10 De heer De Vries heeft gevraagd naar de clausule in de raadsbrief over de annuïteit die is berekend over 40 jaar en naar 6%. We weten nu nog niet precies, hoe hoog de restauratiekosten zullen zijn. We zijn bij het bepalen van de annuïteit voorlopig uitgegaan van een bedrag van f 280.000,De daarbij passende annuïteit beloopt f 19.796,Blijkt nu straks, dat de annuïteit niet gebaseerd behoeft te worden op f 280.000,maar bijv. op f 260.000,dan is die annuïteit lager en dan heeft de Gemeente een zekere winst, n.l. het verschil tussen de f 20.000,en de lagere annuïteit. Gaan de kosten echter de f 280.000,te boven, dan geldt de be paling, dat, als ze niet hoger zijn dan f 300.000,het bedrag, dat de annuïteit hoger is dan f 20.000,ten laste van de huurder komt. Maar stijgen de kosten bo ven de 3 ton, dan is het bedrag, dat de annuïteit hoger is, ten laste van de Gemeente. Er kan dus naar bene den of naar boven een afwijking voorkomen. We heb ben echter, gezien de opzet, de gegronde hoop, dat wij met het geraamde bedrag wel rondkomen. Als de heer De Vries de clausule na deze toelichting nog eens over leest, zal ze hem wel duidelijk zijn. De heer Tïekstra (weth.): De heer Weide heeft even een onjuiste uitdrukking gebruikt; hij houde mij deze opmerking ten goede. Hij heeft gezegd, dat B. en W. de normen bepalen, waaraan de reclame heeft te voldoen, maar dat doen B. en W. uiteraard niet. De aan te brengen reclame behoeft, zoals iedere re clame, de goedkeuring van B. en W. Er moet een vergunning voor komen en er wordt welstandstoezicht uitgeoefend door de desbetreffende commissie, met of zonder suppletoire leden en ik ben mèt de heer Heetla van mening, dat dit goed functioneert. Ik heb daar werkelijk geen vrees voor. De openbare toiletten gaan uit de Waag. Wij zullen moeten pogen wat we al jaren doen overigens een behoorlijke vervangende plaats hiervoor te vinden. Het is echter niet zo eenvoudig in de binnenstad. De heer Schönfeld heeft een opmerking gemaakt over de parkeerruimte en daarbij het woord parkeer- meters nog eens even gebruikt. De parkeersituatie ter plaatse zal natuurlijk moeten worden beoordeeld en als dit de eerste plaats is in de tweede reeks par- keermeters, dan zullen B. en W. niet aarzelen met een zodanig voorstel bij de Raad te komen, zoals natuur lijk in overeenstemming is met het verhandelde in de vorige raadsvergadering m.b.t. de parkeermeters. Het zou bijzonder pleizierig zijn tegelijk met de restauratie van de Waag ook de kademuren te restau reren. Het zou zelfs nog veel prettiger zijn, als we de restauratie van de kademuren bij de Waag gelijk kon den doen lopen met die van de Tuinen, maar de Raad weet wel, dat wij, wat dat betreft, uitsluitend aange wezen zijn op de financiering van de Bank voor Ne- derlandsche Gemeenten. De uitvoering van deze beide projecten ligt dus te wachten in het kader van de aan vraag van financieringsmiddelen en aangezien wij die procedure niet zelf in de hand hebben, zou het dus al zeer toevallig zijn, als een samentreffen van deze wer ken tot de mogelijkheden zou behoren. Technisch gezien, vereist m.i. restauratie van de kademuren enige zorgvuldigheid, zolang de Waag nog niet gerestaureerd is. Als de Waag reeds gerestau reerd is, dan zal de kwetsbaarheid van het gebouw door het uitvoeren van heiwerk geringer zijn gewor den dan nu het geval is. Heien is, met inachtneming van zorgvuldigheid, ook in de binnenstad bepaald wel mogelijk. De heer Stigter: De Wethouder heeft woorden van waardering gesproken tot een ieder, die positieve ge luiden heeft laten horen, en ik heb begrepen, al heeft hij dat misschien niet zo bedoeld, dat ik met niet zo veel waardering gesproken heb. Maar U weet, ik ben een liefhebber van grafiek en dat valt de ene keer wat zwarter uit dan de andere keer, dus misschien kan ik de tweede maal wat wit in mijn tekening doen. Ik vind het jammer, dat ik juist op de verjaardag van Weth. Heetla zulke misprijzende woorden moest laten vallen, maar ze waren niet zo zwart bedoeld. Ik vind het n.l. toch wel een zeer belangrijk winst punt, dat een van de meest markante gebouwen, die we in onze stad op historisch gebied nog hebben, in ieder geval aan de buitenkant weer een zeer fraai aanzien krijgt. De Wethouder heeft gezegd, dat de bedrijvigheid in de Waag al sinds jaren niet zo bijzonder groot meer is en dat hij er de Eekhoff op heeft nageslagen. Ik ben dit weekend niet thuis geweest en zodoende heb ik dat niet gedaan, maar als ik al de schilderijen met de Waag in het Fries Museum zie, dan heb ik het idee, dat het in het midden van de vorige eeuw juist een zeer druk punt in onze stad is geweest en dat aan de buitenkant nogal wat bedrijvigheid te zien was. En dat was ook de reden, dat ik ervoor gepleit heb de bloemenkoop- lieden, als het kan, zo'n beetje tegen de Waag aan te houden, want juist die afdekkingen of beschuttingen zijn vroeger gemaakt voor de straathandel; als we dit konden vasthouden, zou ik dat ten zeerste toejuichen. Ik ben blij met de restauratie, maar de bestem mingen, die ik al een paar keer heb genoemd, worden tot op dit moment minder gerealiseerd dan ik ver wacht had; ik ben bang, dat deze misschien pas als het huurcontract afgelopen is, gerealiseerd kunnen worden en dan zal het voor mij als oud mannetje moei lijk zijn de trappen van de Waag op te klimmen. Wat de toiletten betreft, die kwestie is iets ver keerd begrepen. Ik heb niet bedoeld de huidige toi letten, die voor ieder toegankelijk zijn, maar de toi letten van de bank, die gebruikt moeten worden, als er bezoekers boven zijn, bij vergaderingen e.d. De neon-reclame vind ik een wat moeilijke zaak. Ik wil er niets kritisch over zeggen, maar ik ben er niet zo enthousiast voor. Als de schoonheidscommissie het echter bekeken heeft, dan zal het misschien wel goed zijn en mogelijk kunnen we, als de reclame er eenmaal op zit, er nog eens op terugkomen. Naar mijn smaak vloekt ze wat met de historische waardigheid van het gebouw. Ik zou voorts willen vragen, of de restauratie subsidies, die tijdens of na de restauratie af zullen komen, bij voorkeur bestemd zouden kunnen worden voor de restauratie van de walkanten achter het Waaggebouw. Over de huuraanpassing heb ik niet zoveel gegevens als ik had verwacht. Ik heb wel één uitgesproken wens, n.l. dat we de bovenzaal niet bij voorkeur huren van de Raiffeisenbank voor f 7.000,per jaar, maar dat we met de bank tot een zodanige overeenkomst moe ten zien te komen, dat we de zaal per incidentele ge beurtenis huren. Het zal misschien niet uitgesloten zijn, dat we, als onze stad op den duur de haar waar dige culturele voorzieningen krijgt, deze zaal niet meer nodig zullen hebben en dan zouden we die f7.000, min of meer in het water achter de Waag gooien. Ik ben in eerste instantie meer bezig geweest met een smartlap, maar ik hoop, dat ik met een verjaar dagslied geëindigd ben. De heer Schönfeld: Ik meende, dat de Raad des tijds de bevoegdheid tot het plaatsen van parkeerme ters, waar dit nodig zou zijn, aan het College had over gelaten. Als de Wethouder de toezegging doet, hier over toch t.z.t. met een raadsvoorstel te willen ko men, kan ik hiermee akkoord gaan. De heer Van der Veen: Ik heb in eerste instantie niets te vragen gehad, omdat ik wel ongeveer begre pen had, wat de bedoeling van het College was, maar ik wil het nu toch wel graag even verifiëren. Ik heb begrepen, dat de huurprijs voor de tijd van 40 jaar be paald wordt op f 20.000,en dat die 20 mille vermin derd zal worden met het bedrag van de jaarlijkse an nuïteit. De Wethouder introduceert nu een grens bij 3 ton, die, zo stel ik mij voor, gemakkelijk gehaald zal kunnen worden, en ik heb voorts begrepen, dat ook beneden de 3 ton die annuïteit de 20 mille al bereikt. Nu dacht ik volgens Bartjes dat men van 20 mille nooit meer af kon trekken dan 20 mille, maar het is natuurlijk mogelijk, dat de Wethouder met eni ge kunstgrepen de rollen omkeert en de Gemeente dan iets toe laat betalen. Ik hoop niet, dat dat de bedoeling is. Ik ga uit van een huur van f20.000,per jaar. Ik wil liever geen rekening houden met die f 7.000,die de Gemeente zou moeten betalen voor de huur van de bovenverdieping; ik ben het n.l. met de heer Stigter eens, dat ik dat geld toch als het ware in het water gegooid vind, omdat ik niet inzie, dat we voor die bo venzaal een emplooi met 7 mille rendement kunnen be- 11 denken. Als er dus niet meer gecompenseerd kan wor den dan 20 mille van de annuïteit het overige is voor rekening van de Raiffeisenbank dan zouden wij toch nog 40 jaar lang de beschikking over dit ge bouw missen, geen huur ontvangen, maar ook geen kosten hebben. Dat klopt dus. Het lijkt me voor de Raiffeisenbank geen onvoordelige transactie en ik vraag mij af, of we aan het eind van die 40 jaar op nieuw moeten restaureren. (Gelach) De heer C. de Vries: Ik heb in eerste instantie de vraag over de annuïteit gesteld. De heer Van der Veen is daar nu op doorgegaan en ik zou er ook nog een enkele opmerking over willen maken. Ik heb de cijfers opgeschreven, zoals de Wethouder ze genoemd heeft. Ik meen, dat als de restauratie in derdaad op de kop af f280.000,-- kost, wij dan een murprijs ontvangen van zegge en schrijve f24,Want de Wethouder heeft genoemd f 19.976,wat dan in mindering wordt gebracht, als ik hem goed begrepen heb, op de f 20.000,en dat is een huurprijs van f 24, van de Raiffeisenbank voor de Gemeente. Als het be drag van de restauratie f 260.000,zou zijn, zou het een wat hogere huur betekenen. Zodra echter het maxi mum van f300.000,door de Wethouder genoemd, wordt bereikt, zou de Raiffeisenbank niets meer aan de Gemeente betalen, maar door de hogere restauratie kosten een klein renteverlies hebben. Dat geldt even wel niet voor het geval de restauratiekosten boven e f300.000,— zijn. Dat behoeft de Raiffeisenbank niet ens te betalen. Ik geloof, dat de huurprijs van f 20.000,zoals die in de raadsbrief wordt genoemd, door de verminderingsclausule 0,0 wordt, afgezien van die f7.000,waar de heer Stigter al over heeft gespro ken. De heer Kingma: De huurprijs van de bovenverdie ping vind ik, als ik die vergelijk met de huurprijs van liet gehele gebouw, veel en veel te hoog. Ik dacht wel, dat de Gemeente belang bij die bovenzaal heeft voor culturele doeleinden, hoofdzakelijk exposities, maar dat rechtvaardigt nog niet een huurprijs van f 7.000,Uit de betogen die ik van verschillende kanten beluisterd heb -en ik had het zelf ook al gedacht blijkt wel, dat het voor de Raiffeisenbank beslist niet een ongun stige transactie is, integendeel, wel een zeer voordelige. Ik meende eerst nog, dat we nu helemaal van de res tauratie af zouden zijn, maar er blijkt alleen maar zo'n r 10.000,speling voor ons in te zitten, misschien niet ans, want, stijgen de restauratiekosten boven de f300.000,dan komen de lasten voor het volle pond weer op de Gemeente terecht. Ik kan bepaald niet zeg gen, dat dit nu zo'n enorm goed voorstel is, wat de kosten betreft. De Voorzitter: Ik geloof, dat wij kunnen stellen, dat de Raad op de bestemming van de Waag in twee de instantie praktisch niet meer is ingegaan en ik neem aan, dat Wethouder Heetla althans voorlopig wel ontslagen is van verdere beantwoording. De belangrijke problematiek, die in tweede instantie is aangesneden, betreft de financiën. Daarop zal stellig de Wethouder van Financiën straks nader ingaan. Ik zou deze willen vragen ook voor zijn rekening te ne men het vraagstuk dat verschillende raadsleden heb ben aangeroerd en dat ook duidelijk in het financiële vlak ligt, n.l. de verhuur van de bovenzaal, vooral ook om de raadsleden in te lichten over de vraag, of het mogelijk is voor een heel laag bedrag incidenteel die zaal te huren. Daar maakt men zich, geloof ik, te grote illusies over. Ook de bloemenverkoop zou ik graag aan de heer De Jong, als Wethouder voor de Markt- en Havendienst, willen delegeren en dan zal Wethouder Tiekstra wel iets willen zeggen over de kwesties van de reclame, de toiletten binnenshuis die de heer Stigter en de parkeermeters, die de heer Schönfeld ter sprake heeft gebracht. De heer Vellenga: Degenen, die gepleit hebben voor een verhuur per keer, dat de zaal gebruikt wordt, heb ben niet gepleit voor een zeer laag bedrag. Dat kan gewoon een verantwoord huurbedrag zijn. En daarmee annex, dacht ik, dat het goed is, dat de Wethouder ons duidelijk maakt, dat hier geen koppelverkoop plaats heeft, in die zin, dat, als we de huurprijs van f 20.000, zouden accepteren, we ook zouden vastzitten aan de f 7.000,huur voor de bovenzaal. De vraag is dus, of dat gekapt kan worden. De heer De Jong (weth.): De heer Stigter heeft een beetje een zwak voor de bloemententjes. Hij vindt die daar zo mooi staan en hij zegt: Pas op wat U daarmee doet. Die zorg is ook de zorg van het College. Met deze mensen is gesproken niet in de geest van: „Nu moet U maar accepteren, wat wij U voorhouden.", maar er is getracht in onderling overleg hier een bestemming voor te zoeken, ook in overleg met de vertegenwoor digers van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel. Dit komt stellig zodanig in orde, dat deze kooplieden er dik tevreden mee zijn en dat wij ook het gevoel hebben, dat wij een bijzonder waardevol punt in onze stad niet zo maar even verplaatst hebben. Het moet wel in de onmiddellijke omgeving van de Waag komen, en zo, dat het goed functioneert, want dat is de hoofdzaak. (De heer Vellenga: Blijven ze op hun tegenwoordige plaats?) Zij zullen ongetwijfeld op de plaats waar ze nu staan, niet gemakkelijk gehandhaafd kunnen worden er zijn echter meer kanten aan de Waag, maar dat moeten we nog eens even bekijken. Het zal wel zo georganiseerd kunnen worden, dat er toch wel in alle redelijkheid een goede oplossing ge vonden kan worden. De heer Stigter vraagt de restauratiesubsidies te re serveren voor de walmuren. Ik weet niet, of wel een subsidie voor een bepaald geval verleend wordt. Een subsidie-aanvraag moet op ons „verlanglijstje" voor G.S. geplaatst worden. Ik wil de heer Stigter echter wel zeggen, dat juist de restauratie van de Waag een des te grotere urgentie geeft aan het opknappen van de walmuren, want de omgeving moet toch wel bij de Waag aangepast worden en ik ben het volkomen met hem eens, dat wij moeten trachten, daar financieel de nodige ruimte voor vrij te maken. Wat de f7.000,huur betreft, wij behoeven die zaal niet te huren. Als wij tegen de Raiffeisenbank zouden zeggen: Wij hebben geen behoefte aan die zaal, dan is de huur die wij beuren, f 20.000,Verhuurt de Raiffeisenbank de zaal zelf, dan zou het misschien mogelijk zijn, dat de Gemeente er ook voor verschil lende gelegenheden, incidenteel dus, gebruik van maakt en daar een bepaalde huurprijs voor betaalt. Willen wij de zaal echter niet huren, dan richt de Raiffeisenbank die in. We lopen eigenlijk ook wel met de gedachte rond om het maar te houden bij de f 20.000,huur en dan later de zaal maar incidenteel voor een dag of een week van de bank te huren. Het hangt echter af van de bestemming, die de bovenverdieping zal krij gen. En we hebben ons niet bij voorbaat willen vast leggen op een bepaalde bestemming, waardoor ons be lang in het gedrang zou kunnen komen. We wilden ook graag de discussie in de Raad afwachten. We hebben ons afgevraagd: Zou de Raad ook deze ruimte willen open houden en hier ook wil inbouwen het plaats geven aan eventuele culturele elementen, ex posities bijv., maar niet met de gedachte: Dat kost ons f 7.000,per jaa.r. Met het oog op de verdeling van de totale 20 mille is aangehouden voor de beneden verdieping f13.000,en voor de bovenverdieping f7.000,We zijn dus uitgegaan van de vraag: Hoe verdelen wij het kostenpakket, dat wij aan de Waag moeten uitgeven? (De Voorzitter: Ter verduidelijking voor de Raad merk ik op, dat, als wij de bovenverdie ping niet zouden willen blokkeren voor bepaalde cul turele manifestaties, maar daarvoor, zoals ik van ver schillende raadsleden heb beluisterd, geen f7.000, willen besteden, dan mogen wij in redelijkheid aanne men, dat misschien nog wel de mogelijkheid open is, die de raadsleden wensen. Zou echter de bovenverdie ping een meer permanente bestemming krijgen, dan zal er geen enkele kans meer zijn daar eventuele culturele manifestaties te doen plaats hebben. Daar mag geen misverstand over komen.) Dat neemt niet weg, dat wij zullen proberen, de desbetreffende opmerkingen bij de bank te berde te brengen, want ik heb ook wel de indruk gekregen, dat de Raad over het algemeen die f 7.000,vrij zwaar vindt en als dat inderdaad het algemene gevoelen is, laten we dan trachten die claim voor incidentele gevallen te krijgen. B. en W. vonden het echter een zware opgave bij de Raad te komen met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 6