12 zullen verlenen die zij kunnen verlenen. In principe heb ik reeds een afspraak met de Gede puteerde van Financiën om, wanneer de Raad dit voor stel aanvaardt hetgeen ik van harte hoop samen naar Den Haag te gaan en op het betrokken Ministerie te overleggen, op welke wijze met de bouw van deze twee urgente inrichtingen zo spoedig mogelijk een be gin kan worden gemaakt. Mevr. Veder-Smit: Gezien de uitbreiding van de bestaande ziekenhuizen en het verrijzen van zieken huizen in de provincie vraag ik me af of de capaciteit wel juist is berekend, m.a.w. of de bezetting wel be hoorlijk zal zqn. Ik heb cijfers uit het rapport over het zieken- en gewondenvervoer. Dat dateert meen ik van 1964. Daarin worden t.a.v. het Diakonessenhuis, het Stadsziekenhuis en het Bonifatius Hospitaal bed denaantallen genoemd van resp. 415, 117 en 279. Als die aantallen nu 510, 128 en 344 zijn, dan zouden er dus 170 bedden zijn bijgekomen. Ik wil graag Uw opinie daarover horen. U bent ook niet ingegaan op de bouw van ziekenhuizen in de rest van de provincie. Ik zou toch graag vernemen op grond van welke ge gevens U er vanuit gaat, dat er een behoorlijke bezet ting zal zijn in het Stadsziekenhuis. Dan de behandelingsmogelijkheden, de keuze van specialismen. U hebt duidelijk gezegd, dat het een al gemeen ziekenhuis wordt. Dat is dus een duidelijke stelling. U hebt nog voorbehoud gemaakt t.a.v. de keuze van specialismen. Ik heb begrip voor de positie van de Gemeente zoals U die hebt geschetst, nu de be sprekingen, die met de bestaande ziekenhuizen worden gevoerd, nog geen resultaat hebben opgeleverd. U kunt dan ook niet met deze gegevens komen. Dat neemt niet weg, dat wij als Raad moeten besluiten tot een grote investering, terwijl wij niet weten hoe het plan precies zal worden gerealiseerd. Met name weten wij niet precies welke medische apparatuur zal worden aangeschaft. U hebt ons daar over nog geen bijzonderheden gegeven en wij tasten wat dat betreft nog in het duister. U hebt nog niet geantwoord op mijn vraag of het een open of gesloten ziekenhuis zal zijn. Hoe hoog is het nadelig saldo dat ten laste van de Gemeente komt? Het nadelig saldo zal zijn oorzaak vinden in het feit, dat de werkelijke kosten hoger zullen zijn dan het bedrag dat de ver- pleegprijzen op zullen brengen. U hebt die verpleeg- prijs op een naar mijn gevoel merkwaardige wijze vastgesteld door uit te gaan van landelijke normen. U hebt gezegd, dat wij ons aan die verpleegprijs moeten houden willen wij daarvoor toestemming krijgen. Voor die prijs zullen de ziekenfondspatiënten in het zieken huis moeten worden verpleegd. Dat neemt niet weg, dat de e.v. hogere werkelijk gemaakte kosten uit de gemeentekas zullen moeten worden gedekt. Ik heb dus Uw becijfering van de werkelijke kosten per verpleeg de niet begrepen. Die berekening heeft grote conse quenties want dat bepaalt uiteindelijk het nadelig sal do. Ik hoop, dat U nadere gegevens zult kunnen ver strekken. Als dat niet mogelijk mocht zijn kunnen deze misschien in een later stadium worden overgelegd en kan wellicht de uitwerking van de plannen, waarin nog zoveel onzeker is, in een spoedig te benoemen raads commissie worden besproken. Natuurlijk zou ik het verre prefereren, als die gegevens nu nog ter tafel kwamen. De heer R\jpma: Uiteraard ben ook ik erkentelijk voor de uitvoerige zakelijke en deskundige beantwoor ding van de vragen door de Wethouder. Ik heb begre pen dat er bij het College en ook bij de andere besturen een behoorlijke mate van goede wil aanwezig is om tot een onderlinge samenwerking te komen. Het woord je „komen" is haast niet meer toepasselijk, maar uitgaande van mijn idee over wat er in Leeuwarden noodzakelijk zou zijn, is het nog maar een begin. Ik heb enkele uitspraken op schrift gesteld en ik zou U willen vragen, daarover Uw mening te geven. „De Raad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 24 april 1967, geeft te kennen, dat er naar zijn mening een nauwe samenwerking noodzakelijk is tussen het Gemeentebestuur en de in Frieslands hoofd stad werkzame ziekenhuizen met het doel, optimale voorzieningen te verkrijgen voor het behandelen en ver plegen van zieken en bejaarden. Het komt de Raad ge wenst voor dat deze samenwerking tussen de betrokke nen zal moeten leiden tot een functionele differentiatie van de aanwezige en de te stichten ziekenhuis- en ver- pleegaccommodatie onder gecoördineerde leiding." Ik heb in mijn vorig betoog een aantal kritische opmer kingen gemaakt over de kleine afdelingen, die in dit alge mene ziekenhuis aanwezig zouden moeten zijn en mis schien min of meer de indruk gewekt dat ik van mening ben dat die allemaal bij de andere ziekenhuizen moeten worden ondergebracht. Ik heb mij daarbij onthouden van een nadere aanduiding van de richting, waarin mijn gedachten daarbij gaan. Ik denk b.v. aan het versterken van de revalidatiefunctie en dacht dat dit ongeveer met de trauma-afdeling overeen kwam. Ik meen b.v., dat het Academisch Ziekenhuis in Amster dam patiënten die verpleegd worden als gevolg van een ongeval, hartpatiënten of mensen met hersenletsel, om haar eigen ziekenhuis van langdurig verpleegden te ontlasten, overbrengt naar een speciaal aangekocht ziekenhuis. Ik meen het voormalige studentensanato rium in Blaricum. Ook voor dit ziekenhuis zou ik me dus een dergelijke specialisatie kunnen voorstellen, ge richt op verpleging ven langdurige zieken. Ik geef uiteraard deze mogelijkheid voor een andere. Het is dus niet mijn bedoeling om le mogelijkheden in dit ziekenhuis te verkleinen, maar te versterken. Dat is het hoofdelement van mijn betoog. Nog een vraag. Kan een ziekenfonds iemand er toe bewegen zich te laten opnemen in het ziekenhuis met de laagste verpleegprijs, wanneer er in meerdere plaats blijkt te zijn Als dat zo zou zijn, krijgt het Stadszie kenhuis een onrendabele bezetting. Als er in twee zie kenhuizen plaats is en de dokter vraagt aan de patiënt waar hij liggen wil, dan zegt die man al gauw: het kan me niet veel schelen als het maar goed is. Ik geloof dat dat op het ogenblik een belangrijk punt is. Als men aan iemand, die bijv. iets aan z'n longen heeft, vraagt waar hij wil worden opgenomen, dan valt zijn keuze meestal op dat ziekenhuis waar een specialist is en de beste outillage. Dan komt dat liggen in de goede sfeer, wit-gele of rode of welke sfeer ook, wat op de achtergrond. Dat laatste zal, wanneer men langdurig verpleegd wordt, zoals in het verpleeghuis, een grotere rol spelen dan wanneer men een acute behandeling moet ondergaan en naar huis wordt ge stuurd zodra men zijn benen buiten bed kan zetten. Ik blijf echter vooral de nadruk leggen op de func tionele differentiatie. Als het ziekenfonds dan vraagt waar je wilt liggen en er wordt geen bepaalde voor keur uitgesproken, dan zou het kunnen gebeuren, dat het ziekenfonds of de dokter je laat opnemen in dat ziekenhuis waar voor het ziekenfonds de laagste ver pleegprijs geldt. Dat zal betekenen dat in Leeuwarden het duurste ziekenhuis en dat is dan het Stadszieken huis op een bepaald moment geen volledige bezetting kan halen. Is de mogelijkheid aanwezig, dat de zie kenfondsen op die manier openlijk zouden kunnen diri geren U hebt gezegd, dat we nog de tijd hebben om over de beheerscommissie en de organisatie te spreken. Is het niet wenselijk, dat zo'n beheerscommissie zo snel mogelijk wordt ingeschakeld om de bouw beter te begeleiden? Opmerkingen, als zou het ziekenhuis een soort streekziekenhuis voor Leeuwarden-zuid kunnen wor den lijken me onverenigbaar met de gedachte van op name van een patiënt in dat ziekenhuis, dat zijn le vensbeschouwing weerspiegelt. Gezien de grootte van het terrein, vind ik de uitbreidingsmogelijkheid vrij gering. Vooral als we denken aan de prognose van de Rijks Planologische Dienst waarbij het verwachte inwonertal van Leeuwarden in het jaar 2000 op 250.000 wordt gesteld, acht ik een uitbreidingsmoge lijkheid met 150 bedden niet imponerend. De heer Engels: Het belangrijkste punt is eigen lijk, of wij bereid zijn de beslissing, die wij in 1963 hebben genomen, in 1967 door te zetten, ook al kost dit ons 12% miljoen meer. Ik vind dat nogal wat. Als men nu nog weer ingrijpende veranderingen in de opzet van het plan wil aanbrengen, gaat er weer een reeks van jaren voorbij, voor de bouw kan worden gerealiseerd en we praten er reeds 10 jaar over. Ik vraag me wel eens af, of het niet beter zou zijn alleen 13 het verpleeghuis te bouwen en de ziekenhuisbedden door de andere ziekenhuizen op te doen vangen. Daar bij raak ik echter ook aan het twijfelen. De beide andere ziekenhuizen hebben ook beperkte uitbreidings mogelijkheden. Voorts is er een aantal mensen, dat moeite heeft met de uitgesproken signatuur van de twee andere ziekenhuizen en heeft het bestaande Stadsziekenhuis toch wel historische rechten. ik geloof, dat er geen alternatief is en ik wil U wel zeggen, dat onze fractie op dit moment het stand punt inneemt, dat zo gauw mogelijk met de bouw moet worden begonnen. Dan kan worden voorzien in de be hoefte aan verpleegtehuisbedden, die we op dit mo ment hebben. Daten we een behoorlijk Stadsziekenhuis bouwen en trachten door optimale samenwerking tus sen de bestaande ziekenhuizen tot een goed opgezet ziekenhuiswezen te komen. Ik hoop voorts, dat Uw college lering trekt uit deze hele geschiedenis. Als ik goed geïnformeerd ben is destijds in 1957 bewust een keuze gedaan. De Gemeente zou een verpleegte huis realiseren en de bejaardenzorg zou aan het parti culier initiatief worden overgelaten. Op dat laatstge noemde terrein is dan ook nogal iets gebeurd in de afgelopen 10 jaren maar de spa moet nog in de grond voor het verpleegtehuis. Laten we ons dat goed reali seren. Men kan zeggen dat dit ligt aan de overheids instanties, maar met diezelfde overheidsinstanties heb ben de andere initiatiefnemers van het particulier initiatief te maken gehad en zij hebben het klaarge speeld. Ik wil hier de Wethouder en ook dit College niet zonder meer verantwoordelijk stellen maar ik vind, dat we hier lering uit moeten trekken en dat er van onze kant ook wat meer soepelheid en visie en iets minder halstarrigheid verwacht mag worden, waar door wij sneller onze initiatieven kunnen ontplooien, dan wij tot dusver t.a.v. deze zaak hebben gedaan. Ook ik wil verder graag een lans breken voor nauwe samenwerking tussen de drie ziekenhuizen. Persoonlijk zie ik moeilijkheden in die zin, dat enerzijds een stre ven bestaat naar de realisatie van een all round zieken huis terwijl de anderzijls toe moeten naar meer func tionele differentiatie. Ik zou dit een onderwerp van beraad willen maken tussen de drie ziekenhuizen ten einde toch tot optimale resultaten te komen. De suggestie, een ziekenhuiscommissie in het leven te roepen, steun ik. Tevens zag ook ik graag een af zonderlijke dienst ontstaan. U moet zich goed reali seren, dat deze nieuwe eenheid een eigen functie heeft die ook om eigen beheer vraagt. Ook in het gesprek tussen de ziekenhuisbesturen is een optimale inbreng van de kant der Gemeente belangrijk. Tenslotte zou ik de Wethouder van Financiën de vraag willen stel len, of hij er van overtuigd is, dat de kostprijsbereke ning voor dit ziekenhuis zodanig correspondeert met de berekeningswijze die landelijke beoordelingsinstan ties volgen, dat de exploitatie er van geen nadelige post op de gemeenterekening zal gaan vormen. De hear Boomgaardt: Haw ik goed bigrepen üt it antwurd fan de Wethalder, dat de fordieling yn lytse fakjes: safolle bédden foar dit en foar dat, allinnich de bitsjutting hat om oan dat tal bédden to kommen, sünder dat de bistimming dêrfan fêstlein is? Is der dus alle romte foar om yn it ramt fan de koördinaesje mei oare sikehuzen de bistimming fan de bédden, dy't tawiisd wurde oan it gemeentesikehüs, fêst to stel len? Ik kom nou op in punt dat ek troch mefr. Veder- Smit en de hear Engels oan de oarder steld is: in eventueel tokoart. As men 80% werom krijt üt de sektor „Soasiale Soarch" en de oare 20% foar rekken fan de gemeente bliuwt, dan kin dy 20% dochs wol in hiel bidrach wurde. As men rekkenet dat fan de 192 bédden yn it forpleechhüs de heltc nou ris foar rekken fan de „Sociale Dienst" fan de Gemeente wêze soe, dan sit men noch samar op 3 ton, 20% fan oardel mil joen. Nou sil de Wethülder it Kolleezje fansels ek sizze: Foar in part hawwe wy dat nou ek, en dat nim ik ek wol oan, mar de fraech is: Sjit dat net omheech strak? It is in ünwisse faktor. Yn it sikehüs moat men dan rekkenje op in jieromset fan globael 5 mil joen. Dizze sifers sille wol omheech gean; as it sike hüs der stiet, dan sitte wy wol op hegere, binammen as der rekken halden wurde moat mei ünderbisetting en hoe't it forrint, wit nimmen fan üs dan kin dat gau oprinne ta in frij heech bidrach. As dat mar 1% is, dan is it al wer 5 ton. Ik sil net wer pleitsje foar in oar plak. Ik haw net folie byfal foun en myn eigen arguminten binne ütput, dat dér sil ik it swijen ta dwaen. Wy binne wol tige bilangstellend nei de réaksje fan B. en W. oangeande datjinge hwat de hear Rijpma oan de oarder steld hat. Dat is wol in punt, dat ek by üs sterk de oandacht hat. De heer Vellenga: Namens mijn fractie kan ik na- druKkelijk verklaren, dat wij met veel belangstelling en waardering hebben geluisterd naar datgene wat door Wethouder Ten Brug namens het College naar voren is gebracht. Hoewel hij de portefeuille nog niet zo lang beheert, is hij toch met veel kennis van zaken op ver schillende vragen en opmerkingen en dat waren er nogal wat ingegaan. Het zal stellig niet aan zijn verdediging liggen wanneer dit voorstel zou sneuvelen. Na wat ik tot nog toe zo heb gehoord in de Raad, ben ik van mening, dat dit ook niet zal gebeuren. De op schrift gestelde uitspraken van de heer Rijp ma had ik graag wat concreter gezien. Ik weet eigen lijk niet, wat we met deze verklaring moeten doen. De kwestie van die optimale behandeling is het intrappen van een open deur. Dat ligt zo voor de hand, dat het niet apart op papier hoeft te worden gezet. Die func tionele differentiatie en alles wat daarmee samenhangt is naar mijn gevoel één van de punten van komend overleg tussen de drie partners. Als de Wethouder in die zin antwoordt, is het voor mij wel bevredigend. Ik Kan mij eigenlijk niet voorstellen, dat hij veel meer zou kunnen zeggen. Daarmee verliest zo'n verklaring wel een groot deel van haar waarde, mede gezien de merkwaardige vorm waarin het hier naar voren is ge bracht. De heer Rijpma denkt voorts aan de verster king van de revalidatiefunctie. Wanneer men con sequent in die richting zou gaan, dan zouden opzet en doel, zoals het College en ook tot dusverre de Raad voor ogen staan, geheel moeten worden herzien. Ik zou dat niet betreuren. Niet alleen i.v.m. mijn gedachte over dat drieluik, maar ook omdat het zo belangrijk is dat het oude Stadsziekenhuis zo vlug mogelijk ver dwijnt. De mogelijkheden, die de heer Rijpma noemde zijn niet reëel genoeg om er op in te gaan. De con sequentie van zijn beschouwingen zou alleen een ver kleining van de specifieke ziekenhuisfunctie, zoals die het College voor ogen staat, zijn. Een tegenspraak be luister ik dan ook uit zijn vraag, of er nog wel uitbrei dingsruimte voor het ziekenhuis is. Die twee uitgangs punten verdragen elkaar eenvoudigweg niet. Overigens is dat verder mijn zorg ook niet, maar het leek mij goed om daar deze kanttekening bij te maken. Het betoog van de heer Engels wil ik geheel onder schrijven. Al met al kunt U, ondanks de zorgen t.a.v. de hele financiële kant van de zaak, die ook wij wel hebben, op de stemmen van de Partij van de Arbeid rekenen. Het antwoord van de heer Ten Brug t.a.v. de uit breidingsmogelijkheden voldoet ons eigenlijk niet hele maal. Misschien wijzen de extra funderingskosten er op, dat men toch gedacht heeft aan een eventuele uit breidingsmogelijkheid met een tweede verdieping? Zo niet, dan moet er in elk geval voldoende terrein in re serve worden gehouden voor een verdubbeling of een vleugel in hoogbouw. De zaak kon zich wel eens heel anders ontwikkelen dan men denkt. Juist omdat de grenzen steeds meer vervagen en het Stadsziekenhuis een goede naam heeft die het, daar twijfel ik eigenlijk niet aan, in de toekomst zeker zal nandhaven, kon het wel eens zijn, dat al spoedig een lange wachtlijst bestaat voor dit ziekenhuis. Per slot van rekening kiest een heel groot percentage van de bevolking in Leeu warden voor een algemeen ziekenhuis. Daar moeten we rekening mee houden, ook met de uitbreidingsmoge lijkheid. Wat de tekeningen betreft, van een architect, die zich specialist noemt en er goed voor wordt betaald kan men eisen, dat hij duidelijke en overzichtelijke te keningen levert. De heer Ten Brug (weth.)Bij de beantwoording van de vragen van Mevr. Veder-Smit heb ik inderdaad een enkele vraag overgeslagen, o.a. de kwestie van een open ziekenhuis of gesloten ziekenhuis. Dat is op dit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 7