4
Hoewel ik van mening ben, dat de openbare behan
deling in afdelingen een vlotte afdoening niet zal be
vorderen, hoop ik met U, dat ons werk, speciaal naar
buiten, erdoor aan duidelijkheid zal winnen. We zul
len dan, nog minder dan vroeger, moeite hebben aan
onze medeburgers te tonen, dat ons werk in aller be
lang wordt verricht.
In dit verband acht ik evenwel belangrijker, dat de
uitvoering van onze verordeningen en voorschriften
ook de individuele burger de overtuiging geeft, dat met
zijn direct eigenbelang zoveel als maar enigszins mo
gelijk is, rekening wordt gehouden. De redactie van
onze voorschriften dient voor een ieder zo duidelijk
mogelijk te zijn, de uitvoering geschiede met de no
dige soepelheid en tact. Onze ambtenaren dienen van
deze richtlijnen ook volledig doordrongen te zijn.
Voor het vele werk, door Uw College met hulp van
Uw medewerkers in het afgelopen jaar verricht, wil
ik U namens de Raad gaarne onze grote waardering
en dank betuigen.
Het spreekt vanzelf, dat wij voor het komende jaar
gaarne onzerzijds de grootst mogelijke medewerking
zullen verlenen, teneinde Uw werk zo vlot mogelijk te
doen verlopen.
Mag ik U dan tot slot, mijnheer de Voorzitter, dank
zeggen voor Uw goede wensen aan ons adres en we
derkerig U en Uw gezin het allerbeste voor 1970 toe
wensen.
Punt 2.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 3.
De heer De Jong (secr.): Van twee raadsleden:
mevr. Visser-van den Bos en de heer Reehoorn, zijn
berichten binnengekomen, dat zij helaas verhinderd zijn
hier aanwezig te zijn.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub B.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Punt 4 (bijlage no. 9).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 4a (bijlage no. 22).
De heer Rijpma: Wij hebben, dacht ik, in de afge
lopen twee maanden twee maal een soortgelijk voor
stel gehad. Bij de behandeling van die beide stukken
en vooral n.a.v. het eerste stuk is de wens te
kennen gegeven in een kleine commissie de mérites
van het voorstel nader te bezien. De Wethouder heeft
toen toegezegd, dat hij bij dergelijke voorstellen de
Commissie Ruimtelijke Ordening resp. de Commissie
Openbare Werken zou inschakelen om tot een zo juist
mogelijke oordeelsvorming terzake te komen. Ik meen
het te moeten betreuren, dat in dit geval weer van
deze weg is afgeweken. Ik zou U dan ook namens de
samenwerkende fracties willen verzoeken dit punt van
deze agenda af te voeren en het te verplaatsen naar
de volgende agenda, opdat de toezegging, die nog maar
een aantal weken geleden gedaan is, gerealiseerd kan
worden.
De heer Xiekstra (weth.)Bij de behandeling van
het concrete punt in oktober het is tweemaal be
handeld, geloof ik heb ik inderdaad toegezegd na
te zullen gaan, of deze aankopen op enigerlei wijze
straks commissiaal zouden kunnen worden bekeken.
In de nota, die de Raad op het ogenblik in zijn bezit
heeft, wordt daarin dan ook voorzien. Maar ik geloof,
dat het heel nuttig en in een bepaald geval in het be
lang van de verkoper kan zijn, dat een zaak met enige
spoed wordt behandeld. Vandaar ook, dat dit punt aan
de agenda van deze vergadering is toegevoegd. Zie
daar de gehele verklaring. Deze aangelegenheid loopt
al enige tijd en de ondernemer stelt prijs op een zo
snel mogelijke afdoening, opdat hij de maatregelen kan
treffen, die nodig zijn om tot verplaatsing van zijn
bedrijf te komen i.v.m. uitbreidingsmogelijkheden, die
hij daardoor op het ogenblik heeft. Ik geloof ook niet,
dat een behandeling in de commissie meer informatie
zou verschaffen daarover heeft de heer Rijpma het
ook niet dan op dit moment in de stukken vermeld
staat. Ik zou graag de Raad in overweging willen ge
ven dit stuk vanavond wèl af te doen.
De heer Rijpma: Ik zou in tweede instantie als U
me even tijd wilt geven het te formuleren, een formeel
voorstel willen doen, opdat de Raad zich hierover kan
uitspreken. (De Voorzitter: Het voorstel zal toch in
stemming komen, als U stemming verlangt.) Nee, dat
lijkt me niet juist, want dan zouden wij, gezien het
gebrek aan informatie, gedwongen zijn tegen te stem
men en ik geloof niet, dat dat in het belang is van
de behandeling, als wij dat op dit moment zouden doen.
De Voorzitter: Als de heer Rijpma zijn voorstel zou
willen schrijven, zouden wij ondertussen door kunnen
gaan met de behandeling van de volgende punten; dan
verliezen wij geen tijd.
Punten 5 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 16, 17, 18, 21, 8 en 4).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 13).
De heer Faber: De voorzieningen die hier worden
voorgesteld, zijn voor onze fractie acceptabel. Van be
lang is evenwel, dat een en ander snel gerealiseerd
kan worden. Een tijdstip hieromtrent wordt niet ge
noemd, maar aangezien het hier voorgestelde kenne
lijk hoewel er geen begroting bij is geen grote
uitgave vraagt, moet het op korte termijn mogelijk
zijn. En ik dacht, dat het van het allergrootste be
lang is.
Nu worden er in dit stuk twee zaken aangesneden,
n.l. de kwestie verbetering van de kruising Juliana-
laanVan Miereveitplantsoen, maar eveneens het punt
bij de Dammelaan. Ook dit laatste vraagt een snelle
oplossing. Ik dacht, dat we door de incidentele oplos
sing ook een beetje op een gevaarlijk spoor zaten.
Het College noemt het zelf ook al „een onderzoek dat
gaande is voor een verkeersvoorzieningenreeks in de
gehele ringweg" en men hoopt daar in de loop van dit
jaar mee klaar te komen. Dit is zeker wel een vereiste
en ik hoop, dat men kans ziet de meest urgente geval
len snel te realiseren. Ik zou willen vragen: Wanneer
zal dat zijn? En daarnaast zal men zo snel mogelijk
met een voorstel voor een totale voorziening voor dit
gebied dienen te komen.
De hear Roomgaardt: Ik kin net sizze, dat ik nou
sa bisünder lokkich bin mei it ütstel fan it Kolleezje om
dit fytspaed net oan to lizzen. Ik tocht, dat it wol deeg-
lik in funksje hawwe koe dêrre: it argumint, dat it
Kolleezje bybringt, is yn it foarste plak, dat bisluten
is, in forbining to lizzen tusken de Beatrixstrjitte en
de Legedyk, mar dat stiet it nut fan dit fytspaed, tocht
ik, net yn 'e wei. Der bliuwt fan it foarige ütstel, dat
it Kolleezje üs tastjürd hat op 12 novimber, mar ien
argumint oer, n.l. dat hjir üteinliks in definitive for-
kearsoplossing komt en dat dan it fytspaed gjin sin
mear hat. Nou sil it wol in toer wêze foar it Kolleezje
om mei to dielen, hwannear't dy definitive forkears-
oplossing dêr komme sil. Mar as dat oer tsien of fiif-
tjin jier wêze sil, dan is it argumint fan B. en W. net
sterk genöch nei myn sin om dat fytspaed forfalle to
litten. It bliuwt sa, dat in nochal frij greate groep lear-
lingen ik wit it tal net mear, miskien wit it Kolleezje
it ek net dêr twa kcar op drokke diken oerstekke
moat. En dat kin men foarkomme troch in fytspaed
oan to lizzen oan de eastkant fan de Forlinge Skrans.
Nou is der yn 1967 yn it ütstel sa't it earst oannom-
men west hat in bidrag neamd fan f 44.000,en
dat fyn ik nochal hiel hwat. De oanliz fan dat fyts
paed moat dus ek nei myn gefoel en teffens nei
dat fan üs fraksje wol in forantwurde saek wêze.
Miskien kin it hwat guodkeaper; it hoecht net sa swier
en net sa dreech. Men hat ommers yn 'e efterholle,
dat it mei de tiid fordwine sil. Ik nim lykwols oan,
dat der wol in goede tsien jier mei hinne gean kin en
dan achtsje ik it sinfol genöch om it dochs mar oan
to lizzen.
De heer Schönfeld: Om te beginnen zou ik mijn
grote waardering willen uitspreken voor het door de
heer Faber genomen initiatief, om te komen tot een
veilig oversteken, zowel voor wielrijders als voor voet
gangers, bij het Van Miereveitplantsoen. Ik kan me
echter niet aan de indruk onttrekken, dat zowel dit
initiatief, alsmede de tragische ongevallen, welke in
middels zowel op de Dammelaan als op de Pieter
Stuyvesantweg hebben plaatsgevonden, er toe geleid
hebben, dat zowel bij het College als bij de Raad het
licht op rood is gaan staan. Het is uiteindelijk een
trieste zaak, om eerst enkele jaren na de aanleg van
een rondweg aan beter beveiligde oversteekplaatsen te
gaan denken. Dit is geen verwijt aan het College,
maar ik geloof, dat we ons allemaal, zonder enige uit
zondering, toch ergens een verwijt zouden moeten ma
ken. Er zal wel eens zijn gepraat over de beveiliging
van voetgangers en fietsers, maar verder is het ook
niet gekomen. Persoonlijk trek ik me deze zaak dan
ook aan. Een mensenleven is nu eenmaal onbetaal
baar, zelfs niet met een half miljoen. Het lag in mijn
bedoeling om in de betrokken sectievergadering en
tijdens de algemene beschouwingen o.a. over de ver
keersveiligheid op de rondwegen rondom de stad een
en ander naar voren te brengen. Ik zal dat blijven
doen, waarbij ik er persoonlijk niet voor terugdeins
in Uw midden mijn tekortkoming als raadslid in deze
openlijk toe te geven, waarmee ik bedoel, dat ik, zij
het, dat ik niet alles geweten heb, hierop niet eerder,
althans uitgebx-eider, ben ingegaan tijdens de vorige
begi'otingsbehandelingen. Persoonlijk wil ik hiervoor
graag mijn hoofd buigen, omdat dit een tekortkoming
is. Het is mede daarom, dat ik van mijn kant graag
iedere medewerking wil verlenen, teneinde de verkeers
veiligheid van iedereen, op welke wijze dan ook, zo
veel mogelijk te helpen waarborgen. In de raadsbrief
wordt naast de situatie bij het Van Miereveitplantsoen
nog een soortgelijke situatie genoemd, n.l. de kruising
DammelaanJelsumerstraatWollegaast. Mèt het
College ben ik van mening, dat er behalve deze beide
nog wel enkele soortgelijke situaties bestaan, situaties
welke momenteel nog in studie zijn. Het heeft me ver
heugd te vernemen, dat het College hierop binnenkort
uitvoerig terug wil komen.
Een antwoord op een zeer goed idee, dat de heer
Heidinga tijdens de raadsvergadering van 15 decem
ber j.l. heeft geopperd, heb ik echter gemist. Het be
treft het benutten van rioleringsbuizen met een grotere
diameter dan gebruikelijk en daarin een vlakke vloer,
waarbij echter de vraag openbleef of dergelijke buizen
zonder meer in de handel worden gebracht.
Ik zal hierover graag straks iets meer willen ver
nemen, omdat, naar ik aanneem, de nodige informa
ties, desnoods telefonisch, hierover zonder meer al zijn
ingewonnen.
Tot slot zou ik het College willen vragen om, mede
ten behoeve van de bejaarden van Greunshiem, moe
ders met kinderwagens enz., een door verkeerslichten
beveiligde oversteekplaats aan de Pieter Stuyvesant
weg opnieuw te betrekken in het onderzoek, waarover
in de raadsbrief wordt gesproken, waarbij dan qua
plaats rekening wordt gehouden met de te bouwen ver-
keersbrug.
De heer Kingma: We zijn wel ingenomen met deze
oplossing voor de jeugdige wielrijders die hier over
steken. Als deze oplossing op korte termijn tot stand
gebracht kan worden, zal ze zeker wel voldoen. Ik
vraag me alleen af, of het niet juister zou zijn hier
een tunnel aan te brengen i.v.m. de functie van rond
weg.
Vooral uit verkeersoogpunt lijkt het me niet gunstig,
dat zo dicht op elkaar twee stoplichten geprojecteerd
worden. Ik dacht, dat het hopeloze moeilijkheden gaf.
Het maakt de zaak eigenlijk tot een „lachertje", voor
al wanneer nog op meer plaatsen stoplichten zullen
komen.
Als raadslid zou ik stellig de voorkeur geven aan
een tunnel, maar als leraar van de technische school
geloof ik wel, dat wij voor de jongens aan het thans
voorgestelde voldoende zullen hebben.
De heer Tiekstra (weth.)Ik zal allereerst ingaan
op de vragen van de heer Faber, rekening houdende
met de vrij eenvoudige technische uitvoerbaarheid van
de aan de installatie aan het Oostergoplein en dus aan
de installatie van het Valeriusplein gekoppelde ver-
keersliehtenregeling.
Ik geloof, dat een snelle uitvoering uit de beschik
bare middelen zeker mogelijk is; en onder beschikbare
middelen versta ik de op de begroting voor 1970 ook
weer beschikbare middelenpost voor incidentele ver-
keersvoorzieningen. De heer Faber verwacht, dacht ik,
niet van mij voor de vuist weg een raming van deze
voorzieningen. Daarover is in de verkeerscommissie
wel gesproken; het zal vermoedelijk gaan om enkele
duizenden guldens. Mocht het nodig zijn een hoger
krediet te vragen, dan komen we stellig daarmee bij
de Raad.
Zoals we ook in het verleden wel hebben gedaan,
zullen we met incidentele voorzieningen trachten de
moeilijkheden zo goed mogelijk op te vangen. Je kunt
immers in deze situatie waarin we dus niet over vol
ledig materiaal de beschikking hebben, niet wachten
met het treffen van voorzieningen totdat je een totaal
plan beschikbaar hebt. Het lijkt me wel mogelijk, dat
wij het eerste halfjaar van 1970 bij de Raad kunnen
komen met zo'n plan m.b.t. de gehele rondweg. Dit
betekent, hoe je het ook wendt of keert, altijd een
totale investering, die ik taxeer op enkele miljoenen.
Het is de Raad, dacht ik, dan wel heel erg duidelijk,
dat dit niet in een „vloek en een zucht" zal kunnen
gebeuren. Dit vraagt tijd. En in die tijd zal worden
getracht zo goed mogelijke incidentele maatregelen te
treffen, zodat we de zaak in de hand houden.
De hear Boomgaardt is net sa lokkich mei it fyts
paed. Nou moatte wy üs wol réalisearje, dat it fyts
paed yn in hierspjeldebocht fan de ófrit. fan de Van
Haxinxmabrêge of de Oerysselskebrêge komme soe to
rinnen en dan moat der in hiele kloft bern nei it su-
den ta oerstekke nei it kanael ta. Foardat se dêr binne,
kinne se ek frij flot rjochts öf foar de forkearsljocht-
ynstallaesje ik wol efkes kompleet wêze op de
forbiningsdyk komme. Dizze dyk mei syn greatere
kapasiteit hat natuerlik it nut fan dit fytspaed wol
oanmerklik lytser makke. En as it fytspaed doedes-
tiids op f 44.000,rüsd is, dan soe der nou earder hwat
by komme as hwat öfgean. Hwant, soe men it guod
keaper ütfiere, dan bin ik bang, dat wy allinnich mar
mear üngelokken meitsje. It soe minder fundearring
krije, mooglik smeller wurde en de jongerein dy't nei
de ambachtsskoalle ta giet, is yn 'e regel net fan de
alderhoedenste soart. Ik leau dêrom, dat it dochs goed
is, dat it fytspaed net ta stan komt. De termyn fan
tsien oant fiiftjin jier, dy't de hear Boomgaardt neamt
foar de definitive oplossing fan it Oostergoplein, is
my to lang. Ik tink bislist oan in termyn, dy't moog
lik net ienris langer is as fiif jier. (De hear Miedema:
Ik hoopje, dat Jimme it beide bilibje.) Dan tankje ik
de hear Miedema foar dy winsk. (Laitsjen) Wy moatte
mei dizze forkearsfoarsjenning folie flugger üt 'e fuot-
ten en bipaeld mei de oansluting dêr fan it suden öf.
De heer Schönfeld heeft een betoog gehouden waar
op hij dacht ik zichzelf meer heeft geantwoord
dan mij en B. en W. Ik kan daar dus aan voorbijgaan;
alleen wilde ik niet dit misverstand laten bestaan, als
of wij ons in de beoordeling van de verkeersvoorzie-
ning pas rekenschap hebben gegeven van de verkeers
veiligheid in Leeuwarden na de plaatsgevonden hebben
de ongevallen. Die conclusie is onjuist. Als verant
woordelijk gemeentebestuur, geadviseerd en gesecun-
deerd door de eveneens verantwoordelijke deskundige
ambtenaren, moesten wij veel eerder met deze materie
bezig zijn.
Dit emotionele element is in deze discussie moeilijk
thuis te brengen.
Vanzelfsprekend zal, als de totale situatie van de
ringweg aan de orde komt, ook de plaats aan de Pieter
Stuyvesantweg ter sprake komen. Dat betekent niet,
dat de heer Schönfeld erop rekenen moet, dat ook op
die plaats een verkeerslichteninstallatie zal komen,