4
5
echt ontgaan. Als de Raad nee zegt, is dat goed. Dan
gaat het niet door. Hier wordt de Raad volkomen in
zijn bevoegdheden gelaten. Er wordt gezegd door de
heer Taylor Parkins: dat ding zal daar in dat groen
niet al te goed staan en het is een vlekje op de „groene
long", die daar ter plaatse gedacht was. Ik vind die
beeldspraak eigenlijk wel juist en ook wel mooi. Inder
daad worden benzinedampen bij zo'n verkooppunt niet
helemaal vermeden. Dit is een negatieve kant van het
plan. Wanneer wij daar een open long hebben, dan is
het echt niet leuk, als daar af en toe een vleugje ben
zinedamp je tegemoet komt waaien. Deze vestiging
ligt echter vlak bij de rondweg. Een dieselwagen, die
zijn zwarte rook uitspuwt, kan natuurlijk in even grote
mate de lucht in de „groene long" verontreinigen, als
dit gevalletje. Het is dus wel juist, maar toch van re
latief geringe betekenis. Ik moet inderdaad toegeven,
dat ik het liever anders zou hebben gezien. Dit is van
de zijde van de Aral gevraagd. Wij hebben gemeend,
dat de vestiging van dit verkooppunt hier aan deze
rondweg aanvaardbaar was. Dit hoeft niet te beteke
nen, dat wij daar in bijzondere mate mee ingenomen
zijn.
In de tweede plaats brengt zo'n vestiging mee, dat
het verkooppunt natuurlijk bereikbaar moet zijn. Het
verkeer moet zich uit de stroom hier naar toe kunnen
begeven en na getankt te hebben weer in de verkeers
stroom op de weg kunnen voegen. Dat is onvermijde
lijk. De wijze waarop de zaak is ontworpen maakt ook
dit naar onze mening aanvaardbaar. Op vele wegen
van dit soort treft men benzineverkooppunten aan en
ze zijn duidelijk en van verre te zien, zodat dit ook in
derdaad niet een verhoging van de veilgheid kan wor
den genoemd, maar toch een aanvaardbare inbreuk op
de veiligheid. De marge, die dit aan onveiligheid mee
brengt, is naar de mening van het College nog wel
aanvaardbaar.
Nou freget de hear Boomgaardt: hwerom wurdt hjir
de foarm fan hier keazen en net dy fan erfpacht It
antwurd dérop kin koart wêze: It Kolleezje woe net
by de Rie komme mei in ütstel op dit punt, hwant it
soe as wy dat, foar hwat de dür oanbilanget, net
sterk biheine soene nei myn bitinken net akseptabel
wêze, as wy oan sa'n wei in stik foar in lange tiid yn
erfpacht joegen. Dan hat de brüker ommers praktysk
eigendomsrjocht. Dêrom de foarm fan hier. Dat is düd-
lik yn it bilang fan de Gemeente. De Aral hie fan-
seis wol erfpacht hawwe wollen. Mar dat woene wy
nou krekt net. En de bipaling fan in elemint fan it
bidrach fan de hier op 3/4 sint, hoe komt it Kolleezje
dêroan? Dat sil ik gau sizze: omdat ien sint der net
üt to heljen wie. Mei de hier to stellen op ien fêst bi
drach, soene wy neffens üs der net üt helje hwat der
yn siet, en nou pikke wy ek hwat fan de winst mei.
De heer Taylor ParkinsAls ik de Wethouder goed
begrepen heb is het voorstel van de zijde van de Aral
gekomen. Het College heeft gedaan wat derden ge
vraagd hebben. Dat is ook tot zekere hoogte Uw taak.
Ik vind het absoluut niet juist, dat buiten het uitbrei
dingsplan om, dit station aan deze rondweg geplaatst
wordt. De Wethouder zegt, dat er voor een goede in-
en uitrit gezorgd wordt, zodat men kan in- en uitvoe-
gen. Dit in- en uitvoegen zal altijd moeten gebeuren
over de ventweg met z'n verkeer van wandelaars en
wielrijders. Ik weet niet of de wandelaars óm het sta
tion heen geleid worden. Worden de wandelaars niet
om het station geleid, dan lopen ze gevaar. Worden ze
wel om het station geleid, dan worden ze als het ware
van hun pad afgebracht en er wordt de wandelaars
een belemmering in de weg gelegd. Ook op de rondweg
hebben we een taak voor de wandelaars. Als dit voor
stel door de Raad wordt aangenomen, wil ik de aan
tekening hebben, dat ik heb tegengestemd.
De hear Santema: Foar in part bin ik it wol mei de
hear Taylor Parkins iens. Hy hat de finger op it seare
plak lein. Ut 'e praktyk witte wy, dat lans hearen we
gen de benzinepomp.stasjons meastentiids alder
heislikst malle dingen binne. Hjir binne twa partijen:
de Gemeente wol har yndustryterrein kwyt en Aral
wol him dêr fêstigje en stelt it bitingst: dan moat ik
dêr en dêr in benzinestasjon ha. Dat liket my op him-
sels goed keapmanskip, mar litte wy ek sjen der üt
to heljen hwat der yn sit. En lit om dat benzinestasjon
in stik grien, beammen, oanlizze, in öfskieding dus fan
it lan, dat nei de Bernepleats op giet. Dan soene, leau 'k
beide partijen dêrmei tsjinne wêze.
De heer Van der Schaaf (weth.): Ik kan de heer
Taylor Parkins nog steeds niet toegeven, dat hier iets
gebeurt, dat in strijd met het uitbreidingsplan is. In
dertijd is dit er niet op getekend, maar toen ging het
over het uitbreidingsplan in hoofdzaken. Dat er nu een
dergelijk ding bijkomt kan ik niet zien als een beleids
fout van het College waar terecht de vinger op zou
kunnen worden gelegd. Wel, als het buiten de Raad
om zou gebeuren, maar nu niet, want de Raad is de
instantie, die het uitbreidingsplan vaststelt en in dit
geval is het ook weer de Raad die zegt: Ja, dit kan er
nog bij. Ik kan de heer Taylor Parkins niet betwisten,
dat het voor een fietser prettiger is om niet door ver
keer van tankende auto's te worden gesneden, maar
men ziet dit toch ook op andere plaatssen gebeuren.
Uiteindelijk moeten we, als we auto's willen hebben,
natuurlijk ook tankstations hebben. U moet het nog
eens overwegen in de korte tijd die U daar nog voor
hebt. Ik zou zeggen, dat U na deze toelichting wel over
uw bezwaar heen zou kunnen stappen.
En de hear Santema woe dêr hwat biplanting om.
hinne hawwe. Dêr moatte wy noch mar ris oer tinke.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W. met de aantekening, dat de heer Taylor
Parkins geacht wil worden te hebben tegengestemd.
Punt 13 (bijlage no. 156).
De hear Klijnstra: It is net de earste kear, dat it
gefal oan 'e oarder is, dat groun, dy't yndertiid yn erf
pacht jown is, forkocht wurdt. Fan de bütenwacht
hawwe wy hearre moatten, dat it wol hwat öffalt, dat
wy hjir yn dizze Rie nou neat mear fan sizze. Derom
soe 'k it graech yn dizze iepenbiere sitting dochs noch
efkes düdlik stelle wolle: hjir is in riedsbislüt fallen; dêr
wiene wy it net mei iens, mar de mearderheit wolle wy
folgje en wy fiele der net foar om nou eltse kear hwan.
near't groun dy't yn erfpacht ütjown is, forkocht wurdt,
tsjin to stimmen. Wy fine dat net réeel en ek net sinfol.
De hear Van der Schaaf (weth.)Ik hoopje, dat
de opmerking fan de hear Klijnstra op it plak komt,
dêr't dy foar ornearre is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 14 en 15 (bijlagen nos. 159 en 160).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 154).
De heer Heidinga: Op zichzelf heb ik er natuurlijk
helemaal geen bezwaar tegen. Maar in de laatste zin
staat: „tenslotte delen wij U mede, dat wij nog een
nader onderzoek zullen instellen naar de vraag in hoe
verre de van februari 1964 daterende begroting in ver
band met de stijging van lonen en materiaalkosten wij
ziging behoeft."
Dat zou ik nu graag hier direct bij gehad hebben.
Wij dragen nu aan een aannemer op die restauratie
te verzorgen, maar het stuk zegt direct al: het zal wel
duurder worden.
Nogmaals, ik zal me er niet tegen verzetten, maar
ik zou het prettiger gevonden hebben, dat dit meteen
bekend was geweest. Dan hadden we echt kunnen oor
delen hoe de zaak lag.
De heer Van der Schaaf (weth.): Misschien kun
nen we, als we het voorstel volgen, met één verhoging
gereed zijn. Als we het nu niet doen, zonder dat we
het met de aannemer eens zijn geworden, hadden we
misschien wel twee keer moeten komen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 17 t/m 23 (bijlagen nos. 146, 157, 131, 145, 132,
140 en 129).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 24 (bijlage no. 147).
De heer G. de Vries: ïn het algemeen kunnen we
met de strekking van deze raadsbrief wel instemmen.
Het is inderdaad zo, dat de beveiliging voor gevaren
van kinderen in de eerste plaats een taak is van de
ouders. Maar waar het hier om gaat en waar de heer
Gejas in zijn adres aan de Raad op gewezen heeft, is
de situatie rond de Potmargebrug. Wij hebben die zaak
eens ter plaatse bekeken en het is mij wel opgevallen,
dat de situatie inderdaad bijzonder gevaarlijk is. Aan
de Potmargebrug die precies ophoudt, waar hij de
Potmarge overkluisd heeft zitten geen vleugels.
Daar ligt een stuk trottoir met daarnaast een talud
dat vrij steil afloopt. Wij kunnen ons de zorg, waarin de
ouders van kinderen, die op die trottoirs spelen, levendig'
voorstellen. Daarom spijt het me te moeten consta
teren, dat er in deze raadsbrief over deze situatie
zo gemakkelijk is heengegaan. We kunnen dit niet
vergelijken met waterpartijen in plantsoenen e.d. Het
gaat hier om een stuk trottoir, dan onmiddellijk grenst
aan de Potmarge en ik kan me voorstellen, dat de
situatie, zoals die daar ligt, dagelijks gevaar oplevert
voor kinderen, die op autopeds e.d. regelrecht de Pot
marge kunnen inrollen, wanneer ze een misslag maken.
Daarom zou ik graag aan Uw College willen vragen
of het toch niet mogelijk is om aan weerszijden van
de brug die voorzieningen te treffen, die nodig zijn om
de veiligheid van op het trottoir spelende kinderen te
vergroten.
De heer Kamstra: Met hetgeen de heer De Vries
zopas heeft gezegd kan ik volkomen akkoord gaan.
Ik kan me ook indenken, dat heel wat ouders in
zorg zitten, wanneer er in hun buurt open waterpar.
tijen zijn. Nu kan men want dat staat hier in de
raadsbrief zeggen, dat de zorg voor de kinderen
primair behoort aan de ouders. Ik zou dit niet graag
willen tegenspreken, maar we moeten toch wel even
bedenken dat hier de heer De Vries heeft dat zopas
ook gezegd een bijzonder moeilijke situatie ligt. Het
trottoir ligt direct bij het water. Nu kunnen we zeg
gen: Pas dan op je kleinen, maar je meent soms, dat
de kinderen dicht bij huis aan het spelen zijn, terwijl ze
juist het gevaar hebben opgezocht. Ik kan me daar
naast het standpunt van het College indenken. Alle
waterpartijen omrasteren is een kostbare zaak. On
danks dat ik het in de grond van de zaak wel met het
College eens moet zijn dat primair de zorg voor
de kinderen is aan de ouders en niet aan de overheid
zou ik toch iets willen zeggen. Wanneer het College
toch nog kans ziet hier iets te veranderen, waar
door de onveiligheid kan worden verkleind of weg
genomen, laat het dan niet na. Probeer eens te be
denken wat de mogelijkheden zijn om hierin verande
ring te brengen.
De hear Klijnstra: Wy slute üs ek graech oan by
de beide foarige sprekkers. Mar der komt nei myn bi-
tinken noch hwat by. It Kolleezje en de Rie binne for-
antwurdlik foar de skjinnens fan it wetter; en it wet
ter is net skjin, mei it gefolch, dat, hwannear't der ris in
bern ynfalt, dêr ridlik gau sykten üt fuort komme
kinne. Allinnich al üt dit eachpunt fyn ik it wichtich
genöch, dat der dochs hwat oan dien wurdt. It hoecht
nei myn bitinken net in djüre ófrastering to wurden,
mar dat lit ik graech oan it Deistich Bistjür oer.
De hear Santema: Lyk as B. en W. is ek üs fraksje
fan bitinken, dat de soarch foar de bern yn it foarste
plak bij de alden heart. Soene wy wier alles öfrasterje
moatte, hwat der by üs yn'e stêd oan wetter is, dan
wie der gjin ein fan. Ik tink nou bygelyks hjir niis
neamd troch de hear Kamstra oan de fivers yn it
Nijlan mei dêrnêst de flats oan it Van Harinxmakanael.
Sawn flats mei forskate hüshaldings, in doarp suver mei
elkoar, mei in soad lytse bern, dêr't einliken foar jildt,
dat se aloan yn gefaer binne. It liket my net mooglik
foar in gemeentebistjür om hjiryn to foarsjen. Ik haw de
sitewaesje by de brêge oer de Potmarge, by de Pieter
Stuyvesantwei noch ris efkes opnommen fan 'e middei.
En lyk as ik al miende, hat de Gemeente dêr ek mate.
riael delset om immen üt it wetter to heljen. Fierders
Is de sitewaesje by de Potmarge sa, dat, ütsein it
smoarge wetter, de wallen der allegearre stadich del-
drage en suver de bern noegje yn de ünderwal to krü-
pen. Mar oan de earste soarch dy't de Gemeente hat, is
foldien en dat moat ik hjir dochs wol efkes fêststelle,
fral omdat wy de mooglikheit ek net sjogge om hjir
rounom foar to soargjen. Wy kinne it üs tige goed yn-
tinke, dat mynhear Gejas dit brief oan B. en W. en de
Rie stjürd hat. De sitewaesje is dêr hwat it stjonkende
wetter oanbilanget ek wol alderheislikst min. Tafallich
lies ik yn de Ljouwerter Krante fan 1898 dat B. en W.
fan Ljouwert doe oan de Gemeenterie ütsteld hawwe,
om in daem yn 'e Potmarge to lizzen, 170 meter fan
de as fan de spoardyk óf en dan oan de südkant. Dêr
kaem fansels in stoarm fan protesten tsjin, hwant dan
soe it smoarge wetter fan it striekartonfabryk alle
gearre yn 'e Potmarge komme en dêr soe Huzum rnei
opfrist wurde. De Potmarge wie dus 70 jier forlyn ek
al in probleem. En nou sille wy in rioelwettersuverings-
ynstallaesje yn koarte tiid réalisearje. Bij de biwenners
fan de P. Stuyvesantwei waeit op moaije simmerdagen,
hwannear't de wyn süd of südwestlik is, de neare rook
fan de Potmarge har huzen en sliepkeamers yn. In ta.
stan dy't net mear bistean mei. En ik kin dan ek al
linnich mar, ek üt namme fan myn fraksje, der op oan.
stean, dat de wurksumheden, dy't dien wurde moatte
foar de rioelwettersuveringsynstallaesje, yn it heechste
tempo ütfierd wurde.
De heer Van der Schaaf (weth.)De verschillende
sprekers hebben gezegd, dat ze het met de strekking
van de brief aan de Raad wel eens zijn. Dat is wel
aangenaam, maar nu moet natuurlijk niet de mening
postvatten, dat het College er geen oog voor zou heb
ben, wat het betekent voor ouders, wanneer daar een
ongeluk gebeurt. Dat is altijd diep tragisch. Wij kun
nen er niet optreden op de manier als door de heer
Gejas gesuggereerd, maar dat neemt niet weg, dat het
College bereid is om voor die punten, waar het extra
gevaarlijk is zoals hier bij de brug over de Potmar
ge, door het ontbreken van vleugels na te gaan,
wat er aan te doen is. Dat hoeft dan ook niet beperkt
te blijven tot dit ene punt, maar waar het extra gevaar
lijk is, moeten we ook iets extra's doen. En ik wil
graag toezeggen, dat we dit nog eens met spoed zullen
bekijken. In het algemeen wordt het standpunt wel
door de Raad overgenomen, dat dit niet overal kan
gebeuren, want het in conditie houden van zo'n afras
tering is moeilijk.
De hear Santema wol graech, dat de wurksumheden
oan de suveringsynstallaesje mei de greatste haest üt
fierd wurde. Ik leau, dat elkenien yn dizze stêd it dêr
mei iens is. Yn elts gefal is it Kolleezje der fan oer-
tsjüge, dat it sa gau mooglik barre moat. En wy binne
der dan ek mei dwaende.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 25 (bijlage no. 162).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 26 (bijlage no. 149).
De heer Kanistra: Het is niet vreemd, dat we dit
voorstel met grote belangstelling hebben gelezen, om
dat hier wordt voldaan aan iets wat wij beslist niet
verwachtten. In de vergadering van 8 september is er
een gedachtenwisseling in de Raad geweest over deze
punten. Het College deed afstand van de plannen, die
door de Spoorwegen werden voorgesteld en kwam met
een eigen gedachte. Die eigen gedachte was het bou
wen van een verkeerstunnel tussen de Schrans en het
Zuiderplein, alsmede het verhogen van een gedeelte
van de spoorbaan LeeuwardenGroningen tussen de
spoorwegovergang in de Schrans en de spoorbrug over
de Tijnje. We dachten toen, dat het allemaal niet zo
vlot zou gaan, omdat de Spoorwegen tot nu toe niet
zo gemakkelijk te overreden waren om hun eigen plan
nen te laten vallen en die van anderen te accepteren.
Wij zijn verheugd, dat het voorstel van het College,
dat in de Raad van 8 september is aangenomen, door
de Spoorwegen althans als gespreksbasis is aanvaard.
Wij zullen dit voorstel voor een voorbereidingskrediet
met graagte steunen.