den het hele seizoen gegeven, vijf maal per week. Dat
is over het hele seizoen plm. 100 lessen. Als die kinde
ren alle lessen volgen, kost dat volgens Uw systeem
f 40,Dan heeft dat kind nog geen uur werkelijk ge
zwommen, want veel lessen worden reeds 's morgens
voor schooltijd gegeven, 's Middags is het mooi weer en
dat kind wil weer zwemmen. Het moet dan weer f 0,40
betalen. Dan wordt het niet f40,maar f80,Als
de ouders dan graag een oogje in het zeil willen hou
den, moeten die ook nog extra betalen. Kinderen, die
niet met vakantie gaan, lopen bij de deur. Elke dag
naar het zwembad gaan zou in die vakantie neerkomen
op een bedrag, dat hoger is dan dat voor een zwem
abonnement. Die kinderen gaan zwemmen, wanneer ze
een abonnement hebben. Ze gaan niet, in ieder geval
lang niet elke dag, als dat abonnement er niet komt.
Dan laat men ze liever in de buurt rondscharrelen en
't Nijlan biedt verder bijzonder weinig'.
Ik heb het vooral over de jeugd gehad, maar daar
gaat het hier ook om. In de praktijk vormt de jeugd
minstens 75% van de zwembadbezoekers. Ook daarom
ben ik voor de invoering van die abonnementen. Ik
weet wel, dat mijnheer Weide het niet met mij eens is.
Ook in mijn eigen fractie is niet iedereen het met mijn
zienswijze eens. Gelukkig kan ik wel rekenen op
steun van een aantal van mijn fractiegenoten. Boven
dien weet ik, dat enkele raadsleden aan de overzijde er
ook zo over denken. Daarom zou ik U nu het volgende
voorstel willen aanbieden: ,,De Raad der gemeente
Leeuwarden, gehoord de discussies over het raadsvoor
stel, toegelicht in stuk no. 132, in de vergadering van 25
april 1967, besluit: de tarieven voor zwembaden met
ingang van het seizoen 1967 vast te stellen conform
het voorstel van enige leden van de commissie van
advies en bijstand voor de Sport en Recreatie, zoals
dat voorstel is weergegeven op pag. 2 van genoemd
stuk no. 132." Ondertekening: J. Bakker en H. L. M.
Stek.
De hear Klomp: Us fraksje kin wol ineigean mei de
argumintaesje fan B. en W. om it bisteande tarivestel-
sel foar de swimbaden to hanthavenjen. Fansels, yn
prinsipe hawwe wy gjin biswieren tsjin abonneminten,
mar it liket üs better ta gjin abonneminten yn de nou
fan de hear Bakker ütstelde foarm yn to fieren. Twa
arguminten hawwe by üs de greatste rol spile. Yn it
earste plak: De greate gesinnen en de minsken mei de
smelle beurs sille as regel op in stuit net in f 100,
foar it swimmen op tafel lizze kinne en dus net fan de
gunstige regeling profitearje kinne. De minsken lyk-
wols, dy't wol in f 100,üt it festjebüske bitelje kinne
of dy't genöch op de bank stean hawwe, kinne dat wol
en dat binne nou krekt dyjingen dy't wol hwat mear
bitelje koene. Boppedat is der tusken de priis by foar-
forkeap en nei de iepening fan de baden in frij great
forskil. Hjirtroch krije de minsken, dy't it wol bitelje
kinne, in dübeld foardiel. Ek mei net üt it each forlern
wurde, dat it seizoen al bigoun is en dat wy noch net
yn in folslein seizoen de nedige ünderfining mei 't Nijlan
opdien hawwe. It liket üs dan ek ta, dat it better is
de kwestje fan it al of net ynfieren fan abonneminten
oankommende hjerst op 'e nij to bisjen. Dan soe ek de
sprieding fan it biteljen fan de abonnemintskosten ris
bisjoen wurde kinne.
It twadde argumint dat by üs in greate rol spilet,
is, dat de Gemeente troch de abonneminten der net wis
fan is, dat de ynkomsten op peil bliuwe. Wy witte alle-
gearre, dat alle seilen byset wurde moasten om de bi-
greating slutend to krijen. En nou soene wy al foar
de bihanneling fan de bigreating de ynkomsten bigjinne
oan to taesten? Dat achtsje wy net goed. Oare, ek
wichtige saken soene dêrtroch wol ris oergean moatte
en dat is net yn it bilang fan üs Gemeente yn har
gehiel. It missen fan jierlikse ynkomsten fan f 10.000,
bitsjut, dat in tsien kear sa greate kapitaelsütjefte, dus
fan in ton, net dien wurde kin. Hiel oars soe de saek
lizze, as de Gemeente seis neat die op it gebiet fan de
swimbaden. It tsjinoerstelde is lykwols it gefal. Foar
1967 binne de kosten op f 530.000,birekkene en de
ynkomsten op f 161.000,Dat bitsjut yn de praktyk,
dat de Gemeente fan elke ütjowne goune net minder as
70 sinten foar har rekken nimt. De ynwenners dy't ge-
brük meitsje fan de swimbaden, moatte seis ek in rid-
lik diel yn de kosten bitelje. Ek de gemeentlike skoar-
stien moat rikjen bliuwe kinne.
Al mei al binne wy foar hanthavening fan it bistean
de tarivestelsel. Dan witte wy, hwer't wy oan ta binne
en wurde de mear kapitaelkrêftige ynwenners net bi-
foardiele boppe de finansieel-swakkere.
De heer Stek: Nog een paar opmerkingen, ter on
dersteuning van het netoog van mijn collega-raadslid
Bakker. In üe raadsbrief voert U als hoofdargument
voor de exploitatie van een zwembad het belang voor
de volksgezondheid aan. Die doelstelling onderschrijven
wij volkomen. Dat betekent aan ook, dat de tarieven
zodanig moeten zijn, dat zoveel mogelijk mensen zo
vaak mogelijk gebruik maken van het zwembad. Dat
bereikt men door de prijs voor veelvuldig gebruik aan
merkelijk lager te stellen dan die voor weinig gebruik.
Dan immers moedigt men het veelvuldig gebruik aan
en bevordert men metterdaad de gezondheid. Vandaar,
dat wij in ons voorstel een hogere dagprijs stellen dan
die in het voorstel van het college en uaartegenover
een abonnementsprijs, die voor veelvuldig gebruik lager
en dus aantrekkelijker is. Voorts stellen wij de invoe
ring voor van verschillende tarieven voor kinderen be
neden de 16 jaar en voor ouderen, zowel voor dagkaar
ten als voor abonnementen. Het volksgezondheidsbe
lang is voor beide categorieën gelijk, maar wij vinden,
dat zij die zeit verdienen of een hoger zakgeld krijgen
vanaf nun ibe jaar, meer kunnen en behoren bij te dra
gen. Wij stellen dus twee o.i. noodzakelijke correcties
voor, n.i. het invoeren van abonnementen om veelvul
dig gebruik en daardoor de volksgezondheid te bevor
deren en verschil tussen tarieven voor kinderen en
ouderen. Uw College somt een aantal bezwaren op te
gen ons voorstel. Het spijt mij het te moeten zeggen,
maar ik ben daar met ai te zeer van onder de indruk
gekomen. U stelt, dat de prijs van de dagkaarten öf
die van de abonnementen onmoog zal moeten om het
zelfde financiële resultaat te bereiken. Daarbij teken ik
in de eerste plaats aan, dat wij de dagtarieven aanmer-
kelijx hebben verhoogd en wei voor degenen die ouder
zijn dan 16 jaar. U voert geen cijfermateriaal aan, om
Uw bewering te staven. Ik kan ook zelf niet controle
ren of het waar is wat U zegt. De enige cijfers waar
ik over bescmk, zijn die, welke U in de raadsbrief ver
meldt over 1965. Er wordt vermeld, hoeveel dagkaar
ten en abonnementen er in dat jaar zijn uitgegeven.
Met die specificatie als uitgangspunt en voorts uit
gaande van dagkaarten en abonnementen tegen het
laagste tarief van dat jaar, kom ik tot een opbrengst
van f 27.697,Met diezelfde specificatie als uitgangs
punt maai- met hantering van de tarieven, zoals wij
die nu voorstellen ik ga daarbij eveneens uit van
de goedkoopste tarieven kom ik tot een bedrag van
f 30.612,Dat is dus f 3.000,meer. Ons tarief ligt
dan in ieder geval gunstiger dan het tarief, dat in 1965
werd gehanteerd. Of het ook gunstiger ligt dan het
tarief van 1966, kan ik niet bewijzen, maar U kunt
evenmin het tegendeel bewijzen met de gegevens, die
in de raadsbrief zijn vermeld. Uw bewering onder punt
1 is dus geen argument, dat met bewijzen is gestaafd.
Daarom ben ik met zonder meer overtuigd. Tegenover
Uw tweede argument terzake het onbetaalbaar worden
van abonnementen voor grote gezinnen, stel ik, dat
door toepassing van het huidige tarief diezelfde gezin
nen bij veelvuldig gebruik, waarop zij volgens mij meer
recht nebben, voor nog hogere kosten komen te staan.
U stelt in Uw raadsbrief, dat abonnementen in een
goed seizoen wel 100 maal worden gebruikt. Laat ik
er nu 75 maal van maken. Het gezin van 6 personen is
dan, als men 25-badenkaarten ad f 10,per stuk
aanschaft, f 180,kwijt voor hetzelfde aantal baden,
dat men met toepassing van ons tarief voor f 100,
zou kunnen nemen. Ik moet dus concluderen, dat Uw
systeem veel duurder is dan het onze, vooral voor grote
gezinnen. Uw derde argument houdt o.a. in, dat hou
ders van abonnementen zich in een zeer slechte zomer
bekocht zullen voelen. Onze abonnementsprijs is maxi
maal 30 maai de dagprijs. Dat betekent, dat men zich
pas bekocht zal voelen, als men in het hele seizoen
minder dan 30 maal heeft kunnen zwemmen. Het moet
een heel slechte zomer zijn, die het de liefhebbers on
mogelijk maakt tenminste 30 maal te zwemmen in een
verwarmd bad. Ook dat argument spreekt me niet aan.
Uw vierde argument is een bewering die niet met fei
ten of cijfermateriaal is gestaafd. Daar komt nog bij,
3
dat de exploitatieresultaten naar alle waarschijnlijkheid
uiteindelijk meer worden bepaald door een goed of een
slecht seizoen dan door al dan niet beschikbaar stellen
van abonnementen. Men zou zelfs kunnen stellen, dat
abonnementen in ieder geval een vaste financiële
basis geven, een basis die blijft, ook bij een minder
goed seizoen, terwijl dagkaarten zeer seizoengevoelig
zijn. Uw vijfde en zesde argument zijn in regelrechte
strijd met Uw streven naar optimale exploitatieresul
taten. De genoemde voordelen kosten in feite geld, zon
der dat de volksgezondheid er meer mee gediend wordt.
Uw tegenargumenten hebben mij dus niet overtuigd.
Onze argumenten zijn niet aangetast. Daar komt bij
dat blijkt uit de gegevens van 1965 dat abonne
menten zeer gewild zijn. Het aantal abonnementhou
ders was bijna 1/5 van het aantal houders van dag
kaarten. Ik doe daarom een dringend beroep op het
College en ook op de Raad, alsnog het voorbeeld van
vele andere gemeenten te volgen en opnieuw abonne
menten in te voeren.
De heer Kingma: Hoewel we oorspronkelijk deze ta
rieven voor de abonnementen, speciaal die voor kin
deren, wat aan de hoge kant vonden, menen we toch
het voorstel van de heer Bakker te kunnen steu
nen. Het uitgeven van abonnementen maakt de uit
gifte van 25-badenkaarten of 10-badenkaarten natuur
lijk niet onmogelijk. Ik zie zelfs geen enkel bezwaar.
Het zwemmen is uit een oogpunt van volksgezondheid
één van de belangrijkste sporten. We moeten daarom
vooral ook kinderen in de gelegenheid stellen om te
gaan zwemmen. Zwemmen is echter voor velen ook
een zeer belangrijke aagrecreatie. Uit betrouwbare
bron hoorde ik, dat op aanraden van de Inspecteur
voor de Volksgezondheid de lange-afstandszwemwed-
strijden in het Van Harinxmakanaal dit keer niet zijn
gehouden vanwege het vervuilde water. Zwemmen in
buitenwater rondom Leeuwarden wordt dus niet aan
bevolen. Ook daarom wil ik pleiten voor tarieven, die
voor ieder betaalbaar zijn en ik sta dus achter het
voorstel van de heer Bakker terzake het invoeren van
abonnementen. Daarnaast natuurlijk geen sterk ver
hoogde dagprijzen, want ik vind het verkeerd, bij een
zwembad uit te gaan van een dekkingsplan. Juist in
voeren van abonnementen en het daarnaast handha
ven van de normale prijzen voor dagkaarten vormt
het beste dekkingsplan. U zult zien, dat het bezoekers
aantal dan stijgt, tenzij we natuurlijk, evenals vorig
jaar, een zeer slechte zomer krijgen. Dat kan natuur
lijk niemand voorzien en dan helpen noch 25-baden
kaarten noch abonnementen.
De heer Weide: De zwembaden bestaan nog maar
kort en toch spreken we hier nu al voor de derde maal
over de tarieven. Ik geloof, dat het vanavond maar
eens de laatste keer moet zijn. We moeten een defini
tieve beslissing nemen, of we al of niet voor abonne
menten zijn. Het is uiteraard wel een belangrijk punt,
maar ik vind het erg jammer, dat hier zo verschrikke
lijk veel tijd mee gemoeid is. We hadden net zo goed
de notulen van de commissievergadering aan de leden
kunnen toesturen. Dan hadden we vannacht om vijf over
twaalf kunnen stemmen en hadden wc hier vanavond
niet gezeten. Ik voel bijzonder weinig voor het voor
stel van de heer Bakker en ik ben het College dank
baar, dat het zo'n goed overzicht heeft gegeven van
het voor en tegen van diverse systemen. Ik zou op een
paar punten toch wel even de nadruk willen leggen,
omdat die voor mij zeer bepalend zijn m.b.t. het uit
brengen van mijn stem. In het voorstel van de heer
Bakker staat de abonnementsprijs in geen enkele ver
houding tot het gebodene. Het is inderdaad belangrijk,
dat de kinderen elke dag kunnen zwemmen, maar als
men een 25-badenkaart neemt, die f 0,40 per bad kost,
dan kan men van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
in een heerlijk verwarmd bad zwemmen, op een ter
rasje gaan zitten en gebruik maken van de speelweide,
die volgens de plannen nog wordt uitgebreid met aller
lei speeltuigen. Men krijgt er dus veel voor geboden.
Het systeem van die 25-badenkaarten is bijzonder goed.
Wij hebben er ook geen enkele klacht over gehoord.
Bovendien is dit raadsvoorstel uitvoerig in de krant
behandeld. Dat is nu anderhalve week geleden. Ik heb
er nog geen enkele reactie op gehoord. Vorig jaar heb
ben de kranten vol gestaan over een systeem, dat niet
deugde. Dat hebben wij toen veranderd en wij hebben
nadien ook geen enkele reactie meer gehoord. Ik zou
dus willen concluderen, dat het huidige systeem goed is
en dat wij het zonder meer moeten handhaven. Boven
dien hebben wij ook veel te weinig ervaring opgedaan.
Het ene bad heeft nog geen volledig seizoen achter de
rug en het andere bad mogen wij niet in de vergelijking
betrekken omdat het ergens midden in de prairie ligt
en niet verwarmd is. Ik voel dus voor het handhaven
van het huidige systeem.
De heer Schönfeld: Het is juist, dat de zware fi
nanciële offers, welke hier van de Gemeente worden
gevraagd en de belangen die met een goed geoutilleerd
zwembad zijn gediend, in een redelijke verhouding tot
elkaar moeten staan. Ik kan me, gezien de motieven,
die door Uw College in het raadsvoorstel worden aan
gevoerd, dan ook volledig met het voorstel verenigen.
Het is niet meer dan redelijk, dat men een bijdrage
in de exploitatiekosten vraagt, teneinde deze kosten
in het belang van de hele Gemeente redelijk te kunnen
dekken. Dan, terwille van het zwemgenot, maar eens
een zakje patat minder. Er is met de zwembaden de
Kleine Wielen" en ,,'t Nijlan" o.a. qua exploitatie
nog maar weinig ervaring opgedaan, doch bij andere
baden is deze van dien aard, dat invoering van abon
nementen zeer onverstandig zou zijn. Als de huidige
situatie bestendigd blijft, kan deze zaak over een lan
gere periode, aan de hand van meer beschikbare eigen
gegevens, opnieuw worden bekeken. De verhouding
tussen exploitatiekosten en inkomsten, zoals die
door het College wordt gesteld, dient zeer zeker op
zijn minst gehandhaafd te blijven. De prijzen zijn zelfs
aan de lage kant. Hetgeen ik in mijn betoog naar vo
ren heb gebracht houdt echter niet in, dat ik niet
met belangstelling zal uitzien naar een tegenvoorstel
uit de Raad, dat van dien aard is, dat tevens vast
komt te staan, dat de opbrengsten er geen wijziging
door zullen behoeven te ondergaan.
De heer Rijpma: Onze fractie steunt het voorstel
van B. en W. Er is nog weinig ervaring opgedaan met
het huidige tariefsysteem en het is redelijk het eerst
nog maar eens te proberen, f 0,40 per bad is beslist
geen bedrag.
De heer Janssen: In tegenstelling tot partijgenoot
Bakker geef ik en een deel van mijn fractie er de
voorkeur aan geen abonnementen in te voeren en dus
de huidige tarieven voor het openluchtzwembad te
handhaven. Het voorstel van de Commissie voor Sport
en Recreatie betekent, dat de dagprijs voor baders
boven de 16 jaar verdubbeld wordt. Vandaar, dat wij
tegen dat voorstel zijn en tegen invoering van abon
nementen, omdat de 25-badenkaart de veelvuldige
gebruiker o.i. voldoende tegemoet komt. Voor een ar
beidersgezin is de aanschaf van een abonnement te
duur. Wanneer men een abonnement wil hebben, moet
men meer dan één abonnement nemen en een 25-
badenkaart kan het hele gezin gebruiken. Het kan
echter voorkomen, dat een minder bedeeld gezin ook
niet komt tot het kopen van een 25-badenkaart. Ik
zou dus graag voor willen stellen een 10-badenkaart
in te voeren naast de 25-badenkaart, zodat een zo
groot mogelijk deel van de Leeuwarder bevolking naar
het zwembad kan gaan.
De heer Tiekstra (weth.): De heer Bakker heeft
gevraagd van wie Leeuwarden het huidige systeem
heeft afgekeken. Het is van niemand afgekeken, maar
ontstaan uit een eigen kritisch onderzoek. Zijn de abon
nementen nu wel zo aantrekkelijk voor de grote mas
sa? In het seizoen 1965 werden 34 gezinsabonnementen
uitgegeven, omvattende 214 personen, 52 individuele
abonnementen en 325 abonnementen voor personen be
neden 16 jaar. Dat is totaal plm. 20%. Blijft over 80%
van de bezoekers buiten de abonnementen om. Dat dus
m.n. het abonnement voor de smalle beurs geschikt
zou zijn, bestrijd ik ten sterkste. Juist op grond van
de kritische beoordeling van dit abonnementensysteem
is toenmaals welbewust gekozen voor een systeem, dat,
zo mogelijk, de drempel voor het gebruik maken van de
openluchtzwembaden voor ieder zo laag mogelijk zou