstige wurde sille, der ek bilang by hawwe, dat se sa ticht mooglik by it aide stêdhüs bliuwe. En as sadanich is dit ütstel wol wer goed bisjoen. Wy wolle der lykwols hiel graech op oanstean, dat dit plan net it nije stêdhüsplan mei syn administraesjegebouwen yn 'e wei stean mei. Al dizze dingen dy't hjir sa tuskenyn komme, kinne sa'n hiel plan gans in ein efterüt bringe. Ik wit lykwols, dat dit in needgefal is. Wy binne it der hielendal mei iens, lyk as dat ek yn in brief fan ien fan de amtners by it sanearringsplan stiet, dat de hüsfêsting fan de forskillende ófdielingen yn it stêd hüs abslüt ünfoldwaende is. Dêrom sille wy ek mei dit ütstel meigean kinne en wy binne it ek wol iens mei hwat hjir nei foaren brocht is troch de hear Heidinga. De heer Van der Schaaf (weth.): De heer Heidinga heeft zich uitgelaten over de koopsom en de huur, waarbij hij de koopsom juist vond en de huur buiten verhouding hoog. Ik geloof dat hij, meer dan hij uit zijn betoog heeft laten blijken, moet letten op de sa menhang tussen de huur en de koopsom. Wanneer hij dat zou doen en zou calculeren waar dit pand over 10 jaar de Gemeente op komt te staan, dan komt hij tot een aanvaardbare koopsom èn tot een aanvaardbare huur. Deze samenhang is in het contract duidelijk en onverbrekelijk en dit is inderdaad, zoals hij gezegd heeft, niet het moeilijkste punt uit dit voorstel. Het voorste! komt in een moeilijke fase, wanneer gevraagd wordt in een te huren pand voor een kwart-miljoen te gaan verbouwen. Dit is inderdaad een niet zo gemak kelijk punt en het College heeft daar ook echt wel tegenaan gehangen. Niettemin zijn wij toch met het voorstel gekomen en wel om verschillende redenen. In de eerste plaats omdat de noodzaak van een toch vrij ruime, zij het dan tijdelijke, verbetering onbetwist baar aanwezig is. In de Raad heeft niemand zich daar tegen uitgesproken. Niemand heeft betwist, dat die noodzaak er is. Integendeel, verschillende sprekers heb ben gezegd, dat er wel iets moet gebeuren. Wanneer men een korte wandeling door het Stadhuis maakt, zal niemand dat verder kunnen betwisten. Nu doet zich de gelegenheid voor om in de onmiddellijke nabij heid, bijzonder gunstig gelegen ten opzichte van het Stadhuis, huisvesting voor een gedeelte der secretarie te realiseren. En daarom hebben wij gemeend toch met het voorstel te moeten komen, al vonden wij ook als College, de verbouwingskosten hoog. Omdat ik wel vermoedde, dat dit bezwaar vanavond aan de orde zou komen, heb ik mij over deze kwestie nog eens ge oriënteerd bij de dienst voor Openbare Werken. Ik heb me daar in een bespreking de zaak eens laten voor leggen en uitleggen. Ik heb hier een begroting van allerlei onderdelen, behoorlijk gespecificeerd met een groot aantal posten, die er wel op wijzen, dat hier toch niet met de Franse slag is gewerkt. De begroting is samengesteld uit onderdelen van f 700,f 100,f 50, f 300,f 1000,enz. Wanneer we aan het vertimme ren gaan loopt het nogal op. Aan zuivere verbouwings kosten komen we op f 91.000,Dan gaat er iets ge beuren ae.n de buitenkant voor f 12.000,-. Voorts allerlei noodzakelijke dingen, zoals herstel van de cen trale verwarming. Ik begrijp, dat de centr. verwarming, die in dit winkelpand op een heel laag niveau gestookt kan worden, echt moet worden aangepakt om haar geschikt te doen zijn voor verwarming van kantoor ruimten. Dat kost ook nogal wat. De verlichting moet uiteraard ook worden aangepast. Al met al leidt dit tot een raming van f 235.000,die dan maar met een beetje voorzichtigheid is gesteld op een kwart miljoen. We zullen nog eens moeten nagaan of hier inderdaad nog niet wat valt te bezuinigen, maar ik kan de Raad wel mededelen dat dit zeker niet de helft van de ge raamde kosten kan belopen. De ambtenaar, met wie ik de zaak vanmiddag heb besproken, zei mij ook, dat de ervaring leert, dat er van een bezuiniging niet al te veel zal komen. We moeten nog maar eens pro beren er iets af te krijgen. Of het veel zal worden, durf ik echt niet te beloven. Gezien de noodzaak, geloof ik, dat de stap maar gedaan moet worden. Er komt nog iets bij. Er wordt een afschrijvingsperiode van 20 jaar aangehouden, zoals U in de stukken hebt kunnen lezen. Het ligt wel voor de hand, dat wij tegen die tijd eige naar zullen zijn geworden, want ik kan me niet goed voorstellen, dat de Gemeente zich dit pand nog zal la ten ontgaan, nadat een overeenkomst van deze inhoud is gesloten. Wanneer we dan aannemen, dat wij t.z.t. blijvend eigenaar van dit pand zullen worden, dan be zitten we in ieder geval een nog zeer bruikbaar kan toorpand, dat, na het oplossen van de Stadhuiskwestie, nog bruikbaar zal zijn voor andere diensten, hetzij gemeentelijk, hetzij buiten-gemeentelijk. Daarom ben ik, alles overwegende, voor deze overeenkomst niet bang en durf ik het aan, de Raad te adviseren deze dure oplossing toch maar te aanvaarden, omdat we, als we uitrekenen, wat de huisvesting in die tijd gaat kosten, toch niet op onredelijke bedragen stuiten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 17 (bijlage no. 171). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 18 (bijlage no. 160). De heer Bootsma: Het is niet te verwachten dat onze fractie bezwaar zal maken tegen een versnelde opruiming van de privaattonnen. Ik geloof, dat dit een geluid is, dat meerdere malen heeft geklonken in be.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1965 | | pagina 3