12
13
als de belangen van het bedrijf bij dit voorstel niet zo
eminent waren, het College de Raad in deze verga
dering dit voorstel niet had gedaan. Meer wil ik daar
niet van zeggen. (De heer Heidinga: En de belangen
van de Gemeente?) Die zijn ook groot, maar wij heb
ben geconcludeerd, dat wij, ook al hadden we de zaak
drie weken uitgesteld, niet tot een ander voorstel zou
den zijn gekomen.
Handhaven de heren Rijpma, Heidinga en De Leeuw
hun voorstel
De heer Rijpma: Ik handhaaf mijn voorstel.
De andere genoemde leden antwoorden ook bevesti
gend.
De Voorzitter: Het wordt een beetje aarzelend ge
zegd, maar het voorstel wordt gehandhaafd.
Het voorstel-Rijpma c.s. wordt verworpen met 27
tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heren Boomgaardt,
Heidinga, Klomp, De Leeuw, Miedema, Ir. Rijpma,
Visser en Wiersma.
De Voorzitter: Verlangt nog iemand stemming
over het voorstel van het College?
De heer HeidingaIk wilde er nog wel iets over
zeggen.
De Voorzitter: Ik moet inderdaad zeggen, dat ik op
een bepaald moment heb gesteld, dat over het voorstel-
Rijpma gestemd diende te worden; we hadden één in
stantie gehad over dit voorstel; er was zelfs nog niet
op geantwoord. Ik heb geen bezwaar, dat de heer Hei
dinga er een opmerking over wil maken.
De heer Heidinga: Nu deze zaak zo loopt en wij niet
de gelegenheid krijgen ons hier binnenskamers beter
over te oriënteren, moet het mij van het hart, dat uit
dit stuk beslist in geen enkel opzicht blijkt, dat hier
de gemeentebelangen mee gediend zijn, mogelijk wel
de belangen van de ondernemer. Maar wij zitten hier
niet alleen om op te komen voor de belangen van een
ondernemer, maar ook heel zeker voor de gemeente
belangen. De grond van dit bedrijf hebben wij niet
nodig; als ik het goed zie, zeker in geen 10 en mis
schien wel in geen 15 jaar. En dan vraag ik me af:
Wat beweegt het College de Raad voor te stellen op
grond van een onteigeningsprocedure tot aankoop van
deze grond over te gaan? Dan kan ik maar twee mo
gelijkheden vinden. De eerste is, dat wij dit
bedrijf subsidiëren, het mogelijk maken, dat het
zich op een andere plaats vestigt; dat het een
moderne industriehal krijgt en dat het zich beter
inricht. Dan vraag ik: Moet de Gemeente dit
betalen? En dan zeg ik: Nee. Als dit bedrijf
zich wil verplaatsen binnen deze gemeente en
zich wil moderniseren en uitbreiden, dan zijn daar
rijkspremies voor die via de Gemeente van de betref
fende rijksinstanties kunnen worden geïnd. Wat hier
wordt voorgesteld lijkt heel veel op een verkapt sub
sidie, terwijl het bedrijf dan bovendien nog de inves
teringspremie van het Rijk zal innen. Overigens geef
ik het natuurlijk groot gelijk, dat het ook die nog bin
nenhaalt.
Dit is evenwel niet de politiek, die wij hier als Ge
meente moeten voeren en dat maakt dit stuk voor mij
per se niet duidelijk.
De Voorzitter: Ik zou Weth. Tiekstra willen vragen,
of hij iets zou willen vertellen over het belang van de
Gemeente bij deze zaak; de heer Heidinga heeft
m.n. het belang van de Gemeente bij deze transactie
in het geding gebracht.
De heer Tiekstra (weth.)Ik heb zoeven reeds ge
zegd, dat, als het gemeentebelang niet aanwezig zou
zijn geweest, er ook geen basis geweest was, waarop
onderhandeld kon worden. Ik hoop, dat deze uitdruk
kelijke verzekering van de zijde van het College door
de heer Heidinga zal worden aanvaard. Immers, zou
dat niet het geval zijn, dan acht de heer Heidinga de
mededelingen van het College in de raadsbrief niet
juist en dat vind ik een vrij ernstige zaak.
Ik wil opmerken, dat wij de betreffende grond wèl
nodig hebben, n.l. in het kader van het ontwerp-plan
Kalverdijkje. En wanneer dit als bestemmingsplan aan
de Raad zal worden gepresenteerd, dan zal het ook
de raadsleden, die nu niet van het belang van de Ge
meente bij deze transactie overtuigd zijn, duidelijk wor
den, waarin de reden voor het voorstel tot deze aan
koop gelegen zijn. Juist voor het maken van de ver
keersverbinding van Kleijenburg en Schilkampen met de
oost-tangent hebben we belang bij deze grond, want
daarvoor hebben we een brede strook nodig met als
hoekpunt het gebied van Kleijenburg. Dan zullen we
mogelijk grond overhouden, die we weer kunnen over
doen aan het ter plaatse gevestigde bedrijf, dat deze
grond mogelijk wel nodig zal hebben voor zijn uit
breiding.
Ik merk hierbij op, dat, als dit bedrijf niet bij ons
was gekomen met zijn problemen, wij dit voorstel nog
niet zouden hebben gedaan. Maar nu wij daardoor de
gehele situatie onder ogen zien, menen wij, dat het
gerechtvaardigd is dit voorstel nu te doen.
Het enige wat er dus als tegemoetkomend element
in zit, is, dat straks tegen het bedrijf zal worden op
gelopen bij de vaststelling van een bestemmingsplan-
Kalverdijkje.
De heer Heidinga verlangt stemming.
Het voorstel van B. en W. wordt met 27 tegen 8
stemmen aangenomen. Tegen stemmen mevr. Mr. Ve
der-Smit en de heren Boomgaardt, Heidinga, Klomp,
Miedema, Ir. Rijpma, Visser en Wiersma.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor de
tweede koffiepauze.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Punt 23 (bijlage no. 11).
De heer Venema: Het is niet zonder enige schroom
dat ik proberen wil alsnog deze garantie van
f 40.000,terwille van deze basketballgroep er door
te krijgen. Het is natuurlijk een heel bedrag; dat is
mijn fractie zich wel bewust. Ik heb wel eens weken,
dat ik minder zakgeld heb. (Gelach) Wij hebben ons
dan ook wel afgevraagd: Is het voor de Gemeente
verantwoord dit bedrag voor dergelijke evenementen
en in dit geval voor een Europees kampioenschap bas
ketball voor dames uit te geven? Maar ik kan mede
delen, dat verreweg het grootste deel van mijn fractie
na ampele bespreking toch voor dit voorstel zal
stemmen.
De heer Weide: Ik zou mij bij de heer Venema wil
len aansluiten. Dit bedrag is een hele hap in één keer,
maar wij hebben daar ook een uniek evenement voor.
Bovendien heb ik niet de overtuiging, dat de volle
f 40.000,nodig zal zijn, want als deze organisatie
een beroep doet op het bedrijfsleven, zal zeer zeker
een aantal grote bedrijven in Friesland, mede gezien
de aanwezigheid van radio en t.v., als sponsor willen
optreden en duizenden guldens beschikbaar kunnen
stellen.
De heer Rijpma: Dit voorstel ligt moeilijker dan de
meerderheid van degenen, namens wie de heer Venema
spreekt, denkt. Het is natuurlijk van groot belang, dat
er evenementen in Leeuwarden plaats vinden, die na
tionaal en ook internationaal de naam van Leeuwarden
goed doen. Alleen, het is een bijzonder groot bedrag.
En ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat de
Gemeente door wat voor oorzaak dan ook enigszins voor
het blok is gezet. Er zijn oorspronkelijk onderhande
lingen gevoerd op basis van een garantie van Leeu
warden van f 15.000,En voor zover ik heb kunnen
nagaan, moet, m.n. door een bijzonder zware tarief
stelling van de hotels in Leeuwarden, deze garantie
oplopen tot een bedrag van f 40.000,Ik meen, dat
dit subsidie niet in verhouding staat tot de subsidies,
die we voor dergelijke evenementen gewend zijn te
besteden. Ik denk aan het internationale concours hip-
pique, dat naar mijn gevoel een evenement is, dat
Leeuwarden meer in de belangstelling zal brengen dan
dit basketball-toernooi, dat slechts een voorronde is.
Voor dat concours hippique hebben wij een garantie
van nog geen f 20.000,gegeven. En wanneer er deze
zomer zwemkampioenschappen gehouden worden, dan
ligt de garantie, die wij daarvoor geven, aanzienlijk
lager dan die, welke hier gevraagd wordt. Bovendien
kan de wijze waarop dit gefinancierd wordt, aan kri
tiek onderhevig zijn. Hier wordt een beroep gedaan
op de post Onvoorzien van f 150.000,waar dan in
de eerste week van januari een bedrag van f 40.000,
afgaat en waar dan slechts f 110.000,overblijft.
Daarmee zullen dan nog allerlei andere activiteiten
en wij kunnen nog niet beoordelen welke gefinan
cierd moeten worden. Ik dacht, dat wij, als we ons
gaan instellen op het veelvuldiger in het ver
leden subsidiëren van toernooien, dan op onze begro
ting daarvoor een post moeten uittrekken, die duide
lijk aangeeft, hoeveel wij als Gemeente per jaar daar
voor willen besteden. Dan weten we, of we er één of
twee ton voor over hebben en dan kunnen we, ziende
naar de begrotingspost die daarvoor uitgetrokken is,
ons standpunt bepalen. Als dat bedrag uitgeput is,
dan is het met subsidiëring van activiteiten gedaan,
maar dan zijn we in ieder geval zeker, dat de post
Onvoorzien blijft bestaan voor evenementen die zich in
de loop van het jaar anders dan op sportgebied zullen
voordoen.
Ik ben niet zo optimistisch als de heer Weide; ik
geloof niet, dat een basketball-toernooi in Friesland
zoveel weerklank zal vinden, dat de bedrijven daarvoor
belangrijk zullen willen bijdragen. Ik geloof nauwelijks,
dat de t.v. meer dan enkele minuten aandacht zal be
steden aan een voorronde-toernooi, als ook een voor
ronde-toernooi gehouden zal worden in Rotterdam,
waar bovendien de finales gespeeld zullen worden. Ik
geloof, dat we een bedrag als dit zullen moeten reser
veren voor belangrijker toernooien dan het onderha
vige.
De heer Kingma: Wij vinden dit garantiebedrag
nogal hoog, temeer daar in het voorstel staat, dat het
Leeuwarder cijfer is uitgegaan van een garantie, die
gebaseerd is op een totale dekking van het geraamde
tekort in Rotterdam. Daar verwacht men blijkbaar een
tekort, Leeuwarden zou m.i. best een wat lager bedrag
in verhouding tot dat van Rotterdam kunnen garan
deren. Als ik de stukken goed heb gelezen, dan blijkt,
dat oorspronkelijk toch ook het oordeel van het Col
lege te zijn geweest. Dit kwam eerst met een veel
lager garantiebedrag.
Ik vind het inderdaad wel van belang hier zo'n
basketball-toernooi te organiseren en het is natuurlijk
te proberen, maar ik vind het ook nogal een waag
stuk. Ik geloof ook niet, dat de basketball-sport hier
zo enorm populair is, dat dit toernooi een geweldig
groot aantal toeschouwers zal trekken. Het zal echt
een proef moeten zijn. Het zit er dik in, dat we het
totale garantiebedrag van f 40.000,erbij in schieten.
(Gelach)
De heer Schönfeld: Een garantiebedrag van
f 40.000,voor de Europese kampioenschappen basket
ball dames 1970 is m.i. ook een hoog bedrag. Aan de
gemeente Leeuwarden wordt een bedrag van f 40.000.
gevraagd, terwijl de gemeente Rotterdam een garantie
bedrag verleent van f 70.000,De gemaakte verde
ling van de gezamenlijke kosten over de toernooien in
Leeuwarden en in Rotterdam in de verhouding van
1 2 gaat hier niet helemaal op. Een garantiebedrag
ad f 35.000,zou m.i. juister zijn geweest.
Het feit, dat Leeuwarden in positieve zin in de pu
bliciteit komt door pers, radio en televisie, vind ik
voor onze Gemeente, gelegen aan het „voeteneind des
lands" (De heer Engels: Het hoofdeinde!) toch van
bijzonder groot belang. Bovendien zullen deze wed
strijden veel publiek van elders naar Leeuwarden trek
ken, hetgeen eveneens een bijzonder goede publicity
is en wellicht een bijdrage vormt voor een massa Hol
landers om de drempel naar het noorden eens wat
gemakkelijker te overschrijden en hier hun indrukken
op te doen. Hiervoor mogen we ook heus wel wat over
hebben.
Ik zou het College dan ook willen adviseren om ter
gelegenheid hiervan contacten op te nemen met diverse
instanties ter plaatse, teneinde eventueel in samenwer
king de gezelligheid hier ter stede nog meer op te
voeren en zo nodig te animeren, waardoor Leeuwarden
bij de bezoekers een extra goede indruk achterlaat,
hetgeen op zijn beurt ook weer een zeer goede vorm
van reclame is.
Het is maar een bescheiden geste van mijn kant,
waarover ik graag nog de mening van het College zal
vernemen.
De heer De Vries: Het zal U na de woorden van de
heer Venema duidelijk zijn, dat ik een afwijzend stand
punt inneem in mijn fractie. En wel om de volgende
reden. Als de Gemeente een dergelijk sportevenement
gaat subsidiëren, dan moet men zich afvragen: Wat
is het nut; wat is de bedoeling? M.i. zou het primair
moeten gaan over de propaganda voor de ontplooiing
van deze sport en in de tweede plaats om de wat
men dan noemt „image-building" van Leeuwarden.
Natuurlijk is het laatste wel belangrijk, maar ik vraag
mij mét verschillende andere sprekers af, of inderdaad
de verwachtingen van collega Weide niet veel te hoog
zijn gespannen. Ik zie de radio en de t.v. hier nog niet
in Leeuwarden en ik zie nog niet, dat het bedrijfsleven
hier zo in zal happen, want deze sport neemt in onze
stad een zeer bescheiden plaatsje in. Ik schat het aan
tal beoefenaren op een paar honderd, maar daarmee is
het dan ook gezegd. En daarom vind ik, dat we het
eerste doel dat hiermee wordt beoogd de propaganda
voor deze sport finaal voorbij schieten. Uit propa
gandistische overwegingen voor de basketball-sport sec
behoeven we dit toernooi hier helemaal niet te hebben.
Dan zouden we veel beter de jongens en meisjes die
deze sport wel ambiëren en graag zo'n wedstrijd wil
len zien, op kosten van de Gemeente een goodwill-reis
naar Rotterdam kunnen laten maken. Dat kunnen we
met een paar duizend gulden bekijken. Dan kunnen we
deze jongeren ook nog wel een maaltijd aanbieden op
de Euromast. Dan nog een bijkomend punt, al is dat
misschien wat een vals argument. De kleine kereltjes
onder ons, die denken, dat ze mooie meisjes te zien
zullen krijgen, schieten hun doel ook voorbij, want het
zijn allemaal enorm lange grieten. (Bulderend gelach)
De Voorzitter: Op deze laatste opmerking behoeft
Weth. Tiekstra niet te reageren, maar voor het overige
geef ik hem graag het woord.
De heer Tiekstra (weth.): Ik moet toch even op
merken, dat ik de laatste opmerking van de heer De
Vries wel wat suggestief vond.
Ik begrijp volledig, dat er raadsleden zijn, die de
garantie van f 40.000,voor dit doel een groot bedrag
vinden. M.b.t. datgene wat wij voor evenementen be
steden, verkeren wij evenwel duidelijk in een ontwik
kelingsfase, waarbij wij ons steeds sterker vertrouwd
moeten maken met de mogelijkheid en misschien
zelfs met de noodzaak en de wenselijkheid op deze
wijze nog sterker aan de beeldvorming van Leeuwar
den te werken dan in het verleden. Ik dacht overigens,
dat we hier toch ook wel met een sportmanifestatie
te doen hebben, die er mag zijn. Al is het waar, dat
in het kader van de zaalsportbeoefening het basketball
in Friesland nog jong is, op het ogenblik is er in het
kader van de schoolcompetities een vrij grote deel
name in deze tak van sport. En dat niet alleen, want
als ik goed geïnformeerd ben (en mijn informaties zijn
wel uit een heel goede bron), dan hebben wij hier te
maken met een sport, die, over de gehele wereld ge
zien, het grootste aantal beoefenaren telt. f 40.000,is
buiten kijf een hele hap geld. Maar m.i. trekt de re
denering van de heer Rijpma, die vraagt: Wat blijft
er voor de rest van het jaar nog over van de post
Onvoorzien, de zaak toch wel enigermate scheef.
Wij hebben over deze zaak, dacht ik, ruim een jaar
overleg gepleegd, waarbij ik noteer, dat ook van de
zijde van de Nederlandse Basketball-bond oorspronke
lijk al over een bedrag van f 40.000,werd gesproken.
B. en W. hadden toen nog zeer bepaald de illusie, dat
het mogelijk met f 15.000,toe kon, maar dat was
geen basis voor de Nederlandse Basketball-bond om
het experiment met Leeuwarden aan te durven. Deze
zoekt naar een maximale dekking. Hierbij merk ik
wel op, dat de heer Kingma even voorbij gaat aan de
inhoud van het in het ontwerp-voorstel onder B ge
noemde. Het is zeer nadrukkelijk de bedoeling, dat de
uitgekeerde bruto bijdrage zich op gelijke wijze zal
verhouden tot het onder A gestelde tekort van dit
toernooi als de bruto bijdrage van de gemeente Rotter-