Punt 24 (bijlage no. 64).
Mevr. Joustra-Bijker: Voor ons ligt een voorstel
om kredieten beschikbaar te stellen voor de stichting
en inrichting van twee scholen in het Iel&n. Het ver
heugt onze fractie ten zeerste te kunnen constateren,
dat de bouw van scholen in dit deel van de stad vlotter
verloopt dan b.v. in het Nijlan is gebeurd. Het is im
mers van groot belang, dat kinderen, die in een nieu
we wijk komen te wonen, zo gauw mogelijk het lager
onderwijs kunnen volgen in een school, die niet te ver
van hun ouderlijk huis is verwijderd. Het ideale is na
tuurlijk: huizen klaar, scholen klaar. Ik weet, dat het
met de scholenbouw nogal erg moeilijk staat. Er zijn
strenge voorschriften van Den Haag en ik vraag me
wel eens af: Waar moeten we met ons onderwijs naar
toe, want hoe kan er in deze scholen (voor elk leerjaar
een klasselokaal en verder niets) onderwijs worden ge
geven, dat aan de eisen van deze tijd voldoet, vooral
wat betreft de expressie-vak ken, zoals handenarbeid en
lichamelijke opvoeding? Ik denk hier b.v. nog aan een
speel-werkklas voor het eerste leerjaar, waar een groter
lokaal voor nodig is dan de lokalen met de hier aan
gegeven afmetingen. Zo'n klas is bedoeld om de over
gang van het kleuteronderwijs naar het lager onder
wijs beter te doen verlopen. Ik denk hierbij tevens aan
een ruimte om activiteiten te bedrijven, waarbij alle
leerlingen van de school betrokken zijn, dus van veel
belang voor de sociale vorming. Zo zou ik nog wel een
poosje kunnen doorgaan, maar dat bewaar ik nog wel
eens voor een andere keer. Wel heb ik met vreugde
geconstateerd, dat er plaats is gereserveerd voor een
zevende lokaal en een gymnastieklokaal en bij mij
komt dan ook de vraag op: Kan al medegedeeld wor
den, wanneer ongeveer deze lokalen er bij gebouwd
kunnen worden?
De heer Ten Brug (weth.): Mevr. Joustra heeft tot
haar vreugde kunnen constateren, dat het met de
scholenbouw in het Iel&n wat beter en gemakkelijker
gaat dan in het Nijlan. Dat is, geloof ik, een gevolg
van het indertijd door de Raad genomen, wijze besluit
om de scholenbouw in het Ielan zowel voor het open
baar als voor het bijzonder onderwijs gelijkelijk aan
te pakken. De Raad is daarmee bekend. Alle urgenties
die door de schoolbesturen en door de Gemeente zijn
verkregen, zijn, populair gezegd, ,,in één pot gebracht".
De scholen worden in het Ielan, zoals wij ons hadden
voorgesteld, aan de lopende band gebouwd. Er dreigde
een kink in de kabel te komen door de verandering in
de financiering. Zoals U weet. wordt die nu door de
Minister via G.S. een klein beetje geregeld. Maar ook
tot onze vreugde zullen na de ene school, die, naar wij
hopen, in september gereed zal zijn en dichter ligt
bij de blokken N.B.I.-woningen, die nu reeds bewoond
worden, achtereenvolgens drie andere scholen kunnen
worden gebouwd, zodat wij daar ook inderdaad de be
woning kunnen bijhouden.
Verder heeft mevr. Joustra nog een aantal opmer
kingen in positieve zin gemaakt, maar, zegt zij, het
zou nog mooier geweest zijn als. Zij heeft er echter
ook bij gezegd, dat wij aan vele beperkingen gebon
den zijn. Bovendien is er nóg een beperking, die de
Raad zich indertijd zelf heeft opgelegd, n.l. dat de scho
len die nu gebouwd worden, repetitie zijn van de school,
die er al gebouwd is; dus het gaat hier niet over een
nieuw plan. Daarom is ook vanavond het plan op zich
zelf niet aan de orde. Ik ben het met mevr. Joustra
eens, dat het wellicht nog mooier zou zijn, wanneer
wij deze scholen wat meer ruimte van binnen zouden
kunnen geven. Mevr. Joustra heeft ook al in het plan
gezien, dat de mogelijkheid van een extra lokaal en
hier en daar van een gymnastieklokaal ook aanwezig
is. Er is op dit moment niets van te zeggen, wanneer
het extra lokaal zou kunnen worden gebouwd. Het kan
zijn, dat dit moet worden gebouwd met het oog op het
aantal leerlingen, dat deze school bevolkt, maar vermoe
delijk bedoelt mevr. Joustra, dit niet. Die zou dit extra
lokaal graag als vaklokaal zien gebruikt. Dat is een
zaak, waarbij waarschijnlijk ook de financieringsmoge
lijkheden van Rijk en gemeenten een rol spelen. Hetzelf
de geldt voor de gymnastieklokalen. U weet, dat wij
daarvoor urgenties moeten hebben. We kunnen op dit
moment de gymnastieklokalen niet bouwen. We zijn be
zig na te gaan, waar wij die nog zouden moeten hebben
en hoe wij deze over do stad zullen plannen. Het is mijn
bedoeling ook dit in samenspel te doen met de vereni
gingen, die hier op het terrein van het onderwijs werk
zaam zijn.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 25 (bijlage no. 66).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter, om 9.10 uur, de verga
dering.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 13 maart 1967
RAADSVERGADERING
van maandag 13 maart 1967.
Aanwezig: 36 leden.
1 vacature.
Voorzitter: de heer J. Tiekstra, loco-burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
deringen van 31 augustus en 30 november 1966.
2. Mededelingen.
2a. Verlenen van ontslag aan J. Gooijenga als direc
teur van de Dienst voor Sociale Werkvoorziening (bij
lage no. 90).
3. Benoeming van:
a. een lid van de Commissie van bijstand voor het
Slachthuis, de Veemarkt en de Markt en Haven
dienst;
b. een lid van de Commissie van bystand voor de Rei-
nigings- en Ontsmettingsdienst
c. een gedelegeerde van de Gemeente in het bestuur
van de Bakkers vakschool (dag- en avondonderwijs)
te Leeuwarden, uitgaande van de Stichting voor
vakopleiding en examens in het bakkersbedrijf te
's-Gravenhage;
d. een lid van het bestuur van de „Woningvereniging
Leeuwarden".
4. Bekrachtiging van de aankoop van de percelen
Fabriekssteeg 36a en Willem Sprengerstraat 16 (bij
lage no. 79).
5. Aankoop van een aantal percelen (bijlage no. 78).
6. Verkoop van een aantal percelen erfpachtsgrond
(bijlage no. 75).
7. Verkoop van overbodig depot uit het museum
„Het Princessehof" (bijlage no. 81).
8. Verpachting van de boerderij 't Vierhuis met bij
behorende landerijen aan H. van der Werf, alhier (bij
lage no. 76).
9. Verpachting van een aantal percelen grond en
water (bijlage no. 77).
10. Verhuur van een perceel en perceelsgedeelte
tuingrond, resp. gelegen aan de noordzijde van de Bad-
weg en tussen de Huizumerlaan en de Potmarge, aan
de Vereniging tot uitgifte van percelen tuingrond te
Huizum (bijlage no. 74).
11. Onbewoonbaarverklaring van 4 woningen (bij
lage no. 89).
12. Stichting van een houten gebouw ten behoeve
van de stedebouwkundige afdeling van de dienst der
Openbare Werken (bylage no. 88).
13. Bouw van een vaste Prins Hendrikbrug (bij
lage no. 86).
14. Beroep van A. Boukes, alhier, tegen de weige
ring van een door hem gevraagde bouwvergunning
voor de uitbreiding van een wagenschuur bij het per
ceel Goutumerdyk 11 (bijlage no. 82).
15. Aanleg van parkeerhavens langs de noordwest-
zyde van de Van Loonstraat (bijlage no. 80).
16. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de
Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scho
len met de Bijbel te Huizum, alhier (bijlage no. 73).
17. Toekennen van voorschotten op vergoedingen
van stichtingskosten, kosten van huur en exploitatie
kosten voor bijzondere kleuterscholen over het jaar
1967 (bijlage no. 84).
18. Vaststelling van een Verordening betreffende
het plaatsen van benzinepompen op of aan openbare
wegen (bijlage no. 83).
19. Verzoek van het bestuur van de Fryske Nasjo-
nale Partij om adhesie te betuigen aan de voorstellen
in haar „Memorandum betreffende de Financiële-Ver-
houdingswet 1960" aan de Minister van Financiën en
van Binnenlandse Zaken (bijlage no. 87).
20. Wijziging van de gemeentebegroting en van de
begroting van het Grondbedrijf voor het dienstjaar
1966 (bijlage no. 85).
De Voorzitter: Op 4 maart 1967 is overleden mevr.
Ringenaldus-Van der Wal, die van 27 november 1946
af lid van Uw Raad is geweest. Zij heeft tevens zitting
gehad in de commissies van bijstand van de Gemeente-
lichtfabrieken, de Openbare Werken en de Energie
bedrijven, de Commissie ex art. 8 Woonruimtewet 1947
en de Commissie voor de woonruimteverdeling, in het
Bestuur van de Woningbouwvereniging „Leeuwarden"
en van de Stichting Bejaardencentrum „Greunshiem"
en zij is gedelegeerde van de Gemeente geweest in het
bestuur van „Het Baken", de Vereniging voor Chris
telijk Nijverheidsonderwijs (Chr. Industrie- en Huis
houdschool) en van de Vereniging „De Leeuwarder In
dustrie- en Huishoudschool".
Ik heb behoefte om bij de aanvang van deze zitting
haar te gedenken als een raadslid, dat op haar wijze,
met zeer veel belangstelling, op verschillende plaatsen
de Gemeente heeft gediend; zij zal in onze herinnering
blijven voortleven als een warm-meelevend lid van de
Gemeenteraad van Leeuwarden.
De heer Van Balen Walter: Mevr. Ringenaldus was
in ons midden een zeer bekende verschijning, zoals U
reeds heeft gememoreerd; heeft zij niet in de eerste
plaats uitgeblonken door de lengte van spreektijd hier
in de Raad, in diverse commissies en in verschillende
andere vertegenwoordigingen heeft zij voor de Raad
zeer veel werk verricht. Ik meen, dat het op mijn weg
ligt namens de Raad haar hier te gedenken en dank
te brengen voor het vele werk, dat zij voor ons en voor
de gemeente Leeuwarden heeft verricht.
De Raad heeft deze woorden staande aangehoord.
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
Sub A.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub B.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub C en D.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Sub E.
De Voorzitter: Voorgesteld wordt dit adres voor
kennisgeving aan te nemen, aangezien nog geen ver
zoek om medewerking is binnengekomen. Nu dit blij
kens een brief van de plaatselijke V.V.V. van 8 maart
1967 thans wel het geval is, kan ik U mededelen, dat
deze zaak bij het College nog niet tot een definitief
standpunt heeft geleid.
De heer Heidinga: Komt dit stuk van de V.V.V. nu
in bespreking?
De Voorzitter: Dit lijkt mij wat voorbarig, nu B. en
W. zelf op dit ogenblik terzake nog geen standpunt
hebben.
Nu de situatie, onder punt e vermeld, inmiddels is
achterhaald, achten wjj het nuttig het schrijven van
V.V.V. aan U door te geven, opdat U in ieder geval
kennis krijgt van de inhoud daarvan.
B. en W. komen er stellig op terug.