14
15
Ook trek ik in twijfel, dat het ziekenhuis en het ver
pleegtehuis veel meer ongelijksoortige grootheden zijn
dan het verzorgingstehuis en het verpleegtehuis. Het
verpleegtehuis is een doorgangshuis (wij hopen althans,
dat het dat straks zal blijken te zijn), terwijl het ver
zorgingstehuis toch veel meer is bestemd voor per
sonen, die daar langere tijd blijven wonen. Dat geeft
ter zake van de sociale c.q. de medische indicatie ver
regaande consequenties t.a.v. het opnamebeleid. Ik had
graag gezien, dat er een mogelijkheid was geweest het
verzorgingstehuis toch onder een aparte, zelfstandige
directie te houden. Dan zou ik er helemaal geen be
zwaar tegen hebben, als de geneeskundige verzorging
werd verricht door de medici van het verpleegtehuis.
Aan de breedte van de taak van die medici zou dan
in generlei opzicht tekort zijn gedaan, maar ik had
dan voor dat verzorgingstehuis een directie gezien, die
overeenstemt met de directie in de particuliere sector.
De heer De Vries heeft gesproken van een centraal
opnamebeleid en ik heb gesproken van een uniform op
namebeleid. Daar zit niet zo heel veel verschil tussen,
maar wel een bepaald verschil. Als ik de Wethouder
van Sociale Zaken in zijn antwoord op deze aangele
genheden bij de algemene beschouwingen gedurende de
begrotingsbehandeling goed heb beluisterd, dan meen
ik, dat een uniform opnamebeleid, gezien de gehele si
tuatie, gemakkelijker haalbaar is dan een centraal op
namebeleid. Er kan naast een uniform opnamebeleid
best een centraal opnamebeleid groeien, maar het gaat
om de praktische realiseerbaarheid. Weth. Ten Brug
zegt, dat men bij een organisatie steeds rekening moet
houden met de bestaande praktijk, maar ik ben een
tegenovergestelde mening toegedaan. Als de praktijk
van het particuliere verzorgingstehuiswezen leidt in een
richting, waar men misschien aanknopingspunten kan
vinden voor een gezamenlijk, een uniform opnamebe
leid, dan moet men dat niet doorbreken door een van
de partners, i.e. het Gemeentelijk Verzorgingstehuis,
een uitzonderingspositie te geven in deze zin, dat daar
een medische directeur is. Ik zou het betreuren, als
het gesprek over een uniform opnamebeleid, dat, naar
ik uit de beantwoording door de Wethouder van So
ciale Zaken tijdens de begrotingsbehandeling heb be
grepen, heel aardig op gang komt, door deze construc
tie van het verzorgingstehuis psychologische weerstan
den zou ondervinden. Ik meen overigens, dat het voor
wat het College nu met spoed moet ondernemen niet
essentieel is thans een beslissing te nemen omtrent het
onder één directie plaatsen van het verzorgingstehuis
en het verpleegtehuis. Als wij vanavond besluiten tot
deze organisatie, behoudens het onder één directie plaat
sen van het verzorgingstehuis en het verpleegtehuis,
kan er toch een directeur-geneesheer voor het verpleeg
tehuis worden opgeroepen, aan wie ook de medische
verzorging in het verzorgingstehuis kan worden opge
dragen. Dat zou mij persoonlijk het liefst zijn, aange
zien men dan, gezien de praktijk, op de snelste wijze
tot uniformering van het opnamebeleid kan komen.
Met het oog op de tweeledige betekenis van het
woord „geriatrische" zou ik gaarne zien, dat men dat
woord liet vervallen en aan deze dienst een andere
naam werd gegeven. Daar is wel een oplossing voor te
vinden. Ik denk b.v. aan de naam Gemeentelijke Me
dische- en Gezondheidsdienst. Maar daar kunt U nog
wel eens even over filosoferen.
De heer Rijpstra: Na de verhelderende uiteenzet
ting van de Wethouder blijft er niet zoveel meer te
vragen over.
De functie van de economisch directeur blijft even
wel voor ons ook nog wel wat in nevelen gehuld.
M.b.t. de commissie zou ik willen vragen, of deze
straks ook een adviserende functie heeft en eventueel
ook begeleiding geeft bij de inrichting en uitrusting,
dus bij de gehele organisatie van het nieuwe complex.
In dat geval zou ook met de installatie van die com
missie de meest mogelijke spoed moeten worden be
tracht.
De heer Engels: Door het gesprek, dat ik in de
pauze heb gehad, moet ik mij toch iets anders opstellen
dan de heer Reehoorn.
Als wij besluiten een nieuw verzorgingstehuis te ma
ken tot een tehuis voor maximale verzorging dus
tot een tehuis, waar het verplegen van mensen gaat
overwegen en die ontwikkeling zich ook in de ver
zorgingstehuizen van het particuliere initiatief zou
voordoen, dan zou dat tot consequentie hebben, dat ons
personeel veel meer verplegend personeel zou moeten
worden en dat er voor dit verzorgingstehuis een me
dische directie zou moeten worden aangesteld. Ik ben
echter toch nog van mening, dat men dan in de thans
voorgestelde dienst duidelijk een aantal takken van
dienst krijgt, n.l. de G.G.D., het ziekenhuis, de verpleeg
inrichting en het verzorgingstehuis. Ik zou dan toch
het voor ons liggende schema anders willen opzetten
in die zin, dat wij rechts krijgen een directeur verpleeg
inrichting en een directeur verzorgingstehuis. Ik ga
de adjunct-directeur naar links brengen, naar het di
recteurschap van het verpleegtehuis. Men krijgt dan
onder elkaar directeur verpleegtehuis, adjunct-direc
teur en dan verpleegtehuis en rechts daarvan genees
heer-directeur verzorgingstehuis en in rechte lijn naar
beneden verzorgingstehuis. Men krijgt dan a.h.w. een
spiegelbeeld van wat er links staat. Dan zou ik bereid
zijn (en dat vind ik dan een praktische kwestie) in dat
schema tijdelijk te combineren de functies van direc
teur verpleeginrichting en van directeur verzorgings
tehuis, met als consequentie, dat het best mogelijk is,
dat er na verloop van tijd een scheiding wordt gemaakt
tussen volledig directeur G.G.D. en een volledig direc
teur ziekenhuis, alsmede tussen volledig directeur ver
zorgingstehuis en volledig directeur verpleeginrichting.
U hebt dan tenminste een logische opbouw, waarvan
U in de praktijk kunt afwijken, zoals U nu ook in de
praktijk van Uw opbouw links afwijkt. In het schema
hebt U n.l. twee directeuren. Daar zou ik vrede mee
kunnen hebben, wanneer wij in onze stad behoefte heb
ben aan een verzorgingstehuis met maximale verzor
ging, wat, naar ik geloof, inderdaad het geval is.
Boven deze dienst met een aantal medische directeu
ren en een economisch directeur moet naar mijn me
ning duidelijk een coördinator staan. De beheerscom
missie vind ik daarvoor een krukkerige zaak, als ik
het zo mag zeggen. Naar mijn mening behoort dit fun
geren als coördinator eigenlijk tot de taak van de Wet
houder als de full-time man, die voor de gezondheids
zorg staat. Ik zou die beheerscommissie dan niet tus
sen het College en de dienst willen zetten, maar tegen
de Wethouder willen zeggen: „Neem die dienst maar-
en U kunt zich laten assisteren door een adviescollege
of hoe U het ook noemen wilt. Legt U ons dat maar
eens verder uit, als U met Uw bekende nota komt."
Ik wilde dat dus een beetje van me afschuiven.
Verder zou ik willen zeggen, dat ik er goede nota
van heb genomen, dat de directie van het verzorgings
tehuis geen centrale rol zal gaan spelen in het op
namebeleid. Ik ben het met collega Reehoorn eens,
dat de naam Medische en Geriatrische Dienst niet juist
is en dat het woord „geriatrische" daarin niet op zijn
plaats is. Spreek dan gewoon van Medische Dienst
Leeuwarden. Dan bent U uit de gehele zaak.
Als U met mijn conceptie akkoord gaat, dan wil ik
met deze organisatie werken. Wij kunnen dan later
altijd nog bekijken, of er voor het verzorgingstehuis
en het verpleegtehuis toch afzonderlijke directeuren
moeten worden aangesteld. Verder kunnen we dan la
ter in deze Raad ook nog eens bekijken, wat nu echt
de taak is van wat U hier omschrijft als beheerscom
missie.
De heer Ten Brug (weth.)Inderdaad hebben wij
Leeuwarden, gezien de mogelijkheden die er voor be
jaarden zijn, behoefte aan een inrichting, die maximale
verzorging kan geven. Ik ben het met de heer Engels
eens, dat een inrichting als deze een medische leiding
vraagt. Natuurlijk kan de arts, die in het verpleeg
tehuis werkt, als huisarts optreden in het verzorgings
tehuis. Dat zou ik ook echt niet afwijzen voor een
normaal verzorgingstehuis, hoewel daar het probleem
van de vrije artsenkeuze nog in belangrijke mate een
rol zou spelen. Wij hopen en wij hebben ook wel enig
vertrouwen, dat dit bij dit verzorgingstehuis niet het
geval zal zijn. Gezien het feit, dat de in dit verzorgings
tehuis opgenomen patiënten een toch ook wel heel sterk
medisch gerichte verzorging nodig hebben, terwijl dit
tehuis niet beschikt over het equipment, dat het mo
derne verpleegtehuis wel heeft, menen wij, dat het on
juist zou zijn de leiding van dit verzorgingstehuis niet
in medische handen te leggen. Bij het opnamebeleid
van dit verzorgingstehuis zal het sociale element zeker
niet verwaarloosd worden. I.v.m. het feit, dat in dit
verzorgingstehuis personen worden opgenomen, die een
bijzonder intensieve verzorging nodig hebben, zullen
het sociale element en het medische element wel in
belangrijke mate bij elkaar komen. Indien het sociale
element werd verwaarloosd, zou de verbinding met an
dere inrichtingen op het gebied van de bejaardenzorg
ook moeilijk worden gemaakt. Dat is geenszins de be
doeling. Ik ben het niet met de heer Reehoorn eens,
dat er een organisatie moet worden gecreëerd, die op
de bestaande situatie inspeelt. Men moet een organi
satie creëren, die qua organisatie voldoet. Dat wil
echter niet zeggen, dat men de nodige doorstroming en
contacten met andere instituten niet moet regelen. Het
sociale element zal hier in sterke mate de verbinding
moeten vormen met de andere inrichtingen. Wij ho
pen, dat er niet alleen sprake zal zijn van opname in
dit verzorgingstehuis van personen uit andere verzor
gingstehuizen, maar dat er ook sprake zal zijn van
terugvloeiing naar die andere verzorgingstehuizen. Dit
vraagt op zichzelf al goede contacten.
Op de vraag van mevr. Veder-Smit t.a.v. de positie
van de economisch directeur zou ik willen antwoorden,
dat het interne beleid, het medisch beleid in de ver
pleeginrichting en in het ziekenhuis voor verantwoor
ding is van de geneesheer-directeur en dat het
economisch beleid voor verantwoording is van de
economisch directeur. Dat is een situatie, die wij
bij een van de ziekenhuizen in deze stad ook
kennen en die in den lande meer voorkomt. De
medicus is verantwoordelijk voor wat er met de pa
tiënten gebeurt en dat mag geen zaak van de econoom
zijn. De econoom heeft natuurlijk wel tot taak uit te
rekenen, of alles zo economisch verantwoord mogelijk
gebeurt, maar hij mag zich niet op het terrein van
de medische verzorging begeven. De preciese taakver
deling van deze functionarissen zal, dunkt mij, in in
structies moeten worden geregeld. De twee genees
heren-directeur als artsen kunnen de economisch di
recteur niet overstemmen, aangezien deze op zijn eigen
terrein de verantwoordelijkheid alleen draagt. De eco
nomisch directeur zal ook niet met behulp van een
van de geneesheren-directeur de tweede geneesheer
directeur overstemmen, wanneer het om het interne
beleid gaat. Wij proberen op die manier deze twee
functies te scheiden en ik meen, dat dat mogelijk is.
Een weg daartoe wordt ook aangewezen in het van
avond reeds meermalen aangehaalde rapport.
Mevr. Veder-Smit heeft gezegd, dat de beheerscom
missie eigenlijk een te zware taak heeft. Welnu, het
was waarschijnlijk van de kant van het College ver
standiger geweest de beheerscommissie in dit schema
weg te laten. Deze heeft met dit schema op zichzelf
eigenlijk niets te maken. Het gaat er maar om (en dat
is eigenlijk een algemene problematiek, die wij ook bij
de nota over de commissies zullen behandelen), of het
zin heeft voor een bepaalde dienst een commissie van
advies en bijstand, een beheerscommissie of een com
missie, die beide taken heeft, in te stellen. Ik dacht,
dat dat ook een punt was, waarover de Raad zelfstan
dig kan beslissen. Als de Raad er bezwaar tegen heeft
zich op dit punt nu al te binden, dan zal, dacht ik,
het College er geen enkel bezwaar tegen hebben deze
kwestie thans als een wrijfpunt te laten liggen en
t.z.t. met een voorstel te komen t.a.v. de aard en de
taken van die commissie enz. De Raad kan dat punt
dan op zichzelf bekijken.
De conclusie van de heer Reehoorn, dat er, daar
het College i.v.m. de mogelijkheid van conflictsituaties
gescheiden directies voorstelt, juist op conflictsituaties
mag worden gerekend, lijkt mij niet juist. Het College
stelt juist gescheiden directies voor om conflictsitua
ties te vermijden. Als er zich dan toch nog conflict
situaties voordoen, zullen dat hopelijk uitzonderingen
zijn.
Er is tussen het ziekenhuis en het verpleegtehuis
een andersoortig verschil dan tussen het verzorgings
tehuis en het verpleegtehuis. Inderdaad wordt er in
een verpleegtehuis medisch veel meer hulp geboden
dan in een verzorgingstehuis, maar bij beide inrich
tingen gaat het om verzorging, die vanuit de directie
zelfstandig aan de mensen wordt gegeven. Dat is het
kenmerkende verschil met het ziekenhuis.
Of nu de naam „Medische Dienst Gemeente Leeu
warden" wel zo gelukkig is, weet ik niet. Ik zou dan
nog meer denken in de richting van een „Gemeentelijke
Dienst voor Gezondheidszorg". Dat is echter een zaak,
waar we nog wel eens over kunnen piekeren. Ik heb
begrepen, dat de Raad van mening is, dat het woord
„geriatrisch" tot verwarring naar buiten zal leiden en
dat willen wij graag voorkomen.
De heer Engels heeft voorgesteld tussen het ver
zorgingstehuis en het verpleegtehuis een gelijke theo
retische scheiding te maken als tussen de G.G.D. en
het ziekenhuis. Alhoewel de verhouding tussen G.G.D.
en het ziekenhuis heel anders is dan die tussen het
verzorgingstehuis en het verpleegtehuis, heb ik tegen
het maken van die theoretische scheiding op zichzelf
geen bezwaar, ook m.n. niet t.a.v. de door de heer
Engels genoemde functie van adjunct-directeur. Een
verpleegtehuis van 200 bedden zal zeker meer dan
één medicus nodig hebben en die adjunct-directeur kan
dus een volledige dagtaak vinden in het verpleegtehuis.
Ik heb in het algemeen geen bezwaar tegen een ver
schuiving naar links en ik heb dat ook niet, wat deze
directeur betreft. Ik vind het op zichzelf geen bezwaar
te zeggen, dat wij er voorlopig van uitgaan, dat de
directeur van de verpleeginrichting tevens het verzor
gingstehuis onder zijn hoede neemt. De toekomst zal
dan moeten leren, of er inderdaad een afzonderlijke
directeur-geneesheer voor het verzorgingstehuis moet
worden aangesteld. Ik acht dat echter nog niet zo
verschrikkelijk waarschijnlijk, omdat de directe be
moeienissen van die arts met het verzorgingstehuis
toch minder intensief zullen zijn dan die van de ge
neesheer-directeur met het verpleegtehuis. Wanneer de
functie van geneesheer-directeur van het verzorgings
tehuis geen full-time job is, moet men die functie ook
niet instellen, omdat anders de kans bestaat, dat er
voor deze man een breder terrein buiten die inrichting
wordt gezocht, waardoor die conflicten kunnen ont
staan, welke men m.n. t.a.v. de G.G.D. heeft willen
vermijden. (De heer Engels: Als het een full-time job
blijkt te zijn, dan wordt het een gelijkwaardige full
time job als die van de geneesheer-directeur van de
verpleeginrichting. Dat is voor mij het voordeel.) Als
mocht blijken, dat er een volledige directeur zou moe
ten zijn voor het verzorgingstehuis, dan dacht ik, dat
we daarover op dat moment eens in de Raad zouden
moeten praten. (De heer Engels: Dat vind ik nu
weer een aanzienlijke beperking.) De heer Engels en
ook de andere leden van de Raad hebben dan alle ge
legenheid hun standpunt opnieuw uiteen te ;zetten.
U hebt er bezwaar tegen, dat wij ons op dit punt
voor de toekomst vastleggen. Ik dacht daarom, dat
we dat dan ook niet met een andere opzet moesten
doen en dat we moesten afwachten, wat op dat mo
ment de beste aanpak is.
De Voorzitter: Ik stel U na de discussie namens het
College voor goed te keuren wat in de raadsbrief
staat: „Wij stellen U voor in te stemmen met de ont
vouwde gedachtengang m.b.t. de organisatie en de
leiding van de te vormen medische en geriatrische in
richting.", met dien verstande, dat:
op de taak van de beheerscommissie nader zal worden
teruggekomen
B. en W. de naam van de dienst nader zullen bezien en
daarbij rekening zullen houden met de in de Raad ge
maakte opmerkingen. (Er komt dan wel eens een voor
stel; dat behoeft vandaag niet te worden beslist.);
in het schema aan de rechterzijde, waar nu staat: di
recteur verpleeginrichting en verzorgingstehuis twee
vakjes komen te staan: directeur verpleeginrichting
links en directeur verzorgingstehuis rechts; de twee
functies directeur verpleeginrichting en directeur ver
zorgingstehuis vooralsnog door één directeur-medicus
worden vervuld;
de adjunct-directeur in ieder geval in de lijn directeur
verpleeginrichting adjunct-directeur verpleeginrichting
wordt gebracht.
De Raad gaat hiermee akkoord.