8 mag verwachten, die goedkeuring gemakkelijk te kun nen verkrijgen? Resterende vragen. Zullen er desondanks toch wel bepaalde uitgaven van het ziekenhuis ten laste van de Gemeente blijven? Het huidige ziekenhuis laat thans een nadelig saldo op de begroting zien van f 132.915,Denkt men de oorzaken van dit tekort, die heel nadrukkelijk in het bestaande gebouw gelegen zijn, in de toekomst bij nieuwbouw te kunnen wegnemen? Tot slot wil ik opmerken, dat mijn fractie in grote lijnen stellig akkoord gaat met het voorstel. De heer Kingma: Na alles wat gezegd is door de heer Vellenga en de anderen, kan ik kort zijn. De te keningen van de eigen dienst vond ik bijzonder ruim en goed, maar speciaal de tekening van het ziekenhuis vond ik bijzonder summier en niet bepaald overzichte lijk. Ik had dat anders verwacht van een dergelijk ge specialiseerd architectenbureau. Is er voldoende reke ning gehouden met uitbreidingsmogelijkheden Want al denken sommigen dan, dat we deze bedden over heb ben en dat ze hier en daar wel bijgeplaatst zouden kun nen worden, ik vind, dat we bij dit ziekenhuis toch rekening moeten houden met uitbreidingsmogelijkhe den. De plaats vind ik toch wel gunstig. De uitbreiding van Leeuwarden gaat ook in zuidelijke richting en het verspreid liggen van de ziekenhuizen over de stad acht ik wel gunstig. Iemand, die één van zijn familieleden in het ziekenhuis heeft gehad weet, hoeveel tjjd je kwijt bent, om de patiënt geregeld te bezoeken. De plaats behoeft dus de verdere samenwerking bepaald niet na delig te beïnvloeden. Over het geheel genomen zijn wij zeker wel ingenomen met dit voorstel. De tarieven zijn natuurlijk wel erg hoog. Het wordt langzamerhand een vrij grote luxe om in het ziekenhuis te gaan liggen. Het gevolg van nieuwbouw is echter nu eenmaal, dat de verpleegprijs hoger wordt. Daarom zo spoedig moge lijk bouwen, dan drukken we in elk geval zoveel moge lijk de verpleegprijzen. De heer Sehönfeld: De vorige sprekers hebben reeds diverse positieve punten naar voren gebracht, zodat ik ook korter kan zijn dan aanvankelijk de bedoeling was. In de raadsbrief wordt op pagina 3 t.a.v. het verpleeg tehuis vermeld, dat de verpleegcapaciteit hiervan vol gens het in 1963 overgelegde plan 221 bedden zou be dragen. In de aanbiedingsbrief, behorende bij de ont werpbegroting voor het dienstjaar 1965 staat vermeld dat, ter verkrijging van de goedkeuring van het plan van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksge zondheid de capaciteit moest worden verlaagd. De thans goedgekeurde capaciteit bedraagt 192 bedden. Is er bij de opzet van dit nieuwe plan ook rekening ge houden met een gereserveerde hoeveelheid grondopper vlak voor een eventuele uitbreiding? Ik lees n.l. op blz. 4 dat de gereserveerde ruimte voor de uitbreiding van het ziekenhuis volgens de nieuwe opzet van het plan geheel verloren is gegaan aan de bouw van allerlei dienst- en behandelruimten. Mede met het oog op de toekomst van onze Gemeente en het algemeen heersende tekort aan verpleegruimte meen ik te moeten stellen, dat we met uitbreidingsmogelijkheden van dit kostbare plan wel terdege rekening dienen te houden. Verder zou ik er nog op willen attenderen dat de in principe bereikte overeenstemming met de beide andere ziekenhuisbestu ren over de wenselijkheid tot een onderlinge taakver deling en samenwerking te geraken, mede van het grootste belang voor de volksgezondheid en voor onze Gemeente is. Als een klein voorbeeld hiertoe mogen de plannen dienen tot het stichten van een centrale apo theek en sterilisatie-afdeling, waardoor efficiënter en economischer gewerkt zal kunnen worden, hetgeen ze ker ook weer de volksgezondheid ten goede zal kunnen komen. Het gestelde rendement van bijv. een eigen apotheek op 10.000 zielen, terwijl het ziekenhuis is berekend op 30.000 zielen, kan met een centrale apotheek, voor ieder ziekenhuis afzonderlijk bekeken, aanmerkelijk groter worden, iets dat m.i. zeker de aandacht waard is en een stimulans moet zijn tot een samenwerking op zo groot mogelijke schaal. In het belang van de volksgezondheid in onze Ge meente en ter voorkoming van opnieuw optredende kos tenstijgingen. zou ik, ondanks het feit, dat óók ik een groot voorstander ben van particulier initiatief, zoals de heer Engels ook reeds heeft gesteld, het zeer op prijs stellen, dat er, zodra de financiering van dit plan rond is, ook zo spoedig mogelijk, zowel letterlijk als figuurlijk, spijkers met koppen worden geslagen. De heer Ten Brug (weth.): Mevr. Veder-Smit is begonnen met op te merken, dat het een zeer belang rijk voorstel is. Daar zijn we het allen wel over eens, dacht ik. Wat haar opmerkingen betreffende een te vormen commissie betreft, kan ik U zeggen, dat het inderdaad het voornemen van het College is, in het komend voorstel tot instelling van nieuwe raadscom missies ook de vorming van een Commissie voor de Gezondheidszorg aan de orde te stellen. Deze kwestie is al besproken in een gecombineerde vergadering van de Commissie voor de Openbare Werken en de Finan ciële Commissie, maar ook het College vindt het ont breken van een Commissie voor de Gezondheidszorg een manco. Er is inderdaad sprake van een bijzonder lange voorbereidingstijd. Ik geloof echter, dat het niet geheel juist is, dat wij de huidige plannen vergelijken met die van 1957. We moeten ze vergelijken met het plan 1963. Toen is in deze Raad besloten tot de bouw van een ziekenhuis, welk punt nu weer aan de orde is. De toen uitgetrokken kredieten zullen belangrijk moeten worden overschreden en U hebt gevraagd, hoe dat komt. Mevr. Veder zegt: .Intussen zijn de bestaan de ziekenhuizen wat uitgebreid." Ja, maar sedert 1963 toch niet in belangrijke mate. Een voorbeeld is de uit breiding van de psychiatrische afdeling in het St. Bo- nifatiushospitaal. Ons voorstel betekent, wat het zie kenhuis betreft, in feite een vervanging van het derde in Leeuwarden reeds bestaande ziekenhuis, waar dan ter afronding een klein aantal bedden bij is gekomen. Ik geloof dat het uitgangspunt nog hetzelfde kan zijn als in 1963 want ik zie wat dit betreft geen ver anderingen in de situatie in Leeuwarden. Wat het aan tal bedden betreft kan ik U zeggen dat hier een be rekening wordt gegeven van het aantal bedden, dat wij in een ziekenhuis zouden moeten hebben. Dat be tekent niet, dat het ziekenhuis geen andere „specialis tische bedden" zou kennen. Het uitgangspunt is ook bij dit ziekenhuis, dat het evenals de bestaande andere, een algemeen ziekenhuis zal zijn. Er zijn echter uiter aard superspecialismen, die wij in de kleine zieken huizen niet zullen vinden. Mevr. Veder-Smit heeft ook gesproken over de traumatologie, dat is de ongevallen- chirurgie. Een dergelijke afdeling bestaat in het Dia- konessenhuis en het Gemeentebestuur denkt er uiter aard niet aan dat berust meen ik ook op een goede afspraak tussen de bestaande ziekenhuizen ook in het Gemeenteziekenhuis op dit terrein te gaan werken. Ik geloof, dat wij dan de volksgezondheid inderdaad schade zouden berokkenen. Mevr. Veder-Smit heeft verder een aantal financiële zaken genoemd waarbij naar ik meen een klein misverstand aan de orde is. Een gespecificeerde raming van de installatiekos- ten, ook van die voor het ziekenhuis, ten bedrage van f 3.500.000,lag bij de stukken ter inzage. Die f400.000,zijn inderdaad kosten van medische appa ratuur. De installatiekosten zijn die voor verwarming, luchtverversing, elektro-technische installaties enz., dus de bouwkundige installaties. De vraag of de poli kliniek aan de kleine kant is, kan ik moeilijk zonder meer met een duidelijk ja of nee beantwoorden. Deze plannen zijn echter uitvoerig besproken met de Zie kenhuiscommissie en met de Geneeskundige Inspec teur voor de Volksgezondheid en wij hebben voor deze opzet, dus ook voor de grootte van de polikliniek, toe stemming gekregen. Voor een grotere polikliniek zou waarschijnlijk, ook gezien de bestaande soortgelijke afdelingen in de an dere ziekenhuizen, geen toestemming zijn verkregen. De bouwkosten van het ziekenhuis bedragen inder daad f 115.000,per bed. Zoals de heer Vellenga reeds zei, bedragen de kos ten per bed van onlangs gereed gekomen ziekenhuizen om en nabij de f 100.000,Ik geloof, dat de bereke ning, die de heer Vellenga daarbij heeft gegeven, in derdaad juist is. De psychiatrische afdeling met 30 bedden zou 75 normale bedden kunnen bevatten. Telt U het verschil van die 30 bedden bij de rest op, dan 9 komt U op 225 bedden. Maakt U dan dezelfde deling, dan is het bedrag per bed nog minder dan een ton. Ik geloof, dat wij wat de kosten betreft aan de vei lige kant zitten. Ik heb hier n.l. een overzicht van bouw kosten van de ziekenhuizen die in het eerste halfjaar 1966 gereedgekomen zijn en die bouwkosten resulteren in een gemiddelde verpleegprijs van f 72,60 per ver- pleegdag. Bij het voor ons ziekenhuis berekende bedrag van f 64,75 moet men om tot een vergelijkbaar cijfer te komen plm. f 7,30 aan diverse opbrengsten optellen en dan komt men op ongeveer hetzelfde bedrag. Dat is dus gunstig, want de ziekenhuizen, die ik noemde zijn in het eerste halfjaar van 1966 gereed gekomen en daar is misschien twee a drie jaar over gebouwd. Wij zijn bij de berekening uitgegaan van de prijzen die op dit moment gelden. De als voorbeeld genoemde ziekenhuizen zijn uiteraard met lagere loonkosten ge bouwd en met een lagere rente. Wanneer wij die cijfers kunnen halen, zitten wij wat Leeuwarden betreft, bij zonder gunstig. (Mevr. Veder-Smit: U hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag, hoe U bent geko men op de verpleegprijzen, en uit welke elementen die zijn opgebouwd.) Ja, daar kom ik nog op. Wij zijn uit gegaan van een gemiddelde verpleegprijs. Wanneer wij met een klasse-indeling zouden werken, zou de prijs voor derde klas verpleging lager liggen dan f 64,75. Wij hebben bij de stukken de prijzen van Leiden ter inzage gegeven. Daar komt derde klas ver pleging ongeveer op hetzelfde bedrag. In dat geval is het niet de gemiddelde prijs. Er is n.l. nog een ver pleegprijs vastgesteld voor respectievelijk de eerste en tweede klas. De gemiddelde prijs ligt dan hoger dan de derde-klas-prijs. Wanneer wij de normen, die het Centraal Orgaan voor Ziekenhuistarieven aanhoudt, zouden hanteren, zouden wij met klasse-indeling, ko men op prijzen van f 92,f 76,en f 61,per dag voor resp. 2e, 2e en 3e klasse. Een prijs dus, lager dan die nu in het nieuwe zie kenhuis in Eindhoven wordt berekend. Rest de vraag, hoe wij deze prijs berekenen. Daar bij zijn de normen aangehouden, die het Centraal Or gaan voor Ziekenhuistarieven gebruikt. Bij de berekening worden drie groepen onderschei den, n.l. de lonen, de investeringskosten en de overige kosten. De lonen worden, na aftrek van kosten van inwoning en bewassing berekend op f 32,25 per ver- pleegdag. De investeringskosten (afschrijvingen, inte rest) op f 29,per verpleegdag. Ik mag er op wijzen dat hier ook al uit blijkt, dat de variabele kosten in feite hoger liggen dan de investeringskosten. Dat ver schil zal in de toekomst steeds groter worden, omdat wij zeker een verdere verhoging van de lonen, ook in de ziekenhuissfeer, kunnen verwachten. De overige kosten werden berekend op f 10,80. Men komt dan op een totaalbedrag van f72,05, waarvan dan voor di verse opbrengsten f 7,30 moet worden afgetrokken. De berekende verpleegprijs bedraagt aldus f 64,75. Eenzelfde berekening is voor het verpleeghuis ge maakt. Het uitgaan van de normen, opgesteld door het Cen traal Orgaan voor Ziekenhuistarieven is een voorwaar de voor het verkrijgen van goedkeuring van de bere kende verpleegprijs. Er zal dus ook naar een zodanige personeelsbezet ting moeten worden gestreefd, dat we deze normen kunnen halen. Anders zullen wij de berekende prijs niet in rekening mogen brengen. Dat geldt niet alleen voor ons gemeentelijk ziekenhuis, maar ook voor particu liere ziekenhuizen. We zouden dan met tekorten komen te zitten. De samenstelling van de prijs voor het ver pleeghuis bestaat uit f 21,40 aan lonen, f 8,05 aan in terest, f 15,winst en overige kosten f7,65, tezamen f44,25. Daar gaat dan af f 1,60 aan diverse opbreng sten en we komen dan op het bedrag van f 42,65. De heer Vellenga heeft er op gewezen dat het voor stel in 1963 een totaalopzet bevatte. Met deze totaal- opzet verkrijgt U vergelijkbare cijfers door de ver pleegprijs per dag voor ziekenhuis en verpleeghuis te vermenigvuldigen met resp. 64.000 en 66.500 verpleeg- dagen. Mevr. Veder-Smit heeft een aantal opmerkingen ge maakt over de beheersvorm en een aantal andere spre kers is haar daarin gevolgd. Het College is zeker be reid om te bekijken of het dienstig is de G.G.D. om zo te zeggen te splitsen, zodat de bestaande dienst een beperkte omvang behoudt en voor dit ziekenhuis en verpleeghuis een afzonderlijke tak van dienst in het leven wordt geroepen. Inderdaad hebben wij de goedkeuring op deze plan nen van de Ziekenhuiscommissie. Die geldt met name voor het aantal bedden. De goedkeuring voor deze kleine verandering is echter niet nodig. Tenslotte heeft mevr. Veder-Smit opgemerkt dat zij en ook anderen zijn haar daarin gevolgd in prin cipe het bestaansrecht van dit Gemeenteziekenhuis naast de twee andere particuliere ziekenhuizen erkent. Het is inderdaad een voortzetting van een reeds be staande situatie. De heer Rijpma heeft de opmerking gemaakt dat, gezien het grote aantal verpleeghuizen in de rest van de provincie, dit verpleeghuis er zou moeten „uitpie- ken", als ik het zo populair mag zeggen. Dat zal naar mijn gevoelen ook het geval zijn, omdat juist dit het enige verpleeghuis in de provincie is, dat verbonden is met een algemeen ziekenhuis. Ik geloof dat het karakter en het niveau van het verpleeghuis in be langrijke mate zal worden bepaald door de samenwer king met het ziekenhuis en de mogelijkheden die daar op medisch terrein ook voor het verpleeghuis liggen. Ik geloof inderdaad, dat wij mogen verwachten dat dit verpleeghuis, zo het niet een topverpleeghuis zal wor den dan toch bepaald een specifiek karakter en een ietwat hoger niveau zal krijgen, dan de andere ver pleeghuizen in de provincie. Dan zal ook voldaan wor den aan de wens van de heer Rijpma, dat dit ver pleeghuis Frieslands Kern waardig moet zijn. Deze heeft voorts opgemerkt, dat wat met het zie kenhuis gebeurt minder past in zijn conceptie van wat wij hier in Leeuwarden op het terrein van het zieken huiswezen zouden moeten doen. Nu moet ik nog eens met nadruk onderstrepen dat ik het bijzonder jammer zoxx vinden wanneer deze combinatie verpleeghuis ziekenhuis zou vervallen. Toen die combinatie voor het eerst in 1960 en later in 1963 aan de orde kwam, zijn er ook wel eens bedenkingen geweest tegen deze com binatie, ook van medische zijde. Men dacht toen ook meer in de sfeeer van verpleeghuis-bejaardentehuis. Ik geloof, dat de algemene gedachte nu wel is, dat een verpleeghuis toch meer lijkt op een ziekenhuis. Het is geen „opbergingsinrichting" maar het gaat echt ook om de revalidatie en de behandeling. Die functie kan dit verpleeghuis, vooral ook door de combinatie met het ziekenhuis zeker vervullen. De heer Rijpma zegt voorts, dat we in Leeuwarden straks in feite drie regionale ziekenhuizen zullen heb ben. Ik geloof dat hij zich daar toch een beetje in ver gist. Toen jaren geleden in de Provinciale Staten de ziekenhuisplanning aan de orde is geweest daarover is een rapport verschenen, dat indertijd, ik meen in 1960, ook hier in de Raad ter sprake is gebracht door het toenmalige raadslid de heer De Vries, komende uit de fractie van de heer Rijpma werd er gezegd dat getracht moest worden om in Leeuwarden een top- ziekenhuis te verkrijgen. Dat ziekenhuis zou dan, gezien de plaats die het in stad en provincie inneemt, het Diakonessenhuis moeten worden met daarnaast, zij het dan nouw samenwerkend, het Bonifatius Hospitaal en het Gemeentelijk Zieken huis. Zo'n topziekenhuis kun je niet ontwikkelen op een basis van tweehonderd bedden zoals wij ons nu voor stellen. Een topziekenhuis in Leeuwarden is inderdaad van groot belang. Een dergelijk ziekenhuis zou voor de provincie enigszins de positie in kunnen gaan nemen die het Academisch Ziekenhuis in Groningen thans voor het gehele noorden inneemt. Men verkrijgt dus eigenlijk een spreiding. Er zouden in dat ziekenhuis ook een aantal topspecialisten kunnen worden aangetrokken. De ontwikkeling gaat ook in deze richting en ik geloof niet, dat het bouwen van dit ziekenhuis die ontwikke ling zal tegenhouden. Ik vind het op zich zelf bijzon der belangrijk dat wij een combinatie verpleeghuis ziekenhuis bouwen. De heer Rijpma zal begrijpen dat het bijzonder moeilijk is hoe graag wij dat ook zou den willen van dat kleine Gemeenteziekenhuis een topziekenhuis in Leeuwarden te maken. Dat zullen we echt aan een van de twee andere, uiteraard in samen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 5