2 3 Punt 8a (bijlage no. 256). Voordrachten A. 1. mej. T. Kaastra, alhier; 2. mej. P. de Vries, alhier. B. a. 1. mej. P. de Vries, alhier; 2. mej. T. Kaastra, alhier; b. 1. mej. H. J. Vis te Amsterdam; 2. mej. H. de Haan te Oostermeer. Benoemd worden resp. de dames Kaastra, De Vries en Vis, met alg. stemmen. Punt 8b. Aanbevelingen van het bestuur; vacature J. H. Hogema: 1. G. Schweigmann, alhier; 2. P. Jongma, alhier; vacature S. van der Knoop: 1. S. van der Knoop, alhier; 2. B. Memerda, alhier. Benoemd worden de heren Schweigmann en Van der Knoop, met alg. stemmen. De heren Faber en Venema vormden het stem bureau. Punten 9 t.e.m. 15 (bijlagen nos. 249, 251, 258, 250, 240, 248 en 253). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 255). De heer K. J. de Jong; In de raadsbrief staat, dat het benodigde bedrag kan worden gedekt door aanwending van een gedeelte van de middelen die beschikbaar ko men door de herziening van de grondwaarde van een groot aantal in erfpacht uitgegeven percelen. Dat punt is echter nog niet door de Raad beslist, zodat het nog helemaal in de lucht hangt, of er wel her ziening van de grondwaarde komt en dan is die dek king ook nog niet te bekijken. Wij hadden eerst het punt van de herziening van de erfpachtspercelen moe ten behandelen, voordat een dergelijke zinsnede in dit stuk had kunnen worden geplaatst. De Wethouder zal dit wel met ons eens zijn. (De heer Tiekstra (weth.): Nee, dat ben ik niet.) In ieder geval willen wij daar graag een beetje afstand van nemen. De verkeerssituatie Fonteinstraat richting Vondel straat achten wij een tikje gevaarlijker, als dit plan doorgezet wordt. Er staat echter wel een z.g. winst punt tegenover, zodat we geen bezwaar hebben om het voorstel te volgen. En ongetwijfeld worden de moeilijkheden afgezwakt doordat de Tesselschadestraat de laatste tijd meer verkeer wegneemt van de Fon teinstraat dan enkele jaren geleden. Deze was tot nog toe een vrij drukke straat. Maar desniettegenstaande is het wel zaak dit punt goed in de gaten te houden i.v.m. eventuele moeilijkheden in de toekomst. De hear Santema: Wy fine it ek hwat in ryklik fier foarüt rinnen op in bislüt dat wy noch nimme moatte. Wy hiene ek leaver de klausule oer de dek king net yn dit stik hawn. En wy hawwe ek dizze selde halding oannommen yn it stik fan de sanearring fan de binnenstêd. Al soe de gedachte oan dizze dek king by B. en W. libje, dan soene se dochs net sa düdlik ütkomme litte moatte, dat se foar de finan- siearring fan dit wurk sa mar oer de forhege erf- pachtsynkomsten biskikke kinne, wylst dy forheging noch hielendal net in feit is. De heer Tiekstra (weth.); Ik zal kort kunnen zijn. Er staat n.l. niet „wordt", maar „kan". En dan kan, als aan alle voorwaarden wordt voldaan, als dus ook de Raad het besluit heeft genomen in de dekking op de voorgestelde wijze te voorzien, de dekking op deze wijze worden geregeld. De Voorzitter: Ik zou aan de woorden van de Wet houder van Financiën willen toevoegen, dat deze de mening van het College heeft weergegeven, die echter niet de mening van de Raad behoeft te zijn. Die me ning komt ook niet in het voorgestelde concept-besluit tot uiting. De Raad kan m.i. dus, ondanks de tegen werping van de beide sprekers, gerust dit besluit nemen. Mèt de heer De Jong ben ik van mening, dat de voorgestelde verkeerssituatie ook wel de mogelijkheid van aanrijdingen zal kunnen opleveren. Dat zal ze ge meen hebben met elk kruispunt. (Dit zal n.l. ook on geveer een kruispunt worden.) Daar staat tegenover, dat de bestaande situatie, waaraan men nu overigens wel gewend is, toch ook werkelijk niet ideaal en niet onbedenkelijk is, omdat men, als men, bijv. komende uit de Fonteinstraat, naar de P. C. Hooftstraat wil, in de eerste plaats rekening moet houden met het ver keer van rechts, dat uit de Engelsestraat, resp. uit de Bildtsestraat naar het Engelseplein gaat en daarbij moet men bovendien een grote omweg maken. En dit voorbeeld is wel met andere te vermeerderen. Behalve aan de directeur van Openbare Werken, die deze nieu we situatie heeft ontworpen, is ook aan de commissaris van politie juist met het oog op vragen van het verkeer advies gevraagd en deze laatste heeft verklaard zich geheel met dit nieuwe ontwerp te kunnen verenigen. Het College is van mening, dat dit eenstemmige advies van de beide hoofden van dienst een voldoende basis gaf om dit voorstel in deze vorm te doen, hoewel ik ik mag het herhalen de heer De Jong onmiddel lijk kan toegeven, dat ook de nieuwe oplossing niet in alle opzichten ideaal genoemd kan worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 17 t.e.m. 19 (bijlagen nos. 235, 238 en 254). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 20 (bijlage no. 241). De heer Bootsma: Het is ons opgevallen, dat in de raadsbrief min of meer voorbijgegaan wordt aan de klacht t.a.v. het nog aanwezige bouwsel op de vroe gere tuinderij. Er staat aan het slot, dat het College de eigenaar van de voormalige kwekerij van Hattum heeft aangeschreven de nodige maatregelen tot ver betering van het aanzicht van het terrein te treffen. Maar in hoeverre B. en W. stappen ondernomen heb ben of nog kunnen ondernemen t.a.v. de woning met toebehoren (de schuur die er nog staat), blijkt hier niet uit. Ik zou graag van U willen vernemen, of dit het geval is, want, zoals de situatie nu is, wordt het met de dag erger; zo breekt het bouwsel zichzelf af. De heer Balt: Ik moet allereerst bekennen, dat ik de brief van de dames Bakker niet heb gelezen. In de raadsbrief staat, dat het Molenpad in 1962 en 1964 is herbestraat. Nu zal dat misschien slechts op enkele plaatsen zijn gebeurd, want ik heb nooit opgemerkt, dat die straat opgeknapt is. (De Voorzitter: Er staat „inci. denteel".) In ieder geval is er nooit iets gebeurd aan het trottoir dat er langs loopt. Het is ongeveer een meter breed, zodat ik vroeger wel eens dacht, dat het een particulier trottoir was. 's Winters, als het een beetje glad is, kan men om een auto te ontwijken, haast niet op het trottoir komen. Over de woning in kwestie behoeft men zich niet eens zo heel veel zor gen te maken, want het duurt niet zo lang meer of de lieve jeugd heeft die al afgebroken. Er zit geen raam meer in en van een bijgebouwtje mist het dak al voor de helft af. Voor kinderen die er spelen, levert het gevaar voor instorting op. Wat aan verbetering wordt toegezegd, is zeer vaag. Er moet m.i. iets aan deze straat gedaan worden, want de toestand is hier werkelijk miserabel. De heer Van der Schaaf (weth.): Er staat aan het Molenpad als overblijfsel van de kwekerij van Hattum en Brouwer nog een pakhuisachtig iets en een woning, beide inderdaad in een vrij desolate toestand. Als iets bouwvallig wordt en dat is hier het geval kunnen we terecht bij de Woningwet en de bouwver ordening en dan kunnen we eventueel last geven om, wegens het gevaar, tot afbraak over te gaan. Ik ge loof, dat dat tijdstip niet ver meer is. Ik heb me er persoonlijki ook even van overtuigd: daar bestaat in derdaad een toestand die beëindigd moet worden. Men zou de vraag kunnen stellen: Waarom koopt de Ge meente een en ander niet? Er zijn wel eens gesprek ken geweest over aankoop van deze grond met de bouwsels en de woning, toen die nog in betere staat waren, maar daar werden zodanige prijzen voor ge vraagd, dat dit niet verantwoord was. Men wilde wo ning en grond ineens verkopen en daardoor zijn wij niet tot aankoop kunnen komen. De Gemeente heeft daar ook niet een onmiddellijk belang bij. Verwijdering van deze woning zou een verbetering voor die hoek bete kenen, maar levert echt niet een radicale verbetering van het gehele Molenpad op, omdat deze straat zich naar haar westelijke uitmonding nog belangrijk versmalt en daaraan is niet definitief een goede oplossing te geven, tenzij men ook daar een verbreding tot stand brengt door amovering. Het neemt niet weg, dat het College diligent wil blijven t.a.v. deze woning, en als het mo gelijk zal zijn om de grond, waarop die woning staat, te eniger tijd aan te kopen, dan kan inderdaad in over weging worden genomen plaatselijk nog een verbete ring aan te brengen. Verder is weinig eer aan dit geval te behalen. Slechts ten koste van enorme uitgaven zou hier een belangrijke verbetering tot stand kunnen wor den gebracht, maar ook aan de noordzijde blijft de situatie gebrekkig. Ook aan het trottoirtje aan de zuidzijde is weinig te doen. Doordat de auto's die daar af en toe nog komen en dat trottoirtje oprijden er is geen trottoirband, maar er liggen koplagen wordt dit ingedrukt. Het lijkt al met al niet ver antwoord om op een andere wijze dan hier is voorge steld, verbetering aan te brengen. Als echter de mo gelijkheid bestaat van de familie van Hattum een strook grond aan te kopen en verder eveneens nog van anderen enkele voortuintjes, kan er een toestand ont staan, die het verantwoord maakt hier een verbetering aan te brengen. Een grote behoefte aan een parallel weg van het Vliet is er ook niet, zodat deze kwestie door ons niet als urgent wordt beschouwd. We zullen er evenwel op moeten letten, dat de toestand voor de bewoners draaglijk en enigszins aanvaardbaar wordt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 21 (bijlage no. 259). De heer Van der Schaaf (weth.)Doordat U, mijn heer de Voorzitter, vandaag niet bereikbaar was, heb ik het volgende niet met U kunnen overleggen: In artikel 11 van de concept-overeenkomst staat een kilometrering aangegeven. Er wordt een particuliere overweg bij 24979 genoemd. Wij hebben op grond van telefonische besprekingen met de N.S. in Utrecht een tijdlang gemeend, dat het 25013 was en vandaag is er bericht ingekomen, dat het moet zijn: 24979. Ik ver zoek de Raad te willen goedvinden, dat dit alsnog wordt veranderd, zoals het oorspronkelijk is geweest. De Voorzitter: Ik denk, dat de Raad tegen het ver zoek van de Wethouder geen enkel bezwaar heeft. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 22 t.e.m. 24 (bijlagen nos. 245, 247 en 246). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 25 (bijlage no. 242). De hear Santema: Ik fyn dit in wiis wurd fan B. en W. Mar dochs mei ik miskien wol ris de fraech stelle: Hoelang sil it noch duorje foardat it ré is? Ik freegje dat, krekt yn forban mei hwat op it eagenblik al yn fiere steat fan foltöging is, n.l. de Provinsiale Bibliotheek. Wurdt it net heech tiid, dat wy as Rie der ris oer ynljochte wurde, hwat de bidoeling is en hoe't it Aldehoustertsjerkhöf foroare wurde sil? It ynte. ressearret my ek tige yn forban mei it fraechstik fan de forpleatsing fan de merk. De Voorzitter: Het vraagstuk, dat aan de orde is, gaat over de verplaatsing van de markt en niet over het Oldehoofsterkerkhof, maar als de heer Wethouder van Openbare Werken bereid is hierover een antwoord te geven, heb ik van mijn kant daar geen bezwaar tegen. De hear Van der Schaaf (weth.): De bidoeling is, dat in diel fan it plein de idéen dêroer binne aerdich düdlik it karakter krijt fan foarplein foar it nije gebou en dat it oare diel brükt wurde sil foar parkear- rümte. It is noch de fraech, oft der ek noch net in foarsjenning op of oan dat plein komme sil, mar dêr wol ik my nou noch net oer ütlitte. De gedachte is wol om dêr in plein to meitsjen dat èn in funksje forfollet foar it nije bibliotheekgebou èn in parkear- funksje mei hanthavening ek fan in lyts nivo.forskil, mar de konkrete plannen dêrfan komme uteraerd noch yn de Rie. (De Voorzitter: In de loop van het najaar.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 25a (bijlage no. 262). De Voorzitter: Op blz. 2, tweede regel van boven, van de raadsbrief zal een rectificatie moeten worden aangebracht. Daar staat „slechts de eerste twee markt dagen van de week". Dat moet zijn „de eerste twee werkdagen van de week". Deze zaak is dat heeft U ook al in het voorstel gelezen met een zekere spoed, in afwijking van de bij het reglement van orde voorgeschreven termijn, bij de Raad aangebracht. Wel heeft deze aangelegenheid van het begin van de verplaatsing van de veemarkt naar de Frieslandhal en ook wel voor die tijd de ge zette aandacht van het College gehad. De laatste tijd heeft in dit vraagstuk een zekere stroomversnelling plaatsgevonden, die het wenselijk deed zijn niet te wachten tot de volgende raadsvergadering vandaag over drie weken, maar nu al dit voorstel aan de Raad te doen. Dat heeft tot gevolg gehad, dat de commissie dat is ook al in het voorstel geschreven niet tijdig geraadpleegd is (Desalniettemin heeft het Col lege toch moeite gedaan de commissie alsnog te be naderen.) en dat er nog een paar veranderingen in het concept-verordening moeten worden aangebracht. In art. 15 staat: „ter inzage te hebben gegeven aan de directeur, de inspecteur of een daarvoor door één van hen aangewezen ambtenaar". Dit laatste zal moe ten worden veranderd in: „ter inzage te hebben ge geven aan de inspecteur of een daarvoor door hem aangewezen ambtenaar", omdat de bevoegdheid tot controle van de bescheiden uitsluitend behoort bij de inspecteur, zodat de vermelding van de directeur of van een door de directeur aangewezen ambtenaar in dit geval niet op haar plaats is. En de tweede ver andering die wordt voorgesteld, betreft art. 8, onder a. Daar vindt U staan: „a. van dat voertuig naar de vooraanbindruimte of de export-veemarkt". De woor den „of de exportveemarkt" dienen te worden ge schrapt, omdat het gaat over het vervoer van het vee naar de vooraanbindruimte met dat voertuig. En dan is het misschien goed, dat ik nu al, misschien ter voorkoming van een zekere verwarring in de dis cussie, nog de mededeling doe waarop de heer Pols als Wethouder wel een nadere toelichting zal geven dat het College de Raad bovendien voorstelt behalve deze exportveemarkt voor fok- en gebruiksrunderen en fok- en gebruiksvarkens, een markt in te stellen van slachtrunderen, omdat, gegeven de stroomversnelling waarover ik sprak en die zich heeft voortgezet nadat het voorstel aan het College was gedaan, een markt voor slachtrunderen toch ook in E.E.G.-verband wen selijk lijkt. Bovendien is het wenselijk deze zo snel mogelijk in te stellen en daarom doet het College een voorstel terzake. De instelling geschiedt volgens een verordening, ook door Uw Raad vast te stellen en ge heel gelijk aan de verordening, die voorgesteld wordt voor gebruiksrunderen en -varkens, behalve enkele veranderingen, die het onderwerp nodig maakt. De heer Pols (weth.): Er is bij deze zaak nogal wat haast; het is ontzettend moeilijk dit rond te krijgen. In tot oordelen bevoegde kringen is men van mening, dat niet iedere markt in Nederland een verantwoorde en geslaagde E.E.G.-markt zal kunnen worden, ge zien de aanvoer en de mogelijkheden. Met slechts een beperkt aantal markten kan zulks in de toekomst het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1965 | | pagina 2