4
onze huidige verhouding zou moeten toespreken. In
mijn herinnering aan genoemde tijd staat U voor mij
als nestor mag ik dit wel iets minder parlementair
zeggen, geloof ik als het jonge broekje, dat ieders
lof afdwong, door de energieke en bekwame wijze waar
op het de hem toevertrouwde taak vervulde. U hebt
destijds hier voortreffelijk werk verricht. En dat dit
door Uw superieuren ook zo werd gezien, blijkt uit de
snelle promotie, die U kort nadien in Den Haag hebt
gemaakt.
U bent benoemd tot eerste burger van Leeuwarden,
tevens tot Voorzitter van de Raad, die volgens de Ge
meentewet aan het hoofd van de gemeente staat. U
zult alszodanig leiding moeten geven bij het bestuur
van de gemeente. Een werk, dat naar mijn mening een
sterk zakelijke kant heeft. Ik hoop, dat U dit met mij
eens zult zijn, omdat het een belangrijke basis voor
een goede samenwerking zal zijn. Op grond van de
schildering, die de voorzitter van het Produktschap
voor granen, peulvruchten en wat er dan nog bij komt,
bij Uw afscheid omtrent Uw persoon gaf, mogen wij
ver-wachten een Voorzitter te krijgen, die problemen
weet aan te pakken, er zich in weet te verdiepen en
ze weet op te lossen. Welnu, ik geloof, dat U in Leeu
warden Uw lusten kunt botvieren. Problemen hebben
wij hier genoeg. En als dan ook nog waar mag zijn,
wat de heer Kadijk van U vertelde, n.l., dat U, zonder
iemand een cent tekort te doen, met cijfers en geld
weet te toveren, wel, dan gaan we met U een schone
toekomst tegemoet. U treft het in dezen. Wij staan
net voor de behandeling van de begroting. U kunt
direct aan de slag.
Voor één ding wil ik U even waarschuwen. Wees
niet al te zeer teleurgesteld, wanneer U mocht ervaren,
dat het bij gemeentezaken wel eens moeilijk is om in
een vlot tempo resultaten te bereiken. Moeizame be
sprekingen en onderhandelingen zijn vaak vereist. Maar
gelukkig kunt U hiervoor teruggrijpen op Uw praktijk
op internationaal terrein. Ook daar gaan de zaken vaak
heel moeilijk en langzaam. En volgens getuigenis van
terzake deskundigen hebt U op dit terrein Uw sporen
verdiend.
Op grond van wat ik hiervoor heb gezegd, meen ik.
dat we met vertrouwen Uw arbeid in dienst van onze
gemeente tegemoet mogen zien. Ik zeg U bij deze ar
beid gaarne de medewerking van de Raad toe en spreek
de hoop uit, dat Uw nieuwe werkkring U voldoening
mag schenken en dat Uw benoeming voor onze ge
meente een gelukkige mag blijken te zijn geweest.
(Applaus.
De heer 1*. P. de Jong (secretaris)Mijnheer de
burgemeester: Onder het grote aantal vak- en andere
tijdschriften, dat U in de komende tijd op Uw tafel
zult vinden, zult U ongetwijfeld aantreffen „De Neder
landse Gemeente", het weekblad van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten. In dit weekblad trof ik enkele
weken geleden de volgende opmerking aan: „Menige
ambtelijke benoeming draagt het karakter van een on
derscheiding." Nu is er misschien wel te discussiëren
over de vraag, of Uw benoeming een ambtelijke be
noeming is, maar Uw benoeming tot burgemeester van
Frieslands hoofdstad Leeuwarden is een onderschei
ding. Deze onderscheiding is niet gepaard gegaan met
het uitreiken van een insigne voor het knoopsgat van
de revers van Uw jas; deze onderscheiding heeft mee
gebracht, dat de loco-burgemeester U zojuist de ambts
keten heeft omgehangen. Mij dunkt, een hoge onder
scheiding. Met dit feit, met deze benoeming, willen
1400 ambtenaren, op dit moment in dienst van de ge
meente Leeuwarden, U gaarne gelukwensen. Zij, die
tot Uw benoeming hebben geadviseerd, en zij, die er
voor hebben zorggedragen, dat U in deze hoge functie
bent benoemd, hebben in U de persoon gezien, die ge
acht moet worden volledig in staat te zijn de leiding
van het bestuur van de gemeente Leeuwarden in han
den te nemen. U hebt vertrouwen ontvangen. Wij, amb
tenaren, hopen, dat U vertrouwen zult schenken.
Er is in de afgelopen jaren wel eens wat te doen ge
weest over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Er
zijn boerderijen ontruimd, terwijl ook aan onze volks
vertegenwoordiging hoe zou het ook anders kunnen,
nu dit een volksvertegenwoordiging is de werking
van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie niet is ont
gaan. Bij één van de organen van de P.B.O. hebt U
een halve ambtelijke loopoaan doorgebracht in een hoge
functie. U bent nu uit de dienst van een publiekrechte
lijk lichaam getreden en overgegaan naar een ander
publiekrechtelijk lichaam. Als organen, bij één waar
van U in dienst was, bijvoorbeeld door schaalvergroting
of om andere reden, in de komende jaren wijziging zou
den ondergaan, om van opheffing maar niet te spreken,
dan zou deze organisatievorm nauwelijks een kwart
eeuw hebben bestaan.
Dat wat men een gemeente noemt, is van oudere
leeftijd. Dit publiekrechtelijk lichaam is oud, maar, ik
dacht, springlevend. Dit lichaam zult U thans gaan
dienen, ik hoop niet slechts met Uw verstand, maar
ook met Uw hart.
Bestuurders, mijnheer de burgemeester, kunnen
macht uitoefenen dit zal U bekend zijn ambte
naren slechts invloed.
Het bestuur van de organisatie, waarbij U werkzaam
was en dus ook U, omdat U ongetwijfeld invloed
had heeft de laatste jaren met het begrip schaal
vergroting, met het begrip ruimer denken, kennis ge
maakt. Uw contacten hebben zich tot buiten onze
landsgrenzen uitgestrekt. U zult zich bij Uw arbeid in
onze gemeente ook niet door grenzen gebonden zien.
De economische ontwikkeling van Leeuwarden, de in-
dustriaiisatieproblemen, zaken in het culturele en so
ciale vlak en nog vele andere eindigen met op de plek,
waar U vanochtend bent ontvangen. U zult ook hier
in Leeuwarden over een ruime blik moeten beschikken.
Zij die mèt U de belangen van de gemeente Leeuwarden
trachten te dienen, hopen oprecht, dat zij in de ver
wachtingen, die zij terzake van U hebben, niet zullen
worden teleurgesteld. U staat morgen nieuw en fris
en, naar ik aanneem, vol enthousiasme voor Uw
nieuwe taak. Voor U geldt niet, dat U morgen zult
weten op grond van feiten die vandaag vaststaan
-, wat U bij het besturen van Leeuwarden gisteren
had moeten doen. U staat vooralsnog onbevooroordeeld
tegenover de vraagstukken van Leeuwarden. Ook U
zuit ambtelijke adviezen niet kunnen missen. Het be
lang van de gemeente Leeuwarden en dus van haar
inwoners gaat het ambtenarenkorps zeer ter harte,
mijnheer de burgemeester. Wij hopen, dat U visie zult
hebben, dat U de ontwikkeling van Leeuwarden breed
zult zien. Want wie voorop gaat, kan zich niet om
kleinigheden bekommeren. U hebt reeds gezegd, dat U
tezamen met anderen zult gaan werken aan wat men
pleegt te noemen de leefbaarheid van stad en omge
ving, aan verhoging van de welvaart van de bewoners
en dan niet alleen in materiële zin. Samenwerking is
daarbij noodzakelijk, maar de wijze, waarop deze sa
menwerking wordt betracht, is meestal beslissend voor
het resultaat.
Tijdens het laatste congres van de IULA, de Inter
nationale Vereniging van Gemeenten, enkele weken ge
leden in Bangkok gehouden, heeft een Engelse hoog
leraar in zijn voordracht opgemerkt, dat Nederland één
van de weinige landen ter wereld is, waar de gemeen
telijke administratie „clean" is. U zult bemerken ik
durf dat te zeggen dat dat ook in Leeuwarden het
geval is.
Vele belangrijke zaken, mijnheer de burgemeester,
zult U voorgelegd krijgen. Voor vele andere zult U de
initiatiefnemer dienen te zijn. Het zal U duidelijk wor
den, dat niet slechts de uitbreiding van de bebouwde
kom voortdurend onder ogen moet worden gezien, maar
dat in niet mindere mate de binnenstad Uw aandacht
zal moeten hebben. Daarbij zult U ongetwijfeld ook
met de stadhuisvraagstukken in aanraking komen. Het
gebeurt zelden dat weet U dat een gemeente
secretaris in een bijeenkomst van de Raad het woord
voert. Nu ik deze gelegenheid wèl heb, zij het mij ver
gund U er reeds hier op te attenderen, dat de bewoners
van dit Stadhuis en van e.ikele panden in de onmiddel
lijke omgeving, het bijzonder zouden betreuren, als het
Leeuwarder stadhuisplan de weg zou moeten gaan van
de stadhuisplannen van menige andere grote stad, om
van het plan van de hoofdstad des lands maar niet te
spreken. Een snelle oplossing is hier noodzakelijk en
wel zodanig, dat toch zeker bij Uw pensionering en
liever nog bij de mijne, één groot huis der gemeente,
waar alle secretarie-ambtenaren en vanzelfsprekend de
Raad huisvesting kunnen vinden, zal zijn verrezen.
.6$
5
Mijnheer de burgemeester, U komt niet, zoals men
pleegt te zeggen, uit het vak; de heer Tiekstra heeft
dat al opgemerkt. Laat U daardoor niet ontmoedigen
bij het werk dat U wacht. Volgens een onderzoek van
de Carnegiestichting was bij ingenieurs slechts 15%
van hun succes toe te schrijven aan hun technische
kennis, doch 85% aan hun persoonlijkheid en aan hun
bekwaamheid om leiding te geven. Dat dit ook voor
U moge gelden.
De groei van Leeuwarden op allerlei terrein zal on
getwijfeld in de komende decennia veel en veel groter
zijn dan in de jaren die achter ons liggen. Voor Uw
aandeel hierin, voor de leiding, die U hieraan zult heb
ben te geven, kunt U voor de volle 100% een beroep
doen op de medewerking van het gehele ambtenaren
korps. Ik durf hier ook zeggen, dat Leeuwarden een
groep bestuursambtenaren heeft, die het vermogen be
zit zich te kunnen aanpassen aan de wensen van
hun, dikwijls tijdelijke en politieke, bestuurders. Zoals
een coach van een voetbalelftal weet, hoe belangrijk
een goede mentale instelling van zijn spelers is om
tot een goed team te komen, zo zult U ook ongetwij
feld in Uw loopbaan hebben ervaren, dat slechts als Uw
medewerkers zich gelijkgerechtigd voelen als mens, het
maximum aan resultaat kan worden behaald. Wij, amb
tenaren, staan gaarne gereed U bij Uw inspannende,
maar mooie taak bij te staan. Wat mij persoonlijk
betreft, op mij kunt U rekenen. Ik moge U veel succes
toewensen. (Applaus.)
De Voorzitter: Mag ik nog een enkel woord tot U
richten, leden van de Raad?
Het heeft mij bijzonder verheugd, dat juist U het
bent, mijnheer Van Balen Walter, die mij als nestor
van de Raad heeft toegesproken. Reeds in een vroe
gere periode heb ik het voorrecht gehad U herhaalde
keren te mogen ontmoeten. U hebt daar zelf in Uw
toespraak op gewezen. Onze persoonlijke contacten,
welke zijn gelegd onder wel uitzonderlijk moeilijke om
standigheden, moeten een goede basis vormen voor
een vruchtbaar overleg tussen U en mij. En daarmede
hoop ik mede een brug te hebben voor mijn contacten
met andere leden van de Raad. Ik wil U gaarne dank
zeggen voor de vriendelijke woorden, welke U namens
de Raad tot mij hebt gericht. Ik wil U ook hartelijk
dank zeggen voor de steun, die de Raad bij monde
van U mij heeft toegezegd. Ik ben U daar bijzonder
erkentelijk voor. Tot slot: De adviezen, die U mij hebt
willen geven als nestor van de Leeuwarder gemeente
raad, zal ik graag ter harte nemen.
Mijnheer de gemeentesecretaris. Reeds in de zo
juist door mij gehouden toespraak tot de leden van
de Raad heb ik mijn vertrouwen uitgesproken in een
goede samenwerking tussen U en mij. Dit vertrouwen
is nog gesterkt door de woorden, die U zojuist tot
mij hebt gericht. Daarvoor mijn hartelijke dank. Van
zelfsprekend hoop ik ook met andere medewerkers
van de secretarie, alsmede met de directeuren en
medewerkers van de verschillende diensten, in een pret
tige sfeer op vruchtbare wijze te kunnen samenwerken
in het belang van de gemeente Leeuwarden.
U hebt gezegd, dat de benoeming tot en het ambt van
burgemeester een onderscheiding is. Ik heb daar met
belangstelling kennis van genomen en ik wil U eerlijk
zeggen, dat ik het ook zo heb aangevoeld.
Ik ben erkentelijk voor het vertrouwen, dat U mij
al op voorhand hebt willen schenken. U hebt ook ge
vraagd van mijn kant vertrouwen aan U te schenken;
ik doe dat volgaarne, mijnheer de gemeentesecretaris.
Ik ben mij ook bewust uit de gesprekken, welke ik
reeds met U heb mogen voeren, is mij dit duidelijk ge
worden dat ik inderdaad in een springlevende or
ganisatie terecht ben gekomen.
Ik hoop met U, leden van de Raad, vruchtbaar en
goed werk in persoonlijk goede verhoudingen voor de
gemeente Leeuwarden tot stand te kunnen brengen.
Hiermede sluit ik de zitting van de Raad. (Applaus.)