8 9 enige oplossing. Het lijkt mij echter belangrijk, dat het gebouw niet door reclametckens het uiterlijk van een bankgebouw zal krijgen. Hiertoe biedt punt 12 van de huurovereenkomst een mogelijkheid. Hierin staat n.l. vermeld, dat het aanbrengen van reclametekens enz. op of aan het gehuurde zonder voorafgaande toestem ming van B. en W. niet is toegestaan. Ik zou graag willen vernemen, hoever het College wil gaan met het verlenen van toestemming tot het aanbrengen van der gelijke tekens. Het is n.l. logisch, dat de bank op de een of andere wijze kenbaar wil maken, in welk ge bouw ze is gevestigd. Is hierover al overleg gepleegd? Tevens las ik in de ter inzage gelegde stukken, dat de bank het noodzakelijk vindt, dat op het terreintje ten westen van de Waag parkeermeters worden ge plaatst. Hierover vind ik niets terug in de raadsbrief. Ik zou tevens gaarne vernemen, of hierover al overleg is gepleegd en welke gedachten het College ten aan zien hiervan koestert. De hear Boomgaardt: Ik kin sizze, dat dit ütstel fan it Kolleezje by üs wol in goede üntfangst hawn hat. By üs wie ek wol in oare rjochting üt tocht, mar it hat der net yn sitten. En fan üs kant dus graech mei dit ütstel akkoart. Ik leau wol, dat der in wurd fan wur- dearring sprutsen wurde mei oan it adres fan B. en W., dat hja dizze saek trochset hawwe en in mooglikheit foun hawwe om ta in oplossing fan in dochs hwat pynlike saek foar üs gemeente to kommen. By üs binne der ek wol in pear fragen ik mien, dat de hear Stigter it punt ek al efkes ncamd hat oer dy tuskentydskc hierforhcging. Ik fyn it eigentlik in normale saek, as men by in öfspraek, al is it under tige bisündere bitingsten, lyk as yn dit gefal, mar dan dochs foar 40 jier, in tuskentydsk iepenbrekken hwat de priis oangiet, mooglik meitsje moat, byg. om de 5 jier. Dat hoecht om my de earsto 10 jier noch net, mar it giet my eigentlik to fier, dy f20.000,hier foar 40 jier lang fêst to lizzen. Dat is dochs wol in ütsünderlik lange tiid. Ek is der in greate kans dat hat de hear De Leeuw noch efkes oansnien, mar ik haw it net yn de stikken foun dat dei' in bilangryk bidrach oan ryks- bydrage en fan provinsjewegen, miskien seis ek noch fan de gemeente üt it restauraesjefüns, öfgiet. Wurdt dat hielendal öfkapt? As dat net bard, dan soe ik it dochs in bytsje frjemd fine, dat it Ryk en oare oer- heitsynstansjes hjir mar hielendal buten bliuwe troch in transaksje, dy't de Gemeente op partikuliere basis mei in bank oangiet, minof toni ear op kosten fan de bilangen fan de Gemeente, yn striid mei dy fan it Ryk. De oplossing as sadanich liket üs dus goed ta, mar de saek fan it subsydzje, dat dochs altyd foar monu- minten biskikber is, is wol bilangryk genöch, nou't it oer sa'n great bidrach giet, om dy nochris efkes goed to bis jen. De heer Weide: Na alles wat er gezegd is de heer Stigter heb ik niet goed kunnen verstaan, want het geluid is vanavond weer eens niet best heb ik niet zoveel meer op te merken, maar bij mij blijven er nog wel drie vragen over: 1. Wat is de reden geweest voor het College om het gebouw voor 40 jaren te verhuren, met de mogelijkheid na de eerste 10 jaar de huurovereenkomst te beëindi gen? Ik vind dit een bijzonder lange termijn. 2. In de huurovereenkomst staat vermeld, dat B. en W. de normen vaststellen vcor het aanbrengen van de reclame. Ik zou graag willen weten, welke normen B. en W. hier hanteren. 3. ïn aansluiting op wat de heer De Leeuw gezegd heeft: Gaat Monumentenzorg met deze realisering', plus een eventuele subsidieverlening, volledig akkoord? De heer RijpstraAan alle vragen en opmerkingen wilde ik nog één opmerking toevoegen: Wij achten het wel van belang, dat er nu eindelijk ook een mo gelijkheid wordt gevonden de kademuren achter het Waaggebouw op korte termijn te herstellen. Het lijkt me niet zo erg geschikt met een eventuele herstelling hiervan te beginnen na de restauratie van de Waag. Ik denk alleen maar aan de mogelijkheid, dat geheid moet worden enz. De heer Rijpma: Wij hebben toch wel waardering voor het feit, dat B. en W. voor dit cultuurmonument een bestemming hebben gevonden. Dat die bestem ming anders is dan in eerste instantie verwacht werd, is, dacht ik, niet zo'n bezwaar. Ik neem aan, dat een waaggebouw vroeger ook een aanzienlijke geldhandel heeft gekend en, wat dat betreft, ligt het wel in de lijn, dat er een bank in gevestigd wordt. Het is in ieder geval niet in tegenspraak met de vorige be stemming. Er zijn veel vragen gesteld; die laat ik liggen; ik wacht de beantwoording af voor een eventuele tweede instantie van mijn kant. De heer C. de Vries: In de raadsbrief staat, dat de „huurprijs van f 20.000,per jaar zal worden ver minderd met het bedrag van de jaarlijkse annuïteit' enz. „van de restauratiekosten met een maximum vermindering van f20.000,per jaar." Kan de Wet houder van Financiën misschien m.n. deze zin nog even nader toelichten Wat houdt die zin werkelijk in V De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor de koffiepauze. De Voorzitter: Ik stel voor de discussies voort te I zetten. De heer Heetla (weth.)Ik wil namens het College die leden dank zeggen, die waarderende woorden heb ben gesproken. Bij de Waag doet zich het bijzondere feit voor, dat wij voor de financiering van de restauratie steun kun nen krijgen van een particulier bedrijf. Meestal is hei andersom en moet de overheid een restauratie finan cieren. Dit particuliere bedrijf doet dit aanbod echtei niet louter uit goedgeefsheid. Er staat natuurlijk iets belangrijks tegenover en wel: het gebruik van de be nedenverdieping als bankfiliaal. Dat is van de kant van de bank begrijpelijk; de vraag is natuurlijk, of men de transactie kan waarderen. Men zou kunnei zeggen, dat het een noodsprong is en dat is misschien in zekere zin waar, maar aan de andere kant is de vraag, welke bestemming de Waag dan moet hebben, moeilijk te beantwoorden. Van de heer Stigter had ik iets anders verwacht dan wat hij nu gezegd heeft. Bij een vorige gelegenheid heeft hij het een en andei uit Eekhoff over de historie van de Waag geput. Ik heb daar ook in gevonden, dat de Waag als zetel van het krijgsgericht werd gebruikt. De heer Stigter heeft dat niet vermeld; misschien heeft hem dat niet zo aan gesproken. De Waag heeft gedurende haar bestaan dus verschillende malen een heel eigenaardige bestem ming gehad. Er is van alles in gevestigd geweest, vooral ook op de bovenverdieping. Jarenlang had ooi: de vrijwillige brandwacht er materialen opgeslagen. Al met al heeft de Waag niet zolang haar eigenlijke bestemming gehad, waarbij men moet denken aan de grote balansen, die ervoor hingen en waar dan de kaas op gewogen werd. Het zou moeilijk en ook niet aan trekkelijk zijn het gebouw weer zijn zelfde bestem ming terug te geven. Het College heeft werkelijk niet voor 1 april be sloten tot de restauratie over te gaan ik meen, dat dit gezegd is dc onderhandelingen liepen toen nog en als die nog gaande zijn, kan men er moeilijk in de Raad over praten. B. en W. hebben alle moeite gedaan de Waag te verhuren en haar een bestemming te geven, die h.i. het meest voor de hand lag, n.l. in de horeca-sectoi Er is met verschillende horeca-figuren gesproken, zelfs met grote bedrijven, maar men zag er geen brood in. Het werd een te dure zaak. In de eerste plaats zou de restauratie dan ook geheel voor onze rekening komen; daarvoor heeft de Raad destijds een krediet van f 280.000,verstrekt. Maar dan had het nog jaren moeten duren, voordat we de zaak financieel rond ge kregen zouden hebben. Als wij het gebouw lekvrij en „bloot" opgeleverd zouden hebben, dan zou het van binnen nog geheel klaar gemaakt moeten worden als bepaald horeca-bedrijf, maar daar is het ook te klein voor. De Waag is een vrijstaand gebouw in een ta melijk ruime omgeving. Daardoor lijkt het nogal groot, maar de bruikbare ruimte valt niet mee. En beneden èn boven is die helemaal niet groot, zodat ze waarlijk niet voor zeer vele doeleinden gebruikt kunnen wor den. Bovendien zouden aan het interieur te veel ver anderingen moeten worden aangebracht, als daar een horeca-bedrijf in gevestigd zou worden. Wij hebben daar zeer serieuze pogingen toe aangewend, maar het is niet gelukt. Ik heb eens onderhandeld met een paar grote aannemers hier ter stede, die zelf wel iets in deze richting wilden ondernemen en het ook nog wel wilden voorfinancieren, maar zij konden geen gega digden vinden die daar een exclusief eethuis in zouden willen exploiteren. Het zou nooit een eerste klas zaak kunnen worden. Vandaar, dat wij het in een andere iehting gezocht hebben, n.l. in die van de bank. En die heeft ook iets met de handel te maken; het sprak het College wel aan. Er zijn onderhandelingen geweest met de Raiffeisenbank, die geresulteerd hebben in het raadsvoorstel betreffende voorfinanciering van de ver bouw, die op f 280.000,is geraamd. Nu kan een ver houw mee- en tegenvallen, maar laten we aannemen, dat de schatting goed is. Als de Waag verbouwd zou worden om er een horeca-bedrijf in te vestigen, stond het bij Monumentenzorg wel vast, dat er geen sub sidie verleend zou worden, vooral niet, omdat de trap totaal veranderd zou moeten worden. De tekeningen van de Raiffeisenbank zijn bezien door Monumentenzorg en er is een gerede kans, dat er wel een subsidie afkomt, maar dat krijgt de Ge meente, niet de bank. Dat is wel geregeld, maar daar zal mijn collega van Financiën de Raad wel meer van vertellen. Als we de Waag verhuren aan deze bank, dan ko men wc voor bepaalde nevenproblemen te staan, waar de Raad zich nu op werpt dat zou ik misschien ook doen, als ik aan de andere kant zat maar die niet van zo groot belang zijn. Het probleem van de toiletten is natuurlijk verve lend. Hoge nood zal er wel blijven in de binnenstad, men parkeert echter bij de toiletten wel anderhalf uur. En ik zie niet in, dat dat zo moet blijven. De mensen hebben tegenwoordig allemaal een fiets en kunnen clus wel spoedig ergens anders komen. De openbare toilet ten worden uit het gebouw verwijderd; die vormden toch ook niet zo'n mooie bestemming van de Waag. En ik geloof wel, dat de raadsleden het met mij eens zijn, dat ze moeten verdwijnen. De „bloemetjes voor dc Waag" noem ik ook een neven-aspect. Ze horen er volgens mij wel bij. Er is met de bloemenkoopman al over gesproken. De stukken i.z. de reclame hadden eigenlijk in de ter visie gelegde portefeuille moeten liggen. Over het punt reclame is met de Raiffeisenbank gecorrespon deerd. Er is door Openbare Werken een ontwerpje ge maakt. Onder de luifel zal een reclame komen, een soort neen-verlichting, die zelfs de goedkeuring van de Schoonheidscommissie heeft kunnen verwerven en dat zegt mij nogal wat. De Raiffeisenbank heeft echter zelf al medegedeeld, dat ze die reclame nog iets meer in stijl wil hebben. Het zal dus wel zeer aantrekkelijk worden. De bovenzaal had eigenlijk wel verhuurd kunnen worden. Daar was ook wel een bestemming voor. Dan was dus de f20.000,— in één keer ter tafel gekomen, maar omdat er al zo vaak in de Raad naar expositie ruimte was gevraagd, hebben wij die juist vrij gehou den. Geven wij die bovenzaal geen bestemming, dan huurt de Raiffeisenbank het gebouw voor f20.000, en dan gaat zij de bovenzaal verhuren. (De Voorzitter: Met instemming van de Gemeente.) De heer De Jong (weth.)De heer Stigter heeft gevraagd, of het wel juist is geweest, dat men in de huur van f20.000,— geen jaarlijkse huur verhogingen verdisconteerd heeft. Ik wilde het probleem van de verhuur van een andere kant bena deren. Gedurende de laatste jaren werd de Waag ge bruikt voor transformatorstation en voor toiletten. Ook heeft de Vrije Katholieke Gemeente haar diensten in de bovenzaal gehouden. In die tijd is de opbrengst van de Waag praktisch nihil geweest. En de moeilijkheid was juist deze, dat we voor een behoorlijk bedrag aan restauratiekosten moesten opdraaien, wilden we het gebouw weer kunnen exploiteren. Het bedrag van die kosten (f280.000,hadden we dus zelf moeten in vesteren en dan hadden we nog iemand moeten vinden, die zelf een verdere investering op zich had willen nemen. En die investering zou er ook niet om liegen. Wij zouden het gebouw slechts zodanig restaureren, dat men er iets mee zou kunnen doen. De inrichting van een horeca- of bankbedrijf vergt nóg eens een fors bedrag. Tegen deze achtergrond kunnen wij stellen, dat wij de Raad nu een oplossing kunnen aanbieden, waar bij het gebouw weliswaar praktisch niets meer op brengt dan het tot nu toe heeft opgebracht, maar die wei dit voordeel heeft, dat we de f 280.000,voor de restauratie volledig gedekt hebben. Inderdaad over een reeks van 40 jaar, maar ik mag hierbij in aanmerking nemen, dat dit samenspel dan toch dit resultaat gehad heeft, dat we de restauratie enige jaren hebben kun nen vervroegen. Want als we die op de verlanglijst voor monumentenrestauratie aan G.S. hadden aange boden, hoeveel jaren had het dan wel niet kunnen du ren, voordat we het geld gekregen hadden! En we wilden toch allen graag de Waag op kortere termijn een andere bestemming geven? Bovendien, als hier voordelen uit voortvloeien in de vorm van restauratie subsidies, dan komen die ten gimste van de Gemeente en daar wordt direct bij de opzet rekening mee gehou den. We hebben de gegronde verwachting, dat over niet al te lange tijd die subsidies wel af komen. Door het zo te stellen, zal men meer begrip voor de gang van zaken krijgen. Hadden we de bovenzaal ook met een verhuurd, dan was het nog voordeliger voor ons geweest, maar we hebben de mogelijkheid van eigen gebruik van die zaal willen openlaten, omdat we meen den, dat de Raad daar door de Gemeente een bestem ming aan wilde zien gegeven. In dat geheel bekeken, zal de Raad dan toch wel vrede met het totaal van deze oplossing kunnen hebben. De heer Stigter heeft gevraagd, of een derde die bovenzaal ook van de bank kan huren. Dat is inder daad mogelijk. Wij zullen alleen onze toestemming moeten geven, maar het is een zaak tussen de bank en derden. Wij hebben slechts gesteld: Wij willen de bo venverdieping liefst ter beschikking van de Gemeente houden. Verbinden wij die voorwaarde niet aan de ver huur, dan huurt de Raiffeisenbank de Waag van ons voor f 20.000,per jaar. De mogelijkheid bestaat ech ter, dat wij een claim op de bovenzaal leggen. Over een heel jaar gerekend, zou ons dat inderdaad f 7.000, kosten, maar we behoeven het niet te doen. (De heer Stigter: Maar als de bank die bovenzaal nu in die pe riode van een jaar aan een derde buiten ons om ver huurt, terwijl wij een claim voor het gehele jaar heb ben?) Dat is een kwestie tussen de Raiffeisenbank en die derde, met toestemming van de Gemeente. Het kan dus alleen maar gunstig werken. Zegt de Raad: Niet die kans prijsgeven, want wij stellen er prijs op, dat daar exposities e.d. gehouden kunnen worden, wat zou ons dan verhinderen om dat reserveren maar vast toe te passen? Maar zegt de Raad: Die f20.000,moet eruit, wat verhindert ons dan direct die f 20.000,huur van de Raiffeisenbank te ontvangen? Dan hebben we in ieder geval de hoogste dekking, die we kunnen krij gen. Wij hebben het echter open willen houden en af wachten. Dan kunnen we altijd nog eens zien, wat we gaan doen. De heer Stigter heeft ook nog gevraagd, hoe het komt met de bloemenkooplieden. Er zijn twee bloemen kiosken bij de Waag. Er wordt in overleg met deze mensen naar een passende oplossing gezocht. En ik heb het idee, dat die tot hun genoegen gevonden kan worden, want deze bloemenverkoop is eigenlijk een on misbaar element in ons stadsbeeld geworden en we moeten zorgen, dat er in de directe omgeving van de Waag een voorziening voor in de plaats komt, die voor deze mensen bevredigend is en voor het aanzicht geen bezwaar oplevert. De heer De Leeuw kan ik zeggen, dat de rijksbijdra ge en eventuele andere subsidies ten gunste van de Gemeente komen; van te voren is reeds overleg met de desbetreffende instanties gevoerd i.z. de vraag in hoeverre aan bepaalde eisen voldaan moet worden om die subsidies niet te verspelen. We hebben gegronde hoop, dat „het er wel in zit". De heer Boomgaardt heeft ook een vraag i.z. het niet voorkomen van huurverhogingen gesteld. Deze zijn echter in het totale huurpakket verpakt en ik heb het idee, dat we, zakelijk gezien, waarlijk wel een boven slag gemaakt hebben met deze transactie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 5