16 wordt een opmerking gemaakt over het feit dat er een statutenwijziging in voorbereiding is, waarbij het lidmaatschap van het kerkgenootschap niet meer ver eist zal zijn voor opname. Is een dergelijke statuten wijziging een voorwaarde of anders gezegd, een aan beveling om de gemeentelijke garantie te krijgen? Zo ja, welke reden heeft het College daarvoor? De heer De Jong (weth.): Het is wel in de voorbe sprekingen ter sprake gekomen. Daarbij is gevraagd de gedachte eens te bepalen met betrekking tot dit punt, ook i.v.m. bezwaren die van bepaalde zijde zou den kunnen rijzen. Men heeft toen uit eigen beweging toezegging gedaan, deze verandering te zullen aanbren gen. Het is echter door de Gemeente niet als eis ge steld voor het verlenen van deze geldlening. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 23 (bijlage no. 120). De heer Visser: Wij verklaren gaarne onze instem ming met dit voorstel en zijn blij, dat hier weer kan sen geschapen worden voor de hippische sport in Leeu warden. Onze fractie heeft daar vaak op geattendeerd en we zijn blij, dat het nu als gevolg van particulier initiatief zo ver is gekomen. We hebben hier hoge verwachtingen van en achten het in het belang van zowel agrariërs als niet-agrariërs. De heer Schönfeld: Dit raadsvoorstel juich ik van harte toe. Ik wil me graag aansluiten bij hetgeen de heer Weide heeft gesteld bij de begrotingsbehandeling op 21 december 1965 n.l., dat hij elk plan, van wie het ook zou komen, van harte zou toejuichen. Het plan is er dan toch gekomen: een plan tot het regel matig houden van het indoor-concours-hippique. Dit zal zowel de paardesport als de paardenfokkerij be vorderen, doch in het bijzonder de ruitersport. Tevens wordt hiermee de mogelijkheid opengesteld tot het organiseren van zowel nationale als internationale concoursen-hippique, terwijl misschien niet direct, maar zeker indirect, de exploitatiekosten van de Fries landhal hierdoor gunstig zullen worden beïnvloed. Ge zien de zeer levendige belangstelling voor de paarde sport in Friesland ben ik, misschien persoonlijk, zeer optimistisch gestemd over wat betreft de directe be ïnvloeding van de exploitatiekosten, hetgeen dus in houdt, dat het risico, voor wat betreft de garantstel ling, voor de Gemeente uiterst gering is. Ik zie hier mee zelfs de mogelijkheid geopend, dat een oude tra ditie, n.l. de diverse rijderijen, die vroeger op de Wil- helminabaan plaatsvonden opnieuw tot leven kan ko men. Al met al een voorstel dat mijn grote waardering kan wegdragen. De heer De Jong (weth.): ik zou willen volstaan met de opmerking, dat wij de mening van de heren Visser en Schönfeld delen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 24 (bijlage no. 121). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter schorst om 0.15 uur de vergadering tot 25 april, des avonds 19.30 uur. 7 Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 25 april 1967 RAADSVERGADERING van dinsdag 25 april 1967. (Voortzetting van de vergadering van 24 april 1967). Aanwezig: 34 leden (na plm. 20.00 uur: 32 leden). Afwezig: de heren W. Miedema, L. Visser en G. de Vries (na plm. 20.00 uur de heren J. Heetla en J. Ve- nema) Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester, en na plm. 20.00 uur de neer J. Tiekstra, loco-burge meester. Te behandelen punten: 25. Nota betreitende tarieven zwembaden de „Kleine Wielen" en ,,'t Nijlan" (bijlage no. 132). 26. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Geneeskundige- en Gezondheids dienst en de Remigings- en Ontsmettingsdienst voor het uienstjaar ±966 (oijlage no. 124). i-unt 25 (bijlage no. 132). De heer Bakker: Het gaat in feite maar om een kernvraag: zwemabonnementen of niet. Het College is vooriopig van mening, dat er geen zwemabonnementen moeten komen. Ik vind van wei, omdat de inwoners van onze stad, nu we die twee zwembaden eenmaal hebben, er ook zoveel mogelijk profijt van moeten heb ben en dat is nu niet zo. Het bewijs daarvoor vindt U in hec bezoekersaantal. De „Kleine Wieien" trok vorig jaar net 50.000 bezoekers en net zwembad ,,'t Nijlan" naaide niet eens de iuo.000. Nu kan wetnouder Tiek stra zich misschien verdedigen met de opmerking, dat het Nijlanbad pas in juni is gestart en dat het geen warme zomer is geweest. Dat is waar, maar toch blijft net aantal zwemmers in ,,'t Nijlan" veel te laag. In Dokkum bijv. had men vorig jaar in een minimum van tijd ook al 150.000 bezoekers. Trouwens, in het voor stel, dat thans aan de orde is, gaat net College er van uit dat 100.000 bezoekers veel te weimg is. Kr wordt gesproken over 4uu.uuu voor t Nijlan en de „Kieme Wielen" samen. Dat betekent dus bijna drie maai zoveel als m het afgelopen seizoen. Het lijkt me een loflijk streven, maar dan zullen we abonnementen moeten in voeren, anders halen we het nooit. Dat is met zomaar een eigenwijze stelling van me. Bijna alle gemeentelijke zwembaden in het land kermen het abonnementen systeem. Leeuwarden is daarvan afgeweken. Ik zou graag willen weten van wie Leeuwarden dit nu eigen lijk heeft afgekeken. In ieder geval niet van Amster dam. Daar heeft men in het begin van dit seizoen, veel tijdiger dan wij trouwens, ook de zwembadprijzen in de gemeentelijke baden duchtig bekeken, rekening houden de met de belangen van veel stedelijke zwemliefheb- bers en de gemeentelijke exploitatie. Voordat dit voor stel in de Raad kwam heeft men echter een enquête ingesteld in heel Nederland, om inzicht te krijgen in de prijzen elders. Nadat men zich goed op de hoogte had gesteld, kwam men tot een systeem, waarbij voor alle gemeentelijke zwembaden in Amsterdam dezelfde tarieven gelden. Amsterdam heeft abonnementen. Ik heb hier „Het Vrije Volk" voor me. Daar staat het dui delijk in. Ook in andere kranten heeft het gestaan. Abonnementen stimuleren het bezoek aan een zwem bad. Daar moet het ons in de eerste plaats ook om gaan. Wat zeggen B. en W. van Leeuwarden Invoe ring van abonnementen tegen de voorgestelde tarieven zou de verhouding tussen de dagkaart en de abonne mentsprijs per bad te zeer uiteen doen lopen. Om de zelfde financiële resultaten te verkrijgen als bij het tegenwoordige tarief systeem, zouden de prijzen van de dagkaarten hoger gesteld moeten worden dan thans. Anders zouden de abonnementsprijzen zo hoog moeten worden, dat de aanschaffing ervan niet zinvol meer is voor de betrokkenen. Ik vraag me af, of deze stelling juist is. De aanwezigheid van abonnementen stimuleert het bezoek. In Amsterdam betaalt men in het verwarm de „Mirandabad" voor kinderabonnementen f 15,en voor ouderen i 25,Losse Kaarten U,oU voor kinde ren en f Ü,7o voor ouderen. Dat ontloopt eiKaar zo wei nig, aat ik me afvraag noe B. en W. nun stening kun nen voinouden. Bovendien heeft Amsterdam de tarie ven uit jaar zo vastgesteld om meer geld binnen te Krijgen oan m net vorige seizoen. Voorts steit Uw Col lege, uat voor grotere en zeer grote gezinnen de kos ten van aanscnaffmg van abonnementen veelal te be- zwaarnjK zijn. in de eerste piaats is dit een zaak voor de mensen zeif, of ze dat geld er voor over hebben of met. in de tweede piaats is de praktijk anders dan net College nier steit. in tal van gemeenten, waar op dit moment die abonnementen gelden, gaat men reeds in net begin van het jaar sparen voor een abonnement, omdat men weet, uat dit abonnement geid oporengt. wij Nederlanders kunnen goed rekenen. Ken bijkomend voordeel is ook nog, dat men in april zijn kinderbijslag beurt. Grote gezinnen kunnen dan m april een deei van dat geid bestemmen voor de zwemabonnementen van mnderen, die zwemmen. Het is natuurlijk met zo, dat eiK gezin bestaat uit 2 ouderen en 4 kinderen beneden ib jaar die anemaai gaan zwemmen. De praktijk is, uat ue gemidueide gezinsgrootte kleiner is en dat niet eik kind en beslist met elke ouder een zwemabonnement wil hebben. B. en W. stellen .voorts, dat bij invoering van abonnementen de betrokkenen zich in gevai van een zeer siecnte zomer „bekocnt" voelen, hetgeen bij net tegenwoordige tarieisysteem minder het geval kan zijn, terwijl daartegenover de Gemeente bij een bijzon- uer gunstig seizoen per keer een onredelijk lage bij drage m cie Kosten van de betrokkenen ontvangt. Dat is natuurlijk onzin. Bij siecht weer zijn de prijzen altijd te noog en op topdagen is een bad altijd te klein. We kunnen beter uitgaan van een normale situatie en dan is de Gemeente en de zwemmer gebaat bij abonnemen ten. indien veel gebruik gemaakt zal worden van abon nementen, zegt het College, zal de totale opbrengst per jaar aanzienlijk beneuen o0>„ van de exploitatielasten olijven, hetgeen wij met aanvaardbaar en ook niet re delijk achten. Dat is weer zo n heerlijke kreet. Ik ben ook eens gaan rekenen en daarbij uitgegaan van een laag aantal, n.l. duizend, abonnementen per jaar. Stel, dat deze abonnementhouders gemiddeld 100 baden ne men. Dat zijn dan honderdduizend baden die via die abonnementen f 15.000,zouden opbrengen. Daarnaast zou je nog 100.000 baden Kunnen rekenen voor jeugdige zwemmers ad f 0,40 per bad, dat is f 40.0U0,en 100.000 baden voor ouueren ad f 0,80 per bad, dat is f 80.000,Dan heboen we nog eens een paar mooie zomerse dagen waarop mensen, die hier met vakantie komen, graag eens gaan zwemmen in de „Kleine Wie len" of in ,,'t Nijlan Dat zijn ook 100.000 baden en dat brengt f 175.000,op. Dan zijn we aan die 400.000 baden, waar in het stuk over wordt gesproken, en dan is de opbrengst f 210.000,Dat komt aardig uit, want ik moet nog zien, dat we dat dit jaar binnen krijgen via het systeem dat B. en W. voorstellen. Abonnemen ten zijn strikt persoonlijk, meer-badenkaai ten kunnen door anderen worden gebruikt, hetgeen voor betrokkenen aantrekkelijker is, wordt gezegd in het voorstel. Neem nu eens dat gezin van 6 personen. Die gaan één week einde zwemmen en zijn dan meteen die 25-badenkaart kwijt. Ik vind dat dus niet zo'n groot voordeel. Men is dan wel bijzonder snel veel geld kwijt. Dit zou in veel mindere mate het geval zijn bij het bezit van abon nementen. Abonnementen zijn aan het seizoen gebon den. Meer-badenkaarten kunnen eventueel in het vol gende seizoen worden opgebruikt, stellen B. en W. Vorig seizoen zijn vrij veel niet volledig opgebruikte 25-badenkaarten in de zwembaden te Leeuwarden ach tergebleven. Men was er van overtuigd, dat ze niet meer geldig zouden zijn. Het is ook heel ongebruikelijk. Resumerende, ik zie de bezwaren van het College tegen abonnementen niet. Een feit is namelijk, dat de abon nementen het zwemmen in deze baden bevorderen en dat willen we toch. De prijs van deze abonnementen is bovendien zo vastgesteld, dat volgens mij de gedachte aan mindere opbrengst overdreven is. Denkt U zich eens in wat U een kind laat betalen, dat zwemles neemt. Er zijn dit jaar 325 zwemkaarten uitgegeven voor het bad ,,'t Nijlan". Dat betekent nogal wat. Die lessen wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 1