Verslag van de vergadering op dinsdag 13 januari 1970 van de afdeling I van de gemeenteraad
ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1970.
Aanwezig van deze afd.: de heren R. Boomgaardt,
Mr. D. Lijzen, W. Miedema en J. T. Vellenga.
Afwezig van deze afd.: Mr. B. P. van der Veen.
Aanwezige overige raadsleden: de heren S. Bouma,
O. Heidinga, B. Kingma, A. Klomp, H. W. Rijpstra,
J. A. Sehönfeld, K. Spoelstra, M. Tjerkstra, K. Weide
en J. Wiersma.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Voorts zijn aanwezig de heren P. P. de Jong,
Secretaris, Mr. T. J. Kingma, Hoofdadministrateur in
Algemene Dienst, Mr. N. Wijma, Hoofd afd. Kabinet en
Algemene Zaken, C. IJsbrandij, Hoofd afd. Financiën
en Belastingen, Mr. W. L. Zielhuis, ambtenaar van de
afd. Kabinet en Algemene Zaken.
Te behandelen punten:
ALGEMEEN.
Hoofdstuk II. Algemeen Beheer.
Hoofdstuk Hl. Openbare Orde.
De Voorzitter: Ik open deze eerste openbare verga
dering over de behandeling van de begroting en heet
allen hartelijk welkom. Wij staan hier voor een experi
ment. De voorafgaande behandeling van de begroting
in secties hebben we afgeschaft en we hebben een
systeem van begrotingsbehandeling ingevoerd, waarbij
de onderdelen van de begroting vóór de plenaire zitting
worden behandeld in afdelingen, ingedeeld naar de ver
schillende portefeuilles, zoals die over de leden van het
College zijn verdeeld. Deze wijze van begrotingsbehan
deling is in grote lijnen vastgelegd in het Reglement
van Orde. Daarnaast hebben wij nog een aantal spel
regels opgesteld om de behandeling in de afdelingen
zo vlot mogelijk te doen verlopen. Het is de gedachte,
dat eerst de leden van de betreffende afdeling de ge
legenheid krijgen om het woord te voeren en daarna
ook andere leden van de Raad. Telkens wanneer een
zaak is behandeld, kunnen de leden van de Raad for
muleren, welke punten naar hun mening in de plenaire
begrotingszitting aan de orde moeten komen. Ik zou
willen afspreken (en dat staat niet in de spelregels),
dat wij daarbij de punten, die naar Uw mening in de
plenaire zitting aan de orde moeten worden gesteld
bij de algemene beschouwingen of de financiële be
schouwing buiten beschouwing laten. Ik geloof niet,
dat het nodig is, dat wij die punten formuleren. Wij
moeten er daarbij wel op vertrouwen, dat de algemene
beschouwingen ook inderdaad algemene beschouwingen
blijven en dat de financiële beschouwingen zich beper
ken tot de algemene financiële facetten van onze ge
meentelijke huishouding. In het zgn. samenvattende
verslag zullen alle volgnummers worden opgesomd, die
in de plenaire zitting na de algemene beschouwingen
en de financiële beschouwingen aan de orde zullen
komen. In het Reglement van Orde is vastgelegd, dat
andere volgnummers dan niet meer aan de orde kunnen
worden gesteld.
Ik hoop, dat deze afdelingsvergaderingen zullen be
antwoorden aan het doel, waarvoor zij zijn ingesteld
en dat daardoor in de plenaire begrotingszitting alleen
de grote problematiek aan de orde zal komen.
De hear Boomgaardt: Nou it is eigentlik ynforma
tyf bidoeld it is ek min oftomear ynformeel mar
dy leste alinea fan punt 4 fan 'e spulrigels hwan-
near is dat momint nou kommen, dat men fan 'e leden
fan dizze Ried forwachtet, dat men de formulearring
jowt, fan hwat yn 'e plenaire sitting noch komme
moat fan 'e bigreating?
De Foarsitter: Neidat it Kolleezje twa kear oan 't
wurd west hat, is der gjin diskusje mear; dan is der
allinnich de formulearring fanüt de Ried hwat wy
aensens oan 'e oarder hawwe wolle. Is dat düdlik?
(De hear Boomgaardt: Ja, dat is düdlik.) Gjin pun
ten oan 'e oarder, dy't men graech earst ynformatyf
freegje wol?
De heer Rijpstra: Bij punt 5 van het Reglement
van Orde staat: „Van het verhandelde in de vergade
ringen van de afdelingen worden samenvattende ver
slagen samengesteld. De Voorzitter van een afdeling
en de leden, die ter vergadering van een afdeling aan
wezig zijn geweest, krijgen gelegenheid de weergave
van het door hen gesprokene te verifiëren." Bij lezing
van dit punt krijg ik de indruk, dat we een verslag
toegezonden krijgen als dat, wat is toegezonden aan de
rapporteurs. Of heb ik dat verkeerd begrepen?
De Voorzitter: Punt 5 van het Reglement van Orde
is uit praktische overwegingen in wezen in twee ge
deelten gesplitst. Het samenvattend verslag is alleen
een formulering van de punten, die naar Uw mening
in de plenaire zitting aan de orde moeten komen. Los
daarvan komt er ook van de afdelingsvergaderingen
een verslag als dat van gewone raadsvergaderingen.
T.a.v. dat verslag zal dan de onder punt 5 genoemde
procedure worden gevolgd.
De heer Vellenga: Is het nodig, dat er staande
wordt gesproken? Ik kan mij voorstellen, dat er op een
gegeven moment door de raadsleden korte vragen en
opmerkingen worden geformuleerd. Zij moeten dan tel
kens gaan staan en weer gaan zitten. Het lijkt mij
niet zo noodzakelijk, dat er in dit soort bijeenkomsten
staande wordt gesproken.
De Voorzitter: Ik ben wat bang, dat we elkaar niet
goed kunnen verstaan, wanneer we zittend praten. Ik
heb er echter geen bezwaar tegen, dat we het eens pro
beren. Maar laten we wel afspreken, dat we weer
staande gaan praten, zodra we merken, dat het zit
tende niet goed gaat.
Ik stel dan allereerst aan de orde
Afdeling 1.
Algemeen.
De Voorzitter: In dit gedeelte Algemeen zijn enkele
vragen opgenomen, die moeilijk konden worden onder
gebracht bij een bepaalde tak van dienst of bij een be
paald hoofdstuk van de begroting. Zelfs vraag ik mij
m.b.t. sommige vragen af of zij wel bij de afdelingen
thuis horen. Op grond van het Reglement van Orde
zou men kunnen stellen, dat zij eigenlijk aan de orde
zouden moeten komen bij de algemene beschouwingen
in de plenaire zitting. Hoewel ik wel zal reageren op
de eerste vraag, zou ik willen voorstellen eventuele
verdere discussie daarover uit te stellen tot de plenaire
zitting.
N.a.v. vraag 1 zou ik willen opmerken, dat m.i. een
groot aantal onderwerpen, welke de aandacht hebben
van Uw Raad en van ons College, betrekking hebben
op de verbetering van het woon- en leefklimaat in onze
stad. Ik zou hier m.n. willen wijzen op de gehele pro
blematiek van de verbetering van de culturele accom
modaties en op het tot stand komen van verschillende
objecten op het terrein van sport en recreatie. Wat dit
laatste betreft mag m.n. worden gewezen op het tot
ontwikkeling brengen van „De Groene Ster". Voorts
zou ik willen wijzen op uitbreiding van de onderwijs
voorzieningen en het tot stand brengen van een grotere
variatie van woonmogelijkheden. De termijn, waarbin
nen en het tempo, waarin wij e.e.a. zullen kunnen rea
liseren, zullen ten zeerste afhangen van de mate, waar
in wij subsidies zullen kunnen verkrijgen en waarin aan
de Gemeente financieringsmiddelen beschikbaar zullen
worden gesteld.
N.a.v. vraag 2 wijs ik erop, dat er reeds een ideeën
bus is bij de plaatselijke V.V.V. Ideeën m.b.t. de Ge-