4 5 echt ontgaan. Als de Raad nee zegt, is dat goed. Dan gaat het niet door. Hier wordt de Raad volkomen in zijn bevoegdheden gelaten. Er wordt gezegd door de heer Taylor Parkins: dat ding zal daar in dat groen niet al te goed staan en het is een vlekje op de „groene long", die daar ter plaatse gedacht was. Ik vind die beeldspraak eigenlijk wel juist en ook wel mooi. Inder daad worden benzinedampen bij zo'n verkooppunt niet helemaal vermeden. Dit is een negatieve kant van het plan. Wanneer wij daar een open long hebben, dan is het echt niet leuk, als daar af en toe een vleugje ben zinedamp je tegemoet komt waaien. Deze vestiging ligt echter vlak bij de rondweg. Een dieselwagen, die zijn zwarte rook uitspuwt, kan natuurlijk in even grote mate de lucht in de „groene long" verontreinigen, als dit gevalletje. Het is dus wel juist, maar toch van re latief geringe betekenis. Ik moet inderdaad toegeven, dat ik het liever anders zou hebben gezien. Dit is van de zijde van de Aral gevraagd. Wij hebben gemeend, dat de vestiging van dit verkooppunt hier aan deze rondweg aanvaardbaar was. Dit hoeft niet te beteke nen, dat wij daar in bijzondere mate mee ingenomen zijn. In de tweede plaats brengt zo'n vestiging mee, dat het verkooppunt natuurlijk bereikbaar moet zijn. Het verkeer moet zich uit de stroom hier naar toe kunnen begeven en na getankt te hebben weer in de verkeers stroom op de weg kunnen voegen. Dat is onvermijde lijk. De wijze waarop de zaak is ontworpen maakt ook dit naar onze mening aanvaardbaar. Op vele wegen van dit soort treft men benzineverkooppunten aan en ze zijn duidelijk en van verre te zien, zodat dit ook in derdaad niet een verhoging van de veilgheid kan wor den genoemd, maar toch een aanvaardbare inbreuk op de veiligheid. De marge, die dit aan onveiligheid mee brengt, is naar de mening van het College nog wel aanvaardbaar. Nou freget de hear Boomgaardt: hwerom wurdt hjir de foarm fan hier keazen en net dy fan erfpacht It antwurd dérop kin koart wêze: It Kolleezje woe net by de Rie komme mei in ütstel op dit punt, hwant it soe as wy dat, foar hwat de dür oanbilanget, net sterk biheine soene nei myn bitinken net akseptabel wêze, as wy oan sa'n wei in stik foar in lange tiid yn erfpacht joegen. Dan hat de brüker ommers praktysk eigendomsrjocht. Dêrom de foarm fan hier. Dat is düd- lik yn it bilang fan de Gemeente. De Aral hie fan- seis wol erfpacht hawwe wollen. Mar dat woene wy nou krekt net. En de bipaling fan in elemint fan it bidrach fan de hier op 3/4 sint, hoe komt it Kolleezje dêroan? Dat sil ik gau sizze: omdat ien sint der net üt to heljen wie. Mei de hier to stellen op ien fêst bi drach, soene wy neffens üs der net üt helje hwat der yn siet, en nou pikke wy ek hwat fan de winst mei. De heer Taylor ParkinsAls ik de Wethouder goed begrepen heb is het voorstel van de zijde van de Aral gekomen. Het College heeft gedaan wat derden ge vraagd hebben. Dat is ook tot zekere hoogte Uw taak. Ik vind het absoluut niet juist, dat buiten het uitbrei dingsplan om, dit station aan deze rondweg geplaatst wordt. De Wethouder zegt, dat er voor een goede in- en uitrit gezorgd wordt, zodat men kan in- en uitvoe- gen. Dit in- en uitvoegen zal altijd moeten gebeuren over de ventweg met z'n verkeer van wandelaars en wielrijders. Ik weet niet of de wandelaars óm het sta tion heen geleid worden. Worden de wandelaars niet om het station geleid, dan lopen ze gevaar. Worden ze wel om het station geleid, dan worden ze als het ware van hun pad afgebracht en er wordt de wandelaars een belemmering in de weg gelegd. Ook op de rondweg hebben we een taak voor de wandelaars. Als dit voor stel door de Raad wordt aangenomen, wil ik de aan tekening hebben, dat ik heb tegengestemd. De hear Santema: Foar in part bin ik it wol mei de hear Taylor Parkins iens. Hy hat de finger op it seare plak lein. Ut 'e praktyk witte wy, dat lans hearen we gen de benzinepomp.stasjons meastentiids alder heislikst malle dingen binne. Hjir binne twa partijen: de Gemeente wol har yndustryterrein kwyt en Aral wol him dêr fêstigje en stelt it bitingst: dan moat ik dêr en dêr in benzinestasjon ha. Dat liket my op him- sels goed keapmanskip, mar litte wy ek sjen der üt to heljen hwat der yn sit. En lit om dat benzinestasjon in stik grien, beammen, oanlizze, in öfskieding dus fan it lan, dat nei de Bernepleats op giet. Dan soene, leau 'k beide partijen dêrmei tsjinne wêze. De heer Van der Schaaf (weth.): Ik kan de heer Taylor Parkins nog steeds niet toegeven, dat hier iets gebeurt, dat in strijd met het uitbreidingsplan is. In dertijd is dit er niet op getekend, maar toen ging het over het uitbreidingsplan in hoofdzaken. Dat er nu een dergelijk ding bijkomt kan ik niet zien als een beleids fout van het College waar terecht de vinger op zou kunnen worden gelegd. Wel, als het buiten de Raad om zou gebeuren, maar nu niet, want de Raad is de instantie, die het uitbreidingsplan vaststelt en in dit geval is het ook weer de Raad die zegt: Ja, dit kan er nog bij. Ik kan de heer Taylor Parkins niet betwisten, dat het voor een fietser prettiger is om niet door ver keer van tankende auto's te worden gesneden, maar men ziet dit toch ook op andere plaatssen gebeuren. Uiteindelijk moeten we, als we auto's willen hebben, natuurlijk ook tankstations hebben. U moet het nog eens overwegen in de korte tijd die U daar nog voor hebt. Ik zou zeggen, dat U na deze toelichting wel over uw bezwaar heen zou kunnen stappen. En de hear Santema woe dêr hwat biplanting om. hinne hawwe. Dêr moatte wy noch mar ris oer tinke. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. met de aantekening, dat de heer Taylor Parkins geacht wil worden te hebben tegengestemd. Punt 13 (bijlage no. 156). De hear Klijnstra: It is net de earste kear, dat it gefal oan 'e oarder is, dat groun, dy't yndertiid yn erf pacht jown is, forkocht wurdt. Fan de bütenwacht hawwe wy hearre moatten, dat it wol hwat öffalt, dat wy hjir yn dizze Rie nou neat mear fan sizze. Derom soe 'k it graech yn dizze iepenbiere sitting dochs noch efkes düdlik stelle wolle: hjir is in riedsbislüt fallen; dêr wiene wy it net mei iens, mar de mearderheit wolle wy folgje en wy fiele der net foar om nou eltse kear hwan. near't groun dy't yn erfpacht ütjown is, forkocht wurdt, tsjin to stimmen. Wy fine dat net réeel en ek net sinfol. De hear Van der Schaaf (weth.)Ik hoopje, dat de opmerking fan de hear Klijnstra op it plak komt, dêr't dy foar ornearre is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 14 en 15 (bijlagen nos. 159 en 160). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 154). De heer Heidinga: Op zichzelf heb ik er natuurlijk helemaal geen bezwaar tegen. Maar in de laatste zin staat: „tenslotte delen wij U mede, dat wij nog een nader onderzoek zullen instellen naar de vraag in hoe verre de van februari 1964 daterende begroting in ver band met de stijging van lonen en materiaalkosten wij ziging behoeft." Dat zou ik nu graag hier direct bij gehad hebben. Wij dragen nu aan een aannemer op die restauratie te verzorgen, maar het stuk zegt direct al: het zal wel duurder worden. Nogmaals, ik zal me er niet tegen verzetten, maar ik zou het prettiger gevonden hebben, dat dit meteen bekend was geweest. Dan hadden we echt kunnen oor delen hoe de zaak lag. De heer Van der Schaaf (weth.): Misschien kun nen we, als we het voorstel volgen, met één verhoging gereed zijn. Als we het nu niet doen, zonder dat we het met de aannemer eens zijn geworden, hadden we misschien wel twee keer moeten komen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 17 t/m 23 (bijlagen nos. 146, 157, 131, 145, 132, 140 en 129). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 24 (bijlage no. 147). De heer G. de Vries: ïn het algemeen kunnen we met de strekking van deze raadsbrief wel instemmen. Het is inderdaad zo, dat de beveiliging voor gevaren van kinderen in de eerste plaats een taak is van de ouders. Maar waar het hier om gaat en waar de heer Gejas in zijn adres aan de Raad op gewezen heeft, is de situatie rond de Potmargebrug. Wij hebben die zaak eens ter plaatse bekeken en het is mij wel opgevallen, dat de situatie inderdaad bijzonder gevaarlijk is. Aan de Potmargebrug die precies ophoudt, waar hij de Potmarge overkluisd heeft zitten geen vleugels. Daar ligt een stuk trottoir met daarnaast een talud dat vrij steil afloopt. Wij kunnen ons de zorg, waarin de ouders van kinderen, die op die trottoirs spelen, levendig' voorstellen. Daarom spijt het me te moeten consta teren, dat er in deze raadsbrief over deze situatie zo gemakkelijk is heengegaan. We kunnen dit niet vergelijken met waterpartijen in plantsoenen e.d. Het gaat hier om een stuk trottoir, dan onmiddellijk grenst aan de Potmarge en ik kan me voorstellen, dat de situatie, zoals die daar ligt, dagelijks gevaar oplevert voor kinderen, die op autopeds e.d. regelrecht de Pot marge kunnen inrollen, wanneer ze een misslag maken. Daarom zou ik graag aan Uw College willen vragen of het toch niet mogelijk is om aan weerszijden van de brug die voorzieningen te treffen, die nodig zijn om de veiligheid van op het trottoir spelende kinderen te vergroten. De heer Kamstra: Met hetgeen de heer De Vries zopas heeft gezegd kan ik volkomen akkoord gaan. Ik kan me ook indenken, dat heel wat ouders in zorg zitten, wanneer er in hun buurt open waterpar. tijen zijn. Nu kan men want dat staat hier in de raadsbrief zeggen, dat de zorg voor de kinderen primair behoort aan de ouders. Ik zou dit niet graag willen tegenspreken, maar we moeten toch wel even bedenken dat hier de heer De Vries heeft dat zopas ook gezegd een bijzonder moeilijke situatie ligt. Het trottoir ligt direct bij het water. Nu kunnen we zeg gen: Pas dan op je kleinen, maar je meent soms, dat de kinderen dicht bij huis aan het spelen zijn, terwijl ze juist het gevaar hebben opgezocht. Ik kan me daar naast het standpunt van het College indenken. Alle waterpartijen omrasteren is een kostbare zaak. On danks dat ik het in de grond van de zaak wel met het College eens moet zijn dat primair de zorg voor de kinderen is aan de ouders en niet aan de overheid zou ik toch iets willen zeggen. Wanneer het College toch nog kans ziet hier iets te veranderen, waar door de onveiligheid kan worden verkleind of weg genomen, laat het dan niet na. Probeer eens te be denken wat de mogelijkheden zijn om hierin verande ring te brengen. De hear Klijnstra: Wy slute üs ek graech oan by de beide foarige sprekkers. Mar der komt nei myn bi- tinken noch hwat by. It Kolleezje en de Rie binne for- antwurdlik foar de skjinnens fan it wetter; en it wet ter is net skjin, mei it gefolch, dat, hwannear't der ris in bern ynfalt, dêr ridlik gau sykten üt fuort komme kinne. Allinnich al üt dit eachpunt fyn ik it wichtich genöch, dat der dochs hwat oan dien wurdt. It hoecht nei myn bitinken net in djüre ófrastering to wurden, mar dat lit ik graech oan it Deistich Bistjür oer. De hear Santema: Lyk as B. en W. is ek üs fraksje fan bitinken, dat de soarch foar de bern yn it foarste plak bij de alden heart. Soene wy wier alles öfrasterje moatte, hwat der by üs yn'e stêd oan wetter is, dan wie der gjin ein fan. Ik tink nou bygelyks hjir niis neamd troch de hear Kamstra oan de fivers yn it Nijlan mei dêrnêst de flats oan it Van Harinxmakanael. Sawn flats mei forskate hüshaldings, in doarp suver mei elkoar, mei in soad lytse bern, dêr't einliken foar jildt, dat se aloan yn gefaer binne. It liket my net mooglik foar in gemeentebistjür om hjiryn to foarsjen. Ik haw de sitewaesje by de brêge oer de Potmarge, by de Pieter Stuyvesantwei noch ris efkes opnommen fan 'e middei. En lyk as ik al miende, hat de Gemeente dêr ek mate. riael delset om immen üt it wetter to heljen. Fierders Is de sitewaesje by de Potmarge sa, dat, ütsein it smoarge wetter, de wallen der allegearre stadich del- drage en suver de bern noegje yn de ünderwal to krü- pen. Mar oan de earste soarch dy't de Gemeente hat, is foldien en dat moat ik hjir dochs wol efkes fêststelle, fral omdat wy de mooglikheit ek net sjogge om hjir rounom foar to soargjen. Wy kinne it üs tige goed yn- tinke, dat mynhear Gejas dit brief oan B. en W. en de Rie stjürd hat. De sitewaesje is dêr hwat it stjonkende wetter oanbilanget ek wol alderheislikst min. Tafallich lies ik yn de Ljouwerter Krante fan 1898 dat B. en W. fan Ljouwert doe oan de Gemeenterie ütsteld hawwe, om in daem yn 'e Potmarge to lizzen, 170 meter fan de as fan de spoardyk óf en dan oan de südkant. Dêr kaem fansels in stoarm fan protesten tsjin, hwant dan soe it smoarge wetter fan it striekartonfabryk alle gearre yn 'e Potmarge komme en dêr soe Huzum rnei opfrist wurde. De Potmarge wie dus 70 jier forlyn ek al in probleem. En nou sille wy in rioelwettersuverings- ynstallaesje yn koarte tiid réalisearje. Bij de biwenners fan de P. Stuyvesantwei waeit op moaije simmerdagen, hwannear't de wyn süd of südwestlik is, de neare rook fan de Potmarge har huzen en sliepkeamers yn. In ta. stan dy't net mear bistean mei. En ik kin dan ek al linnich mar, ek üt namme fan myn fraksje, der op oan. stean, dat de wurksumheden, dy't dien wurde moatte foar de rioelwettersuveringsynstallaesje, yn it heechste tempo ütfierd wurde. De heer Van der Schaaf (weth.)De verschillende sprekers hebben gezegd, dat ze het met de strekking van de brief aan de Raad wel eens zijn. Dat is wel aangenaam, maar nu moet natuurlijk niet de mening postvatten, dat het College er geen oog voor zou heb ben, wat het betekent voor ouders, wanneer daar een ongeluk gebeurt. Dat is altijd diep tragisch. Wij kun nen er niet optreden op de manier als door de heer Gejas gesuggereerd, maar dat neemt niet weg, dat het College bereid is om voor die punten, waar het extra gevaarlijk is zoals hier bij de brug over de Potmar ge, door het ontbreken van vleugels na te gaan, wat er aan te doen is. Dat hoeft dan ook niet beperkt te blijven tot dit ene punt, maar waar het extra gevaar lijk is, moeten we ook iets extra's doen. En ik wil graag toezeggen, dat we dit nog eens met spoed zullen bekijken. In het algemeen wordt het standpunt wel door de Raad overgenomen, dat dit niet overal kan gebeuren, want het in conditie houden van zo'n afras tering is moeilijk. De hear Santema wol graech, dat de wurksumheden oan de suveringsynstallaesje mei de greatste haest üt fierd wurde. Ik leau, dat elkenien yn dizze stêd it dêr mei iens is. Yn elts gefal is it Kolleezje der fan oer- tsjüge, dat it sa gau mooglik barre moat. En wy binne der dan ek mei dwaende. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 25 (bijlage no. 162). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 26 (bijlage no. 149). De heer Kanistra: Het is niet vreemd, dat we dit voorstel met grote belangstelling hebben gelezen, om dat hier wordt voldaan aan iets wat wij beslist niet verwachtten. In de vergadering van 8 september is er een gedachtenwisseling in de Raad geweest over deze punten. Het College deed afstand van de plannen, die door de Spoorwegen werden voorgesteld en kwam met een eigen gedachte. Die eigen gedachte was het bou wen van een verkeerstunnel tussen de Schrans en het Zuiderplein, alsmede het verhogen van een gedeelte van de spoorbaan LeeuwardenGroningen tussen de spoorwegovergang in de Schrans en de spoorbrug over de Tijnje. We dachten toen, dat het allemaal niet zo vlot zou gaan, omdat de Spoorwegen tot nu toe niet zo gemakkelijk te overreden waren om hun eigen plan nen te laten vallen en die van anderen te accepteren. Wij zijn verheugd, dat het voorstel van het College, dat in de Raad van 8 september is aangenomen, door de Spoorwegen althans als gespreksbasis is aanvaard. Wij zullen dit voorstel voor een voorbereidingskrediet met graagte steunen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1966 | | pagina 5