2 38. Aankoop van een aantal percelen, gelegen in het bestemmingsplan 't Aldlan, van L. de Vries, alhier (bij lage no. 340). De Voorzitter: Ik heet U allen hartelijk welkom en ik hoop, dat wij op vlotte wijze een lange agenda kunnen afdoen. Punt 1. Sub A. Deze berichten worden voor kennisgeving aange nomen. Sub B. Deze rapporten worden voor kennisgeving aange nomen. Sub C en D. Deze brieven worden in handen van B. en W. ge steld om preadvies. Sub E. De heer Velienga: Het is begrijpelijk, dat de groep mensen, die aan de Borniastraat wonen, heeft gemeend zich in een brief te moeten richten tot B. en W., de Wethouder of de Raad; het is een klein beetje proble matisch. En dat heeft er misschien mede toe geleid, dat B. en W. de Raad voorstellen deze brief voor ken nisgeving aan te nemen. Onze fractie zou het wel op prijs stellen, dat in voorkomende gevallen, die zich daartoe lenen, niet wordt volstaan met de mededeling: Neemt U dit voor kennisgeving aan", maar dat, zij het heel kort, daar in enkele volzinnen een motivering bij wordt gegeven, zodat aanstonds blijkt, waarom B. en W. dit voorstellen. Een preadvies is wel duidelijk en bij sommige brieven is de mededeling ter kennis geving ook nog wel begrijpelijk, maar in een enkel ge val misschien niet zo. Wat de zaak zelf betreft, het is duidelijk, dat de Borniastraat in haar tegenwoordige staat niet berekend is op het zware verkeer: het vervoer van materialen, betonmolens enz., dat daar iedere dag langs dendert. Het is ook te zien aan het wegdek; heel vaak moet ook het trottoir door de vrachtauto's „meegepikt" wor den, wat dan weer gevaar kan opleveren bijv. voor kinderen, die naar school gaan of daar spelen, en zo zijn er nog wel een aantal bezwarende factoren te noe men. Samen met enkele andere raadsleden heb ik het genoegen gehad de situatie daar op te nemen en met een paar bewoners over de toestand te spreken. Daar bij was duidelijk, dat men alle begrip ervoor had, dat natuurlijk het materiaal op de een of andere manier naar dit punt vervoerd moet worden. Aan de andere kant vond men het hachelijk, dat het langs deze straat moest gebeuren met alle gevolgen van dien. Men was wel enigszins bevredigd dooi- de brief, die van het College was ontvangen, hoewel men zich niet al te veel van verbetering voorstelde. Ik heb gevraagd: Wat zou er dan naar Uw mening U zit boven op de situatie meer kunnen gebeuren En begrijpelijk, dat men bepaalde suggesties deed, waarvan het overigens de vraag is, of ze stuk voor stuk ook voor verwerkelijking vatbaar zijn. Men suggereerde bijv. te denken aan de toegangsweg vanaf de Aldlansdyk, maar dat lijkt, zelfs van buiten af bezien, toch al een groot aantal bezwa ren te ontmoeten. Men deed de suggestie om van ach ter het Borniapark dichter bij het werk te komen, dat zou misschien bij bepaalde toestemmingen en bepaalde maatregelen te doen zijn. Alleen ook dan belandt het transport ergens op een punt, waarvan het toch weer met veel moeite, bijv. met mankracht of met lorries, naar de bouwplaatsen toe gebracht zou moeten worden. En uiteindelijk maar ik ben op dit punt een leek; misschien heeft het College veel verstandiger gedach ten deed men de suggestie te streven naar een be paalde verbetering van het wegdek van de Bornia straat, mogelijk etappegewijs. Dat kan natuurlijk met zich meebrengen, dat dan het vervoer langs een andere weg moet plaats vinden; laten we eens denken aan Huizumerlaan en Sportlaan, maar dat zou best kunnen betekenen, dat er over drie weken een adres ligt van bijv. de bewoners van de Sportlaan. Men kan zeggen: Dan hebben we dan weer wat te praten, maar dat kan niet de bedoeling zijn. Toch zou er misschien iets in zitten te proberen zo etappegewijs bepaalde gedeelten van de Borniastraat onder handen te nemen of een aantal provisorische maatregelen te nemen, omdat hel naar onze overtuiging wel ernst is te proberen een re delijk compromis te vinden tussen de noodzaak van deze aanvoer en datgene wat de bewoners van de Bor niastraat en omgeving aan concrete klachten en wen sen naar voren hebben gebracht. En ik zou er dus op dit moment mee willen volstaan het College met klem te vragen, of het mogelijkheden heeft onderzocht of zou kunnen onderzoeken om op een manier als ge noemd zover mogelijk tegemoet te komen aan de o.i. wel rechtvaardige klachten en wensen van de adres santen. De heer Heidinga: In het algemeen brengt het he dendaagse zware verkeer, dat zich langs onze wegen voortbeweegt, enige schade toe aan de bebouwing, die zich daaraan bevindt. Dat is in alle straten zo, waar dat verkeer langs komt, en in de Borniastraat zal het verkeer niet frequenter of zwaarder zijn. De Bornia straat is wel in slechte staat. Ik heb echter nog niet kunnen constateren, dat er enige schade van belang aan de woningen is toegebracht. Nu kunnen we na tuurlijk wel zeggen: „Zo ver mag het ook niet komen", maar en daarmee wil ik deze zaak in haar juiste proporties stellen praktisch elk vooroorlogs huis, waar zwaar verkeer langs gaat, trilt op de kleilagen, waar Leeuwarden op gebouwd is. En er zullen door die trilling hier en daar scheurtjes in de huizen ont staan; dat is bij iedereen zo, ook bij mij aan de Kanaal straat, aan de Bleeklaan, en misschien ook wel aan de Nachtegaalstraat. Dus dat is helemaal niets bijzonders. Dat is het punt ook niet. Ik til hier niet zo zwaar aan. Dat neemt niet weg, dat degenen, die wonen aan die „halve" Borniastraat, die er slecht bij ligt, toch wei hier en daar last van ondervinden, vooral ook, omdat ander verkeer daar moeilijk is en de trottoirs hier en daar wat beschadigd worden enz. Daarom echter vroeg ik eigenlijk niet het woord, maar meer speciaal om de beantwoording die het College aan de adressanten heefl gezonden, want daar ben ik het beslist niet mee eens. Ik zou zeggen: Zeg de waarheid! Want die weg kar. aangebracht worden, dat is buiten kijf. Dat is het pun niet. De Groningerstraatweg wordt vernieuwd en het verkeer gaat er over. Nog kort geleden hebben we de Greunsweg vernieuwd, terwijl de zuivering in aanbouw is; al de zware materialen daarvoor en dat liegt er niet om zijn langs die weg-in-aanbouw vervoerd Dus wat B. en W. de adressanten schrijven, is niet juist. Bouwkundig kan die weg gemaakt worden; wc hebben echter doodgewoon het geld er niet voor; laten we dat tegen de mensen zeggen. Er is nu maar een halve weg; het diepriool zit in de grond en als de halve weg gereed is, kan de andere helft tegen de woningen aan gemaakt worden. Het enige punt is dus en ik weet, dat U diligent bent in die dingen Zie de be schikbare „ping-ping" te krijgen en leg die weg aan. De heer Engels: Zelfs als juist is wat de heren Hei dinga en Velienga gesteld hebben, n.l., dat overlast niet is te vermijden, en zoals de heer Heidinga daar aan toevoegt zelfs enige schade in onze tijd van modern verkeer niet is te voorkomen, afgezien van het feit, of dat een gevolg is van wegaanleg of niet, blijft natuurlijk toch de vraag: Kunnen we het zo doen, dat de mensen een minimum aan overlast hebben? Dat is, dacht ik, eigenlijk de vraag ook, die door de heer Vel ienga gesteld is. Daar wil ik me toch even bij aan sluiten. Ziet het College wellicht alsnog een mogelijk heid om door bijv. de rechterhelft van de weg iets te versterken etc. en, daarmee beginnende, daar een toegangsweg te maken deze mensen van dienst te zijn? De heer Weide: Ik ben blij met het betoog, dat de heer Heidinga heeft gehouden over de schade aan de huizen. Ik had n.l. de Wethouder willen vragen, of van gemeentewege ook was onderzocht, of werkelijk extra schade aan deze huizen veroorzaakt zou zijn door het tijdelijk zeer zware verkeer. En verder had ik het Col lege willen vragen, of het naast de mogelijkheden die de heer Velienga aan de hand heeft gedaan, de moge lijkheden wil onderzoeken, of er bij de Borniakliniek via de Aldlansdijk, eventueel via de Badweg, nog aan voel wegen zijn te realiseren. De heer Kingma: Ik heb aan al wat gezegd is niet 7.0veel toe te voegen. Men zou misschien ook zo dicht ogelijk bij de Schrans, dus bij het nieuwe gedeelte, een oprit naar het terrein kunnen maken. Ik kan het zo niet eens bekijken, maar zo'n oprit maakt men wel vaker. Als dat niet mogelijk is, dan zal er wel iets aan die weg moeten gebeuren. Dat had óók moeten geschieden, als deze transporten er niet geweest wa- i n. Het verwondert mij, dat al niet veel en veel eer- f r een adres i.z. verbetering is binnengekomen. Mis schien is dat jaren geleden wel eens gebeurd, maar ik herinner het me niet. Ik vind de toestand gewoon een nfluiting. Het eerste gedeelte is goed; een ander stuk is iets verbeterd, maar aan weer een ander gedeelte en daar gaat het hier om is helemaal niets gedaan. Er moet toch wel een behoorlijke ver betering mogelijk zijn, zodat de toestand iets draag- bjker kan worden. De heer Tiekstra (weth.)Ik geloof, dat in de Raad up zichzelf genomen terecht aan de inhoud van dit adres en ook aan het antwoord van B. en W. aandacht wordt geschonken. De heer Engels bedoelde, denk ik, of wij als overheid niet hebben na te gaan, of redelijkerwijs aan de onder- weiden bezwaren tegemoetgekomen kan worden. En ik wil wel heel kort zeggen, dat de suggesties, die in de loop van de discussies zijn gedaan m.b.t. het tot stand brengen van bepaalde provisorische ontsluitingen vanaf oen ander punt, toch wel overwegende bezwaren ont boeten niet alleen wegens eigendomskwesties e.d., maar ook omdat nu eenmaal improvisoria over een derge lijke afstand binnen korte tijd natuurlijk dezelfde be svaren voor het bouwverkeer oproepen als die, welke zich nu manifesteren voor de bewoners van de Bornia straat. Ook het bouwverkeer moet natuurlijk de gele genheid hebben zijn gang te gaan. De Raad moet zich aarbij realiseren, dat de aanbestedingen hebben plaats gevonden op voet van deze verkeersregeling. Een an dere vraag is natuurlijk, of men aan de ondervonden bezwaren tegemoet kan komen langs de weg van an dere dan genoemde improvisoria. De heer Heidinga ves tigt er terecht de aandacht op, dat, uitvoeringstechnisch gezien, het plan, zoals het in de Raad is geweest en ik dacht, dat de heer Kingma daar even aan voorbij ging in zijn opmerkingen vermoedelijk wel zal kun nen worden uitgevoerd. Alleen men moet zich realise- n, dat er wel een zeer duidelijk verschil is tussen het geprojecteerde profiel van de nieuwe weg en het pro fiel van de oude. De breedte van de bestaande weg is niet meer dan 3m en dat betekent dus (als men zich nog even het plan voor de geest haalt, zoals het hier in de Raad is geweest), dat men dan vrij ver over de grenzen van het werkterrein van de uitvoerders van I beide projecten heen gaat. En dat zou dus wel ver bazend moeilijk worden. Ik hoop, dat de heer Heidinga dit goed begrijpt. Afgezien daarvan, is de grootte van het bedrag, n.l. ruim vier ton, voor dit werk zo hoog, dat hiervoor financieringsmiddelen gevraagd moeten worden en op de lijst van dergelijke aanvragen staan veel meer van dit soort projecten, die, dacht ik, ook naar het oordeel van de Raad, even dringend zijn. Op dit ogenblik hebben we dus genoegen te nemen met het feit, dat dit werk om deze reden op dit moment niet kan worden uitgevoerd. Dat betekent wel, dat we bij het tref fen van eventuele maatregelen en ik kom daar straks nog even op terug erop moeten rekenen, dat, zo dra zowel het verpleegtehuis als het ziekenhuis gaat werken, de hier genoemde voorziening er heeft te zijn. Dat is, dacht ik, een duidelijke zaak. De brief, die B. en W. hebben geschreven, is gewoon ingegeven door de overweging: Wat kunnen we op korte termijn, onmid dellijk ingaand, doen om dit redelijk te regelen, met in het achterhoofd de gedachte, nog in overweging te hou den, op welke wijze met andersoortige improvisoria toch iets zou kunnen worden gedaan. Dat vormt op het ogenblik onderwerp van overleg tussen de dienst en mij en er staan ons twee mogelijkheden voor ogen. De Raad zal het duidelijk zijn, dat bij de aanleg van de weg, zoals die geprojecteerd is, in ieder geval het stuk nog liggende klinkerbestrating moet worden verwij derd. En men kan zich dus de vraag stellen: Zouden we dit op voorhand maar niet doen Zouden we niet proberen met het maken van een redelijke zandbaan en daarover een niet al te zware asfaltering toch een zodanig verband aan te brengen, dat het bouwverkeer zijn gang kan gaan, zodat de werking van de grond zo fatsoenlijk mogelijk wordt opgevan gen en zouden we ons daar dan maar niet toe bepalen Een andere mogelijkheid is, dat er Stelcon-platen kunnen worden gebruikt. Laat ik volstaan met te zeg gen, dat B. en W. met deze zaak op het ogenblik hard bezig zijn en dat we juist proberen die zo te or ganiseren, dat wij, ook financieel gezien, daarmee vlot uit de voeten kunnen. Het moet niet zo zijn, dat we tussentijds een voorziening treffen, die misschien een aantal duizenden guldens kost en straks alweer voor een financieringsaanvraag bij G.S. moeten komen. Wij moeten als B. en W. een beslissing kunnen nemen en dan de zaak vlot in uitvoering brengen. Ik heb enige hoop, dat ze dinsdag over een week stellig in de B. en W.-vergadering kan worden behandeld en als wij financieel deze zaak vrij geruisloos kunnen opvan gen, dan kan de Raad ervan verzekerd zijn, dat wij op deze wijze doen wat de heren Velienga en Engels heb ben gevraagd: Proberen met een improvisorium zo re delijk mogelijk tegemoet te komen aan de bezwaren die de betrokkenen ondervinden. Daarbij heeft, terecht, de heer Heidinga erop gewezen, dat er uiteraard aan het zware verkeer allerhande gevolgen zijn te verbinden voor de toestand van de wegen. Het enige bijzondere punt, dat hierbij speelt, is het incidentele zware bouw verkeer op deze straat, die dat voordien niet heeft te verduren gehad. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer De Jong (secretaris)Berichten van ver hindering zijn binnengekomen van de heren Boom- gaardt en Fabcr, terwijl medegedeeld is, dat de heer Rijpma wegens ziekte niet aanwezig kan zijn. De Voorzitter: Ik hoop, dat de heer Rijpma spoe dig weer hersteld zal zijn en de volgende vergadering weer zal kunnen meemaken. Punten 2 tot en met 9 (bijlagen nos. 328, 338, 333, 313, 325, 323, 308 en 314). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 10 (bijlage no. 334). De heer Schönfeld: De overdrachtskosten ad f 1, zijn symbolisch. Ik zou graag willen vernemen, hoeveel de kosten bedragen van de in het besluit vermelde voorzieningen, die voor rekening van de Gemeente die nen te worden getroffen. M.i. zullen deze kosten ver uitgaan boven het bedrag, dat de grond waard is. De heer Tiekstra (weth.)Ik ben niet in staat een antwoord te geven op deze vraag. De Voorzitter: Dat is erg. De heer Tiekstra (weth.)Nee! De heer Schönfeld: Ik zou willen voorstellen het punt aan te houden tot de volgende keer. De Voorzitter: Ik zou dan liever willen voorstel len, dat U alsnog een antwoord krijgt van het College, want ik kan er begrip voor hebben, dat Weth. Tiek stra niet al die gegevens zo a l'improviste kan noemen. Ik neem aan, dat U dit geval meer interesseert dan dat U het besluit zoudt willen ophouden. Als U alsnog een mededeling krijgt, dan kunnen we dit punt van daag afhandelen. Kan dat Uw instemming hebben? De heer Schönfeld: Ja, mijnheer de Voorzitter. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met aantekening, dat de heer Schönfeld de door hem gevraagde inlichtingen krijgt. Punt 11 (bijlage no. 293). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 2