10
werking met de Gemeente als beheerder van het zie
kenhuis, moeten overlaten.
De heer Rijpma heeft zich voorts afgevraagd, of
planning van 10 kinderbedden wel noodzakelijk is. Het
is in principe de bedoeling dat dit gemeentelijk zieken
huis een algemeen ziekenhuis wordt. In feite is het
dat reeds. In een algemeen ziekenhuis hoort een
kraamafdeling. Dat is uiteraard ook van belang voor
de opleiding van de verpleegsters. Wanneer wij geen
kraamafdeling zouden hebben dan kunnen wij de ver
pleegsters alleen opleiden tot het A-diploma. Het
ooievaartje" zou daar echter niet bij zijn en ik acht
dat wel een bezwaar ook i.v.m. het aantrekken van
personeel. Men zal bij voorkeur dat ziekenhuis kiezen
waar in ieder geval ook die tweede opleiding kan wor
den gevolgd. Het kan echter zijn, dat wij hier in de
toekomst bepaalde afspraken zullen moeten maken.
De bedden, bestemd voor psychiatrische patiënten
wil de heer Rijpma dan maar naar het Bonifatius Hos
pitaal brengen. Ik neem aan, dat dit niet zal kunnen
zonder belangrijke verbouwingen in dit Hospitaal.
Eigenlijk is dit een verhaal op zichzelf. De planning
van deze bedden in het Stadsziekenhuis, mede verband
houdende met het feit dat de Borniakliniek in de
Schrans werd opgeheven, is ouder dan de realisering
van die 30 bedden in het Bonifatius Hospitaal.
Waarom een aparte keel-, neus- en oorafdeling? Dit
houdt ook verband met het feit, dat wij van het prin
cipe van een algemeen ziekenhuis uitgaan. Inderdaad
moeten we t.a.v. bepaalde specialisaties in goed onder
ling overleg tot bepaalde afspraken komen.
Ook op grond daarvan voeren wij overleg met de
twee andere ziekenhuizen.
De verdeling van de bedden staat niet zonder meer
vast. In het algemeen kan gezegd worden dat er in
het ziekenhuis drie afzonderlijke afdelingen komen, n.l.
een interne-, een chirurgische- en een psychiatrische
afdeling. De verdeling van de andere specialisaties zal,
dacht ik, een zaak van overleg met de andere partners
zijn.
De grondkosten zouden bij hoogbouw inderdaad iets
lager kunnen zijn. Dat is altijd een moeilijk punt, het
afwegen van voor- en nadelen van hoogbouw en laag
bouw. Dat kennen wij ook in de Raad wat de woning
bouw betreft. Ik geloof niet, dat gezien ook de uit
komsten van deze opzet, wij er vanuit moeten gaan
dat de kostprijs dan belangrijk lager zal zijn.
De heer Engels heeft zich voorstander verklaard
van het particulier initiatief. Dat was het College
uiteraard bekend en hij zal begrijpen, dat uit het in
dienen van het onderhavige voorstel niet zonder meer
geconcludeerd moet worden, dat het College een tegen
stander van particulier initiatief is. De feitelijkheid
is, dat ook de Gemeente op ziekenhuisterrein een taak
heeft aanvaard. (De heer Engels: Het zou me spijten
als U in mijn woorden die suggestie zou hebben be
luisterd.)
Ik heb inderdaad die suggestie uit de woorden van
de heer Engels niet beluisterd, maar het zou kunnen
zijn dat anderen dat wel hebben gedaan. Daarom heb
ik dit ter verduidelijking nog even willen zeggen.
De heer Engels heeft terecht opgemerkt, dat de
realiteit is dat, wat het ziekenhuis betreft, hier sprake
is van vervanging van bedden die we in feite reeds
hebben.
De heer Boomgaardt heeft meegedeeld maar matig
enthousiast, of zelfs niet enthousiast te zijn. Hij heeft
er op gewezen, dat in Leeuwarden straks drie zieken
huizen met hetzelfde karakter zullen bestaan. Dat is
natuurlijk verpleeg-technisch wel zo, maar het bete
kent in feite, dat wij dan in Leeuwarden en dat heb
ben we nu ook al, in zoverre is er niets nieuws aan de
orde een protestants-christelijk, een rooms-katholiek
en een neutraal ziekenhuis hebben. De heer Boomgaardt
heeft gezegd, dat de zaak t.a.v. het verpleeghuis bijzon
der gemakkelijk ligt en hij zou dat dan ook liever alleen
gerealiseerd willen zien. Het College is echter enthou
siast over de combinatie ziekenhuis-verpleeghuis en
is van mening, dat beide inrichtingen als gevolg van
deze combinatie een eigen karakter zullen krijgen. Ik
dacht, dat er sprake was van een gunstige verdeling
tussen de drie ziekenhuizen in de stad.
De plaats van dit ziekenhuis acht de heer Boom
gaardt minder gunstig. Ik vind dat wij daar in het
zuiden een geschikt terrein voor de bouw van deze
twee inrichtingen hebben gevonden. De situering is bij
zonder gunstig. Ten eerste ligt het in een andere wijk
van de stad, dan de twee andere ziekenhuizen en ge
zien de uitbreiding, die wij in het zuiden op den duur
nog mogen verwachten de heer Kingma heeft daar
ook een aantal opmerkingen over gemaakt ben ik
van mening, dat dit ziekenhuis zich als een soort
streekziekenhuis voor dit zuidelijke deel van de ge
meente zal kunnen ontwikkelen. Dat de ziekenhuizen
dan te ver van elkaar af zouden liggen acht ik geen
zwaarwegend argument. Ook nu merken wij reeds, dat
de samenwerking in het Klinisch Chemisch Laborato
rium en het Provinciaal Laboratorium, ook wat het
Stadsziekenhuis betreft, geen moeilijkheden geeft en
die verwachten wij ook niet bij het tot stand komen van
een eventuele centrale apotheek. Ik geloof zeker niet,
dat de samenwerking, die nodig is tussen de drie zie
kenhuizen, geremd zal worden door de afstand. De be
zwaren t.a.v. het bezoek spreken my helemaal niet aan.
De verspreide ligging heeft het voordeel, dat de be
volking van de zuidelijke stadsdelen een ziekenhuis in
de directe nabijheid krijgt. Zo groot zijn de afstanden
in Leeuwarden overigens niet.
De heer Boomgaardt staat een ander terrein voor
ogen, maar dat heeft niet alleen een andere bestem
ming, maar is als ik mij goed herinner, ook reeds ver
kocht aan de Leeuwarder Schoolvereniging voor de
bouw van een school ter vervanging van de Hofschool.
Waarom staat in het raadsvoorstel, dat de Commis
sie voor Openbare Werken en de Financiële Commissie
zijn gehoord In het verslag van de commissies staat,
dat de commissieleden akkoord gaan met de vermel
ding in het raadsvoorstel van het feit, dat de commis
sies ten aanzien van deze aangelegenheid zijn geraad
pleegd. Het is dus geheel conform het gevoelen van
die commissieleden. Men wilde zich vooraf niet binden
en de zaak zo open mogelijk in de raadsvergadering
bespreken.
Als reactie op hetgeen de heer Vellenga naar voren
heeft gebracht zou ik willen zeggen, dat ook het Col
lege het wenselijk acht, dat naast de twee bestaande
confessionele ziekenhuizen een behoorlijk modern neu
traal ziekenhuis verrijst. Waarschijnlijk is dan de basis
voor samenwerking ook wat beter, want de partners
in het overleg worden wat gelijkwaardiger.
Op zijn vraag om wat concrete gegevens omtrent de
huidige samenwerking tussen de ziekenhuizen zou ik
het volgende willen antwoorden.
Op 18 april j.l. hebben wij van de besturen van het
Bonifatius Hospitaal en het Diakonessenhuis een brief
ontvangen waaruit ik U het volgende zal voorlezen.
„In de bestuursvergadering van onze beiden zieken
huizen is verslag uitgebracht over de bespreking die
op 27 januari j.l. heeft plaatsgevonden in het Gemeen
tehuis. Onze beide besturen hebben hun goedkeuring
gehecht aan de gemaakte afspraak, dat in verband met
de plannen voor een nieuw Stadsziekenhuis nauwer
overleg dient te komen tussen de drie Leeuwarder zie
kenhuizen. We zijn bereid, overleg te plegen over sa
menwerking, taakverdeling en planning. Onze beide
besturen zijn van mening, dat de gemeentelijke over
heid niet alleen als reflectant van een ziekenhuis maar
ook in hun normale bestuursfunctie een waardevolle
bijdrage zou kunnen geven in de oplossing van pro
blemen rond de bestaande en nog te maken voorzienin
gen voor curatieve gezondheidszorg. De beide besturen
verklaren zich op grond van het bovenstaande bereid
om met een afvaardiging van het Gemeentebestuur
deel te nemen in een overlegorgaan voor ziekenhuis
aangelegenheden."
Kort na de komst van Burgemeester Harmsma heb
ik met deze, op verzoek van het bestuur van het Bo
nifatius Hospitaal, een bezoek gebracht aan dat zie
kenhuis ter nadere oriëntering. Er is toen later op
ons verzoek in deze zaal op 27 februari j.l. een be
spreking geweest tussen de drie besturen. Daar is
overeengekomen, dat wij samen zouden moeten spre
ken over de taakverdeling en de hele verhouding tussen
deze beide ziekenhuizen.
Op 14 april is weer vergaderd en op 13 juni a.s. ho
pen we dit opnieuw te doen. Dan zal hopelijk aan de
orde worden gesteld een concept-rapport van de drie
Geneesheer-Directeuren, over de vraag op welke wijze
11
taakverdeling, planning en overleg tussen deze zieken
huizen verder gestalte zal kunnen krijgen.
Thans kom ik op het verschil in grondprijs. In 1963
f 18,en thans brengen wij in onze opzet f 22,75 in
rekening. Die grondprijs was in 1963 een benadering,
waarvan het College meende, dat ze vrij reëel was.
Nu we over meer exacte gegevens beschikken menen
wij, dat een prijs van f 22,75 de juiste is.
Ik geef toe, dat voor vergelijkbare bouwgrond een
hogere prijs wordt gevraagd maar U moet niet verge
ten dat het hier om een terrein van 11 ha gaat, waar
allerlei voorzieningen, wat straten enz. betreft, in de
kosten van het ziekenhuis worden meegenomen. Die
algemene voorzieningen drukken op dit terrein niet zo
sterk als op andere terreinen, die meestal kleiner van
omvang zijn. Wanneer in 1963 deze grond aan een
particuliere stichting zou zijn verkocht voor f 18,
dan waren we inderdaad die grond voor f 18,kwijt
geweest. We hadden dan waarschijnlijk als verkoop
waarde gesteld de betaling van een rentevergoeding ge
durende de tijd tussen verkoop en realisering van de
bouwplannen. Wanneer we thans slechts f 18,in re
kening zouden brengen, maken we een verkeerde be
rekening. Dat zou betekenen dat, nu we eigenlijk van
mening zijn dat deze grond f 22,75 per m2 moet op
brengen, f 4,75 per m2 moet worden gedekt uit andere
middelen. We bereiken dan wel een lagere kostprijs
maar ik geloof, dat een dergelijke manipulatie niet
juist zou zijn.
De vergroting van de kubieke-meter-inhoud met
29.500 m3 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door
de vergroting van de kruipruimten. Achteraf leek het
verstandiger, die te vergroten. Bij reparatie van de
daarin aan te brengen leidingen kan men er dan beter
bij. Verder zijn de dienstruimten tussen de afdeling
zoals onderzoekkamer, doktorenkamer, garderobeka
mer, kamer hoofdzuster enz. wat uitgebreid. Bij de
uitwerking is men n.l. tot de conclusie gekomen, dat
de oorspronkelijke opzet wat aan de krappe kant was.
Dat zijn echt van die correcties die bij de uitwerking
van de plannen nog nodig blijken. Ook de psychia
trische afdeling is wat groter dan aanvankelijk was
gepland. De verklaring is deze. U hebt in de tekening
gezien dat het eerst de bedoeling was twee
vleugels te maken en aan de noordkant een aparte
psychiatrische afdeling. Wij hebben dat nu anders ge
daan. De derde vleugel, die eerst op de tekening stond
als uitbreidingsmogelijkhcid wordt nu voor de psychia
trische patiënten ingericht en die vleugel is groter.
Dat betekent, dat wij bij uitbreiding deze vleugel hele
maal voor normale patiënten zouden kunnen inrichten.
Daar vindt U ook die 30 bedden weer, die ik genoemd
heb bij de berekening van de prijs per bed. Verder is
de behandelruimte voor de keel-, neus- en oorspecia
listen uitgebreid. De dokters- en bezoekersgangen wor
den uitgebreid met plm. 1200 m3. De gangen bij ope
ratie-, röntgen- en verlosafdelingen moesten worden
verbreed en die naar de psychiatrische afdeling ver
lengd, daar deze laatste eerst boven was gepland.
Wat de fundering betreft, latere sonderingen hebben
inderdaad aangetoond dat wat dit betreft meer moet
gebeuren dan dat waar men in 1963 op rekende.
Uitstel :;al de zaak inderdaad nog duurder maken.
Als we kosten en prijzen willen vergelijken, moeten
we echter uitgaan van het huidige prijspeil. Wanneer
over anderhalf of twee jaar met de bouw wordt begon
nen ik weet nog niet precies wanneer we kunnen
gaan bouwen dan zullen de prijzen inderdaad iets
hoger liggen. Dat betekent dan een stijging van de
bouwkosten, hoewel die nog geen 50% van de totale
kosten uitmaken. Ook de stijging van de lonen zal
dan op de kosten en op de uiteindelijke verpleegprijs
van invloed zijn.
De heer Vellenga zou ik nog willen antwoorden, dat
het verschil in kosten in de verhoging van de bouw
kosten, de uitbreiding van het aantal kubieke meters
en de verhoging van de installatiekosten zit. Voorts is
men in 1963 uitgegaan van het prijspeil van 1962. In
die bijna 5 jaren is er het een en ander met de prijzen
gebeurd. In 1963 hebben wij de exploitatielasten op
gegeven en in deze stukken niet. Dit is inderdaad een
omissie, maar ik heb juist aangetoond hoe die zaak
in elkaar zit.
De kwestie Algemene Bijstandswet. Toen wij aan
vankelijk met de plannen voor een verpleeghuis kwa
men, waren er in de Raad nogal wat opmerkingen in
de zin van: wat zal dat de Gemeente wel niet kosten.
De realisering van deze plannen zal de Gemeente ook
heel wat kosten, maar het kostte de Gemeente ook al
heel wat, want de patiënten, die noodgedwongen in
een verpleeghuis moesten worden opgenomen moesten
dan elders worden ondergebracht en voor die kosten
draaide de Gemeente toch op. De Algemene Bijstands
wet heeft inderdaad verandering gebracht. U weet, dat
bij toepassing van de Bijstandswet uiteindelijk 20 van
de kosten van sociale zorg voor rekening van de Ge
meente komt. Hoe de vergoedingsregeling op grond van
de Wet Zware Geneeskundige Risico's precies zal wor
den is nog niet bekend.
Vooral wat de ziekenhuisverpleging betreft is er
nogal wat verzet van de zijde van de verzekerings
maatschappijen.
De heer Kingma heeft er op gewezen, dat de teke
ningen van het ziekenhuis niet overzichtelijk waren.
Ik kan hem daar niet helemaal in volgen. Uit de teke
ningen, die ter inzage waren gelegd kon men een
behoorlijke indruk krijgen van de situering. Alle fi
nesses waren daarin uiteraard niet te vinden, maar die
worden ook in de raadsbrief genoemd en het gaat
overigens, ook wat het bouwen betreft, om een globaal
inzicht.
Uitbreiding van het complex is zeker mogelijk. Denkt
U maar aan het feit dat wij aanvankelijk hadden ge
dacht die psychiatrische afdeling aan de zuidzijde van
het complex te bouwen en dan ruimte overhielden voor
de bouw van nog een vleugel. Die wordt nu wel ge
bouwd, maar aan de zuidkant blijft dus uitbreidings
mogelijkheid met plm. 75 bedden. Ook het verpleeg
huis kan nog met 70 a 75 bedden worden uitgebreid.
De totale uitbreidingsmogelijkheid is derhalve beperkt
maar o.i. zeker voldoende. Gezien de ziekenhuissituatie
in Leeuwarden moeten wij ons daar ook niet meer van
voorstellen.
Terzake de hoge verpleegprijs, waar ook de heer
Kingma over sprak, zou ik nog willen opmerken, dat
het inderdaad in de lijn der verwachting ligt dat een
klein ziekenhuis een naar verhouding hogere verpleeg
prijs zal moeten berekenen.
Juist de koppeling van verpleeghuis en ziekenhuis
maakt het mogelijk een klein ziekenhuis te bouwen
voor de gemiddelde prijs die op het ogenblik voor zie-
kenhuisbouw wordt berekend. De verpleegprijs van het
verpleeghuis komt inderdaad in de buurt van die van
de verpleeghuizen die de laatste jaren zijn gebouwd.
Een vergelijking met „de Bloemkamp" in Bolsward,
(het laatstgebouwde verpleeghuis in Friesland en dat
is plm. 3 jaar geleden voltooid) toont een verschil van
slechts f 3,Een verschil van f 10,zou werkelijk
niet verbazingwekkend zijn. Dit kleine verschil wordt
m.i. verklaart door de combinatie, die economische
voordelen geeft.
De heer Schönfeld zou ik willen antwoorden, dat het
oorspronkelijk inderdaad de bedoeling was om accom
modatie voor 221 bedden te realiseren. Wij hebben
daarvoor echter geen toestemming kunnen krijgen van
het Ministerie en hebben genoegen moeten nemen met
192 bedden. Een verder gevecht over die andere bed
den is zinloos geweest. We hadden ons al eerder bij
dit lagere aantal moeten neerleggen, dan waren we
nu zo langzamerhand aan de uitbreiding tot het door
ons gewenste aantal toe geweest.
De oprichting van een centrale apotheek en een
centrale sterilisatieafdeling vormt ook nog een punt
van overleg tussen de drie ziekenhuizen. Ik weet niet,
of dit helemaal gerealiseerd kan worden, want de tijd
gaat nu eenmaal voort en er zijn inderdaad in een be
paald ziekenhuis al stappen gedaan in de richting van
een eigen apotheek. Wij zullen in voortgaand overleg
moeten trachten op dat gebied toch tot samenwerking te
komen.
Ook het College is uiteraard voor een spoedige bouw
van het project. Eind vorig jaar werd de goedkeuring
van de Ziekenhuiscommissie en de rijksgoedkeuring
voor het verpleeghuis verkregen. In november kwam
de rijksgoedkeuring voor de bouw van het ziekenhuis
af. Wij hebben in die zelfde maand nog contact opge
nomen met G.S. terzake het verkrijgen van financie
ringsmiddelen. G.S. hebben ons toegezegd, alle hulp te