aan dergelijke plannen wel willen verlenen. Nu weet ik niet, hoe men deze groep eigenlijk moet bezien. Er staat een zinnetje in die brief, dat mij niet helemaal gerust maakt. Ik mag het misschien even voorlezen: „Behalve teleurstelling heeft Uw antwoord mij ook hoop gegeven. Uit de brief blijkt, dat U positief tegenover mijn plannen staat. In hoeverre de eerste zinnen van Uw brief meer zijn dan dooddoende frasen, kan Uw antwoord" etc. Dan lees je zo'n brief niet met zoveel plezier verder, maar wij hebben het wel gedaan en mijnheer heeft ook een positief antwoord van ons gekregen. De boom voor het pand van Ganzevoort kan waarschijnlijk wel wat opgesnoeid worden. Dan is dat pand wel goed zichtbaar. Ik dacht trouwens niet, dat dit zo'n ernstig probleem was. Ik kan mij wel indenken, dat men het indertijd heeft gevraagd. Bomen nemen uiteraard ook licht weg en dat kon hierbij ook wel eens een rol hebben gespeeld. De heer Heetla (weth.): Door de heren De Vries en Stek zijn opmerkingen gemaakt omtrent het centraal orgaan. Ik kan me begrijpen, dat de heer Boomgaardt zegt, dat de initiatiefnemers er natuurlijk uiteindelijk voor moeten zorgen, dat de subsidies zo laag mogelijk gehouden kunnen worden en dat de zaak rendabel is. Dat is met jeugdwerk vaak het geval niet. Er moet in wezen wel wat achter staan, wil dat goed van de grond komen. Bij het buurthuiswerk is dat hetzelfde. Het is niet zo gemakkelijk in Leeuwarden, dat van de grond te krijgen. Bewust heeft de Gemeente hier indertijd ook aan meegewerkt m.b.t. de Oosthoek, het Rengerspark en de Wielenpölle, om er enkele te noemen. Deze buurthuizen zijn in het algemeen noodlijdend. Het is helemaal geen sinecure bestuurslid van een dergelijke instelling te zijn. Het is moeilijk, dat ben ik wel met de heren Stek en De Vries eens. Ik heb mij zelf ook bemoeid met deze hele affaire. Het is heel moeilijk goede bestuursleden te krijgen en het is helemaal niet aanlokkelijk, wanneer er, als je bestuurslid wordt van zo'n vereniging direct wordt gezegd, dat je een oliebollenactie te wachten staat en het ophalen van oud papier. Er wordt heel wat van je verwacht. Ik hoop, dat dit werk ook eens een keer weerklank mag ondervinden in de Gemeente en dat meerdere perso nen, die er geschikt voor zijn, zich beschikbaar stellen voor dit belangrijke werk. Het is altijd zo, dat de mensen, die er zeer geschikt voor zijn, er geen tijd voor hebben. Het is geen sinecure om raadslid te zijn, vooral niet als je hier de hele week moet zitten; maar dat werk is ook geen sinecure. Het is ook geen sinecure, mijnheer Boomgaardt, als je diaken moet zijn van een kerk. Dat heb ik ook ondervonden. Dan leggen ze ook voor 100 pet. beslag op je en die mensen krijgen nooit eens een klap op de schouder. Ik heb voor de mensen, die zich met de jeugd bemoeien, het diepste respect. Vooral ook, omdat achter dit centraal orgaan geen leden of donateurs staan maar het geld echt van de drie buurtverenigingen zal moeten komen, heeft het College besloten, gedurende drie jaar ook die 10 pet. aan het centraal orgaan uit te keren. De heer Tiekstra (weth.): Ik vraag allereerst de aandacht van de Raad voor de preciese formulering van het antwoord. Het gaat n.l. niet om de aanleg van een nieuwe jachthaven, maar om de uitbreiding van de bestaande jachthaven, al is het natuurlijk waar, dat er een vaarwater tussen ligt. Dat is verstandig, omdat je dan een totale organisatie kunt hanteren voor beide elementen van de jachthaven. Voorts is duidelijk gebleken, dat men grote waarde hecht aan een zo dicht mogelijk bij de stad gelegen jachthaven. In het struktuurplan voor de gehele gemeente, zoals dat een paar jaar geleden in de Raad is geweest, is bij de situering van de uitbreiding van de bestaande jachtha ven uitgegaan van deze plaats. Op zichzelf geen onlogische zaak, want zo'n jachthaven zou in een ge bied met een andere bestemming op enigerlei wijze een vreemd element zijn. Daar komt bij, dat het bezwaar van die brug aanzienlijk minder groot is dan hier wordt verondersteld. Ten eerste zijn het uiteraard niet allemaal zeilboten. Er zijn ook heel wat motorboten bij. Ten tweede is het zo, dat in een vrij groot aantal gevallen deze korte afstand vrij gemakkelijk met gestreken mast kan worden overbrugd. Zo groot is die afstand nu ook weer niet. De plannen voor de uitbreiding van de bestaande jachthaven zijn praktisch klaar en ik neem aan, dat ze zeer binnenkort gepresenteerd kunnen worden. Het zou bijzonder spijtig zijn, als wij in dit stadium nog zouden moeten zoeken naar een plaats, waarvan we niet eens zeker weten of de grond wel eigendom van de Gemeente is. De plaats waar we nu over praten is dat wel, terwijl het niet zo heel bezwaarlijk is, de boerderij ook tijdig vrij te maken. Allerlei omstandigheden, die het verstandig doen zijn de plannen zoals ze nu zijn uitgewerkt toch maar op deze plaats te realiseren. Ook van de zijde van de gebruikers van de jachthaven wordt dit bezwaar niet zo zwaar aangevoeld. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor een koffiepauze. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. De heer Stigter: De heer Heetla zegt, dat we niet vaak schouderklopjes krijgen. Hij vist er niet naar, maar ik zou de wethouders en ook de burgemeester er toch een willen geven, want ik vind, dat Leeuwarden op het ogenblik op een aantal punten actiever is dan dat ik, voordat ik gemeenteraadslid werd, had verwacht. Leeuwarden wordt weer een „swingende" stad, om een teenerterm te gebruiken. Ik wil wel een motie indienen om toch die 2500, subsidie aan het Fries Museum te geven. Ik heb volledig begrip voor de argumenten van de wethouder. Ik heb zelf ook een aantal argumenten genoemd, maar onze argumenten zijn ietwat ongelijkwaardig en daarom heb ik hier een voorstel. Dat luidt als volgt: „De Raad van de gemeente Leeuwarden, op 28 februari 1968 in vergadering bijeen, besluit het subsidie aan het Fries Museum te verhogen met 2500,—". De motie is ondertekend door mevr. Visser-van den Bos en de heren Weide, Schönfeld, De Leeuw, Pietersen en mijzelf. De Voorzitter: De door de heer Stigter voorgelezen motie vormt mede onderwerp van de discussie. De heer Rijpstra: Het doet ons in ieder geval genoegen, dat wij op zo korte termijn een voorstel inzake restauratie van de Waag tegemoet kunnen zien. Wij wachten dit voorstel dan ook met belangstelling af. De suggestie van de heer Stigter, wat betreft exposities in de Waag, wil ik wel graag ondersteunen, evenals de door hem ingediende motie. De heer G. de Vries: Mede namens de heer Stigter wil ik graag het College dank brengen, ook voor de toezegging inzake de subsidiëring van het wijkwerk. We hopen, dat we over drie jaar tot zo'n stabilisatie zijn gekomen, dat we dan de zaak opnieuw kunnen bekijken. De heer Kingma: Hoewel ik er niet zo bijzonder van overtuigd ben, dat de juiste plaats voor uitbreiding van de jachthaven is gekozen, zie ik wel in dat de plannen al in een zo ver gevorderd stadium verkeren, dat we daardoor moeilijk anders meer kunnen. Maar ik zou bijna zeggen, men moet een jachthaven creëren ergens buiten de bruggen van de stad en buiten de toekomstige uitbreiding. Een jachthaven binnen de stad geeft altijd grote moeilijkheden. De heer Ten Brug (weth.): Ik dacht, dat er tussen mij en de heer Stigter geen verschil van mening is t.a.v. de waardering voor het Fries Museum. Ik dacht ook, dat ik vrij duidelijk heb gezegd, wat de motieven zijn waarom wij menen dat er geen reden is om tot verhoging van het subsidie over te gaan. Het is eigenlijk in feite een soort financiële verhouding hoewel het een particulier museum is tussen de Gemeente en de Provincie. Hebben we straks een tekort aan middelen voor het Princessehof, dan zullen we misschien proberen die 2500,die we de Provincie nu besparen voor het Princessehof te vragen. De Voorzitter brengt de motie in stemming. Deze wordt aangenomen met 18 stemmen voor en 12 tegen. Tegen stemmen de heren: R. Boomgaardt, J. ten Brag, J. Heetla, O. Heidinga, K. J. de Jong, A. Klomp, W. Miedema, J. Tiekstra, J. T. Vellenga, J. Venema, C. de Vries en J. Wiersma. De heer Wiersma: Hoofdstuk VI, volgnummer 111; rioolbelasting. Is het College bereid bij de vaststelling van het tarief van de rioolbelasting rekening te houden met bedrij ven, die een eigen waterzuiveringsinstallatie hebben aangelegd en daaraan enkele tonnen hebben be steed? De heer De Jong (weth.): Het voorstel tot invoering van de rioolbelasting komt t.z.t. in de Raad en het lijkt me eigenlijk het beste, dan op dit soort vragen terug te komen. De begroting van de algemene dienst wordt z.h.st. overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Punt 3 (bijlage 106). Z.h.st. wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Punt 4 (bijlage 108). De heer De Jong (weth.): In deze bijlage dienen enkele correcties te worden aangebracht. Op pag. 2, onder j, wordt gesproken over de aanschaffing van een laadschop van 45.000,Deze aanschaffing is bespro ken in de commissie van bijstand voor de Dienst Reiniging en Brandweer en men is eigenlijk tot de conclusie gekomen en die conclusie is door het College overgenomen dat deze investering voorlopig maar moet worden afgevoerd. We zullen proberen voorlopig door middel van huur van een reeds aanwezige laadschop in de behoefte te voorzien zonder dat het ons een investering kost. De consequentie daarvan is, dat het totaalbedrag van de investeringen van 535.250,op pag. 3 verlaagd wordt met 45.000,en dat de kapitaalslasten, groot 94.720, ongeveer midden op pag. 3, ook verlaagd worden met 6.975,en dus worden 87.745,In de samenvat ting worden het bedrag van 94.720,en de totaaltelling elk met 6.975,verlaagd. De heer Boomgaardt: Yn forban mei it ütstelom in bidrach fan 20.000,to ynvestearjen foar forbouwing en ynrjochting fan Wissesdwinger 24 foar de hüsfêsting fan it team fan de skoalpsychologen ensfh., woe ik opmerke, dat it my net düdlik is, hokker bidoeling wy feitlik hawwe mei it riichje huzen oan'e Wissesdwin ger. Ik tocht, dat dy op it program stiene om öfbrutsen to wurden, mar der binne alderhanne gemeentlike buro's op it eagenblik yn hüsfêste en dat hat ek noch hiel hwat koste. Ik freegje my öf: Is it noch nedich, nou wer foar dizze tsjinst 20.000,to ynvestearjen? Dêr haw ik dochs wier wol biswier tsjin, as men tominsten fêsthaldt oan it ófbrekken fan dat riichje huzen. Ik soe der persoanlik gjin biswier tsjin hawwe om op it plan fan dy öfbraek werom to kommen. Dy huzen koene om my wol stean bliuwe. Ik haw der altyd foar west om mei in böge op de Grienewei ta to gean en dit riichje huzen to hanthavenjen. As it Kolleezje to'n earsten fan doel is om de Ried üt to stellen, dat it dêr stean bliuwt, dan haw ik frede mei de ynvestearring, mar as it Kolleezje mient, dat wy op bitreklik koarte termyn dat plan fan de Grienewei ütfiere moatte en dat dan dat riichje huzen fordwine moat, dan fyn ik it net forantwurde om oan ien dêrfan nou 20.000,to spendearjen. De heer De Jong (weth.): Ik kan mij die opmerking van de heer Boomgaardt wel voorstellen. Maar aan de andere kant is het zo, dat deze huizen er voorlopig nog wel staan. We hebben om te beginnen alle huizen, die in deze straat staan, nog niet in eigendom. Voordat we beginnen af te breken, moeten we eerst alle woningen van het bewuste rijtje aan de Wissesdwinger in eigendom hebben. Daar gaan waar schijnlijk nog wel enkele jaren overheen. Afbraak kan daarna ook nog wel enkele jaren duren. We hebben dus toch wel de indruk dat, juist gezien ook de goede kwaliteit van deze woningen, er voorlopig nog gebruik van kan worden gemaakt. Het zijn nieuwe functiona rissen voor wie toch huisvesting gezocht moest worden en voor wie geen passende huisvesting in een van de gemeentegebouwen aanwezig was. We moesten dus iets en omdat deze gebouwen van goede kwaliteit waren hebben we toch gemeend, deze investering van 20.000,wel te kunnen motiveren, vooral omdat we de functionarissen zelf niet langer kunnen missen en het waarschijnlijk is, dat deze dienst in de komende jaren ook nog wel wat uitgebreid zal worden. We kunnen doodgewoon niet anders. We zitten met de huisvesting van tal van diensten in een bijzonder moeilijk parket de laatste tijd. Wij hebben met volle overtuiging, zij het met begrip voor Uw bezwaren, gemeend met dit voorstel te moeten komen. De heer Boomgaardt: Ik soe hjir it advys oan forbine wolle, om dat plan fan de oanliz fan dy dyk sadanich to projektearjen, dat men om dy huzen hinne kin en dochs to'n earsten ta ütfiering fan dat plan to kommen, mar dat kin dan neijer bisjoen wurde. Z.h.st. wordt overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders besloten. Punt 5 (bijlage 107). De heer Kingma: In de raadsbrief wordt alleen maar gezegd, dat men eigenlijk niet weet waar het over gaat, maar men raadt ons toch aan, de motie voor kennisgeving aan te nemen. Men mag toch van het College verwachten dat, wanneer de Raad iets in handen stelt om preadvies, er ook een gedegen onderzoek wordt ingesteld. Purmerend is telefonisch bereikbaar en men had allicht een toelichting kunnen krijgen. Dan hadden we die erbij gehad. Misschien hadden we dan evenzo gereageerd. Ik vind de inhoud van de motie niet zo erg belangrijk, maar ik had het prettiger gevonden, wanneer we die toelichting er bij hadden gehad. Dat was dunkt mij een kleinigheid geweest. De heer De Jong (weth.): Juist omdat we vorig jaar in de begrotingszitting over de zaken hebben gediscus sieerd hebben we gedacht deze motie van de gemeente Purmerend het allerbeste bij deze begroting te kunnen behandelen. Dan komt ze voldoende tot haar recht. Dan behoeven we niet telkens opnieuw over hetzelfde vraagstuk te spreken. Het is bovendien een zaak, die dan veel directer besproken wordt omdat de belangen van de gemeente Leeuwarden daar duidelijk bij naar voren komen. Dan weten we ook waar we over spreken. Bovendien, iedereen kan ons wel een brief toesturen, die eigenlijk voor de Gemeente van bijzonder weinig belang is. Wat weten wij van de positie van Purmerend. Moeten wij nu n.a.v. een adres, dat men aan alle Gemeenten toestuurt, een uitgebreid onderzoek bij de gemeente Purmerend instellen om precies te weten te komen, wat de concrete knelpunten in die gemeente zijn? We hebben gemeend de Raad de volle ruimte te moeten geven, opdat hij juist over de problematiek, waar het hier om gaat duidelijk kan discussiëren en daar hebben we duidelijk over gediscussieerd eergisteren. We moeten over de formele bezwaren, die hier inderdaad aanwezig kunnen zijn, heenstappen. Men heeft meer gekregen dan men eigenlijk gevraagd heeft. Z.h.st. wordt, overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, de motie van de Raad der Gemeente Purmerend voor kennisgeving aangeno men. De Voorzitter sluit, om 23.45 uur, de vergade ring.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 8